Der Ruf des Muschelhorns door Zoe Jenny

Beoordeling 8.8
Foto van een scholier
Boekcover Der Ruf des Muschelhorns
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3028 woorden
  • 21 mei 2005
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 8.8
21 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Zoe Jenny
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1997
Pagina's
123
Oorspronkelijke taal
Duits

Boekcover Der Ruf des Muschelhorns
Shadow
Der Ruf des Muschelhorns door Zoe Jenny
Shadow
Samenvatting

Het verhaal begint met Eliza, die als klein meisje door haar moeder achter gelaten wordt bij haar oma Augusta. Ze groeit bij haar op en heeft een fijne tijd, ze doen leuke dingen, zoals wandeltochten maken, en ze leert veel van haar. Wanneer ze er alleen op uit is gebruikt oma Augusta haar hoorschelp als hoorn om haar terug te roepen. Ze raakt erg op haar oma gesteld. Toch is ze niet helemaal gelukkig. Op school is ze erg eenzaam en wordt ze gepest. Tot overmaat van ramp wordt oma Augusta ernstig ziek. Ze wordt wel weer beter maar uiteindelijk overlijdt ze toch, wanneer ze haar nek breekt. Eliza wordt in een tehuis geplaatst, met alleen haar hoorschelp als bezit. In het tehuis komen elke woensdag mensen kijken of ze er een kind willen adopteren, maar men geeft Eliza niet veel kans om nog in een gezin opgenomen te worden. Ze praat namelijk niet meer sinds de dood van haar oma en sluit zich compleet af voor haar omgeving. Het enige wat ze soms nog doet is zingen. Tot een ieders verbazing meldt zich toch een familie die Eliza graag in huis wil nemen. De familie Rosenberg, bestaande uit meneer, mevrouw en George Rosenberg, hebben besloten het meisje een kans te geven. Meneer Rosenberg is een soort logopedist, hij helpt mensen met spraakgebreken. Een uitstekende kans voor Eliza dus. De familie woont in een groot huis op de Goldhügel . Meneer en mevrouw Rosenberg zijn al lange tijd getrouwd, maar wat in het begin een sprookjeshuwelijk leek, stelt nu nog maar weinig voor. Ze zijn in de loop der jaren uit elkaar gegroeid, en zijn allebei hun eigen weg gegaan. Beiden stortten zich op hun werk. Maria Rosenberg richt haar eigen kledingontwerpstudio, wat een groot succes wordt. Na hun eerste kind, George, wilde Maria Rosenberg geen kinderen meer, omdat ze de zorg van haar zoon al niet alleen aan kon. Daarom huurden ze het kindermeisje Julia in. Zij nam langzaam maar zeker het hele huishouden van de Rosenberg familie over. Maar aangezien meneer Rosenberg niet tegen stilte kon en graag wat meer leven in zijn huis wilde, nu dat zijn zoon George naar het buitenland was vertrokken om een vreemde taal te leren en zijn vrouw alleen maar aan het werk was, besloot hij om Eliza in huis te nemen en zag het als een uitdaging haar weer aan het spreken te krijgen. Dit ging echter niet gemakkelijk. Eliza was niet van plan ook maar een woord uit te brengen, al zou ze het willen. Maar langzaam ontstaat er toch een band tussen de twee. Eerst lijkt het alleen vriendschap te zijn, maar op een gegeven moment slaat dit door naar geliefden. Wanneer zijn vrouw weg is slaapt Eliza bij hem en de sfeer in huis verandert. Geheimen overheersen. Totdat George thuis komt. Hij is erg benieuwd naar zijn stiefzuster, en al gauw bloeit en er mooie vriendschap op tussen deze twee. Ze delen dromen, geheimen en verhalen met elkaar. George verteld haar ook over zijn vriend King Sor, waar hij vaak ’s nachts op de motor heen gaat. King Sor leeft in een autowrak onder een viaduct, en houdt al jaren een vuur brandende. Anderen brengen hem af en toe eten, net als George.

In huize Rosenberg wordt de sfeer er niet beter op. Wanneer George voor de zoveelste keer toenadering tot zijn moeder zoekt, maar zij hem afwijst, besluit hij dat het genoeg is geweest. Hij vertrekt en Eliza gaat met hem mee.
Ze hangen die dag nog in de stad rond maar dan besluit George om zijn vriend King Sor op te zoeken. Daar ontmoeten ze Sue en Ramon, twee vrienden van King Sor en George. Ramon is mank aan een been omdat hij toen hij klein was door zijn vader van de trap is geduwd. Hij had een hele slechte band met zijn vader, wat hem nog steeds dwars zit.
Maar de vier zijn er niet alleen onder de brug. Een groep jongeren die rondhangen en met graffiti aan het werk willen, terroriseert de boel. Uiteindelijk gaat iedereen toch slapen en is er een beetje rust. Totdat Eliza ontdekt dat haar hoorschelp verdwenen is. Ze hoort dat iemand een eind verderop er op blaast, dus ze moet hem ergens hebben laten liggen. Ze volgt het geluid en vindt de jongen die hem heeft gevonden.
Dan moeten George en Eliza een échte slaapplaats vinden. Ze kunnen niet altijd onder de brug blijven leven. Ze komen terecht bij Sue, die een kleine kamer midden in de stad heeft en er ontstaat een hechte band tussen de drie. Alles lijkt de goede kant op te gaan, totdat op een zaterdagmorgen de politie aan de deur staat en George zonder enige verklaring mee neemt. Later blijkt dat hij door zijn ouders in een psychiatrische inrichting is geplaatst. Eliza is zo van slag door zijn verdwijning, dat ze niet meer eet en alleen nog maar in bed kan liggen. Ook Sue is er kapot van, maar zij probeert de situatie zo goed en zo kwaad als het gaat te redden. Ze kookt en zorgt voor Eliza, werkt in de keuken van een restaurant om geld in het laatje te brengen. Zij drinkt haar problemen verder weg met alcohol.
Als op een dag een verjaardagstaart in de keuken staat voor Eliza haar negentiende verjaardag, vindt er een omslag plaats en ze begint weer te eten. Dan gaat het leven van de twee vriendinnen weer een beetje bergopwaarts. Sue leert Eliza bijvoorbeeld duiken, wat zij weer geleerd heeft van een vriend, die omgekomen is bij een ongeluk. Maar Eliza is nog steeds ongelukkig en denkt vaak aan de dood.
Ze besluiten George op te zoeken, samen met Ramon, in de kliniek waarin hij zit. Maar daar krijgen ze te horen dat hij duidelijk heeft gemaakt absoluut niemand te willen zien. Ook de vader van George gaat elke dag naar de kliniek, waar hij elke keer hetzelfde te horen krijgt.
Eliza probeert wel brieven te schrijven, maar ze twijfelt bij alles wat ze doet. Ze gaat naar de kliniek en vraagt of ze brieven of pakketjes kan afgeven. Daar wordt haar verteld dat alles gecontroleerd wordt, maar dat het wel kan. Eliza verdwijnt zonder iets te zeggen.
Ondertussen werkt Sue nog steeds in de keuken van een het kleine restaurant. Daar wordt ze aangesproken door Phil, een fotograaf in dienst van een blad. Hij vertelt dat hij op zoek is naar een model en Sue is er helemaal geschikt voor. Ze krijgt zijn telefoonnummer maar twijfelt of ze het serieus moet nemen. Uiteindelijk belt ze hem toch en maakt een afspraak voor een fotoshoot. Eliza vind het allemaal maar niets, ergens is ze jaloers, ze wil niet dat Phil en het modewereldje ook maar iets veranderen aan Sue. Dit is echter niet te voorkomen. Sue blijkt voor het werk van Maria Rosenberg te moeten poseren. Zij heeft ondertussen een groot mode imperium op weten te bouwen. Maar bij de Rosenberg familie thuis is dat ook het enige succes. Julia is vertrokken, ze ontvangen geen vrienden meer op bezoek, ze zien elkaar zelfs nauwelijks. Hun huwelijk is zo goed als voorbij.
Ook Eliza raakt verwijdert van Sue. Op een dag heeft ze zelfs haar koffers gepakt en opeens is ook zij verdwenen. Ze blijft alleen achter in de kamer van Sue, en neemt ook het baantje van Sue over. Maar ondanks het plotselinge vertrek van haar vriendin, lijkt Eliza niet ongelukkig te zijn in haar eentje. Ze leeft in stilte, wat haar goed bevalt. Af en toe blaast ze nog op de hoorn, als teken van leven.
Onderzoek van de verhaaltechniek

De schrijfstijl sprak me aan, omdat het niet erg moeilijk was. Althans, dingen werden niet moeilijker gemaakt dan ze waren. Er waren veel korte zinnen en af en toe een dialoog.
De vertelsituatie is auctoriaal, dat wil zeggen, er is een alwetende verteller aan het woord. Je beleefd het verhaal voornamelijk door de ogen van hoofdpersoon Eliza, maar af en toe ook vanuit meneer Rosenberg bijvoorbeeld.
De ruimtes waarin het verhaal zich afspeelt zijn onder andere, der Speicher van oma Augusta, het huis van de familie Rosenberg, en de kamer van Sue. Dat zijn de ruimtes die het meest besproken worden. De schuur waarin haar oma woonde, is midden in de natuur. Het is eenvoudig en klein, en heeft een tuintje waarin Eliza haar oma helpt.
Het huis van de familie Rosenberg is erg groot, te groot voor de paar mensen die er wonen. Het staat op de Goldhügel , waardoor het huis van veraf te zien is. “Von der kreisförmigen Plattform aus hatten die einen Ausblick in alle Himmelsrichtungen. »Da!«, rief Eliza. Der Goldhügel war weit eintfernt, eine winzige grüne Fläche.” (p.85)
De laatste ruimte die van belang is, is de kamer van Sue, waarin Eliza als laatste verblijft.
Dit is een kleine ruimte in het centrum. “In Sues Wohnung war es nie dunkel. Sie wohnte an der Pheripheri der Stadt, und eine Leuchtreklame am gegenüberliegenden Haus blinkte im Sekundenrhythmus abwechselnd rot und gelb ins Zimmer.” (p.91)
De tijd die verstrijkt is moeilijk te bepalen omdat er geen leeftijden of jaartallen genoemd worden, maar het zal ongeveer zo’n tien jaar zijn. Je maakt af en toe tijdssprongen mee, anders valt zo’n tijd niet te overbruggen in 127 bladzijdes. Het verhaal begint met Eliza als ze een klein meisje is. Ongeveer 8 jaar neem ik aan. Aan het einde is ze een jaar of 18. Ze kan al op zichzelf wonen, heeft een baantje en leidt haar eigen leven. Maar omdat ze al zo jong zelfstandig moest zijn, zou ook 16 kunnen zijn dan.
De verhaalfiguren zijn:
- Eliza: Eliza is een meisje met een zachtaardig karakter. Ze is introvert, ze maakt niet gemakkelijk contact met mensen en is hier ook niet op uit. Op school werd ze buitengesloten. “Es entschied sich in der ersten Wochen, wer zu welcher Gruppe gehörte, und wer alleine blieb, der blieb es gewöhnlich für immer. …Sie hütete sich, irgendjemandem ins Gesicht zu blicken, und schloss sich in den Pausen regelmäßig auf der Toilette ein. Sie sprach mit niemandem, nd solange sie sich auf dem Schulareal aufhielt, stellte sie sich vor, durchsichtig zu sein, körperlos wie Luft.” (p.22-23) Ze leeft liever in stilte. Dit is ook een manier om zichzelf te beschermen. Omdat ze in haar leven zo vaak verlaten is, en zich vaak eenzaam voelt, sluit ze zich liever af van haar omgeving, om zo niet gekwetst te worden. Ze is een rond karakter
- George: George is een jongen die zich, net als Eliza, vaak eenzaam voelt. In zijn grote huis op de Goldhügel loopt hij vaak verloren rond. Hij smacht naar contact met zijn moeder, het lijkt soms zelfs of hij verliefd is op haar, “Er stellte sich vor, er würde sie an der Hand nehmen und mit ihr über das Kornfeld laufen. In der Mitte des Feldes würde er ihr den Srohut abnehmen, ihn wie ein Frisbee hoch in die Luft werfen und sie küssen.” (p.42) Maar Maria weet niet goed hoe ze hier op moet reageren en houdt hem voornamelijk van zich af, al vanaf dat hij jong was. Toen zorgde Julia, het kindermeisje, voor hem, terwijl hij niets liever wilde dan bij zijn moeder zijn.
- Mike Rosenberg: Meneer Rosenberg is een man met een goed hart, dat wil zeggen, hij heeft geen kwaad in de zin. Maar ook hij voelt zich eenzaam, hij kan niet tegen de stilte in zijn grote huis. “Da er die Stille nicht ertragen konnte, ließ er, wenn er nachts an seinem Buch über die Sprachentwicklung des Kindes schrieb, den Fernseher im Wohnzimmer und gleichzeitig das Radio in der Küche in voller Lautstärke laufen. Er platzierte den Arbeitstisch dort, wo die Klangfrequenz am höchsten war und ihn das Gwirr von Stimmen umhüllte.” (p.29) Toen hij met Maria trouwde was hij in de hoopvolle verwachting dan eindelijk een huis vol kinderen en gezelligheid te krijgen. Maar dit liep anders dan gepland. Om toch contact te hebben met mensen zocht hij eerst toenadering met Julia, en daarna met Eliza.
- Maria Rosenberg: Mevrouw Rosenberg is een knappe, ambitieuze vrouw. Maar sociale contacten is niet haar sterkste punt. Op een gegeven moment weet ze niet hoe ze om moet gaan met “Vor ihren Füßen gelegen und geweint hatte wie ein kleines Kind. Er wusste nicht, wie viel Ziet verstrichen war, aber irgendwann hatte sie ihm met der Schuhspitze in die Seite gestoßen: »Steh auf«, hatte sie gesagt, herrisch, wie man mit einem Hund spricht. Mit klirrender Stimme hatte sie die Wörter auf ihn heruntergeschleudert: »Steh auf und reiß dich zusammen!«.” (p.90) Ze kan hard en bot uit de hoek komen, tot verdriet van haar zoon en man. Uiteindelijk wijdt ze zich compleet aan haar werk als ontwerpster en raakt vervreemd van haar leven thuis.
- Sue: Sue is een zelfstandig meisje, die van mensen om zich heen houdt. Aanvankelijk blijven George en Eliza tijdelijk bij haar op het krappe bovenkamertje, maar ze kan het goed met ze vinden en ze hebben het gezellig met z’n drieën, dus ze blijven.
Ze kan niet tegen saaiheid, dus fantaseert ze van alles, op weg naar haar werk bijvoorbeeld. “Sie posierte sich unten am Geländer, stellte sich vor, jemand sei hinter ihr her, der sie umbringen wollte, dann machte sie einen Satz und flüchtete, drei Stufen auf einmal nehmen, in den fünften Stock. Das war eines der Spiele, die sie sich ausgedacht hatte, um gegen die Leere anzukämpfen, die sich immer auftat, wenn sie zur Arbeit ging.” (p.93) Ze is dus ook af en toe eenzaam. Dit lost ze vaak op door naar de fles te grijpen. Haar favoriete drankje: “Sie trank jetzt auch ungehemmt während der Arbeit aus ihrem Flachmann Whiskey mit Milch.” (p.109)

Op zoek naar de thematiek

Motieven zijn:
- Muziek; muziek is in het verhaal van belang. In plaats van de praten, gebruikt Eliza soms haar zang als middel om te communiceren. “Nur wenn Eliza sang, bildete sie die Wörter und Sätze mühelos, sie schleuderte ihre Stimme in Richtung der Fenster und stellte sich vor, dass die Wörter von einer Wolke oder einem Vogelflügel mitgenommen und weit weggetragen werden würden.” (p.49) Verder is ook de hoorn een middel van communicatie door geluid.
- Eenzaamheid; dit speelt de grootste rol in het hele verhaal. Elk personage, en met name Eliza, worstelt met eenzaamheid. Ieder gaat er op een eigen manier mee om. Sue grijpt naar de drank, en George sluit zich van iedereen af, terwijl Maria Rosenberg zich op haar werk stort. Meneer Rosenberg richt zich op Eliza, maar als ook zij verdwijnt, is hij eenzamer dan ooit. “Er ging durch die Räume und suchte ihr Lachen, obwohl er wusste, dass sie gar nicht mehr hier sein konnte, weil sie jetzt in einem Appartement in der Stadt wohnte. Er sprach mit sich selbst, wühlte immer wieder in den Zeitungsartikeln und suchte seinen Namen, suchte nach ihm, wie nach etwas, das man ihm gestohlen hatte.” (p.121)
- Stilte; dit motief staat in verband met het vorige. Maar dit geldt voornamelijk voor Eliza. Zij zoekt ze stilte op, en spreekt zelf nauwelijks, wanneer ze dat al doet. Als Eliza aan het werk is aan het einde van het verhaal: “Sie stampfte manchmal mit dem Fuß auf, das schwache gelbe Licht ermüdete sie, und nu die Geräusche, die sie machte, gaben ihr die Gewissheit, überhaupt da zu sein.” (p.94) Als Eliza aan het eind van het verhaal alleen is, besluit ze om verder in stilte te zullen leven. “Es war nicht mehr notwendig zu sprechen. Eliza war vollständig mit Schweigen ausgekleidet.” (p.126)
- Natuur; voor Eliza is alles in de natuur, vooral als klein meisje, van groot belang. Ze hecht waarde aan alles wat leeft, en vind troost in de eenvoud en rust die de natuur uitstraalt. “Eliza glaubte, dass alle Dinge bewonht seien von etwas Lebendigem. Steine, ein Erdklumpen, ja selbst die Luft schien ihr ein Wesen zu sein, das mit anderen in Verbinding stand, und sie dachte daran, wenn sie alleine auf einem Felsen am Fluss lag oder auf der Wiese, das Gesicht im Gras.” (p.20-21)

Het thema is: Een eeuwigdurende zoektocht naar geborgenheid en liefde. Dat is in feite waar Eliza gedurende het verhaal naar opzoek is geweest. En dat is ook waar iedereen eigenlijk naar op zoek is. Maar wanneer Eliza dat ergens denkt gevonden te hebben, is het ook al gauw weer verdwenen. Ze blijft over in een eenzame wereld.
Het boek bevat geen motto of inhoudsopgave, maar is wel ingedeeld in vier hoofdstukken, die echter geen naam hebben. De titel ‘Der Ruf des Muschelhorns’ slaat op de Muschelhorn, het enige bezit dat Eliza nog heeft na de dood van haar oma. Oma Augusta gebruikte deze hoorn om haar kleindochter te roepen wanneer ze buiten was bijvoorbeeld. “Mit der Dämmerung schlug der Ruf des Muschelhorns eine Brücke in ihr Alleinsein und holte sie zu Großmutter in den Speicher zurück.” (p.21) Aan het eind van het verhaal is deze hoorn eigenlijk nog het enige wat ze bezit. “Das Muschelhorn lag auf dem Tisch, so, wie es immer bei Großmutter auf dem Tisch gelegen hatte, jetzt war ihre Stimme in dem Muschelgehäuse aufbewahrt. Es war nicht mehr notwendig zu sprechen. … Wenn zu viel Stille in ihr war, nahm sie das Muschelhorn, öffnete das Fenster und rief in alle Himmelsrichtungen.” (p.126)
Plaats in de literatuurgeschiedenis

Zoë Jenny (1974) won op haar drieëntwintgste al een literatuurprijs. Ze heeft inmiddels diverse korte verhalen en twee romans op haar naam staan. Das Blütenstaubzimmer (1997) is haar debuutroman, daarna volgde Der Ruf des Muschelhorns (2000). Hoewel de titels van beide boeken enigszins aan sprookjes doen denken, is de inhoud verre van dromerig. Zoë Jenny rekent in haar boeken af met de generatie van haar ouders. Scheiding en individualisme hebben de vertrouwde gezinssituatie vernietigd. Wat overblijft is een lege wereld.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.