Iron Maiden

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • Klas onbekend | 1365 woorden
  • 9 november 2006
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
11 keer beoordeeld

Iron Maiden (Maiden voor de kenners), werd opgericht op 1e kerstdag 1975 in Londen, Engeland, en kan aanzien worden als het geesteskind van Steve Harris (bas). Steve was een lid van de groep Smiler, maar het was altijd een droom van hem geweest om een eigen band op te richten. De metalscene van de late jaren ‘70 zat wat vast en het was tijd voor iets nieuw. Het was in die periode dat een hoop nieuwe en jonge Britse bands een poging waagden om iets te betekenen op metalgebied. Deze beweging, die doorbraak had in 1979 en 1980 noemde men de New Wave Of British Heavy Metal, of kortweg NWOBHM. De NWOBHM onderscheidde zich door snellere, hardere en meer gemene songs. Iron Maiden (genoemd naar een middeleeuws foltertuig) werd aanzien als het beste voorbeeld hiervan. Opvallend is het aantal bezettingswisselingen die er geweest zijn, voordat Steve Harris de juiste mensen gevonden had voor Iron Maiden. Sommigen zaten soms slecht enkele dagen in de groep, of ze mochten niet van hun vriendin in de groep blijven. De eerste echte line-up van betekenis bestond uit Steve Harris (bas), Dave Murray (gitaar), Paul Di’Anno (zang) en Doug Sampson (drum).

Het live debuut van de groep was in de Cart & Horses pub in Stratford, oost-Londen in 1977. De volgende 2 jaar speelt de groep verschillende optredens en krijgt reeds een aanhang in oost-Londen. Toch krijgt de band nog geen aandacht van platenmaatschappijen en ze besluiten dan maar om een tape met daarop de nummers Iron Maiden, Prowler en Strange World te sturen naar Neal Kay, heavy metal DJ in the Kingsbury Bandwagon Soundhouse. Het nummer Prowler komt meteen bovenaan de requests van de luisteraars van het programma van Neal en dit zet de band aan om The Soundhouse Tapes op te nemen, de eerste demo van de groep en nu een zeer zeldzaam collectors item. In november 1979 voegt Tony Parsons zich als tweede gitarist bij de groep maar al snel wordt deze vervangen door Dennis Stratton, met het oog op het eerste voltallige album van de groep. De plaats achter de drumkit wordt ook gewijzigd. Clive Burr komt in de plaats van Doug Sampson. Het debuut komt er in 1980, en al is het niet zo goed geproduceerd, het levert toch het nodige succes en de groep mag met Running Free zelfs aantreden in het bekende programma Top Of The Pops op de BBC. De groep weigert hier resoluut om the playbacken en het is dan ook de eerste band sinds The Who in 1973 die er live spelen. De groep heeft ondertussen een platencontract vastgekregen met EMI, waar manager Rod Smallwood natuurlijk een belangrijke rol in speelde. Het was niet makkelijk, want in een periode dat punk zeer populair was, weigerde de groep om deze muziek te gaan spelen en om zich te schikken naar de wensen van de platenmaatschappijen.

Het tweede album van de groep Killers verschijnt in 1981 en is een stuk beter qua geluid dan de eerste LP. Dennis Stratton is vervangen door Adrian Smith (gitaar), een schoolvriend van Dave Murray die met zijn eigen bandje Urchin al bewezen had een plaatselijk talent te zijn (zowel als gitarist als zanger). The Number of the beast, het volgende album uitgekomen in 1982, heeft zeker een zeer belangrijke rol gespeeld in de carrière van de groep. Niet enkel muzikaal gezien was het een ijzersterk album met songs zolals Hallowed be thy name, Run to the hills of het titelnummer, maar de komst van Bruce Dickinson (om Paul Di’anno te vervangen als zanger) heeft zeker ook zijn rol gespeeld. Bruce werd opgemerkt bij Samson, een andere groep afkomstig uit de NWOBHM, waar hij trouwens Bruce Bruce heette. Paul Di’Anno had het niet gemakkelijk tijdens de lange tournees en verliet de band omdat hij ‘te rock n roll’ was. Met Bruce Dickinson, die een uitstekend frontman bleek te zijn, nam het succes alleen maar toe en de groep ontpopte zich stilaan tot één van de succesvolste bands binnen het genre.

De jaren ‘80 werden de hoogdagen van de groep en albums zoals Piece of Mind (83) (waarop drummer Clive Burr vervangen werd door Nicko McBrain) en Powerslave (84) brachten de groep wereldwijd aan de top. De hits stapelden zich op en tijdens de World Slavery Tour (ter promotie van het album powerslave) werd in Long Beach Arena, Californië, USA het legendarische album Live after death opgenomen (1985). Dit album wordt nu nog steeds door de kenners aanzien als één van de beste liveplaten ooit.

Op de volgende platen (Somewhere in time en Seventh son of a seventh son) begint de groep wat te experimenteren met keyboards e.d. en de kritiek is niet weg te denken. Onterecht, want het zijn stuk voor stuk sterke songs die op de platen staan, en het succes wordt er zeker niet minder om. De stageshows met Eddie (de mascotte van de groep die op de cover van elk album en elke single staat en zich tijdens de concerten ook steeds laat zien) worden steeds gigantischer en de groep is ook topact tijdens het Monsters of rock festival in Donington, UK in 1988.

In 1990 brengt Bruce Dickinson zijn eerst solo-plaat getiteld ‘Tattooed millionaire’ uit. Janick Gers speelt de gitaarpartijen in voor deze plaat en gaat ook met Bruce’s solo-band mee op tour. Janick is dus de logische opvolger van Adrian Smith die het na de Seventh tour of a seventh tour voor bekeken hield met Maiden. Het eerste wapenfeit van de groep met Janick Gers op gitaar wordt No prayer for the dying. De groep kiest bij dit album voor een simpelere aanpak en de muziek staat terug meer centraal, wat zeker opvalt tijdens de concerten. Voor vele fans het minst goede album van de groep, maar met songs als Bring your daughter… to the slaughter…, Tailgunner of Public enema number one kent het album toch enkele uitschieters.

In 1992 keert de groep sterk terug met Fear of the dark. Het titelnummer is ondertussen een klassieker die op geen enkel optreden van de groep mag ontbreken en een nummer als Afraid to shoot strangers werd door Steve Harris zelf aanzien als zijn beste nummer ooit. Het succes van Iron Maiden is terug groot en voor de tweede keer in hun carrière is de band afsluiter op het monsters of rock-festival in Donington UK. Toch komt niet veel later spijtig nieuws uit het Maidenkamp. Bruce Dickinson heeft besloten om de groep te verlaten en zich volledig op zijn solo-carrière te storten. De fans zijn triestig en de groep doet nog een laatste afscheidstournee in 1993 waar de live-albums A real live one en A real dead one worden opgenomen.

Het wordt een tijd stil rond Iron Maiden, maar in 1995 komt de band terug met een nieuwe zanger Blaze Bayley (afkomstig uit de groep Wolfsbane). Met Blaze maakt Maiden 2 albums (The X Factor en Virtual XI) maar de groep kent toch niet meer het succes als in de periode met Bruce Dickinson. Bruce zelf heeft ondertussen een mooie solo-carrière opgebouwd en enkele sterke albums uitgebracht zoals Accidenth Of Birht of The Chemical Wedding (waarop Adrian Smith gitaar speelde).

Wat veel fans hopen gebeurt later ook in 1999. Bruce Dickinson voegt zich terug bij Iron Maiden en brengt tot verbazing van velen ook Adrian Smith terug mee. De bezetting bestaat nu uit Bruce Dickinson (zang), Steve Harris (bas), Dave Murray (gitaar), Janick Gers (gitaar), Adrian Smith (gitaar) en Nicko McBrain (drum). De groep doet een come back-tournee en al snel blijkt dat de energie en magie van de eighties terug is. Dit wordt later ook bevestigd met sterke albums als Brave New World (2000) en Dance Of Death (2003). De tournees zijn terug enorm spectaculair en de prestaties op het podium zijn enorm hoog. Dit leid tot het grootste concert van de groep ooit op het Rock in Rio festival in januari 2001, waar ze voor niet minder dan 250 000 mensen spelen.

Ondertussen zijn we 2006, Iron Maiden is enorm populair bij jong en oud en er staat ons een nieuw avontuur te wachten deze zomer, want dan begint de groep aan hun Eddie Rips Up The World tour…

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.