Vrijheid van meningsuiting

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • Klas onbekend | 551 woorden
  • 7 april 2010
  • 202 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
202 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Betoog Vrijheid van meningsuiting

Onbegrensde vrijheid van meningsuiting

"Christenhonden, geitenneukers, iedereen doet mee
Jezus en Mohammed op een openbare plee
Nee ik mag niet kwetsen, mijn excuses en ik zal
voor straf me laten pijpen door de Meiden van Halal"

Dit is een stukje uit de speech van Hans Teeuwen. Hij komt uit voor zijn mening. Steeds meer mensen geven hun mening zonder de zogenaamde normen en waarden in acht te nemen. Ook anderen zoals Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, Theo van Goch, Geert Wilders geven hun mening weer. Het heeft Nederland aan het denken gezet over de vrijheid van meningsuiting. Hoe ver mag je gaan? Ik vind dat de vrijheid van meningsuiting geen grenzen heeft.

Ten eerste leven wij in een vrij land. In onze samenleving is vrijheid van meningsuiting een fundamenteel grondrecht, deze dienen gewaarborgd te worden. Het geeft ons het recht om onze mening te uiten. Wanneer we aan de vrijheid van meningsuiting grenzen stellen is het geen vrijheid meer. Dan heb je niet het recht op vrijheid van meningsuiting, maar het recht op het uiten van een mening die je niet helemaal kan formuleren hoe jij het zelf wilt.
Ten tweede is vrijheid van meningsuiting een aspect van het ´mens zijn´. Een uitspraak van de filosoof Descartes was: ‘ik denk dus ik besta, ik ben van mening ik spreek vrij dus ik besta!’ We ontwikkelen er niet alleen onze eigen mening en inzichten mee, maar ook die van anderen. Mensen raken oude ideeën kwijt en krijgen een nieuwe mening over een onderwerp. Dit is niet alleen van belang voor het privéleven, maar ook een belang voor de gehele samenleving. Mensen moeten echter wel redelijk zijn. Dit gebeurt door naar elkaar te luisteren en doorgedachte argumenten te gebruiken. Mensen moeten iets goed willen met hun eigen denkbeelden.
Onbegrensde vrijheid van meningsuiting kan leiden tot geweld. Dit hoeft natuurlijk niet zo. Als iedereen weet dat je alles kan zeggen en iedereen weet dat er alles tegen je gezegd kan worden, dan kan men zich daar op instellen en hoeft dat niet te leiden tot geweld, maar zal men zich toch met argumenten elkaar proberen te overtuigen.
Dan hebben we nog het probleem voor mensen die niet voor zichzelf op kunnen komen, zoals geestelijke gehandicapten. Ik denk dat daar voor deze mensen indien nodig voldoende maatschappelijke instanties zijn zoals vakbonden, patiëntenbelangengroepen, politieke partijen die het voor hen kan opnemen.
Ik ben bang dat als er grenzen aan de vrijheid meningsuiting komen het zo beperkt gaat worden dat mensen helemaal niks meer kunnen zeggen. Ik vind dat de mensen alles mogen zeggen en er alles gezegd kan worden. Daarom wil ik geen grenzen aan de vrijheid van meningsuiting.

Ten slotte is het belangrijk je mening te uiten. Het is juist goed om naar de mening(en) van anderen te luisteren, ook al ben je het niet met elkaars standpunten eens. Niemand is het zelfde, en dat wordt nogal eens vergeten waardoor anderen gekwetst worden. Vaak weet je zelf wel hoe ver je kunt en mag gaan zonder anderen te kwetsen of boos te maken. De onrust die nu heerst in Nederland mag er niet voor zorgen dat wij onze vrijheid van meningsuiting moeten onderdrukken!

"De een die wordt verdreven, de ander wordt vermoord;
Hiep hiep hoera het vrije woord!"

REACTIES

S.

S.

Ik vind dit een heel goed gedaan en het is ook eeen hele handige site om meer dingen te weten te komen. Mijn dochter die moet een werkstuk maken over vrijheid van menigsuiting. Ze heeft hier heel erg veel info. van. Maar er moet een wrkstuk van vrijheid van meningsuiting bijkomen. Want dit is allemaal van 2006. Kan er eentje bijkomen van 2011? :$

14 jaar geleden

N.

N.

Super! heb heel lang gezocht naar nog een laatste argument voor mijn betoog omdat ik niks meer kon vinden, nu dus ein-de-lijk klaar, bedankt!

10 jaar geleden

M.

M.

waarom heet jij zo?????????

8 jaar geleden

R.

R.

Onder de vrijheid van meningsuiting zou eigenlijk moeten worden verstaan: de onbetwiste visie van een meningcolporteur welke bloot moet kunnen staan aan een sneeuwbalmechanisme. Als publicist heb ik dit mechanisme steeds ontbeerd in de Nederlandse pers en media. Nederlanders zijn in dit opzicht absolute ondergangsprofeten, zo niet : egocentrische egotrippers. Van hen heb ik het stellige idee dat ze krachtig opkomen voor hun eigen mening over anderen, terwijl de mening van anderen op hen al gauw leidt tot weerzin. Incompetentie en koehandel vormen des te kwaadaardiger gezwellen in een democratie, waarin de vrijheid van meningsuiting is gaan gedijen terwijl men voor deze zelfde vrijheid even schuw is als voor het afzichtelijke onbekende. Mensen die met lawaaierige oordoppen in hun oren lopen om zich op die manier af te schermen tegen de mening van een andere of anders dubbele donkere glazen opzetten om vervolgens de mening van een andere niet te hoeven lezen, werpen zich als pleitbezorgers van de vrijheid van meningsuiting op. Er bestaat ook een stille, desolate groep die graag een eigen mening zou willen hebben, maar omdat die zich ervan bewust is dat er op de periferie van de eigen grijze kronkelmassa niet eens een ideetje wil blijven talmen, blikt men chagrijnig en geïrriteerd naar degenen, die wel een meninkje hebben weten samen te flansen. Nederland lijkt zich gestort te hebben op een vreselijk geestelijke gifbelt door een zwarigheid als de vrijheid van meningsuiting op de eigen schouders te nemen. Zonder dat ik de intentie heb mijn eigen ervaring te abstraheren, vermag ik desalniettemin op te merken dat de eigen ervaring model staat voor de juiste plaats die de vrijheid van meningsuiting in Nederland toebedeeld heeft gekregen. In 2005 heeft de gewezen D’66 fractievoorzitter, Boris Dittrich met een essay van mij, getiteld: “ De afkalving van het Nederlands taalgebied “ het voor elkaar gekregen dat Surinamers ontzien werden van de inburgeringwaardige taalplicht. Dit essay, waar het hier om gaat, kon en mocht nergens in Nederland worden gepubliceerd, ook niet in bladen als Elseviers Magazine waar ik zelf vroeger boeken voor recenseerde maar vond uiteindelijk onderdak in een periodiek van de faculteit der Neerlandistiek van de Universiteit te Antwerpen en vervolgens in een Belgische literair tijdschrift. Bij het op Curaçao verschijnende blad Amigoe, waar ik voorheen regelmatig in schreef, werd het essay eveneens geweigerd omdat er twee Nederlanders in de eindredactie zaten en bijgevolg de op het eiland geimmigreerde Nederlanders niet voor het hoofd wensten te stoten, aldus het commentaar van deze twee redacteuren. Ten gevolge van deze corrumperende ontwikkelingen ben ik geïnspireerd geraakt door de vraag wat de impact is van het geschreven woord, in welke vorm dan ook, op de wording en ( weder)belichaming van het fenomeen vrijheid van meningsuiting. Dat wat mij opvalt is dat de vrijheid waarmee men schrijft erg onderhevig is aan de vrijheid waarin men leeft en denkt. Deze vrijheid op zich is erg cultureel bepaald , hetgeen inhoudt dat men zich niet in elke cultuur het recht mag toeeigenen iets op een bepaalde manier te mogen en te kunnen schrijven.

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.