Het inburgeringscontract
“Imams slagen voor inburgeringscursus” zo luidt de krantenkop uit het Parool van donderdag 2-11-04. Inburgeren is het laatste jaar een hot-item in Nederland. Minister Verdonk heeft een scherp inburgeringsbeleid dat ze, ondanks veel negatieve reacties daarop, wil voortzetten. Ze wil onder andere een wet voor inburgeringsplicht in voeren, en die wet wil ze ondersteunen met het zogenaamde inburgeringscontract.
Het contract houdt in dat je een tijdelijke werkvergunning krijgt en als tegenprestatie een inburgeringscursus volgt. De cursus bestaat uit twee delen: in het eerste deel leer je Nederlands en in het tweede deel leer je de allereerste stappen te zetten in maatschappij. Bijvoorbeeld hoe je een strippenkaart moet gebruiken. De cursus kost de overheid 6000 per persoon maar dat bedrag moet later terug betaald worden.
Minister Verdonk mikt bij haar inburgeringscursus op allochtonen tot 65 jaar met een uitkering en moeders met kleine kinderen. Zodra men een baan heeft en het kan permitteren betaald men die cursus terug.
Het voordeel van de cursus is dat alle hoog- en laagopgeleide immigranten makkelijker een baan kunnen vinden en onze kenniseconomie vraagt veel hoogopgeleide mensen, meer dan dat er hier geboren worden. En hoe meer knappe koppen er komen des te belangrijker worden de schoonmakers en vuilnismannen. Dit werk willen veel oorspronkelijke Nederlanders niet meer doen, dus als er nu meer laagopgeleide immigranten komen kunnen zij die taken op zich nemen. Ook een voordeel is dat het geld van die cursus terugbetaald wordt en door de overheid gebruikt kan worden om bijvoorbeeld extra taallessen aan te bieden.
Er zit één groot nadeel aan. Verdonk kreeg een berisping van de commissie gelijke behandeling. Want als ze alleen allochtonen verplicht moeten inburgeren zou zij zich schuldig maken aan discriminatie. Daarom zouden autochtone Nederlanders die minder dan acht jaar onderwijs hebben gehad verplicht naar die cursus moeten. De cursussen waren eigenlijk bedoel om problemen op te lossen als bijvoorbeeld: de grote immigratie stroom verkleinen doordat mensen eerst die cursussen moeten volgen en het inburgeringscontract moeten tekenen. Maar met deze regeling moeten autochtonen deze cursus ook gaan volgen en dat maakt het wetsvoorstel zinloos.
Kortom, het inburgeringscontract zou allochtonen verplichten om inburgeren en zo op den duur makkelijker een baan te kunnen vinden. Maar het probleem is dat als je allochtonen zou verplichten, je discrimineert. Het gevolg is dat autochtonen Nederlanders met minder dan acht jaar onderwijs verplicht deze cursus moeten volgen. Dat heeft niks meer met het inburgeringsbeleid te maken en is dus gewoon om het discriminatieprobleem te omzeilen.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
dankje schat
20 jaar geleden
Antwoorden