Klonen

Klonen; Een zaak voor de toekomst??

Als we het over klonen hebben denken we al gauw aan Dolly, het gekloonde schaap. Maar om het begrip klonen duidelijk te maken zal er eerst een definitie van worden gegeven. Onder een kloon verstaan we een individu die door ongeslachtelijke voortplanting is ontstaan uit een ander individu. Maar is dit wel menselijk? Mag je klonen zomaar toestaan? Heeft klonen eigenlijk wel een nut?

Hoewel klonen door vele mensen nog niet goed wordt gekeurd, heeft het vele voordelen. Het tekort aan donoren dat nu in ons land heerst, zou door middel van klonen kunnen worden tegengegaan. Door middel van klonen zou je allerhande gezonde organen kunnen namaken en die bij een zieke implanteren. Ook ernstige ziektes zoals Alzheimer en de ziekte van Parkinson zouden genezen kunnen worden door het vervangen van beschadigde cellen door gezonde cellen van de patiënt zelf.
Maar niet alleen in de medische wetenschap heeft baat bij het klonen. Ook dieren die op uitsterven staan kunnen gekloond worden om diens uitsterven te voorkomen. Op deze manier besparen overheden miljoenen aan het behouden van bedreigde diersoorten.

Maar behalve voordelen heeft klonen ook tal van nadelen. De medische risico’s dat klonen met zich meebrengt bijvoorbeeld. De kans is namelijk groot dat de kloon het niet overleeft, of wordt geboren met een bepaalde afwijking. Dus voordat er met klonen word begonnen zal er eerst veel onderzoek naar gedaan moeten worden, maar dit kan alleen als er embryo’s gekloond worden en bovendien worden er normaal ook al mensen met bepaalde afwijkingen geboren, gehandicapten bijvoorbeeld.
Maar iets anders dat je vaak hoort is dat klonen onnatuurlijk kan worden genoemd. Je gaat tegen de natuurwetten in. In de natuur bestaat er een bepaald evenwicht en alles is perfect op elkaar afgestemd. Dus als je zou gaan klonen zou je dit natuurlijke evenwicht verstoren. Maar nu is de vraag: Gaat men al niet dagelijks tegen de natuurwetten in? Met het omhakken van bossen, omdat er zonodig een snelweg doorheen moet lopen. Of het gebruik van vliegtuigen en andere vervoersmiddelen.
Bovendien wordt het klonen van embryo’s vaak ethisch onaanvaardbaar gevonden, omdat een embryo al een klein levend wezen zou kunnen zijn. Maar het embryo heeft helemaal geen gevoel en het vertoont geen gedrag. En ook het zenuwstelsel en de hersenen van een embryo moeten nog ontwikkeld worden. Eigenlijk is een embryo dus geen levend wezen, maar gewoon een klompje cellen dat nog moet uitgroeien tot een levend wezen.

Klonen heeft dus evengoed voor- als nadelen. Maar wegen de nadelen op tegen de voordelen? Zou je klonen moeten verbieden als er mensenlevens mee kunnen worden gered?
Ik vind dat klonen mogelijk moet zijn om te hulp te bieden in de medische wereld. Maar voordat het zover is zullen er eerst nog heel veel testen moeten worden uitgevoerd, want het klonen mag pas gebeuren als er 100% zekerheid is aan het slagen van de kloon. Anders moet men gewoon op zoek gaan naar andere mogelijkheden om mensenlevens te redden. Maar het is heel goed mogelijk, dat je over 50 jaar niet meer om klonen heen kunt…