Die Geschichte von Herrn Sommer door Patrick Süskind

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Die Geschichte von Herrn Sommer
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1176 woorden
  • 19 mei 2003
  • 133 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
133 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Patrick Süskind
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1991
Pagina's
136
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Oorspronkelijke taal
Duits

Boekcover Die Geschichte von Herrn Sommer
Shadow
Die Geschichte von Herrn Sommer door Patrick Süskind
Shadow

Het verhaal “Die Geschichte von Herrn Sommer” gaat over een klein jongetje en al zijn avonturen.
Het jongetje (het boek is geschreven in de ik-persoon) maakt van alles mee. Het boek begint over vliegen. Het jongetje zegt dat hij kan vliegen. Hij was amper één meter en wanneer het hard waaide kon hij vliegen beweerde hij.
Ook was hij fan van in bomen klimmen. Hij klom dan heel hoog en bleef daar uren zitten. Hij las, at, dronk, sliep, danste, praatte met zichzelf, in de boom. Hij vond het heerlijk om alleen met de boom te zijn, afgezonderd van alles en iedereen. Zonder het gezeik van ouders, broertjes en zusjes voelde hij zich op en top gelukkig.
In het dorp waar de ik-persoon woont staat een vreemd huisje. In het huisje wonen Herr Sommer en zijn vrouw. Niemand weet iets van de familie Sommer behalve dat mevrouw Sommer poppendokter is en 1 keer in de week buiten komt om de poppen naar het postkantoor te brengen en daarna al haar boodschappen te doen en vervolgens pas een week later weer buiten te komen. Meneer Sommer is ook een beetje vreemde vogel. Niemand weet zijn voornaam en de ik-persoon vraagt zich dan ook regelmatig af wie meneer Sommer nou precies is en waarom hij altijd buiten aan het wandelen is. Meneer Sommer wandelt altijd, het hele jaar door, in de lente, de zomer, de herfst en de winter. In weer en wind maak meneer Sommer wandeltochten van 40 km. De ik-persoon denkt zelfs dat wanneer er een orkaan is meneer Sommer nog steeds buiten zal lopen.
Meneer Sommer loopt altijd buiten met een wandelstok en een rugzak. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.
Dit was ook het geval toen het een keer echt ontzettend slecht weer was. De ik-persoon en zijn vader zaten in de auto en het regende echt verschrikkelijk hard. Per toeval kwamen ze meneer Sommer tegen en ze vroegen aan hem of hij een lift naar huis wilde vanwege het slechte weer. Meneer Sommer reageerde niet en de vader vroeg het nog een keer. Weer reageerde meneer Sommer niet. De ik-persoon keek naar het doorweekte gezicht van Sommer en zag de angst in zijn ogen. Meneer Sommer was nog steeds niet ingestapt en de vader reed maar gewoon door. Thuis vertelde de ik-persooon het verhaal aan zijn moeder en die concludeerde dat meneer Sommer claustrofobisch is en ook nog op de vlucht voor de dood. De ik-persoon had nog nooit van het woord claustrofobie gehoord en z’n ouders legden het aan ‘m uit.
Het jongetje vond het moeilijk te begrijpen en zo ontstonden er dus meer en meer raadsels rondom meneer Sommer.
Het jongetje wordt ouder en wordt verliefd op Carolina Kuckelmann. Het meisje vroeg op school aan hem of zij met hem mee mocht lopen naar een vriendin van haar moeder (hij woonde daar in de buurt). Het jongetje vond dit geweldig en had meteen allemaal plannetjes in z’n hoofd over rondleidingen en picknicken in de boom enzo. De dag van het “meelopen” zei het meisje af. Zijn wereld stortte in en vanaf die dag ging het eigenlijk bergafwaarts met de jongen. Elke dag na school had het jongetje muziekles van Fraulein Marie-Luise Funkel. Mevrouw Funkel is een dun schrompelig vrouwtje met zwarte haren op d’r bovenlip en een gemeen karakter. Mevrouw Funkel wil perse Fraulein genoemd worden. Ook leert het jongetje fietsen. Omdat hij nog erg klein is kan hij niet zitten en fietsen tegelijk. Dit is erg lastig voor hem en hij wil dus áltijd vrij baan hebben wanneer hij fietst. Hij laat iedereen (fietsers, voetgangers, auto’s) allemaal voorgaan zodat hij vrij baan heeft. Omdat dit zorgt voor lang wachten komt het jongetje te laat bij muziekles. Fraulein Funkel is woedend en beschuldigt hem van stiekem ijs kopen van z’n zakgeld. Hij probeert er tegenin te gaan maar ze is woedend. Wanneer het jongetje dan ook nog eens de Fis-Noot verkeerd speelt ontploft ze.
Ze gaat met van alles smijten en het jongetje moet huilen.
Hij besluit zelfmoord te gaan plegen. Het eerste wat in hem opkomt is van een boom af springen. Hij springt op de fiets naar het park en klimt in de hoogste boom.
Eenmaal boven gekomen besluit de ik-persoon te springen. Hij telt tot 3 en wil dan springen. 1 2 …. Hij bedenkt zich ineens dat ie niet weet of hij nou z’n ogen open of dicht moet houden. Hij besluit na lang wikken en wegen ze toch maar dicht te doen. 1 2…. Hij hoort een raar geluid. Het is meneer Sommer. Hij staat onderaan de boom. Het jongetje is ineens weer helder en snapt niet waarom hij überhaupt op het rare idee is gekomen om zelfmoord te plegen. Hij kijkt naar beneden en ziet daar Herr Sommer staan en omdat Sommer altijd op de vlucht is voor de dood beseft hij dat hij veels te blij is dat hij leeft en klimt weer snel uit de boom.
Het leven van het jongetje gaat weer normaal en hij ziet meneer Sommer niet meer zo vaak. Iedereen ziet Sommer als een onderdeel van het bos en schenkt verder geen aandacht aan Sommer.
Op een dag gaat mevrouw Sommer dood, niemand weet wanneer en aan wat. Ook komt niemand op d’r begrafenis.
Meneer Sommer verkoopt zijn huis en niemand weet waar hij nu woont en het kan ze eigenlijk ook niks schelen.
Het leven gaat weer gewoon verder en er gebeurt verder niks interessants. Het jongetje gaat gewoon weer naar muziekles en speelt de Boogie-woogie. Hij past eindelijk op z’n fiets en doet er nu allemaal trucjes mee .
Op een dag fietst het jongetje vanaf een vriendje naar huis en komt langs een meer. Langs het meer staat Herr Sommer. Sommer doet een paar stappen en loopt zo steeds verder het water in. Het jongetje stapt van z’n fiets af en staat met grote ogen en open mond toe te kijken hoe meneer Sommer steeds verder het water in loopt. Meneer Sommer staat inmiddels tot aan zijn kin in het water. Het jongetje doet helemaal niks, hij blijft verstijfd staan terwijl meneer Sommer aan het verdrinken is.
Pas na 2 weken hebben sommige mensen door dat ze meneer Sommer eigenlijk nooit meer zien. De dorpsgenoten bespreken het met elkaar. Na een tijdje komt er een vermissings briefje met pasfoto en naam. Het jongetje ziet nu eindelijk Herr Sommer zijn naam. Hij blijkt Maximilian Ernst Agidius Sommer te heten. Een tijdje is de vermissingszaak van herr Sommer het gesprek van de dag maar na alle opties besproken te hebben (is ie misschien naar Canada of Australië vertrokken) word het heel stil rond Herr Sommer. Niemand kijkt bij het meer en daar is het jongetje blij om. Hij vertelt aan niemand wat hij gezien heeft en blijft eeuwig zwijgen over meneer Sommer. Hij heeft goede herinneringen aan meneer Sommer en z’n rare trekjes (claustrofobisch zijn, het boom-incident) en wil dat graag zo houden.
Waarschijnlijk zal niemand er ooit achter komen dat meneer Sommer zichzelf heeft verdronken.

REACTIES

M.

M.

ik vind dit een stom boekverslag hhier valt geen info uit te halen.. saai!

14 jaar geleden

M.

M.

super goed verslag!
ik snapte bijna niks van het boek, want zit niet echt duidelijk verhaal achter maar dit maakt het allemaal veel duidelijker!
dankjewel :)

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.