Media

Media
De trein stopt. Albus word zenuwachtig , hij voelt een druppeltje zweet over z'n buik gaan. Hij probeert zichzelf wat te kalmeren, maar dat lukt niet echt. " Zo erg zal het niet zijn hoor, Zweinstein wordt vast geweldig!" Albus kijkt op knippert met zijn ogen en kijkt verlegen naar Abbi. "Wauw, ze zei iets tegen me."Dacht Albus. Hij vond dat al een mooie prestatie aangezien hij dacht dat het meisje nooit, tegen hem zou spreken. Verlegen zei hij: "In.. In welke afdeling denk jij dat je zal zitten?" -"Oh , ik weet het niet, ik denk dat Gryffoendor wordt. Aangezien ik vrij moedig ben van karakter. Maar, jij zal ook wel in Gryffoendor zitten alleen al door het feit dat Harry Potter je vader is en je broer zit ook in Gryffoendor." -"Euh, ja misschien wel maar... Bij m'n vader hebben ze ook getwijfeld of hij niet beter bij Zwadderich zou zitten." Opeens schoot de deur open. Een koude harde stem riep: "Komt er nog wat van ! De trein staat al 10 minuten stil!" Albus, die een beetje bang was van de man schoot meteen overeind en ging naar buiten. Hij hoorde een luide zware stem. "Dat zou Hagrid wel zijn." Dacht hij. Z'n pa had veel over Hagrid vertelt. Hagrid leidde de eerstjaars naar het meer waar ze met bootjes over moesten varen. Albus herinnerde dat z'n pa hem had verteld over een keer dat de broer van een zeker Jasper Krauwel in het meer was gevallen en daar precies trots op was. Albus beeldde zich dat in en er verscheen een glimlachje op z'n gezicht. "Wil je naast me zitten op de boot?" Vroeg Abbi. Albus, die nog steeds zenuwachtig aan het denken was hoorde de vraag niet. Abbi duwde Albus een beetje, Albus verloor z'n evenwicht en viel in het meer. Hij werd uitgelachen door Scorpius die hij herkende als de zoon van Draco Malfidus. Hij voelde een harde greep rond zijn arm. Hij dacht dat het een monster was en schoot in paniek. Maar toen hij weer boven water was en goed kon zien zag hij dat Hagrid hem uit het meer had gehaald. "Bedankt." Zei hij stil. Hij keek naar Abbi, die heel stilletjes sorry zei. "Je kan maar beter oppassen Albus." zei Hagrid. Albus lachte zwakjes en stapte in een bootje. Naast hem ging Abbi zitten. Hij negeerde haar volledig, hij was een beetje kwaad omdat hij nu kletsnat naar het kasteel moest. "In Zweinstein kunnen ze je wel helpen Albus, ik ben de spreuk om je te drogen vergeten." Fluisterde Hagrid. Na een tijdje kwamen ze bij het kasteel. Albus die al grootendeels opgedroogd was werd weer zenuwachtig. Vragen schoten in zijn hoofd. Zal ik in Gryffoendor zitten? Word ik niet te veel gepest? Zal ik niet verloren lopen? Hij volgde Hagrid en de andere eerstejaars. Voordat hij het wist stond hij voor de deur van de Grote Zaal. Professor Anderling nam het woord. Veel verstond Albus er niet van want hij was gewoon té zenuwachtig. De deur ging open en Albus ging naar binnen. Hij keek zenuwachtig rond. Hij voelde dat iedereen naar hem staarde, en dat was ook zo. Soms zag hij iemand wijzen. Voordat hij het wist begon de hoed met z'n lied.

Ja hier ben ik weer

Voor de al zoveelste keer
Weer eerstejaars indelen
Begint niet te vervelen
Er zijn wat bekende bij
Die beginnen allen met een schone lei
Maar als je naar hun ouders ziet
Weet je dat ze iets gaan uithalen hier
Mijn lied is dit jaar bijzonder kort
Omdat ik dit jaar verbrand word !

Er viel een stilte over de groote zaal. Iedereen keek geschrokken naar elkaar. Niemand begreep het. De hoed die al jaren mensen indeelde word in brand gestoken ? Proffesor Anderling's stem galmde over het geroezemoes. "Zoals je wel hebt gehoord word onze trouwe hoed in brand gestoken. Dit komt omdat hij veel te oud wordt. Maar laten we verder gaan met de indeling. Ze riep een paar namen die hij niet verstond, want hij was nog steeds aan het stressen. Maar dan riep Proffesor Anderling "Abbi Rolberg!" Albus keek op. De hoed werd maar eventjes op het hoofd van Abbi gelegd en de hoed zei al meteen "Gryffoendor!" Er kwam een luid applaus uit de tafel van Gryffoendor. Meteen hoorde Albus zijn naam. Het werd uitzonderlijk stil in de grote zaal. Normaal werd er hier een daar nog een beetje gefluisterd, maar deze keer niet. Albus ging op de stoel zitten en Proffesor Anderling zette de hoed op het hoofd van Albus. De hoed zei iets maar Albus verstond het niet. Hij verkeerde in een soort ik-wil-hier-zo-snel-mogelijk-weg-situatie. Uiteindelijk riep de hoed Gryffoendor. Albus was zo blij dat hij de hoed vergat af te zetten. Na wat gelach in de zaal liep hij naar de tafel van Gryffoendor en ging hij naast Abbi zitten.