Recent werd de discussie rond het wetsvoorstel voor een verbod op onverdoofd ritueel slachten voortgezet in de Tweede Kamer. Deze hele discussie begon met een wetsvoorstel van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. Hierin word gepleit dat dieren voortaan alleen nog maar onder verdoving mogen worden geslacht. Doordat de PvdA zich erachter schaarde ontstond er al gauw een meerderheid in de Tweede Kamer voor het dit voorstel. Even later bleek ook de VVD voor. Het verbod op onverdoofd slachten leek een feit. Maar de laatste maanden is er een verandering opgetreden in de situatie.
Zowel joden als moslims zijn een intensieve lobby gestart om 'hun' rituele slacht te behouden. Lang niet iedereen is overtuigd van de noodzaak van het verbod. Ik ben echter wel overtuigd dat het afschaffen van onverdoofd ritueel slachten een goede zaak is.
De centrale vraag in de discussie is: zorgt het onverdoofd ritueel slachten wel of niet voor onnodig leed bij de dieren?
Ja is het antwoord , onverdoofd ritueel slachten zorgt voor onnodige pijnlijden. Dit word onderstreept door een recente studie van de universiteit Wageningen.
In de eerste plaats is de nek een plek vol zenuwen. Het onverdoofd doorsnijden van deze zenuwen brengt per definitie pijn met zich mee. De hals dient in één soepele beweging te worden doorgesneden, maar het tegendeel is waar , vaak zijn er meerdere halen met een mes nodig om het dier uiteindelijk buiten bewustzijn te brengen.
Tegenstanders zijn hier echter niet van overtuigd, zij doen de studie af als een waardeloze literatuurstudie. De wetenschappelijke rabbijn, Jonathan Sacks, is één van hen. Hij beloofde het Wageningse rapport met een veel hogere stapel tegen rapporten met de grond gelijk te maken. Zijn precieze bevinden zijn tot op heden nog niet bekend.
Wat in ieder geval tegen hem pleit is het feit dat het bewijs niet alleen uit Wageningen afkomstig is maar geleverd werd door onafhankelijke wetenschappers en onderschreven door nationale en internationale organisaties, waaronder de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde.
Het tegenspreken van deze valide onderzoeksresultaten kan met dus afdoen als een methode om twijfel te creëren. Immers de aanwezigheid van zenuwen toont overduidelijk aan dat onverdoofd slachten tot onnodige pijn leidt.
Een tweede argument van tegenstanders van het wetsvoorstel is dat het aantal ritueel geslachte dieren maar 2 procent bedraagt van het totale aantal dat in Nederland word geslacht. Daarentegen rekent men op grond van wetenschappelijke rapporten voor dat het bij ongeveer 10 procent van de verdoofde slacht in de reguliere vleesindustrie mis gaat.
Deze 10 procent staat alleen in Nederland al gelijk aan 20 miljoen dieren en is daarmee vele malen groter dan het aantal dieren dat door onverdoofde ritueel slacht wordt gedood. Waarom zou men dan slechts ingrijpen bij de rituele sector?'
Deze vergelijking van volledig verschillende grootheden vormt geen valide argument. Het ene leed met het andere leed vergelijkenis dus geen overweging om leed in welk geval dan ook te laten voortbestaan. Het vergelijken van gevallen van de mistanden in de reguliere slacht met gevallen in de kosjere slacht is daarom niet correct en onwetenschappelijk.
De Nederlandse wet kent de verplichting om dieren verdoofd te slachten. Het wetsvoorstel voorziet in niets anders dan deze regel algemeen bindend te maken, zodat het voor een dier in Nederland niet meer hoeft uit te maken welk geloof zijn slachter aanhangt. Daarnaast geven wetenschappers ook aan dat de kans op problemen bij de onverdoofde rituele slacht veel groter is.
Door zowel voor en tegenstanders van het voorstel word geen middel geschuwd om hun eigen standpunt ten aanzien van ritueel slachten te verdedigen.
De opperrabbijn van het Verenigd Koninkrijk durft het zelfs aan, om te spreken over een déjà vu, verwijzend naar de Tweede Wereldoorlog.
Eerder waagden dierenrechtenactivisten zich eraan een vergelijking te maken tussen de veewagens die in de Tweede Wereldoorlog werden ingezet voor het transport van miljoenen Holocaustslachtoffers met de machinale vernietiging van miljarden dieren in de intensieve veehouderij.
Hoewel beide partijen in het heetst van de strijd de tegenstander demoniseren blijft wel degelijk de vraag overeind in hoeverre dit wetsvoorstel de religieuze vrijheid en de keuzevrijheid van het individu aantast ?
Voor orthodoxe joden en de vrome moslims gelden de Thora en de Koran als onaantastbaar en heilig. Ook de Bijbel is voor veel gelovigen nog steeds hét voorbeeld om naar te leven. In hun optiek mogen er geen dergelijke vragen worden gesteld, dan wel kanttekeningen worden geplaatst bij deze oude teksten.
Maar we leven inmiddels wel in de 21ste eeuw, dus mogen wij inderdaad geen vragen stellen over de juistheid van deze eeuwen oude tekste? En hoe serieus moeten we deze teksten eigenlijk nemen?
Ik ben geïnteresseerd in het verkopen van mijn jongste dochter. Staat in Exodus 21:7
En wat moet er gebeuren met iedereen die werkt op zaterdag, voor de Joden de heilige sabbat ? Exodus 35:2 zegt duidelijk : die moeten ter dood worden gebracht.
Ben ik dus nu verplicht om iedereen die op zaterdag werkt te doden ?
En kan ik mijn moeder verbranden tijdens een kleine familiebijeenkomst voor het dragen van kleding gemaakt van twee verschillende draden?
Mogen wij dus vraagtekens zetten bij deze teksten ? Ja, we mogen als moderne maatschappij kritiek leveren op heilige boeken. En dus mogen we ook mensen en dieren beschermen tegen wandaden. Ook als die daden in eeuwenoude boeken worden aangeprezen. Natuurlijk moeten we respect hebben voor alle geloven. Maar respect voor een geloof is niet hetzelfde als moeten toestaan dat een mens of een dier geweld wordt aangedaan. Mens en dier hebben rechten, en geen heilig geschrift kan daar inbreuk op maken.
‘Je tornt aan de godsdienstvrijheid ten behoeve van enkele seconden winst in de pijnbeleving van dieren', zeggen de critici. Zijn vinden het voorstel een 'disproportioneel middel om het algehele dierenwelzijn te verbeteren', en in strijd met een grondwettelijk recht op godsdienstvrijheid.
Dit is onjuist ,het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld dat het kernrecht van gelovigen niet het onverdoofd slachten is, maar slechts het consumeren van vlees dat op een bepaalde wijze geproduceerd is. Dat recht blijft onaangetast met dit wetsvoorstel.
Elke gelovige heeft het recht zijn religie te beleven alsof die een universele norm belichaamt, maar de overheid heeft de grondwettelijke mogelijkheid beperkingen te stellen aan die vrijheid waar de belangen van anderen in het geding zijn, ook in het geval van onnodig lijden van dieren.
Daar is bij het onverdoofd slachten van dieren sprake van, volgens de Nederlandse wetgever, en ook de regering heeft dat onlangs erkend. Vanavond hakt de Tweede Kamer de knoop door. Laat men dit onnodig lijden van dieren op Nederlandse bodem zo snel mogelijk verbieden.
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
Erg goed en duidelijk geschreven, tegenargumenten worden goed weerlegd
Zelf moet ik een beschouwing over dit onderwerp schrijven, maar het is lastig om op deze manier objectief te blijven
13 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
ik vind dat dit betoog bij de centrale vraag al de mist in gaat, want die is niet:
''zorgt het onverdoofd ritueel slachten wel of niet voor onnodig leed bij de dieren?''
maar: gaat het behoud van een ritueel van een godsdienst vòòr het leed van het geslachte dier of niet?.
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Dit betoog is geschreven door een niet al te snuggerre rechtse anti-religie fanatiekeling. Als volgens het Europese hof het recht is van een persoon om vlees te consumeren van een dier dat op een bepaalde manier is geslacht, dan betekent automatisch dat men het recht moet hebben om die dieren op hun manier te laten slachten.
8 jaar geleden
Antwoorden