Galilei

Het leven van Galilei

Galilei werd op 15 Februari 1564 in het plaatsje Pisa in Italië geboren. Zijn vader was een bekende muziekleraar. Zijn vader wilde dat Galilei later medicijnen ging studeren. Galilei die wilde geen medicijnen studeren. Hij vond wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde veel interessanter. Na zijn studie die hij volgde in Pisa is hij een paar jaar wiskunde leraar geweest. In 1592 krijg hij een baan aangeboden op de universiteit van Padua. In 1609 las hij een interessant artikel over een Hollandse uitvinding. Deze uitvinding van de Telescoop. Hij begon daarna meteen aan een paar proeven om een betere telescoop te maken. Ongeveer een jaar later is het hem gelukt om een betere telescoop te maken. Het eerste model gaf hij aan het Venetiaanse republiek, Padua lag in deze republiek. In een brief legde hij uit waarvoor je de telescoop kon gebruiken. In de tijd van de oorlog kon je er schepen die naar Venetië voeren 2 uur eerder zien aankomen, dan als je gewoon zo zou kijken en dat was erg handig, want misschien wilde de schepen wel aanvallen en dan was er al op voorbereid. Galilei kreeg door deze uitvinding een flinke loonsverhoging. Ook werd hij hierdoor als professor voor het leven benoemd.

Zelf gebruikte Galilei de telescoop om naar de sterren te kijken. Galileo probeerde in zijn hele leven te bewijzen dat niet de aarde maar de zon het middelpunt van ons zonnestelsel. Hij ontdekte dat de maan een ruw oppervlak heeft en dat het uit hetzelfde materiaal bestond als de aarde en dat de maan ook geen licht gaf. Voor die tijd dachten de mensen dat alle sterren en hemellichamen licht gaven behalve de aarde. En dat alle andere hemellichamen een glad en lichtgevend oppervlakte hadden. Aristoteles had voor Galileo's tijd bedacht dat de aarde het middelpunt van ons zonnestelsel is en zelfs van het hele heelal. Maar later bedacht Copernicus dat de zon het middelpunt van ons zonnestelsel is. Copernicus werd door de kerk als ketter beschouwd, omdat de kerk de aarde het belangrijkste vond in ons heelal.

Maar Galilei heeft ook andere dingen gedaan in zijn leven. Hij heeft uitgevonden, toen hij in een kerk een lamp zag slingeren, dat een voorwerp dat slingert altijd dezelfde tijd over een heen en weer beweging doet. Het maakt niet uit hoe zwaar het gewicht is, maar alleen door het touw langer of korter te maken werd de tijd van een heen en weer beweging bepaalt. Met die wetenschap konden slingerklokken worden gemaakt. Alle tijdmetingen deed Galilei met zijn polsslag, omdat dat toen de nauwkeurigste methode was. In 1591 stierf de vader van Galilei. Galilei moest toen voor zijn familie zorgen. Daarom moest hij meer gaan verdienen, want de baan als professor verdiende niet goed genoeg om een heel gezin te onderhouden. Dus hij ging bijles geven in de wiskunde en de sterrenkunde. In 1592 moest Galilei bij de universiteit in Pisa weg, dus werd hij op de universiteit in Padua professor. Hij had mazzel want op die universiteit verdiende hij drie keer meer dan op de universiteit in Pisa.

Enkele jaren later had hij een vriendin (Marina Gamba), ze woonden meer dan tien jaar samen in Padua, maar ze trouwden nooit. Samen hadden ze drie kinderen, twee dochters en één zoon. Ze gingen uit elkaar toen Galilei verhuisde. In 1604 verscheen er een supernova aan de hemel. Het was niet bekend in die tijd dat het een ontploffende ster was, maar het was bijna helderder dan de Maan dus het moest wat bijzonders zijn. Omdat Aristoteles zij dat het heelal nooit veranderde was deze verschijning nogal vreemd. Dat maakte dus weer discussies los bij de wetenschappers en dus ook bij Galilei. In 1608 vond de Nederlandse brillenmaker Hans Lippershey een telescoop uit. Galilei ging er meteen mee experimenteren en hij bouwde er in 1609 zelf één alleen verbeterde hij het ouwe model. Door de uitvinding van deze telescoop ontdekte Galilei dat de Maan niet glad was, maar vol met kraters zat. En in 1610 ontdekte hij dat Jupiter manen heeft. Daarom heten de vier grootste manen van Jupiter de "Galileïsche manen. Toen Galilei boos werd op de wetenschappers die de ideeën van Aristoteles ondersteunde schreef hij een boekje over de ideeën van Copernicus. Door dat boekje werd Galilei in 1615 naar Rome toegestuurd. Daar moest hij afzweren dat hij nog iets tegen de ideeën van Aristoteles zou ondernemen. Dat deed hij en Galilei kon weer vrij door het leven. In 1618 verschenen er drie kometen aan de hemel. Orazio Grassi maakte een schema met de kometen, waarin hij bewees dat de aarde het middelpunt van ons heelal is. Maar Galilei bewees met de drie kometen dat de zon het middelpunt van ons zonnestelsel is, maar de mensen negeerde zijn ideeën. In 1624 werd Galilei opnieuw naar Rome toegestuurd, nu moest hij een boek schrijven waarin hij de ideeën van Copernicus afkeurde, maar Galilei schreef het boekje andersom. Hij keurde de ideeën van Aristoteles af. De paus werd hierdoor ontzettend boos. Hij liet de boekjes uit de handel nemen, iedereen die de boekjes verkocht of verspreidde moest dood. En Galilei wou hij de doodstraf geven. Maar dankzij invloedrijke vrienden van Galilei is hij niet ter dood veroordeeld, wel werd hij levenslang opgesloten. In 1634 overleed de dochter van Galilei in een klooster. Veel later begon Galilei weer met de wetenschap. In 1637 liep Galileo een oogontsteking op en hij werd blind. Hij liet al zijn experimenten doen door assistenten en die moesten dan uitvoerig vertellen wat ze zagen. Galilei publiceerde nog één boek. Het probleem was dat hij in Italië niks meer mocht drukken en uitgeven. Daarom liet hij de script door een vriend mee naar Nederland smokkelen en daar werd het in Leiden gedrukt. Op 8 januari 1642 stierf Galileo Galilei in zijn slaap. Hij was 77 jaar geworden. Voor de mensen in die tijd was dat redelijk oud.