Sport

Sport

Sport, wie kan het nog wegdenken uit onze maatschappij? Steeds meer mensen doen aan sport. Waar in 1987 zo’n 32 % van de mensen een sport beoefende, bedroeg dit aantal in 1998 48 %, dus zo’n 7,3 miljoen mensen. Maar toch is er dus nog een groot percentage van de bevolking die geen sport beoefent. Dit terwijl sport jouw persoon juist erg veel goed doet. Maar waarom doet er dan toch nog zo’n groot percentage van de mensen niet aan sport?

Ik ben van mening dat het beoefenen van een sport van belang is voor ieder mens. Deze mening wil ik onderbouwen met een aantal argumenten.


Allereerst is het beoefenen van een sport zeer goed voor de gezondheid. In combinatie met een leefstijl die de gezondheid ten goede komt, zoals niet roken, matig alcoholgebruik en gezonde eetgewoonten, vermindert het beoefenen van een sport de kans op hart- en vaatziekten, botontkalking, overgewicht, suikerziekte, een hoge bloeddruk en spierpijn. Uit onderzoek blijkt ook dat 40 tot 50 % van de sporters minder kans hebben op het krijgen van darmkanker. Ook voor borstkanker wordt langzamerhand duidelijk dat sporten het risico op het krijgen ervan vermindert.
Tegenover het argument dat sporten goed is voor je gezondheid, staan de risico’s op het oplopen van een vervelende sportblessure. Maar die sportblessures zijn vaak al gemakkelijk te voorkomen door een goede warming-up en cooling-down en door de aanwezigheid van goed sportmateriaal.

Een tweede argument voor het beoefenen van een sport is, dat het je sociale contacten bevordert. Een voorbeeld is de teamsport. In een team leer je veel nieuwe personen kennen. Omdat je met je team veel moet samenwerken, bouw je banden op met de teamleden, en dit doet je sociale leven weer goed. Maar dit geldt niet alleen voor teamsporten. Ook het beoefenen van een individuele sport bevordert je sociale contacten. Denk maar eens aan trainen met andere sporters. Door te sporten leer je ook met andere mensen om te gaan en dit kan je later in je leven nog eens van pas komen.

Een laatste vóórargument is naast de andere argumenten ook zeer belangrijk: het beoefenen van een sport is natuurlijk ook gewoon leuk. Na een drukke dag vol inspanningen, werken en school, is het heerlijk om je op het voetbalveld of de tennisbaan eens heerlijk uit te leven en te ontspannen. Nou ja, laten we het houden op inspannend ontspannen…
Bovendien zijn er ook een aantal uitdagingen die het leuk maken een sport te beoefenen. Wat denk je bijvoorbeeld van het verbeteren van je eigen techniek? Niets is natuurlijk zo leuk om bijvoorbeeld tijdens een zwemwedstrijd een persoonlijk record te behalen.
De onderlinge concurrentie is ook een belangrijke factor. Geweldig natuurlijk om je tegenstander alle hoeken van het veld te laten zien.

Een zwak argument dat zich tegen het beoefenen van een sport keert, is dat het zogenaamd te veel tijd en moeite kost. Onzin, want in die tijd gaan veel mensen andere dingen doen, zoals uren voor de buis hangen met een zak chips in de hand. In die tijd is het natuurlijk nuttiger om lekker te gaan sporten zonder jezelf vet te mesten en je ogen te vermoeien. En wat zijn die paar uurtjes in de week nu? Ik moet zeggen: ondergetekende heeft zelf ook wel wat moeite om de tijd fatsoenlijk in te delen, maar met de juiste planning zijn die twee uurtjes helemaal niets. En wat die moeite betreft? Sport is meer een vorm van ontspanning dan inspanning.

Alles overziend kom ik tot de conclusie dat het beoefenen van een sport de mens alleen maar goed doet: het is goed voor de gezondheid, de sociale contacten en de sociale omgang met mensen en bovendien beleef je ook nog eens hartstikke veel plezier aan het beoefenen van een sport. Tegenargumenten zijn er niet.
Op de vraag in de eerste alinea waarom toch nog zoveel mensen geen sport beoefenen, heb ik dus geen redelijk tegenargument gevonden. Kortom, sporten; waarom niet?