Doe mee met Markteffect's studiekeuze-onderzoek
Maakt niet uit of je je studie al gekozen hebt. Win één van de 200 (!) cadeaubonnen van €25

Meedoen

Slachtofferhulp in plaats van daderhulp

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 5e klas havo | 970 woorden
  • 24 november 2001
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
20 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Als stelling hebben wij gekozen: "daders worden in Nederland te veel als slachtoffers behandelt." Dat idee krijgen wij als we naar de hulporganisaties en rechten van de daders kijken. In vergelijking met de hulp voor slachtoffers krijgen zij veel meer steun en hebben ze meer invloed op het strafproces. De reclassering is één van de belangrijkste steunpunten voor de dader. Deze moet onder ander herhaling van het strafbare feit voorkomen en geven de dader hulp bij het terugkeren in de maatschappij. Ook doen de reclasseringsambtenaren voorstellen voor een alternatieve straf. Voor de rechter mag de reclassering een voorlichtingscampagne houden en daarbij huiselijke problemen of problemen op het werk van de dader aanhalen. Dit kan de rechter laten meewegen in zijn oordeel. Volgens ons is dit altijd in het nadeel van het slachtoffer, naar wiens huiselijke problemen of problemen op het werk niet wordt gekeken. Een andere taak van de reclassering is het voorbereiden van dienstverlengingsvoorstellen en het begeleiden van de veroordeelde bij de dienstverlening. Ook verzorgt ze voorlichtingen over het gevangenisleven. (bron 1) De dader heeft altijd recht op rechtsbijstand. Al vanaf het moment dat het nog niet zeker is of hij/zij de dader is en nog verdacht wordt. Als de dader zelf geen advocaat kan betalen krijgt hij/zij er één toegewezen. Dit is de zogenoemde pro-deo advocaat. (bron2) Als het slachtoffer een rol in het proces speelt, wat bijna niet voorkomt, moet het zelf een advocaat betalen. Verder heeft de dader het recht om te zwijgen en mag hij als verdachte maar voor beperkte tijd worden vastgehouden. Deze rechten van de dader kan het opsporen van bewijzen van strafbare feiten bemoeilijken. Dit is in strijd met het belang van het slachtoffer. Want zolang de dader nog niet veroordeeld is dient hij tegen de willekeur van de overheid beschermt te worden. (bron 3) Organisaties die de dader indirect tegen de willekeur van de overheid beschermen zijn: de Europese Conventie tot bescherming van de Rechten van de Mens, BUPO en de grondwet. (bron 4) Door al deze rechten krijgt de dader een eerlijk proces. Alleen is het wel in het nadeel van het slachtoffer die een zo hoog mogelijke straf voor de dader wil en hoopt dat het bewijs goed geleverd wordt. Andere rechten die het belang van het slachtoffer schaden zijn de strafuitsluitingsgronden. Dit zijn onder andere ontoerekeningvatbaarheid, noodweerexces, psychische overmacht en afwezigheid van alle schuld. (Bron5) Volgens ons kan het inderdaad zo zijn dat een dader geen keus had en het strafbare feit wel moest plegen om de één of ander reden. Alleen heeft het slachtoffer hier geen boodschap aan. Ook door verjaring (bron 6) of door een fout (procedurefout) van het Openbaar Ministerie kan het voorkomen dat een verdachte vrij uit gaat, ook al zijn er genoeg bewijzen. Het slachtoffer kan hier niets tegen inbrengen. Hierdoor krijgen we de indruk dat justitie eerder de daders beschermt in plaats van de slachtoffers. Bij ontoerekeningsvatbaarheid krijgt de dader vaak een combinatie van straf en tbs. TBS (terbeschikkingstelling) is een maatregel en geen straf. Maatregelen zijn bedoeld om de dader tegen zichzelf en de samenleving te beschermen. (bron 7) Dit is een goed uitgangspunt, alleen is het de vraag of het slachtoffer hier wel genoeg voldoening van krijgt. "Dit zijn de zogenoemde preventie maatregelen, in plaats van de schrikmaatregelen van vroeger." (bron 8) Tot slot zijn er de organisaties van ex-gedetineerden en van relaties van (ex-) gedetineerden. Zij proberen via voorlichtingen een beter beeld van de dader te creëren. Dit gebeurt onder andere via het voorlichtingsproject Delinquentie en Samenleving. In deze organisatie proberen ex-gedetineerden en hun familieleden elkaar te helpen bij het overwinnen van de problemen die gedeeltelijk voortkomen uit de (stigmatiserende) reacties uit de samenleving. (Bron 9) Na ons idee hebben de daders dat aan zich zelf te danken. Het slachtoffer zat namelijk niet op het strafbare feit te wachten. Ook slachtoffers kunnen hulp krijgen. Er is aan de positie van deze mensen lange tijd geen aandacht besteed. Daarom hebben ze zich verenigd in organisaties die zorgen voor onderlinge hulp en die gezamenlijk belangen proberen te behartigen. (bron 10) De enige organisatie waar wij wat over konden vinden is Landelijke slachtofferhulp Nederland. Ze hebben bureau's door heel Nederland en bieden steun op juridisch en emotioneel gebied. De organisatie werkt samen met: de reclassering, politiek, RIAGG, maatschappelijk werk, Openbaar Ministerie en het Buro voor Rechtshulp. (bron 11) Ze willen via onderlinge hulp meer aandacht besteden aan betere schadevergoedingsregelingen. Hierdoor is er een wet gekomen die de dader kan verplichten slachtoffers of hun nabestaanden van het misdrijf schadeloos te stellen, bij wijze van straf. (bron 12) Door de overheid is in 1975 een Schadefonds Geweldsmisdrijven opgericht. Slachtoffers van ernstige misdrijven kunnen hier een beroep op doen. (bron 13) Je zou dus kunnen stellen dat de hulp aan slachtoffers de laatste tijd veel beter is geworden. Maar dat de pijn nooit kan worden weggenomen met nog meer hulp. Volgens ons staat deze hulp qua invloed op bijvoorbeeld het strafproces in geen verhouding tot de daderhulp. In het Nederlandse strafrecht speelt het slachtoffer namelijk nauwelijks een rol. Wel kan hij/zij als getuige worden opgeroepen. (bron 14) Waar slachtofferhulp ook niets aan kan veranderen zijn de straffen die worden gegeven. Zo stond laatst in de krant dat een diefstal van varkensvlees met 14 uur werkstraf werd bestraft en een aanrander van ongeveer 40 vrouwen met 240 uur werkstraf en 6 maanden voorwaardelijk (hij hoeft niet in de cel als hij het binnen die 6 maanden niet weer doet) celstraf wordt bestraft. (bron 15) Dat is voor elke vrouw die aangerand is 6 uren werkstraf. Dat is minder dan de diefstal van de varkenshaas. Toch vinden we een levend slachtoffer van aanranden belangrijker dan een varkenshaas! We komen hier door tot de conclusie dat daders in Nederland te veel als slachtoffer worden gezien. Volgens ons heeft dit mede tot gevolg dat veel Nederlanders, en vooral slachtoffers, niet tevreden zijn over het rechtssysteem.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.