Invloed van taalgebruik

De manier waarop je je taal gebruikt is je visitekaartje.

Je kan je taal op een heleboel verschillende manieren gebruiken. Iedereen heeft daar zo zijn eigen manieren voor. De manieren die iemand gebruiken zeggen iets over iemand. Het taalgebruik speelt dan ook een grote rol bij het bepalen van een oordeel over mensen.
Allereerst heb je natuurlijk mensen die hard of zacht praten, mensen die snel of langzaam praten, mensen die veel of weinig zeggen en mensen die een bepaald accent hebben. Mensen die veel of hard praten komen spontaner over dan mensen die zacht praten of die niet veel zeggen. Die komen dan weer eerder verlegen over. Maar hard praten kan ook weer druk over komen, of egoistisch omdat ze zichzelf zo belangrijk vinden en het kan heel storen zijn. Maar ook mensen die heel langzaam praten of juist heel snel of mensen die onduidelijk spreken kunnen irritatie opwekken. Een accent kan grappig klinken, maar ook agressief of juist dom (mensen die heel limburgs praten).
Slissen, stotteren, en hakkelen komt onhandig en onzeker over, en ook dit kan weer tot irritatie leiden. Anderen mensen kunnen ook weer medelijden met zo’n persoon krijgen en als gevolg daarvan weer een beetje op iemand neer kijken.
Maar ook als je kijkt naar de inhoud zijn er heel veel manieren om je taal te gebruiken. Zo komen mensen die moeilijke woorden gebruiken intelligenter over dan mensen met een simpel eenvoudig taalgebruik. Iemands taalgebruik zegt dan ook wat over iemands leeftijd of over het sociale milieu waar iemand uit komt.
Mensen die over vaktermen gebruiken bij het praten over een bepaald onderwerp hebben daar duidelijk verstand van. Andere mensen zouden die termen namelijk niet gebruiken en misschien niet eens kennen.
Mensen die allerlei taalfouten maken komen daarentegen weer heel dom over. Iemand kan ergens nog zoveel van afweten, als hij dat vertelt met allemaal taalfouten komt hij nog dom over. Taalfouten kunnen ook voor irritatie zorgen en de aandacht afleiden van de informatie die iemand wil vertellen. Dat zelfde geld voor mensen die te vaak “uh” zeggen. Zelf merk ik wel eens dat ik de “uh-s” ga tellen en dus totaal niet meer kan opletten. Tijdens een presentatie komt dat onproffessioneel en onhandig over. Tijdens een gewonen dialoog kan het lijken alsof iemand alles ter plekke zit te verzinnen of veel moet nadenken en er dus niet veel verstand van heeft. Maar het kan ook weer positief zijn als mensen gewoon veel willen nadenken tijdens een gesprek omdat ze precies dat willen zeggen zoals ze iets denken of vinden. Dat zelfde geldt voor mensen die tijdens een gesprek rusten inlassen om na te denken.
Zoals je merkt zijn er wel tig manieren die mensen kunnen kiezen (soms vrijwillig, soms niet) voor het gebruiken van hun taal.
Er is zelfs een groot verschil tussen het taalgebruik van mannen en vrouwen. Mannen zijn meer gericht op het bevel en vrouwen meer op het overleg, en klinken daardoor onzekerder.

Hier heb ik een voorbeeld bij:
Stel iemand vraagt aan iemand anders: “Hoe laat begint de voorstelling vanavond?”
En de ander antwoord: “Je moet om half acht klaar staan.”
Of de vraag is: “Hoelaat begint de voorstelling vanavond?”
En het antwoord is: “Ik weet het niet zeker, ik geloof half acht, wat dacht jij?”

Het eerste antwoord is een typisch mannen antwoord en het tweede weer typische een vrouwen antwoord. Maar draai het nou eens om. Beeld je eens in dat een man tegen je zouden zeggen: “Ik weet het niet zeker, ik dacht half acht, wat dacht jij?”
Dan krijg je toch een heel ander beeld van zo iemand. Degene komt dan verwijfder over.

Zo zie je maar weer wat voor een invloed je taalgebruik kan hebben op het oordeel dat mensen over je gaan vormen, op je visitekaartje dus. Taalgebruik is natuurlijk niet het enige dat daar een rol in speelt. Ook je uitstraling, je uiterlijk, verzorging, kleding, houding en je manieren spelen hierin mee. Toch is de invloed van je taalgebruik vaak onbewust heel groot.

Wat je bereikt met wat je zegt hangt vaak namelijk niet alleen af van wat je zegt, maar ook heel sterk van hoe je het zegt.