Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Yvonne Keuls

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • 3e klas vwo | 3163 woorden
  • 22 januari 2004
  • 128 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
128 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
YVONNE KEULS (boekverlsag ned) Yvonne Keuls (1931) komt op zevenjarige leeftijd naar Nederland en al op jonge leeftijd begint zij te schrijven. Korte verhaaltjes over gebeurtenissen die indruk op haar maken en haar ontroeren. De basis is gelegd, want ook later zal zij op deze manier haar succesvolle romans schrijven. Als gewaardeerd schrijfster ontvangt ze dan ook een aantal literaire prijzen. Yvonne is één van de eerste Nederlandse schrijvers die sinds 1967 lezingen op scholen en in boekhandels en bibliotheken verzorgd. Daar groeit haar interesse voor de problemen van jongeren, die onderwerp van haar succesvolle boeken als in Het verrotte leven van Floortje Bloem en De moeder van David S. zijn. De moeder van David S. is overigens in meer dan 14 landen in vertaling verschenen. Vanaf 1969 begint ze met het dramatiseren van beroemde boeken als Boek der kleine zielen en De koperen tuin. Ook speelde ze zelf in verschillende theatervoorstellingen. Al veertig jaar lang is Yvonne Keuls een veel gelezen en geprezen auteur. Van haar roman Mevrouw mijn moeder zijn meer dan 230.000 exemplaren verkocht. Het boek werd bekroond met de publieksprijs 1999. In 2001 verscheen haar ontroerende levensverhaal Madame K. Van Indisch kind tot Haagse dame dat direct na verschijnen een bestseller werd. BIOGRAFIE: 1931
Yvonne wordt op 17 december geboren in de toenmalige Indische stad Batavia. Haar vader gaf haar weliswaar aan bij de burgerlijke stand als Yvonne; haar moeder zou haar altijd Angin noemen. Dit Maleise woord betekent Wind en zij verklaarde wijs en poëtisch: 'want de wind neemt de verhalen mee'. 1938

De familie Bamberg vertrekt per boot naar Nederland. Yvonnes Nederlandse vader moet terug wegens gezondheidsproblemen. Haar Indische moeder heeft het moeilijk met het vertrek en voelt zich ontworteld; ze hoort nergens meer bij. Als de familie eenmaal in Den Haag woont valt het niet mee om te wennen. Schoenen ervaart ze als martelwerktuigen aan haar voeten. 1940
Op 10 mei breekt de oorlog uit. Yvonnes vader is joods en loopt dus gevaar. Omdat ze alle indrukken die de bezetting op haar achterlaat niet kwijt kan, begint ze verhaaltjes te schrijven in een schriftje. Zo ontstaat haar eerste verhaaltje; ze noemt het Toen de mannen uit de hemel vielen. 1944
Vlak voor de hongerwinter overlijdt Yvonnes vader. Door tuberculose is hij steeds zieker geworden en uiteindelijk besluit hij een overdosis slaappillen te nemen. Hij weet dat er een zware winter zal komen en wil zijn gezin niet langer het eten uit de mond sparen. 1947
Yvonnes Indische tantes komen over en ze verbaast zich over de trieste verhalen van de dames. De geschiedenis van tante Marie Boudrie en haar zoon Lowietje zou haar later inspireren tot het boek Lowietjes smartegeld. 1950
Omdat Yvonne veel talent voor het toneel heeft dringt haar leraar, meneer Schneider, aan toelatingsexamen te doen voor de toneelschool; haar moeder wil hier echter niets van weten. Ze wordt naar de Kweekschool gestuurd. 1952
Ze ontmoet Rob Keuls, koopvaardij-officier, bij haar nicht en het is liefde op het eerste gezicht. 1953
Yvonne begint als lerares in de zesde klas. De klassen zijn op dat moment veel te groot door de naoorlogse geboortegolf en Yvonne moet meer dan vijftig kinderen onder de duim houden. Dit lukt haar door de lesstof te verpakken op een creatieve manier: met dans, toneel en zang. Maar het blijft niet bij de lesstof. Samen met haar enthousiaste klas voert ze in de aula een zelfgeschreven stuk op. Het is een groot succes. 1954
Rob en Yvonne kunnen een kleine zolderkamer betrekken en gaan trouwen. Na de huwelijksreis wacht hen echter minder goed nieuws. Rob moet voor tien maanden naar Zuid-Amerika. Bovendien wordt Yvonne ontslagen als lerares omdat een gehuwde ambtenares niet in overheidsdienst mag werken. Ze geeft niet op en krijgt een baan als 'rekenares' bij de verzekeringsmaatschappij Olveh. Ze speelt in de weekends bij het toneelclubje van haar werk en haar interesse voor toneel groeit. 1955
In dit jaar wordt Yvonne wederom ontslagen, deze keer omdat ze zwanger is. Mede daarom moeten ze verhuizen en ze trekken bij haar moeder in. Op 23 december wordt hun eerste dochter geboren: Claudette. 1957

Het is weer 23 december als Yvonne en Rob hun tweede dochtertje krijgen: Marysa. 1958
Het kleine gezinnetje verhuist naar een flat aan de rand van Den Haag. Dit is helaas geen succes; ze zijn samen met de buren onderdeel van een experiment van de gemeente. De nieuwe flats blijken te gehorig. Onvermijdelijke burenruzies zijn het gevolg. In deze ellende neemt Yvonne een belangrijk besluit; ze zal haar leven veranderen, ze gaat schrijven. 1959
Elke vrije middag brengt ze door in de Koninklijke Bibliotheek of op de boekenmarkt. Ze is diep onder de indruk van Couperus en verzamelt zijn gehele oeuvre. Ze is ervan overtuigd dat ze eerst moet lezen voordat ze zelf kan gaan schrijven. Twee maanden is ze bezig met het schrijven van haar eerste novelle van nauwelijks veertig bladzijden. Ze brengt het manuscript naar een uitgever en wacht drie maanden. Daarna krijgt ze te horen dat het manuscript is kwijtgeraakt. Had ze maar een doorslag gemaakt... 1960
Na vier maanden is ze de teleurstelling te boven en stort ze zich op een toneelstuk. Ze stuurt het op naar de door haar bewonderde acteur Cruys Voorbergh. Hij gelooft in haar en samen verbeteren ze het stuk. Hij zoekt een amateurtoneelgezelschap en Yvonnes eerste toneelstuk wordt opgevoerd. 1961
Op 13 januari wordt Gerdientje geboren. Cruys Voorbergh blijft contact met Yvonne houden, maar begrijpt na het zien van haar drie kinderen dat er voorlopig niet veel in zit. Maar door het gebrek aan geld zet Yvonne haar typemachine toch weer op tafel en schrijft een hoorspel voor de Avro. De eerste prijs bestaat uit duizend gulden. Na drie maanden komt het bericht: geen prijs, maar de omroep is zo enthousiast dat besloten wordt het hoorspel uit te zenden. Het honorarium is 500 gulden en ze besluit meteen te beginnen aan haar volgende hoorspel. 1963
Het gezin Keuls is inmiddels verhuisd naar een eigen huis. Op vakantie in Spanje ontmoet Yvonne een journalist die bij Het Vaderland werkt en hij stelt haar voor een verhaal te schrijven. Dit verhaal wordt nooit gepubliceerd, maar is wel haar entree bij Het Vaderland, waarvoor ze vijftien jaar zal schrijven. 1964
Yvonne gaat een wekelijkse column schrijven voor de Haagse krant Het Vaderland. Onder de titel De toestand bij ons thuis beschrijft zij het wel en wee van haar drie dochters. Ze ziet dit als een goede mogelijkheid om naamsbekendheid te krijgen. 1965
Yvonne krijgt het aanbod van Carl van der Plas een eenakter te schrijven voor de Haagsche Comedie, een groep jonge acteurs. Ze zegt onmiddellijk 'ja' en op 26 april wordt haar eerste eenakter, Kleine muizen gespeeld door een professioneel gezelschap. Na de voorstelling maakt Yvonne kennis met David Koning. Hij is hoofd afdeling drama van de NCRV-televisie. Het is het begin van hun vriendschap. David heeft veel vertrouwen in Yvonne en geeft haar in de twee jaren die volgen de opdracht zes eenakters voor de televisie te schrijven. 1966
Yvonnes zuster Greetje overlijdt. 1967

Voor het televisiespel Onbegonnen werk, dat een van de zes opdrachten is die ze van David Koning heeft gekregen, ontvangt Yvonne de Mr. V.d. Viesprijs van de Vereniging van Letterkundigen. 1968
Yvonne krijgt van David Koning de opdracht De boeken der kleine zielen van Louis Couperus te dramatiseren voor televisie. Yvonne had deze opdracht al verwacht en overrompelt hem met de mededeling dat ze hier al een half jaar geleden mee is begonnen. In de tijd die volgt is ze zo intensief bezig met het schrijven van de tien delen waaruit de serie zal gaan bestaan, dat ze na het vijfde deel bijna bezwijkt onder de druk en de verantwoordelijkheid. Ze wordt door David betrokken bij de casting van de auteurs en dit blijkt een goede remedie. Na een week krijgt ze haar vertrouwen in het project weer terug. 1969
Op 10 november wordt het eerste deel van De kleine zielen uitgezonden. Het publiek en de pers reageren enthousiast. Yvonnes leven begint weer een gewoon ritme aan te nemen en het schrijven beperkt zich tot haar wekelijkse column, een hoorspel en een eenakter. 1971
In het Haagse HOT-theater wordt door de Haagsche Comedie Yvonnes dubbelprogramma Stippen over lijken gespeeld. Het succes van De kleine zielen heeft David Koning doen besluiten om nogmaals een boek te dramatiseren. Ze kiest voor De koperen tuin van Simon Vestdijk en twee weken later overhandigt ze hem het scenario. Helaas krijgt hij alleen de kans deel één te lezen, want een week later krijgt Yvonne te horen dat David is overleden aan een ongeluk. Wim Hazeu neemt zijn functie over en De koperen tuin wordt na een meningsverschil met de heer van Maanen, het hoofd programmadienst van de NCRV-televisie, toch uitgezonden. 1972
Direct na de dramatisering van De koperen tuin wordt Yvonne door Wim Hazeu gevraagd of ze Klaaglied om Agnes van Marnix Gijsen wil bewerken. Yvonne twijfelt, maar vertrekt toch met Wim naar Antwerpen om Marnix Gijsen te ontmoeten. Eenmaal in Antwerpen aangekomen laat zij zich overhalen door de charme van Marnix Gijsen. Ze ziet het als een eer om zijn biografie te dramatiseren. 1973
Door de vele lezingen die Yvonne op scholen geeft ontdekt ze dat sommige jongeren in een hopeloze situatie zitten en drugsproblemen hebben. Ze besluit Couperus in haar tas te laten zitten en met hen te praten over de drugsproblematiek. Ze voelt zich betrokken bij deze jongeren en zet samen met veertien hulpverleners een huis op voor dakloze jongeren vanaf twaalf jaar. Dit Haagse opvanghuis moet na een jaar zijn deuren sluiten als gevolg van onder ander financiële problemen en oplopende wachttijden. 1976
De gemeente Den Haag besluit zelf een nieuw opvangcentrum voor jongeren te openen en Yvonne is verbijsterd. Ze zoekt de wethouder op en biedt zichzelf aan met haar dagboek van ervaringen onder de arm. Hij heeft echter weinig interesse en stuurt haar weg. Verontwaardigd staat ze even later weer op straat. Maar ze besluit het er niet bij te laten zitten. Schrijven is haar kracht en in november en december wordt het 29-delige hoorspel Jan Rap en z'n maat uitgezonden bij de KRO. De reacties op het hoorspel zijn overweldigend. 1977
Het boek Jan Rap en z'n maat komt uit en wordt goed ontvangen. Het verhaal wordt door haar ook als toneelstuk bewerkt. Het wordt een groot succes; het stuk wordt in tien talen vertaald en in vijfentwintig grote theaters in Europa gespeeld. 1978
Het toneelstuk Jan Rap en z'n maat krijgt De Prijs der Kritiek van de Nederlandse theatercritici. 1979
Yvonne reist na veertig jaar voor het eerst weer naar haar geboorteland. De geur van de natte moesson maakt dat ze zich er weer direct thuis voelt. Ook ontvangt ze in dit jaar het Zilveren Cultureel Jongeren Paspoort voor haar verdiensten als schrijfster van het toneelstuk Jan Rap en z'n maat. 1980
Yvonne gaat zich inzetten voor gezinnen met een drugsverslaafd kind. Samen met een moeder van een verslaafde zoon richt ze een Haagse oudergroep op. Op deze manier kan zij zich verplaatsen in de rol van de ouders en hieruit ontstaat het boek De moeder van David S. Van het boek worden in hetzelfde jaar een toneelbewerking en een televisiescenario geschreven. In het laatste speelt Anne Wil Blankers de rol moeder. 1981

Yvonne gaat zich inzetten voor de heroïnehoertjes in Rotterdam. Gegrepen door de ellende van deze meisjes schrijft ze Het verrotte leven van Floortje Bloem en hoopt zo de minister van Justitie over de streep te trekken een opvanghuis te realiseren. 1982
Het verrotte leven van Floortje Bloem wordt een bestseller en er is veel aandacht voor de problematiek die in het boek beschreven wordt. Zelfs de minister lijkt onder de indruk te zijn, maar helaas: zijn woorden blijken groter dan zijn daden. Hij onderneemt geen enkele actie. 1983
Yvonne besluit te stoppen met het schrijven van sociale boeken en gaat lezingen geven over het bewerken van literatuur voor televisie. Dit bevalt haar zeer goed; de studenten leren niet alleen van haar, door het op papier zetten van haar methoden leert ze zelf misschien wel het meest. 1984
Yvonne wordt benaderd door een verslaafde jongen die Het verrotte leven van Floortje Bloem heeft gelezen. Hij vraagt haar of zij zich ook voor jongens wil gaan inzetten. Via hem komt ze achter de praktijken van een kinderrechter, die in ruil voor kwijtschelding van straf of grote sommen geld gebruikt maakt van de seksuele diensten van de jongens. Samen met deze jongen doet ze aangifte maar de zaak wordt geseponeerd. 1985
Ze besluit het er niet bij te laten zitten en schrijft Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel. Er ontstaat paniek bij Justitie en ook de pers besteedt er veel aandacht aan. Ze krijgt veel kritiek op haar boek, maar ook veel bijval in haar standpunt dat het machtsmisbruik van de kinderrechter niet in de doofpot mag verdwijnen. 1988
Yvonnes moeder overlijdt op zesennegentigjarige leeftijd. 1989
Ze schrijft het verhaal 'Een Indische Oma op de Laan van Meerdervoort', dat de voorloper is op haar boek Mevrouw mijn moeder. 1990
Haar eerste kleinkind, Julien, wordt geboren. 1991
Yvonne wordt gevraagd een boek te schrijven over psychiatrische patiënten. Ze twijfelt erg; ondanks de emotionele nasleep van Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel besluit ze het toch te doen. Op voorwaarde dat ze zo dicht mogelijk bij het vuur mag zitten; ze zal een jaar in het Psychiatrisch Centrum Bloemendaal verblijven. 1992
Meneer en mevrouw zijn gek is het resultaat van dit jaar in Bloemendaal. 1993

Yvonne vertrekt met haar man Rob naar Indonesië, onder andere om de plaatsen te bezoeken waar Rob en zijn familie tijdens de Japanse bezetting geïnterneerd hebben gezeten. Wanneer ze terugkomen in Nederland worden hun kleinkinderen Ysabel en Maurice geboren. 1994
Na de reis naar Indonesië en haar ervaringen in Bloemendaal begint het tot haar door te dringen wat haar tante Marie en haar zoontje Lowietje doorgemaakt moeten hebben en ze schrijft het boek Lowietjes smartegeld of het gebit van mijn moeder. 1995
Yvonne besluit het manuscript van Lowietjes smartegeld of het gebit van mijn moeder op te sturen naar Ischa Meijer en hij is onder de indruk. Hij nodigt haar uit voor een gesprek in zijn televisieshow, maar zal het gesprek helaas niet meer leiden. Hij overlijdt een paar dagen na de invitatie. 1996
Yvonnes vierde kleinkind Babiche wordt geboren. Deze kleindochter is haar nieuwe liefde en zorgt ervoor dat Yvonne haar werk neerlegt. Ze stort zich op tuinieren en maakt samen met haar nicht een tuinreis door Zuid-Engeland. 1998
Haar oudste broer Hans overlijdt na twee hartinfarcten. 1999
Na de dood van haar broer komen alle emoties rond de dood van haar moeder weer terug. Het is dan ook de aanleiding voor het boek Mevrouw mijn moeder, waarin Yvonne vertelt over haar 'voormoeders' en de belangrijke rol die zij in de verhalen van haar moeder speelden. In november wordt het boek bekroond met de Trouw Publieksprijs 1999. 2000
Na het schrijven van Mevrouw mijn moeder wordt Yvonne weer ziek. Ze besluit op reis te gaan, op zoek naar de juiste gedachten voor een 'nieuw' leven. En om te vluchten. Maar in Portugal stuit ze op een aantal oude handschriften en zodra ze er één in haar handen heeft weet ze waar ze thuis hoort: op haar werkkamer tussen de boeken. 2001
Na terugkomst uit Portugal begint ze met het schrijven van haar biografie Madame K. Van Indisch meisje tot Haagse dame. Van het boek worden in korte tijd meer dan 40.000 exemplaren verkocht. BIBLIOGRAFIE: 1960 Foei toch, Frances! (toneel), Maestro, Amsterdam
1961 Niemand de deur uit: klucht in 6 taferelen (toneel), Maestro, Amsterdam
1965 Kleine muizen (toneel), Haagsche Comedie
1966 Kleine muizen (televisie), NCRV
1967 Onbegonnen werk (televisie), NCRV

1968 Vertel me iets nieuws over de regenwormen (televisie), NCRV
1968 Thee voor belabberden (toneel) 1968 Kattenstad (toneel) 1968 Strategisch goed (toneel) 1968 De spullen van de Turkse staat (toneel), Haagsche Comedie
1969 De toestand bij ons thuis (proza), Ad Donker, Rotterdam
1969 De boeken der kleine zielen, naar de gelijknamige roman van Louis Couperus (televisie), NCRV
1970 Stippen (toneel), Haagsche Comedie
1970 Over lijken (toneel), Haagsche Comedie
1970 Jam (toneel), Haagsche Comedie
1973 Thee voor belabberden (toneel), De Toneelcentrale, Bussum
1975 Groetjes van huis tot huis (proza), Leopold, Den Haag
1975 De koperen tuin, naar de gelijknamige roman van Simon Vestdijk (NCRV-televisie) 1975 Klaaglied om Agnes, naar de gelijknamige roman van Marnix Gijsen (NCRV-/BRT-televisie) 1976 Van huis uit (proza), Leopold
1977 Jan Rap en z'n maat (proza), Ambo, Baarn
1977 Jan Rap en z'n maat (toneel), De Theaterunie, Bussum
1979 Keuls potje (proza), Leopold

1980 Keulsiefjes (proza), Leopold
1980 De moeder van David S., geboren 3 juli 1959 (proza), Ambo
1981 Kleine muizen en Regenwormen: twee eenakters (toneel), Ambo
1981 Jan Rap en z'n maat (Veronica-televisie) 1982 Kleine muizen (NCRV-televisie), (remake) 1982 Vertel me iets nieuws over regenwormen (NCRV-televisie), (remake) 1982 De moeder van David S. (NCRV-televisie) 1982 Het verrotte leven van Floortje Bloem (proza), Leopold
1983 Negennegentig keer Yvonne Keuls (proza), Leopold
1983 Achtennegentig keer Yvonne Keuls (proza), Leopold
1983 Waar is mijn toddeltje (proza, kinderboek), Leopold
1984 De hangmat van Miepie Papoen (proza, kinderboek), Leopold
1985 Het welles nietes boek (proza, kinderboek), Leopold
1985 Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel (proza), Ambo
1985 Jan Rap en z'n maat (toneel), in nieuwe bezetting
1986 De arrogantie van de macht (proza), Ambo
1986 De moeder van David S. (toneel) 1988 Daniël Maandag (proza), Ambo
1988 Het verrotte leven van Floortje Bloem (toneel) 1989 Jan Rap en z'n maat (film), Riverside Pictures
1990 De tocht van het kind (proza), Ambo

1990 Dochterlief (proza), Novella
1991 Alwientje (proza), Novella
1991 Indische Tantes (proza + cassette), Novella
1992 Meneer en mevrouw zijn gek (proza), Ambo
1993 Die kat van dat mens (proza), Novella
1993 Meneer Fris en andere mannen (proza), Novella
1994 Slepend huwelijksgeluk (proza), Novella
1994 Daniël Maandag & De toch van het kind (proza), Ambo
1995 Voorzichtig, voorzichtig (proza), Novella
1995 Lowietjes smartegeld of: Het gebit van mijn moeder (proza) Ambo
1996 Keulsiefjes (proza), Ambo
1999 Mevrouw mijn moeder (proza), Ambo, Amsterdam
1999 Dochters (proza) Ambo
1999 Het verrotte leven van Floortje Bloem (proza), Flamingo, Amsterdam
1999 De moeder van David S. (proza), Flamingo
2000 Aan tafel met Yvonne Keuls (kookboek), Fontein, Baarn

2000 Jan Rap en z'n maat (proza), Flamingo
2001 Mevrouw mijn moeder & Indische Tantes (dubbel-cd), Ambo
2001 Indische Tantes (proza), Ambo
2001 Meneer en mevrouw zijn gek (proza), Flamingo
2001 Madame K - Van Indisch kind tot Haagse dame (proza), Ambo
2002 Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel (proza), Flamingo
UITGEVERIJ AMBO: Uitgeverij Ambo werd ruim 40 jaar geleden opgericht en heeft in de loop van de tijd een reputatie opgebouwd op het gebied van Europese literatuur, psychologie, filosofie, mens & maatschappij en de klassieke werken. Internationaal bekende schrijvers zijn o.a. Milan Kundera, Per Olov Enquist, António Lobo Antunes, Alberto Manguel, Wilhelm Schmid en Elisabeth Kübler-Ross. Sinds 1996 vormt Uitgeverij Ambo samen met Uitgeverij Anthos, Ambo | Anthos uitgevers. Het fonds van Uitgeverij Anthos bestaat uit literaire fictie, kwaliteits non-fictie en de reeks Literaire thrillers. Tot de internationale stal behoren onder andere Arthur Golden, Michael Chabon, Don DeLillo, Michael Palin en Nicci French. Tot Ambo | Anthos uitgevers behoort ook het pockethuis Flamingo. Naast de boeken van bovengenoemde auteurs zijn er ook Flamingo Pockets verschenen van Karen Armstrong, Sue Townsend en Bret Easton Ellis. De boeken van Yvonne Keuls verschijnen al meer dan 25 jaar bij Uitgeverij Ambo. Ze is één van de eerste Nederlandse schrijvers die sinds 1967 lezingen op scholen, in boekhandels en bibliotheken verzorgt. Helaas kan Uitgeverij Ambo u geen nadere informatie verstrekken over de lezingen die zij op dit moment geeft.

REACTIES

G.

G.

Op jullie site staat:

Yvonne is één van de eerste Nederlandse schrijvers die sinds 1967 lezingen op scholen en in boekhandels en bibliotheken verzorgd.

Dit laatste woord moet met een -t

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.