Frank Groothof

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Biografie door een scholier
  • 2e klas vwo | 5733 woorden
  • 3 juli 2002
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 7
31 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

1. Over Frank Groothof

Als je tegen iemand zegt: “Morgen ga ik naar een voorstelling van Frank Groothof”, dan vraagt hij of zij: “Naar een voorstelling van wie?”, dus dan zeg je: “Frank, van Sesamstraat!”, antwoord: “Ooo, die!”. Wie kent hem nou niet? Ieder kind in Nederland heeft vroeger wel naar Sesamstraat gekeken, kan haast niet anders! Dus iedereen kent hem! Maar niet iedereen weet wat hij allemaal doet, dit werkstuk is er om daar wat aan te doen!

Zijn leven
Frank Groothof is op Valentijnsdag in 1947 geboren, hij komt uit een gezin met wel elf kinderen, waaronder zijn broer René Groothof, die deels hetzelfde werk doet.
De vader van Frank was kapper, zo ongeveer al zijn broers zijn later hetzelfde gaan doen. Hij kwam eigenlijk in aanraking met zang doordat papa Groothof ’s zondags in de kerk in het koor meezong.
Frank ging naar het conservatorium en studeerde 5 jaar lang als hoofdvak zang.
Daarmee solliciteerde hij voor de rock-musical Godspell, daar heeft hij met de andere spelers een leuk jaar beleeft en zijn ze met z’n allen als een stelletje hippies door Nederland en België getrokken, zoals hij dat zelf omschrijft.
Frank Groothof is (zoals je misschien vindt) een man van grote talenten, hij heeft echt alles gedaan, zo ook in meerdere films meegespeeld, zoals: ‘Opname’ en ‘Een zwoele zomeravond’.
Ook nog heeft hij met René Groothof voorstellingen gemaakt, zoals ‘Epifanie’ en ‘Gebroed’.
Samen met René is hij op het idee van de succesvolle serie voorstellingen (drie jaar lang) ‘Broertjes’ gekomen, later zijn daar ook films van gemaakt (‘Broertjes’ en ‘Broertjes op stap’) en zelfs een tv-serie!.
Pas echt bekent is Frank Groothof geworden door Sesamstraat, waar hij jaren gewerkt heeft en dat nu nog steeds doet, ook heeft hij een aantal jaren bij ‘Het Klokhuis’, een andere algemeen bekende jeugdserie gewerkt.
Nu treed Frank op in grote theaters in zowel Nederland als in België met zijn fantastische (vind ik hoor) kinderopera’s.
Frank Groothof heeft ook nog drie boeken geschreven: ‘De wonderlijke reis van Papageno’, ‘Vincent & Theo broeders in de kunst’ en ‘Kopzorgen’.

Prijzen

Frank Groothof heeft, zoals je misschien al verwachtte ook nogal wat prijzen gewonnen (vooral veel voor het stuk ‘Idomeneo’, moet ik zeggen) dit zijn ze tot nu toe:
1993 Nominatie Emmy Award in de categorie ‘Performing Arts’ voor ‘Idomeneo’ Tv-film.
1993 Puckprijs voor ‘De Toverfluit’.
1994 Grote kinderkastprijs voor ‘Idomeneo’.
1995 Innovatieprijs Prix de Jeunesse voor ‘Idomeneo’.
2000 EDISON Classical Music Award voor de CD ‘De Thuiskomst van Odysseus’, categorie Nederlands Uitvoerend Kunstenaar.
2001 VKV-prijs 2000-Landelijke Vereniging van Centra voor de Kunsten; beoordeling jury: vde laureaat legt verbinding tussen kunst en publiek, de laureaat gaat verder dan het eigen product, zijn werk heeft een breed referentiekader het werk is niet te elitair.

2. (Kinder)opera’s

In dit hoofdstuk vertel ik je over wat opera nu eigenlijk is. Dat is immers ook handig als je wilt weten wat kinderopera nu eigenlijk is.

In een opera wordt (bijna) alles gezongen, het zijn ook meestal erg droevige verhalen, de ene keer wel met een goede afloop, de andere keer niet.
Rome werd in ± 1630 het centrum van de operacultuur, toen ‘gebruikten’ ze zegmaar vooral deze vorm van opera:
De inleiding was zwaar en lang, daarna kreeg je dan weer een snel deel, dat was de oorsprong van de latere, franse ouverture*.
In de tweede en volgende acten werden vaak vooraf gegaan door een simfonia**, en die was dan weer in de vorm van de latere Italiaanse ouverture (vlug-langzaam-vlug). Het koor kreeg bijna letterlijk meer te zeggen in zo’n opera.
Dit alles zie je het beste terug in San Allessio van Stefano Landi, het stuk dateert uit 1632.
Een opera is dus droevig, je moet het daarom niet verwarren met de, een stuk vrolijkere operette.
OK, maar wat is dan een kinderopera?
Ik denk zelf dat de kinderopera gewoon een soort vondst is van Frank Groothof zelf, hij zegt zelf dat een kinderopera een opera is die voor kinderen óók leuk is, dus zéker ook voor volwassenen. Voor kinderen wordt zoiets waarschijnlijk pas leuk als het verhaal begrijpelijk is, evenals de teksten. Ook moet er natuurlijk veel te zien zijn, dus in Frank Groothof’s opera’s is veel theater, niet alleen zang. Zo worden zijn opera’s leuk voor jong en oud!
3. De verhalen

In dit hoofdstuk lees je alle verhalen waar Frank Groothof een opera over heeft gemaakt en over aan het maken is, zijn versie dan! Alle verhalen zijn overgenomen uit het programmaboekje van Pinocchio waar al die verhalen in staan.

De toverfluit

In het bos van de Koningin van de Nacht wordt Prins Tamino achterna gezeten door een monsterachtige slang. Drie hofdames van de Koningin redden Tamino en geven hem het portret van prinses Pamina. De prins is op slag verliefd, maar dan verschijnt de koningin en vertelt hem dat Pamina gevangen gevangen gehouden wordt door de ‘wrede tovenaar’ Sarastro.
Prins Tamino zweert Pamina te redden en de koningin geeft de prins een toverfluit die hem zal beschermen tegen angst en gevaar in de burcht van Sarastro. Samen met Papageno, die eigenlijk liever vogeltjes vangt dan avonturen beleeft, gaat de prins op weg om prinses Pamina te bevrijden.
Pamina wordt in de burcht van Sarastro bewaakt door de hitsige sater Monostatos. Hij neemt de beide vrienden gevangen en sleurt ze Sarastro. Die overtuigt Tamino dat hij is misleid door de koningin en samen met Pamina wordt hij opgenomen in de gemeenschap van Sarastro.
Monostatos sluit zich, na mislukte pogingen Pamina in zijn macht te krijgen, bij de koningin aan en leid haar de bucht van Sarastro binnen. Net op tijd lukt het de prins om Pamina tegen haar moeder te beschermen en de koningin wordt in de toverfluit gezogen. De prins neemt de prinses mee naar zijn paleis, en eenzaam keert Papageno terug naar zijn bos. Maar daar heeft Sarastro een verrassing voor hem: zijn eigen Papagena!

Don Giovanni

Het plantkundig genootschap van Aalsmeer heeft een prijs uitgeloofd van maarliefst 100.000 gulden aan de kweker die de volmaakte zwarte tulp kan kweken. Douwe Janszoon is dit, dankzij een zeer geheime formule, gelukt. Tijdens de prijsuitreiking zal als hoogtepunt ook het standbeeld van Douwe onthuld worden.
In het feestgedruis bevindt zich de vrouwenverleider Don Giovanni, die helemaal bezeten is om achter de geheime formule van de zwarte tulp te komen. Die tulp zal de eigenaar immers rijk en beroemd maken! Echter, de slimme kweker heeft de formule in vier stukken geknipt en deze in vier medaillons verstopt die hij vervolgens aan de dames van zijn huishouden heeft gegeven.
Terwijl zijn bediende Leporello de wacht houdt probeert Don Giovanni het eerste deel van de formule van Anna te bemachtigen. Als Douwe te hulp schiet wordt de arme kweker in een gevecht gedood. Door slimme verleidingen, listige smoesjes en vermommingen weet Don Giovanni ook de andere drie medaillons in handen te krijgen.
Maar dan verspert het standbeeld en beveelt hem hem de formule terug te geven en berouw te tonen. Don Giovanni lacht het beeld uit, maar hij is niet opgewassen tegen deze tegenstander. Het beeld grijpt hem en sleurt hem de hel in.

Carmen

Sevilla-1820. De arme boerenjongen José gaat in het leger. Zo hoopt hij genoeg geld te verdienen om met zijn vriendinnetje Lisa te kunnen trouwen. Naast de kazerne staat een tabaksfabriek, waar door een heleboel meisjes de sigaren worden gerold.
José wordt tot over zijn oren verliefd op één van hen, de zigeunerin Carmen. Als Carmen tijdens een ruzie één van de tabaksmeisjes verwondt, moet zij de gevangenis in. José helpt haar ontvluchten, waardoor hij zelf de bak in moet.
Als José weer vrij is komt Carmen hem opzoeken in het kruithuis waar hij moet werken. Ze vraagt hem met haar mee te gaan en zich aan te sluiten bij de smokkelaars van Lilas Pastia. Opeens worden ze betrapt door luitenant Zuniga en in het gevecht wat volgt wordt Zuniga dodelijk gewond.
José vlucht met Carmen naar de bergen en een tijdje is hij gelukkig met haar. Maar dan verschijnt Escamillo op het toneel. José hoort dat zijn moeder op sterven ligt en gaat naar haar toe. Carmen begint ondertussen een verhouding met Escamillo en als José bij zijn terugkeer ziet dat Carmen in Escamillo een nieuwe minnaar heeft gevonden, doodt hij haar in een vlaag van jaloezie…

De thuiskomst van Odysseus

Dit is het verhaal van de listige Griekse held Odysseus die 10 jaar lang over de visrijke zeeën zwierf nadat hij de stad Troje had verwoest. Toen Troje geplunderd was, wilde Odysseus naar Ithaka terug zeilen. Terug naar huis, naar zijn vrouw Penelopeia en zijn zoon Telemachus.
De zeegod Poseidon, de beschermgod van Troje, nam wraak! Hij blies het schip van Odysseus naar een heel gevaarlijk eiland, het eiland Eénoog. Daar woonde een verschikkelijke cycloop, een reus met maar één oog midden op zijn voorhoofd. Elke dag at de reus één van Odysseus’ man-
nen op, maar uiteindelijk weet Odysseus door een list te ontsnappen.
Na veel omzwervingen spoelt Odysseus aan op het eiland Ithaka. Maar wat een ellendige thuis-
komst wacht hem daar! Zijn paleis zit vol vrijers die met zijn vrouw Penelopeia willen trouwen. Verkleed als bedelaar strompelt hij zijn paleis in. Niemand herkent onze held, Penelopeia niet, Telemachus niet en de vrijers al helemaal niet.
Dan spant Odysseus zijn grote boog. Eén voor één schiet hij de vrijers dood. Hij roept Penelopeia, maar zij kan niet geloven dat die bedelaar Odysseus is. Tot hij hun geheim van vroeger verteld, het geheim van het bed in de boom. Alleen Odysseus kan het weten. Eindelijk is hij terug!

Idomeneo

Idomeneo, Koning van Kreta, is 10 jaar weggeweest om oorlog te voeren tegen de stad Troje. Eindelijk is de oorlog voordij en Idomeneo vaart terug naar zijn land. Maar Poseidon, de god van de zee, is razend over de verwoesting van Troje en zorgt voor een vreselijke storm.
Het schip van Idomeneo vergaat en de koning is bang, Hij belooft Poseidon de eerste mens die hij op Kreta tegenkomt te offeren als hij blijft leven. Het lijkt of de woede van Poseidon hierdoor bedaart. De zee wordt opeens wonderlijk kalm. Idomeneo spoelt levend aan op een strand.
Een treurige verliefde jongen vindt hem daar, Idamantes, en toevallig is Idomeneo zijn vader. Om zijn belofte niet te hoeven nakomen wil Idomeneo hem met prinses Elektra naar een ver land sturen. Maar Poseidon stuurt een vreselijk zeemonster dat zo te keer gaat op Kreta, dat Idomeneo wel gedwongen wordt zijn belofte te houden.
Als Idomeneo zijn zoon wil offeren komt het slavinnetje Ilia tussen beide. Zij houdt zo veel van Idamantes dat ze in zijn plaats wil sterven. Door dit liefdesoffer wordt Poseidon milder gestemd. Vanuit zee dondert zijn stem: “Idomeneo, ik geef je een andere straf, doe afstand van de troon.” Idamantes wordt de nieuwe koning en Ilia zijn koningin. En ze leefden nog lang en gelukkig!

Koning Arthur

Koning Arthur speelt zich af in de zevende eeuw in Engeland. Het is de tijd dat er nog tovenaars en heksen bestaan. Het is ook de tijd van kastelen en ridders, van het recht van de sterkste. Het zwaard regeert, iedereen die zwak en arm is wordt onderdrukt.
De graven en baronnen voeren voortdurend oorlog om hun gebied uit te breiden. Akkers worden platgereden en de boeren moeten mee om te vechten. Het volk kan niet anders dan zwoegen, sloven en weerloos verduren. Ze lopen de kerk plat en bidden voor vrede en een goede koning.
Voor wonderen had je in zeshonderdzoveel tovenaars nodig en de beste tovenaar was Merlijn. Hij is begaan met het arme volk en wil wat aan de wantoestanden doen. Hij voedt zelf een kind op, ver van de gewelddadige wereld. Zo bereidt hij dit kind, Arthur, voor om de nieuwe koning van Engeland te worden. Door hem zal er een tijd van vrede aanbreken.
De rijke baronnen en graven willen hun oude levensstijl niet zomaar opgeven en Arthur en zijn ridders van de ronde tafel hebben hun handen vol om de edelen hu slechte gewoonten af te leren. Uiteindelijk gaat Koning Arthur op zoek naar de graal, een mysterieuze kelk die vrede zou kunnen brengen. Maar als hij na een avontuurlijke tocht de graal vindt, verspert een geheimzinnige zwarte ridder hem de weg….

Carlos

Philips de tweede, bijgenaamd ‘de Schone’, de machtige keizer van Spanje én de Nederlanden, is dolblij: keizerin Eboli is zwanger. Eindelijk een troonopvolger voor het immense Spaanse rijk. Herauten reizen langs alle steden om de door Philips opgestelde richtlijven voor de feestelijkheden te overhandigen.
In Den Briel wordt een heraut bijna door de woedende bevolking opgehangen. De jaarlijkse belastingen zijn net betaald en zo’n duur feest kan men helemaal niet bekostigen. Maar als de burgemeester een verzoek tot vrijstelling van het geboortefeest aan de keizer overhandigt wordt Den Briel onder druk van de boosaardige Aartsbisschop juist extra belast!
Als de kleine Carlos geboren wordt, blijkt het prinsje een bochel te hebben. Philips is vreselijk teleurgesteld en laat het kind aan zijn lot over. Carlos groeit eenzaam op aan het Spaanse hof. De hovelingen plagen hem om zijn bochel en als het Carlos uiteindelijk teveel wordt, vlucht hij weg uit het paleis.
Zwerven komt hij in de Nedelanden terecht, waar hij vermomd als Tijl Uilenspiegel de wanhopige Brielenaren aanzet tot opstand tegen de Spaanse onderdrukkers. Hiermee lijkt hij het noodlot over zichzelf af te roepen, want Philips zendt de Aartsbisschop naar de Nederlanden om de opstand de kop in te drukken…..

Boris Godoenov

Rusland – 1598. Prins Dimitri, de troonopvolger, wil geen tsaar worden, vlucht het paleis uit en duikt onder. De valse bojaar Sjoeski beweert dat Boris prins Dimitri vermoord heeft om zelf tsaar te kunnen worden en eist de troon op. Maar het volk smeekt Boris Godoenov de tsarenkroon te accepteren en Boris wordt tot tsaar gekroond.
Sjoeski wil nu met hulp van de heks Baba Jaga proberen de troon te bemachtigen. Zijn zoon Grigori is ongeveer net zo oud als Dimitri zou zijn geweest. Hij haalt de jongen over zich uit te geven voor Dimitri, om op deze manier alsnog de troon van Boris op te eisen. Ondertussen begint Sjoeski een lastercampagne tegen Boris.
Boris trekt zich de verdwijning van Dimitri erg aan en komt zijn plichten als tsaar nauwelijks nog na waardoor het Russische volk verkommert. Sjoeski speelt hier handig op in en weet op een listige wijze iedereen voor zijn karretje te spannen. De macht van Boris begint te wankelen.
Als Boris zelfs door een dorpsgek op straat van de moord op Dimitri wordt beschuldigd raakt hij buiten zinnen. Maar op het moment dat Sjoeski de macht wil pakken, verschijnt Dimitri plotseling in het paleis. Gedreven door zijn verantwoordelijkheidsgevoel is hij teruggekeerd. Hij wordt tot de nieuwe tsaar gekroond en in heel Rusland is het feest.

Fidelio

Florestan zit in de gevangenis omdat hij gouverneur Pizarro een misdadiger heeft genoemd. Gelukkig heeft hij een dappere vrouw: Leonore. Ze weet niet waar haar man gevangen zit, maar ze gaat op zoek en vindt uiteindelijk de gevangenis waar Florestan moet zijn, de ergste van allemaal.
Rocco, de gevangenisdirecteur weigert Leonore binnen te laten. Dan verzint ze een plan om toch binnen te komen: ze verkleedt zich als man, zegt dat ze Fidelio heet en wordt cipier.
Marcellina de dochter van Rocco, wordt verliefd op Fildelio. Fidelio haalt haar over de gevangenen op de binnenplaats te luchten. Zo hoopt ze een glimp van haar man op te kunnen vangen. Maar ze vindt hem niet tussen de gevangenen. Diep, zo diep onder de grond dat zelfs de wormen er niet durven komen is nog een kerker. Zou Florestan daar zijn?
Op Marcellina’s voorspraak mag Fidelio Rocco naar de onderaardse kerkers vergezellen. Juist op dat moment komt Pizarro naar de kerker om met Florestan af te rekenen. Fidelio weet de koelbloedige moord te voorkomen en gelukkig arriveert de koningin net op tijd op Pizarro gevangen te nemen en Florestan te bevrijden, eind goed, al goed.

Pinocchio

Pinocchio wordt door Gepetto uit een stuk brandhout gesneden. Hij is brutaal, ondeugend en kieskeurig met het eten. Gepetto ruilt zijn jas voor een ABC boek en stuurt Pinicchio daarmee naar school. Onderweg komt Pinicchio een circusoptocht tegen en ruilt zijn boek voor een entreekaartje.
Pinocchio verstoot de voorstelling en baas Vuurvreter wil hem in het vuur gooien, maar krijgt dan medelijden met de kleine harlekijn en geeft hem vijf goudstukken. De vos en de kat proberen Pinocchio zijn geld af te pakken en hangen hem op aan een boomtak. Hij wordt door de fee gered.
Gepetto is ondertussen in een roeibootje de zee opgevaren om Pinocchio en eindelijk gaat Pinocchio naar school. Maar als zijn vriend Deegsliert met een koets naar luilekkerland gaat, wil Pinocchio ook mee.
In luilekkerland verandert Pinocchio in een ezel en omdat hij zijn poot breekt, wordt hij in zee gegooid. Als hij uiteindelijk door een haal wordt opgeslokt, vindt hij daar zijn papa Gepetto weer terug. Samen springen ze uit de bek van de haai en komen weer veilig thuis.

Gilgamesh

Op 5000 jaar oude kleitabletten uit Mesopotamië staat het leven van Gilgamesh beschreven, de legendarische en tirannieke koning van Uruk. Het volk komt in opstand tegen zijn uitspattingen en het feit dat hij meer houdt van vechten dan van onderhandelen.
De Goden sturen hem Enkidu, een woeste behaarde wildeman, die tussen de dieren leeft. Die twee uitersten vliegen elkaar naar de keel. Er volgt een gevecht op leven en dood tot het moment dat ze elkaar werkelijk in de ogen zien. Vanaf dat moment zijn ze vrienden voor het leven.
Samen gaan zij op avontuur. Zij doden de verschrikkelijke reus Choembaba en tarten zelfs de godin Isjtar. Deze verrmetelheid kan niet ongestraft blijven: Enkidu moet sterven. Gilgamesh is diep bedroefd en beseft dat ook zijn leven eindig is.
Hij kan deze gedachte niet verdragen, en gaat op weg om het geheim van leven en dood te ontraadselen. Zijn reis voert hem uiteindelijk naar Utnapishtim, een door de goden onstervelijk gemaakte mens. “Hij moet mij vertellen waar ik het eeuwige leven vind.”
De Ring
Alberich, een lelijke kleine dwerg, ontfutselt de Rijndochters hun gouden bal. “Geef terug,” roepen de Rijndochters: “degene die van het goud uit de Rijn een Ring maakt zal heerser over de aarde zijn maar nooit de liefde kennen.” Alberich zweert de liefde af en smeedt de bal om in een Ring van Macht.
Het kibbelende godenechtpaar Wodan en Fricka ruziën over hoe ze de aannemers van hun nieuwe paleis, de reuzen Fasolt en Faffner, zullen betalen. Ze horen dat Alberich de gouden bal in een Ring heeft omgesmolten en het lukt Wodan om hem door middel van een list de Ring afhandig te maken en zo de reuzen te betalen.
Maar de Ring is vervloekt en wanneer de reizen de Ring in bezit hebben, slaat Faffner Fasolts’ hersenen in. Brünhilde wordt er door Wodan op uitgestuurd om samen met Siegfried de reus zijn Ring te ontfutselen. Wodan hoopt dat als Siegfried de Ring terug geeft aan de Rijndochters, de rust en vrede in de wereld weer hersteld zullen worden.
De op wraak beluste Alberich gaat achter Siegfried en Brünhilde aan en doodt Siegfried op laffe wijze. Uit verdriet blaast Brühilde het vuur van Siegfrieds brandstapel zo hoog op, dat de vlammen tot in de hemel reiken en de Godenwereld vernietigd wordt. De Rijndochters pakken de Ring uit de smeulende asresten en zwemmen weer terug de Rijn in.

4. Interview met Frank Groothof

Op woensdag 15 mei ’02 heb ik na afloop van het stuk ‘Carmen’ (uiteraard van Frank Groothof) Frank Groothof geïnterviewd. Omdat het natuurlijk niet te lang mocht duren, hij wil immers ook douchen, heb ik alleen de belangrijkste dingen kunnen opschrijven (zie hiernaast), daarom kan ik niet precíes opschrijven wat hij zei maar ik zal wel heel erg mijn best doen!

1. Wat zou u anders doen als u uw leven nog eens over mocht doen?
iet anders had Frank: “Ik denk dat het niet anders gekund had. Het leven = LEUK!!! Ik heb het zo prima naar mijn zin (gehad).”
2. Bent u nou extreem opera-fan of is er een andere reden dat u aan kinderopera doet?
Frank: ”Nee, ik vind het leuk om voorstellingen te maken waar muziek in zit en een leuk verhaal, en opera heeft dat nou toevallig allebei.”
3. Wordt u hier nou rijk van? Uw voorstellingen zijn weliswaar (vrijwel) altijd uitverkocht maar levert het ook iets op?
Frank: “Nee, maar dit is het leukste werk wat er is, je moet het voor de lol doen. Niet voor het geld. Eigenlijk is elke voorstelling een feestje, dus als je van feestjes bouwen houdt…”
4. Wat vindt u nou typisch een kinderopera? Uw opera’s vinden mijn ouders immers óók leuk!
Frank: “Een opera die kinderen ook leuk en mooi vinden. Een begrijpelijk verhaal dat (ook) voor kinderen interessant is, liefdesverhalen bijvoorbeeld, vindt jij vast ook leuk.”
5. Wat bent u van plan om de komende (+) 5 jaar te bereiken?
Frank: “Nog 5 opera’s maken.”
6. Hoe bereidt u zich voor op een voorstelling?
Frank: “Voor een voorstelling moet je 3 maanden lang repeteren, teksten verzinnen, oefenen, decor bedenken en gewoon álles doen.”
7. Gaat u de voorstelling ‘Het geheim van de Zwarte tulp nog eens herhalen (die vond mijn moeder zo mooi)?
Frank: “Ja, over 2 jaar.”
8. Kunt u al een tipje van de sluier oplichten over wat er na ‘De Ring’ komt?
Frank: “Ja, daarna gaan we ‘Hercules’ doen, samen met Henny Vrienten, van Doe Maar.”
9. Welke opera die u gespeeld heeft vond u het leukste (om te doen).
Frank: “Deze!”
10. Zou ik u mogen mailen als ik merk dat ik nog iets wil weten of vergeten ben?
Frank: “Ja natuurlijk, dan zal ik je zeker persoonlijk antwoordden! Heb je mijn e-mail adres?”
“Nee, maar ik kan u toch mailen via uw site?”
Frank: “O ja!”
“Nog één vraagje?”
Frank: “Ja?”
“Mag ik uw handtekening voor als ze me op school niet geloven?”
Frank: “’tuurlijk, Alsjeblieft!”
“Heel erg bedankt voor dit interview!”
Frank: “OK!”

5. Songteksten

‘De agenda’ uit: ‘Don Giovanni’ en het geheim van de zwarte tulp; tekst: Harrie Geelen; muziek: W.A. Mozart

Leporello:
De agenda
Wacht, ik pak de agenda…
Daar in staan voor meneer de adressen
Wacht ik kijk bij de M van maitressen…
Kijk hier staan ze… u staat zelf bij de E
Kijk u zelf maar, u staat bij de E…

In Italië zeshonderdnegen
maar in Spanje daar valt het wat tegen Hier de dames zonder verloofde
Heel veel in Frankrijk,
Maar da’s te verwachten
Kijk… hier in Holland
Bijna duizend, u staat bij de E
Kijkt u maar mee… hier, bij de E…
Of ze bruin of donkerblond zijn
of de billen lekker rond zijn…
Dit zijn dames die getrouwd zijn,
Dit zijn dames die vrij oud zijn
Ziet u? kijkt u zelf maar mee
U staat hier keurig bij de E,
juffrouw Elvira,
hier bij de E

Hier de dames zonder verloofde
die hij vroeger iets plechtigs beloofde
Dit zijn weer dames met mannen op judo
hier is een lijst met oude vrijsters,
stokoude vrijsters…
U staat bij de E,
Elvira bij de E. Tuinstraat 2B…

Op het alfabet gerangschikt;
welke dag ze ongesteld is,
of haar pa een grote hond heeft
of ze spiegels
aan ’t plafond heeft,
Ook de uren
dat ze thuis zijn,
die agenda
gaat steeds mee…
U staat keurig bij de E! (2x)

‘Meisjes van de tabaksfabriek’ uit: ‘Carmen’; tekst: Harrie Geelen; muziek; Georges Bizet

Soldaten:
Meisje met je zwarte haren
wil jij wel een bloes van zij?
Hé schat, je stinkt naar sigaren,
was je met zeep en dans met mij!
Ook als heb je bruine handjes,
bruine handjes van de teer,
geeft niks, want pak een schoon wantje,
was je met zeep en we dansen weer.
Meisje ik zal je straks trakteren,
ik koop je ook een bloes van zij.
Morgen moet ik naar de oorlog,
was je met zeep en dans met mij.
Morgen moet ik weer macheren,
barst misschien voor mij de bom.
Ik geef niets om stinkende kleren.
Meisje, schiet op want de tijd vliegt om!
Ratatata! Ratatatataaaa!
We staan te wachten bij de uitgang,
Roepen naar je om het hardste, luid en… links,
rechts voorwaarts mars.
Ik ruik smerig naar de oorlog,
jij alleen maar naar tabak.
Strakjes lig ik in de loopgraaf met een lokje haar op zak.
’t Ruikt naar sigaren, ’t ruikt naar tabak!
Weet je waaraan ik denk als ik maai en hak?
Draai, maai en hak!

‘Piet Hein’; uit Çarlos ende Uilenspiegel’; tekst: Sjoerd Kuiper i.s.m. Frank Groothof; muziek: Guiseppe Verdi

Piet Hein (deze keer niet door Frank Groothof zelf gezongen):
Piet Hein,
Piet Hein,
Wat is mijn naam toch klein…
Mijn boot is ook niet groot,
en op de giro sta ik rood…
had ik nou maar een zilvervloot.
Had ik nou maar……………………Hee, Ispangol!
5a. Prachtdialoog
In de opera ‘Carlos ende Uilenspiegel’ komt, vind ik dan, een prachtdialoog voor tussen Keizer Philips de 2e en de Aartsbisschop van Madrid, ik zet het ook op het bandje maar hij is zo goed dat het wel als songtekst zou kunnen gelden. Daarom:
Aartsbisschop: ‘Biecht hoge koning Philips, vertel mij uw zonden, want in het oog van God bent u ook maar een klein, armzalig zondaartje.’
Philips: ‘Ik zal biechten, eerwaarde vader.’
Wat wil je biechten, mijn zoon?
Ik heb mijn keizerlijke macht weer eens misbruikt.
Hoe heb jij je macht misbruikt, mijn zoon.
Ik heb twaalf man laten verbranden op de brandstapel.
Maar het waren toch ketters, dat is geen zonde mijn zoon, dat vindt God juist wel goed!
Maar ik dee het ook een beetje voor m’n lol,
O.
ik vond het zo grappig om naar te kijken, ze sisten zo leuk.
O, in dat geval heb ik tien weesgegroetjes en één onze vader, verder nog iets?
Ja ‘k heb flessenpost gekregen van de overkant, mijn soldaten hebben onder aanvoering van Columbus heel Zuid-Amerika verovert en van de indianen slaven gemaakt, en hun zilver gepikt, wel drie schepen vol!
Als u de helft aan de kerk geeft is het geen zonde, wanneer verwacht u de schepen in Spanje?
Over veertien dagen.
Veertien dagen… heppik. En, ik welke haven komen de schepen aan?
In Gibraltar.
Gibraltar… staat genoteerd. Dat is goed nieuws mijn zoon en goed nieuws is geen zonde. Ik zal wel zorgen dat dat zilver veilig aan land wordt gebracht, verder nog iets?
Ehm, nee, verder niks nee.
Dan is uw zieltje weer rein als dat van de kleine Jezus.
Dankuwel, eerwaarde vader. Hé, wat ist hier warm, even m’n pruik af.
Of… is er toch nog iets?
Hé, wat? O, o nee, o sorry, nee.
Wat zag ik daar dan glanzen als de kale maan, mijn zoon?
Nee, nee, dat was niets.
Neenee, nu zie ’k een zwart kruis op uw voorhoofd, u liegt!
Dat is het ja!
Wat?
Nou, dat ik lieg.
Er is dus wel iets?
Ja.
Maar wat dan?
Nou, ehh, dat ik lieg.
Ja dat weet ik nu wel, maar wat is uw zonde?
Liegen.
Hou es op, wat heeft u fout gedaan?
Nou, dat ik lieg!
Maar wát liegt u? Gaat u het nu zelf zeggen, of moet ik het soms zeggen?
O, nou ja, ik lieg dat ik mooi haar heb.
Wát? Ja, uw haar is misschien niet zo mooi als u zelf denkt, maar een zonde is dat niet.
Maar ik lieg het al vanaf m’n twaalfde!
Dat u mooi haar heeft?
Ja!
Ach, u zegt ook wellis dat u een fraaie neus heeft en dat slaat ook nergens op, da’s geen zonde, en over uw ogen…
Maar begrijpt u het dan, ik draag een PRUIK!
Heilige Maria, moeder Gods, Toren van Davids, Sterren der zee, JEZUS CHRISTUS! Helemaal glad! Maar dan zou u eigenlijk helemaal niet ‘Philips de schone’ moeten heten maar ‘Philips de…
…kale’
Precies, Philips de kale, maar u wil juist bewonderd worden, is het niet?
Ja
U vindt het zeker verschrikkelijk hé, als het volk te weten zou komen dat u kaal bent. Want dan gaan ze u misschien wel uitschelden voor… Maanlandschap…
Oh nee!
…kale jonker…
Alstublieft!
…kadetje van boven!
Stop eerwaarde vader, ik vertrouw erop dat mijn geheim bij u veilig is!
Oh ja natuurlijk, mijn zoon! Kadetje van boven…
Wat zei u?
Tien rozenkransen, en wees gegroet!
O. O God wat lucht dat op! Wat is die Aartsbisschop toch een fantastische peer, m’n zonden zijn me vergeven en regelt hij ondertussen ook nog even alles met de zilvervloot, ‘k heb er gewoon geen omkijken meer naar, hoe zou ik ooit zonder hem kunnen regeren, is absoluut onmogelijk! Nou wat zei ie? Onze vad……………………………..

6. Over (andere) muziektheatergroepen en René Groothof

Dit hoofdstuk gaat over alles wat niet Frank Groothof maar wel muziektheater is. Ik behandel een paar verschillende groepen:

OpusOne

OpusOne is een groep die, in tegenstelling tot Frank Groothof, juist met veel mensen op het podium staat, bij hun vorige voorstelling, ‘Een midzomer-nachtsdroom’, van William Shakespeare, bijvoorbeeld, stonden ze met z’n achttienen op de planken, en dat was dan alleen nog maar spel, zang en dans.
OpusOne bestaat al sinds 1988, sindsdien maken ze elk jaar een voorstelling over een mooi bestaand verhaal, en dit jaar is dat ‘Belle en het beest’.
TIP: Kijk ook eens even op hun website: www.opusone.nl.
Songtekst: ‘Ergens #2’; uit: ‘Een midzomernachtsdroom; tekst: Coot van Doesburg; gezongen door: Frans Schraven, Ibona Triz, Roosmarijn Luyten en Barend van Zon
Lysander & Demetrius:
Zonder jouw liefde, jouw warmte, jouw licht
Zonder de vreugd van je lieve gezicht
Was ik nergens
Maar ergens
Bleek het te kunnen
Dat mensen ons gunnen
Hoe wij ons verheugen in huwelijkse plicht
Hermia & Helena:
Refrein:
Jou behoort mijn hele hart
Mijn toekomst, mijn verleden
Jij hebt elke knoop ontward
En zo mijn ziel betreden
Mijn and’re ik, mijn medestander
Ik hou nooit meer van een ander
Eeuwige liefde en eeuwige trouw
Ik ben jouw vrouw
Lysander & Hermia, Demetrius & Helena:
Refrein:
Jou behoort mijn hele hart
Mijn toekomst, mijn verleden
Jij hebt elke knoop ontward
En zo mijn ziel betreden
Mij and’re ik, mijn medestander
Ik hou nooit meer van een ander
Eeuwige liefde en eeuwige trouw
Jij bent mijn vrouw/ik ben jouw vrouw
Jeugdkomedie Amsterdam
De Jeugdkomedie Amsterdam bestaat al lang, al weet ik niet precies hoe lang. Ze maakten elk jaar een voorstelling met spel, zang en dans, maakten want omdat ze geen subsidie meer krijgen moesten ze stoppen. Ze hebben een heleboel voorstellingen gemaakt, zoals ‘Feest’, ‘Spelenderwijs’ en ‘Boevenpak’. Van Boevenpak komt deze songtekst:
Songtekst: ‘Kraken’; uit: ‘Boevenpak’; tekst: Ivo de Wijs; muziek: Joop Stokkermans

De schatten van Schotten:
Er staat een brandkast onder bijna alle daken,
Die gaan we kraken, die gaan we kraken
Want zo’n brandkast zit vol waardevolle zaken

Dus dat wordt kraken, dat wordt kraken (5x)
Ik morrel aan de voordeur met een loper of een tang.
Ik rommel aan de ruiten,
En al stond ik net nog buiten,
In twee seconden sta ik in de gang
En twee seconden dat is niet zo lang.
’t Is reuze spannend hoor, de klem zit op je kaken,
de honden waken,
de eenden kwaken.
Ik krijg de zenuwen, ik heb wel eens staan braken,
Als ik ging kraken.
Breng dat nou maar niet ter sprake.
Ik pak een grote koevoet en die zet ik in het slot.
Maar wij, moderne dieven,
Werken ook met explosieven,
Zo krijgen wij de dikste deur kapot.
Ja zelfs de deuren van het Muiderslot.
We hebben met de nette functie niks te maken,
Godsamme kraken,
Laat ons maar kraken.
Want elke kluis zit vol met guldentjes en knaken.
Dus dat wordt kraken,
Dat wordt kraken (9x)
Want krakenkraken is opwindender dan schaken.
Geef ons maar kraken,
Laat ons maar kraken.
’t Is crimineel maar ’t kan de misdaad lekker smaken
laat ons maar kraken (5x)
En als we bij de hemel komen,
En we mogen er niet in,
En Sint Petrus blijft de hemelpoort bewaken.
Dan zeggen we: ‘Sint Petrus, dat heb allemaal geen zin,
Die gaan we kraken (5x)
Die gaan we kraken (5x)
Samba Salad
Samba Salad is eigenlijk meer een band, maar wel één die echte shows van z’n voorstellingen maakt, het is een groep die vaak een schoolklas uitnodigt om met een voorstelling mee te doen. Bij Samba Salad maken ze gebruik van een heleboel verschillende muziekstijlen en talen, en dat geeft een heel gezellig effect natuurlijk! Hier even een voorproefje daarop:
Songtekst: ‘Moonriver’; tekst/muziek: J. Mercer & H. Mancini; solo: Annelotte.
Moon River, wider than a mile,
I’m crossing you in style some day.
Old dream maker, you heart breaker
Wherever you’re goin’, I’m goin’your way.
Two drifters off to see the world,
There’s such a lot of world to see.
We’re after the same rainbow’s end,
Waitin’ round the bend, my huckleberry
Friend. Moon River and me.

René Groothof

René Groothof is, dat weet je al, de broer van Frank Groothof. Ook René Groothof maakt ook muziekvoorstellingen, zoals ‘Het Scheppingsverhaal’ dat overigens vermeisjesvriende-
lijkt was. Dat was echt een spektakel om te zien, het was met videobeelden, dia’s en een kompleet orkest! Verder speelt René Groothof ook mee op tv, hij is bijvoorbeeld een keertje gastacteur in de serie Loenatik.
Nog één belangrijk ‘iets’, de meeste mensen herkennen René Groothof aan zijn nogal groot uitgevallen neus, helaas heb ik geen plaatjes van hem of songteksten of dergelijke.

7. Bronvermelding

1. www.frankgroothof.nl
2. Winkler Prins 14, 15 en 16 (encyclopedie), zesde druk.
Prof. Dr E. De bruyne, Mr G. B. J. Hilterman, Prof. Mr H. R. Hoetink
3. Frank Groothof
4. Het programmaboekje van ‘Pinokkio’
5. ‘Carmen’
door o.a.: Frank Groothof
CC72086
6. ‘Don Giovanni en het geheim van de zwarte tulp’
door o.a.: Frank Groothof
CC99184
7. ‘Yemaya’
Samba Salad
CD 01 952
8. ‘Liedjes van de jeugdkomedie Amsterdam’
Jeugdkomedie Amsterdam
281299-3
9. ‘Een Midzomernachtsdroom’
OpusOne
OP010700
10. www.sesamstraat.nl
11. Eigen ervaring met voorstellingen van Frank Groothof

8. Tot slot

Tot slot wil ik zeggen dat ik het bestwel lastig vond om aan dit werkstuk te werken, de informatie bleek schaars te zijn en net bij het einde van dit werkstuk deed de printer het niet meer, dat was dus wel jammer want daardoor kon ik geen geweldige voorkant, titelpagina van mijn werkstuk maken. Ik hoop dat het toch een beetje leuk was om te lezen en dat de lezers er iets van geleerd hebben!!!

REACTIES

M.

M.

thx ik had dit nodig

13 jaar geleden

M.

M.

bedankt voor de goeie info

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.