Protectionisme is slecht voor Nederlandse Economie

Zoals gezegd gaan wij in dit betoog de stelling verdedigen ‘protectionisme is slecht voor de Nederlandse economie’. Maar wat is protectionisme eigenlijk? Dat gaan we eerst bespreken.

Protectionisme wil zeggen dat je je eigen economie beschermt door invoer vanuit het buitenland te beperken door bijvoorbeeld een heffing te leggen op producten uit het buitenland. Dit betekent dan dus dat deze buitenlandse producten duurder worden, waardoor mensen eerder geneigd zijn om andere (binnenlandse) producten te kopen.

Het tegengestelde van het begrip protectionisme is ‘vrijhandel’. Dit betekent dat er vrij verkeer van goederen is tussen landen, en dat landen hun eigen economie dus niet beschermen tegen import uit het buitenland.


Er zijn drie protectionistische maatregelen die de Nederlandse regering zou kunnen treffen. Deze zijn:

Invoerrechten instellen:

Een land gaat een belasting heffen op producten die uit het buitenland komen. Deze producten worden dus duurder, waardoor inwoners van een land eerder voor de producten uit eigen land kiezen. Dat wilt dus zeggen dat druiven uit Spanje een euro duurder kunnen zijn dan druiven uit Nederland. Het is dan dus logisch dat je voor Nederlandse druiven kiest, waardoor Spanje geen afzet meer heeft in Nederland.

Kwaliteitseisen instellen:

Een land gaat bepaalde eisen stellen aan producten die uit het buitenland komen. Dat zou dus betekenen dat Duitsland kalfsvlees wilt exporteren naar Nederland, Duitsland de kalveren op een bepaalde manier zal moeten voeren, behandelen en slachten. Niet ieder land heeft hier zin in, waardoor het buitenland minder producten wilt exporteren, omdat ze waarschijnlijk geen zin hebben om zich te gaan schikken een de Nederlandse eisen.

Contingentering instellen:

Contingentering wilt zeggen dat een land slechts een bepaald aantal goederen mag uitvoeren naar ons land. Stel dus, dat Japan slechts 1000 computers mag exporteren naar Nederland, zij dit zullen doen. Maar omdat de Japanse computers dan schaars zijn in Nederland ze natuurlijk duurder worden. Dan zullen de Nederlanders dus kiezen voor een goedkoper (niet-gecontingenteerd) alternatief.

Hoe rooskleurig deze maatregelen ook lijken, dit zijn de totaal niet voor Nederland. Nederland is namelijk een echt exportland. Wij importeren relatief weinig in vergelijking met onze export. Als een land waar wij veel naar exporteren protectionistisch wordt, zal dat dus betekenen dat wij bijna geen afzet meer kunnen maken in dat land, wat resulteert naar lagere inkomsten en dus minder besteedbaar inkomen voor Nederland.

Maar ook als wij zelf protectionistisch worden zal dit onze economie fataal zijn.


Nederland is zoals gezegd gebouwd op export. Als wijzelf protectionistisch worden, zullen de buitenlanden zich afschermen van de Nederlandse markt omdat zij niets naar ons mogen exporteren. Het is dus een wisselwerking: als land X protectionistisch wordt, zal land Y niet openstaan voor verdere handel met land X.

Ook is protectionisme niet goed voor de technische ontwikkeling in Nederland. Dit omdat als we protectionistisch worden onze markt zal instorten. (We zijn zoals gezegd afhankelijk van export, dit wordt bij protectionisme belemmerd). Als onze markt instort, betekent dat dat we als land op de rand van failliet gaan staan. Nederland heeft dan dus geen geld, waardoor techniek niet betaalbaar is, wat resulteert in een stagnering in de technische ontwikkeling in Nederland.

Kortom: Protectionisme is een regeling van een regering om producten uit het buitenland minder aantrekkelijk te maken door middel van invoerrechten, kwaliteitseisen en contingentering. Dit is slecht voor de Nederlandse economie, het zorgt voor een afkeer van het buitenland naar de Nederlandse markt. Hierdoor zal het buitenland niet meer kunnen (en willen) handelen met Nederland waardoor we geen inkomsten hebben.

Als wij protectionistisch worden, zal Nederland failliet gaan