Xenotransplantatie

Xenotransplantatie
Er is een groot tekort aan donororganen in Nederland. Daardoor zijn er lange wachtlijsten en overleven sommige mensen het wachten op een nieuw orgaan niet. Wetenschappers zoeken hier oplossingen voor. Een van de mogelijke oplossingen is xenotransplantatie, het transplanteren van een orgaan van een dier naar een mens. Dit is nu nog niet mogelijk maar waarschijnelijk over een paar jaar wel. Bij xenotransplantatie wordt er nu toe gekozen voor varkensorganen, omdat die het meest op menselijke organen lijken. De donorvarkens moeten hiervoor wel genetisch worden verbouwd. Aan xenotransplantatie zitten voordelen en nadelen en die gaan we nu bespreken. Eerst gaan we kijken naar de voordelen. Het eerste voordeel is natuurlijk dat de wachtlijsten voor nieuwe organen bij het gebruik van xenotransplantatie. Vooral voor nieren is er een lange wachtlijst, en dat is het orgaan wat waarschijnelijk bij xenotransplantatie het eerst getransplanteerd kan worden. Mensen die een nieuwe nier nodig hebben hoeven dan niet meer aan de nierdialyse. En als het met een nier lukt, lukt het misschien later ook met andere organen. Het tweede voordeel dat hier mee samenhangt is dat je door het gebruik van xenotransplantatie levens kunt redden. Er zijn namelijk mensen die het wachten op nieuwe organen niet overleven. En als xenotransplantatie mogelijk wordt hoeven die mensen niet meer zo lang te wachten. Nu gaan we kijken naar de nadelen. Het eerste nadeel is dat er voor xenotransplantatie veel varkens moeten worden gedood. De varkens worden wel genetisch verbouwd, maar toch zijn ze niet allemaal te gebruiken voor xenotransplantatie. Bovendien leggen draagmoeders bij de geboorte van de biggetjes het loodje. Het tweede nadeel is dat varkensorganen ziektes bij zich kunnen dragen. Een deel van die ziektes kan voorkomen worden door de varkens op te laten groeien in een steriele omgeving. Het andere deel van de ziektes die varkens mee kunnen dragen zijn retrovirussen. Dat zijn virussen die niet actief zijn in het organisme waar ze vandaan komen, maar die in een ander organisme ineens actief worden en ze kunnen zich dan gaan verspreiden. De kans hierop is erg klein omdat de ziekte dan ten eerste actief moet worden ten tweede moet het een ziekteverwekker zijn en tenslotte moet het besmettelijk zijn. Het is dus een klein risico maar je kan er niet zeker van zijn dat dit niet gebeurt. Het laatste nadeel is een nadeel voor de personen die xenotransplantatie ondergaan. Dit nadeel is hoort eigenlijk nog bij het tweede nadeel. Als je xenotransplantatie als een van de eersten ondergaat mag je waarschijnelijk voor de rest van je leven niet meer zonder condoom vrijen, je mag geen kinderen krijgen en je mag geen bloeddonor zijn. Deze regels zijn er allemaal voor om te zorgen dat er geen virussen ontsnappen. Xenotransplantatie zou in de toekomst dus een oplossing kunnen zijn voor het tekort aan donororganen. Er zijn nog wel nadelen aan verbonden en daarom moet iedereen voor zichzelf beslissen of ze xenotransplantatie iets goeds vinden of dat ze liever een andere oplossing voor het tekort aan donororganen gebruiken.