Handel tussen Nederland en China

Handel tussen China en Nederland

China gaat te ver

Sinds 1970 neemt de handel tussen Nederland en China steeds meer toe. Dat komt doordat de ‘Aziatische tijgers’ in een snelle industrialisering terecht zijn gekomen. De import en export waren tot 1986 redelijk in balans, sindsdien neemt de import vanuit China steeds meer toe. Hierdoor is China tot een van onze belangrijkste handelspartners uit Oost-Azië uitgegroeid.
De hoofdvraag luidt: ‘Wat zijn de gevolgen van de snelle industrialisering in Azië voor de Nederlandse economie?’ De daarbij behorende deelvragen zijn:
‘Welke voor- en nadelen brengt de toetreding van China tot WTO met zich mee’?
‘Wat voor effect heeft het Aziatisch hamsteren op de Nederlandse economie?’
‘Hoe is de verhouding import:export tussen Nederland en China?’
‘Welke gevolgen brengen de lage lonen in Azië met zich mee?’

‘Welke voor- en nadelen brengt de toetreding van China tot WTO met zich mee?’

Vanaf het voorjaar 2004 mag China zich een lid noemen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Het doel van deze organisatie is de handelsbelemmeringen wegnemen. De Chinese minister van Handel, Shi Guangsheng is ervan overtuigd dat er voordelen zijn voor beide partijen. Het verdrag zorgt voor een impuls aan economische hervormingen in China en geeft Chinese bedrijven meer markttoegang tot Europa. Voor de EU kunnen ongeveer 150 exportproducten goedkoper naar China worden verzonden door de verlaging van de invoerrechten met 8 tot 10 procent.
De Europese Commissie heeft voor veel verandering gezorgd. Zo mogen Europese telecombedrijven na 3 jaar een aandelenbezit van 49% van Chinese ondernemingen kopen.
In de verzekeringssector werden er 7 licenties verstrekt aan Europa. Ook is er controle over Chinese verzekeraarsbedrijven mogelijk.
Autofabrikanten hebben meer vrijheid gekregen bij het kiezen van autotypes, maar zijn nog niet af van de joint ventures met Chinezen.

‘Wat voor effect heeft het Aziatisch hamsteren op de Nederlandse economie?’
In de laatste weken van dit jaar zijn de olieprijzen ver omhoog geschoten. De analisten geven de schuld van de hoge olieprijzen aan China en India. Officiele cijfers van het verbruik van deze twee Aziatische landen zijn er niet bij OPEC en OESO. De landen hamsteren uit voorzorgsmaatregelen.
China heeft een olievoorraad nodig, omdat hun economie twee keer zo hard groeit als verwacht. De autobezitters, energiebedrijven en opkomende industrieën hebben de olie nodig.
Door de enorme vraag zijn de prijzen dus gestegen. Hier is dus sprake van bestedingsinflatie. Dit heeft verdere gevolgen. Bedrijven, die ruwe olie gebruiken in hun productieproces zien hun productiekosten stijgen. Dit zal doorberekend worden in de prijs. Hierdoor stijgen de prijzen en treedt er kosteninflatie op. Wij als Europeanen hebben minder waar voor ons geld. Dit is niet het enige nadeel.
Door de stijging van de prijzen worden Europese producten duurder ten op zichte van de producten uit andere werelddelen, de concurrentenpositie verslechtert. De export zal daardoor dalen en de import stijgen. Op de betalingsbalans zal een tekort komen te staan waarvoor Europa moet lenen bij andere landen. Dit is erg slecht voor Nederland, want Nederland is een handelsland en een groot percentage van BBP (11,4%) is te danken aan de handel. Dat betekent beperkte of zelfs geen economische groei voor Nederland.

‘Hoe is de verhouding import:export tussen Nederland en China?’

Sinds 2002 is het handelstekort met China het grootst t.o.v. de andere landen, waarmee Nederland handel drijft. De belangrijkste importproducten uit China zijn: computers, kleding, telecommunicatie-apparatuur, computeronderdelen en speelgoed. De Nederlandse uitvoer naar China bestaat voornamelijk uit machines en chemische producten. Het saldo van de handelsbalans tussen Nederland en China laat een tekort van 8,8 miljard euro voor Nederland zien.
Dit is nadelig voor Nederland. Nu er een tekort is op de betalingsbalans zullen bedrijven hun prijzen moeten verlagen of minder moeten laten stijgen dan hun concurrenten doen. Dat leidt tot winstverlaging. Winstverlaging zorgt ervoor dat investeringen (dus innovatie) uitgesteld wordt. Aangezien commerciële bedrijven naar maximale winst streven, zal dit niet gebeuren. De lonen worden gematigd, kosten worden gesnoeid, of er worden zelfs mensen ontslagen. Als de vakbonden dit geen van beide willen, dan zullen activiteiten zelfs naar het land worden verplaatst waar dit zo voordelig mogelijk kan. Loonmatiging is dan de beste oplossing. Maar als andere landen dit ook doen, schiet je er ook niks mee op. Om de het tekort te verwijderen kan de overheid nog investeren in kennis en opleiding. Maar dit is niet goed mogelijk, omdat de EMU een begrotingstekort van maximaal 3% eist. Er moet bezuinigd worden op andere posten. Waarschijnlijk zullen de sociaal zwakkeren deze last moeten dragen door verlaging van de sociale uitkeringen.
Ook moet de overheid veel lenen om het tekort te financieren. Dit leidt tot een grote vraag aan vermogen, wat de kapitaalmarktrente omhoog doet stuwen. Bedrijven zullen minder snel investeren. Zo zal er geen innovatie optreden, wat juist zorgt voor een meest efficiënt productieproces dat dan weer goedkopere producten oplevert.

‘Welke gevolgen brengen de lage lonen in Azië met zich mee?

Het BBP per capita in China is 1100 dollar, in Nederland is het BBP per capita 34.038 dollar of hoger. Dat betekent dat de arbeiders in China stukken goedkoper zijn dan die in Nederland. Ondernemingen zullen diep snijden in de arbeidskosten . Sommige bedrijven verplaatsen dan ook hun gehele of een deel van hun productie naar lage-lonen-landen.
Zo verplaatsen de farmaceutische bedrijven zich naar China wegens dit loonverschil. Het Zwitserse Roche opende al een R&D-centrum aan de rand van Sjanghai. Dit is niet alleen wegens de kostenbesparing, maar ook omdat scheikunde op een hoog niveau wordt beoefend door Chinese wetenschappers. Chinezen moeten nog wel leren omgaan met Westerse technieken. Volgens Daniel Vansella, bestuursvoorzitter van de Zwisterse farmaciereus Novartis, nemen de Chinezen de kennis snel over en is het alleen nog maar een kwestie van tijd.
Als veel bedrijven zich zullen verplaatsen vanuit Europa of Nederland, dan zullen er hier veel arbeidsplaatsen verdwijnen, waarna wij hier met een grote werkloosheid zitten. Dat is nadelig voor de Nederlandse economie.
Ook wanneer een Zwitsers bedrijf zich verplaatst. Zo zullen de Zwiterse arbeiders hun inkomen verliezen en kunnen ze dus minder kopen. De vraag zal dalen wat zal leiden tot exportdaling voor Nederland.

Al met al kan ik concluderen dat de industrialisering in China negatief uitpakt voor Nederland, omdat er meer nadelen dan voordelen aanzitten. Zo treedt er inflatie op via de vraag- en aanbodzijde, zal de werkloosheid stijgen door productieverplaatsing en zorgt een tekort op de handelsbalans voor grote schulden.
China wordt een grote concurrent,die - waar het nu op lijkt - de concurrentieslag zal winnen ook. Onze economische recessie op dit moment zal met opkomend China alleen maar toenemen. Iets waar ik niet op zit te wachten.