Luther

Het leven van Luther

Voordat Maarten Luther geboren werd was de boekdrukkunst uitgevonden, dat gebeurde in 1450. Daardoor verspreidde de godsdienst het protestantisme zich snel.

Maarten Luther werd geboren op 10 november 1483 in Eisleben, Hallesche str. nummer 139.

Toen Maarten 18 jaar was (in 1501) ging hij naar de universiteit in Erfurt, omdat zijn vader wilde dat hij rechten ging studeren. Toen Luther naar Erfurt ging kwam hij in een onweersbui terecht in het plaatsje Stotternheim. Vlak naast hem sloeg de bliksem in en hij schreeuwde: “Help mij, heilige Anna; ik zal monnik worden.”

Hij ging naar het Augustijnerklooster en daar vond hij vrede. Later werd hij daar tot priester gewijd. In het Augustijnerklooster leerde hij zich te richten op het Heilige Schrift (de Bijbel). Luthers leraar en mentor was Johann von Staupitz.
Johann von Staupitz

In november 1510 reist Luther met een paar begeleiders naar Rome. Hij werd door zeven augustijnse kloosters naar Rome gestuurd. Hij moest er de roomse geestelijkheid beoordelen. De eigenlijke reden voor deze moeilijke en gevaarlijke reis was, dat er ruzie kwam tussen mensen die het geloof heel serieus nemen en mensen die er minder moeilijk over doen.

Vier weken waren de reizigers in Rome geweest. Luther was blij dat hij rust had gevonden in Rome, maar teleurgesteld omdat de kerk aflaten verkocht en omdat de geestelijken dom en slordig omgingen met hun geloof.

Paus Leo X had de aflaathandel georganiseerd. De Sint Pieterskerk was nog niet af en van het geld van de aflaten konden ze hem verder bouwen.
De rooms katholieke kerk vond dat je je zonden moest afkopen. Romeinen kochten aflaten om hun zonden te laten vergeven (dat heeft de kerk verzonnen, maar het is niet waar), van dat geld werd de kerk steeds machtiger en rijker. Johann Tetzel verkocht de aflaten voor de kerk.

Je kreeg de aflaatbrieven soms zo makkelijk dat het gewoon een handeltje werd. Als het geld in het kastje klinkt, het zieltje in de hemel springt, betekent dat als de mensen betaalden, ging hun “ziel” de hemel in, dus werden hun zonden vergeven en gingen ze niet naar de hel.

Luther timmerde in 1517 de 95 stellingen aan de deur van de Slotkerk in Wittenberg. Hij had de stellingen opgehangen voor wijzen die latijn konden lezen, niet voor gewone burgers, maar het werd vertaalt en dus konden burgers het ook lezen.

De 95 stellingen worden op de deur van de Slotkerk in Wittenberg Getimmerd.

Karel V was koning van het heilige roomse rijk. Luther moest op Rijksdag (1521) voor hem verschijnen, omdat Karel V wilde dat Luther zijn stellingen introk. Dit deed hij niet en hij werd verbannen uit de kerk. Luther werd vogelvrij verklaard. Paus Leo X, sprak de banvloek uit over Luther. Luther was geen monnik meer.

Karel was boos en Luther was verdrietig omdat hij verbannen was, maar hij bleef strijdvaardig en hij hield voet bij stuk (hij trok zijn stellingen niet in).

Karel V

Toen Luther op weg naar huis ging, werd hij ontvoerd, Luther wist hier van. Dit was geregeld door Frederik “de Wijze” van Saksen. Hij wilde Luther beschermen. Luther verbleef hierna in een herberg in Wartburg onder de schuilnaam Jonker Jörg. Hij verveelde zich en hij begon toen met het vertalen van het nieuwe testament van het Grieks in het Duits.

In 1525 is Luther onverwachts met Katharina von Bora getrouwd, zonder zijn vrienden in te lichten. Ze kregen zes kinderen: Johannes (1526), Elisabeth (1527), Magdalena (1529), Maarten (1531), Paul (1533) en Margaretha (1534).

Katharina von Bora

Luther vond zingen heel erg leuk, hij zei ook: “wie zingt, bidt dubbel”. “Een vaste burcht is onze God” is een lied geschreven door Luther, het gaat over Psalm 46.

Een vaste burcht is onze God
Een vaste burcht is onze God,
een toevlucht voor de Zijnen!
Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet zijn hulp verschijnen!
De vijand rukt vast aan
met opgestoken vaan;
hij draagt zijn rusting nog
van gruwel en bedrog,
maar zal als kaf verdwijnen!
Geen aardse macht begeren wij,
die gaat welras verloren.
Ons staat de sterke Held ter zij,
dien God ons heeft verkoren.
Vraagt gij zijn naam? Zo weet,
dat Hij de Christus heet,
Gods eengeboren Zoon,
verwinnaar van de troon:
de zeeg' is ons beschoren!
En grimd' ook d'open hel ons aan
met al haar duizendtallen,
toch zal geen vrees ons nederslaan,
toch doen wij `t krijgslied schallen.
Hoe ook de satan woedt,
wij staan hem voet voor voet,
wij tarten zijn geweld;
zijn vonnis is geveld:
één woord reeds doet hem vallen!
Gods Woord houdt stand in eeuwigheid
en zal geen duimbreed wijken.
Beef, satan! Hij, die ons geleidt,
zal u de vaan doen strijken!
Delf vrouw en kind'ren `t graf,
neem goed en bloed ons af,
het brengt u geen gewin:
wij gaan ten hemel in
en erven koninkrijken!

Op zondag 4 mei 1533 werd Willem van Oranje gedoopt in de Rooms Katholieke kerk. Vreemd genoeg werd er ook uit de Lutherse bijbel gezongen.

In 1534 verschijnt de Luther’s vertaling van de Bijbel in het Duits.

Luther overleed op 18 februari in 1546.

Het graf van Luther

Filmverslag

Luther geeft een afscheidsfeest omdat hij ging stoppen met studeren. Hij werd monnik in het Augustijner klooster. Hij belooft er trouw aan de abt. Hij mag geen familie zien en geen bezittingen hebben. Zijn taken in het klooster zijn: bedelen, boenen, bidden en om de vier uur naar de kerk.

Luther heeft brood en wijn in zijn handen. Hij schrikt omdat hij God in zijn handen heeft. Brood is gods vlees en wijn is zijn bloed. Hij ging praten met Von Staupitz omdat hij God niet lief kon hebben. Hij gelooft niet dat hij van God kan houden. Daarna krijgt hij de opdracht om lopend naar Rome, de heilige stad, te gaan om te biechten.
Hij moet daar de relikwieënmuur kussen, want als hij dat doet dan hoeft hij 17.000 jaar korter in het Vagevuur te zitten.

Hij komt uit Rome en zegt tegen de abt dat God zonden vergeeft als je bidt, dat stond in de Bijbel. Maar de abt zegt dat het niet zo is. Hij vindt dat je aflaten moet kopen. Dan stelt Luther voor om de Bijbel te vertalen. De abt vindt het niet goed dat alle mensen de Bijbel kunnen lezen, maar Luther is het daar niet mee eens, hij vindt dat de kerk dan juist meer volgelingen krijgt. De abt wil het niet omdat de mensen dan geen aflaten meer zullen kopen. Dat geld hebben ze namelijk nodig, omdat de Sint Pieterskerk nog niet af is, en die willen ze dan verder bouwen van dat geld. Tetzel is een monnik en hij verkoopt die aflaten.

In 1511 (nadat hij terug was gekomen uit Rome) werd Luther voorgoed overgeplaatst naar Wittenberg, hij zou er zijn levensbestemming vinden.

Luther timmerde op 31 oktober in 1517 de 95 stellingen aan de deur van de Slotkerk in Wittenberg. Hij had de stellingen opgehangen voor wijzen die latijn konden lezen, niet voor gewone burgers, maar het werd vertaalt en dus konden burgers het ook lezen.

Bronvermelding

Internet: Verschillende sites:

www.luther.de
www.meetingpoint.org
http://home.wanadoo.nl/gerrit.kloos/algemeen/lied/opw370.htm
http://www.digischool.nl/kleioscoop/tekst/16de%20eeuw_ref_kar.htm#Luther
http://www.serne.com/gen/luther.htm
http://home.wanadoo.nl/mdamen/willem.htm

Het schoolboek: Alle informatie die we konden vinden die met Luther te maken heeft.

Een bibliotheekboek: De Reformatie, de 16e-eeuwse revolutie in de kerk. Het is niet een boek alleen over Luther, maar er staat wel veel informatie in.