Bill Gates

Bill Gates

Geboren in Seattle, Washington op 28 oktober 1955, De Amerikaans ondernemer Bill Gates maakte als 12-jarige scholier al computerprogramma's en richtte op zijn veertiende met enkele medeleerlingen een softwarebedrijf op, Traf-O-Data. In 1973 ging hij aan Harvard University studeren, maar na een jaar brak hij zijn studie af om in 1975 samen met studiegenoot Paul Allen in Albuquerque, New Mexico, een nieuw bedrijf op te richten, Microsoft, dat in 1979 naar Bellevue, Washington verhuisde. In 1980 koos IBM voor zijn nieuwe personal computer (pc) voor het MS-DOS besturingssysteem, dat Microsoft ontwikkeld had uit een voor $ 50!000 aangekocht programma, maar liet na de rechten daarop te verwerven. MS-DOS werd snel de wereldwijde standaard voor de pc, waar IBM later met het zelfontwikkelde OS/2 systeem niet meer tussen kwam. Microsoft bracht vervolgens het tekstverwerkingsprogramma Word uit, en integreerde later verschillende functies in de programma's Windows en Windows 95. In 1995 werd Microsoft, inmiddels 's werelds grootste softwareproducent met een omzet van $ 6 miljard, onderwerp van onderzoek door de anti-trustautoriteiten in verband met de verdenking dat Windows door steeds meer functies te verenigen (waaronder ook de snelgroeiende Internetfuncties) zijn gespecialiseerde concurrenten uit de markt drukte. Bill Gates zelf geldt als een van de rijkste mensen ter wereld.
UNIVAC (vanwege de computer)
De programmering van buiten af werd van nu af vervangen door een programma dat tevoren in een deel van hetzelfde geheugen wordt opgeslagen als waarin zich later de ingangsgegevens, de tussenresultaten en de opgebouwde eindresultaten zullen bevinden. In 1951 kwam de UNIVAC met de eerste commercieel beschikbare computer in de Verenigde Staten aan de markt. Sinds die tijd ging de ontwikkeling in een versneld tempo, hoewel het principe gelijk gebleven is. De opkomst van de techniek van de halfgeleiding leidde na ca. tien jaar tot een tweede generatie computers met een veel grotere compactheid en mede daardoor een hogere rekensnelheid. In het midden van de jaren zestig werd deze afgelost door de derde generatie met geïntegreerde schakelingen. Door de goedkopere productietechnieken kon ook het computergebruik sterk toenemen. Tevens verschenen compacte gespecialiseerde systemen op de markt. De volgende stap, tegen het einde van de jaren zeventig, was de invoering van de VLSI-techniek Very Large Scale Integration, voor de productie van computerprocessoren in geheugeneenheden op kleine chips. Dit leidde tot de ontwikkeling van microprocessoren, die in personal computers worden gebruikt.