Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Taak 1 t/m 5: Moeilijke woorden

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 5e klas havo | 6836 woorden
  • 7 november 2014
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
1 keer beoordeeld

Nederlands

 

Moeilijke woorden

 

Zinnen.

 

 

  1. Hoe groter geest, hoe groter beest.            -
  2. De kaarten zijn geschud.
  3. Allemans vriend, is allemans gek.              -                  
  4. Een lange arm hebben.
  5. Graag aan Bacchus offeren.
  6. Barbertje moet hangen.                                   -
  7. Hij kijkt of hij aan zijn laatste oortje versnoept heeft.
  8. Nog niet droog achter de oren zijn.
  9. De schellen vielen hem van de ogen.
  10. Een scheve schaats rijden.

Woorden.

  1. Zwijnenpan
  2. Zwin
  3. Kwintessens
  4. Kwinkslag
  5. Symptoom
  6. Acquisitie
  7. Bottleneck
  8. Dynastie
  9. Dividend
  10. Oppositie
  1. Begaafde mensen leven er vaak op los.
  2. Het besluit is genomen.
  3. Wie veel vrienden wil hebben, wordt vaak voor de gek gehouden.
  4. Veel macht/invloed hebben.
  5. Veel drinken (alcohol).
  6. Terecht of onterecht, iemand moet en zal de schuld krijgen.
  7. hij kijkt heel teleurgesteld.                                                 -
  8. Nog niet volwassen zijn.
  9. Iets ineens begrijpen.
  10. Iets doen wat niet mag of niet hoort.

 

  1. Bende
  2. Kreek
  3. Essentie
  4. Grapje
  5. Kenmerk
  6. Klantenwerving
  7. Knelpunt
  8. Vorstenhuis
  9. Winstaandeel
  10. Tegenpartij

In te vullen woord.

  1. Dat komt hem duur te staan.                      -
  2. Zich in de kaart laten kijken.                             -
  3. Aan lagerwal geraken.                                     -
  4. De kat op het spek binden.
  5. Man en paard noemen.
  6. Iemand de mantel uitvegen.                               -
  7. Iets onder de pet houden.
  8. In eigen staart bijten.
  9. Beren en wolven zien.
  10. Iets op de kaart zetten.                                           -

 

 

  1. Van kleur verschieten.
  2. Voor galg en rad opgroeien.                -
  3. Alle hoop de bodem inslaan.
  4. In iemands huid kruipen.
  5. Op een houtje bijten.                                -
  6. Dat is de goden verzoeken.
  7. Met de ellebogen werken.                     -
  8. Op de fles gaan.
  9. Op de klippen lopen.
  10. Ergens garen bij spinnen.Dat kost hem veel inspanning of veel geld; dat brengt hem veel leed.
  11. De plannen blootgeven (zonder dat echt te willen)
  12. Financieel en maatschappelijk hard achteruitgaan.
  13. Iemand in verleiding brengen.
  14. Alles vertellen, niets verzwijgen.
  15. Iemand een standje geven; iemand stevig aanpakken.
  16. Iets geheim houden.
  17. Zichzelf benadelen.
  18. Bang zijn voor (denkbeeldig) gevaar.
  19. Iets van de grond krijgen (bv. een bedrijf).

 

 

  1. Bleek worden, heel erg schrikken.
  2. Slecht opgevoed worden, zodat er weinig van je terechtkomt.
  3. Aan alle hoop een einde maken.
  4. Zich in een ander verplaatsen.
  5. Niets of weinig te eten hebben; arm zijn.
  6. Te grote risico’s uitlokken.
  7. Ten koste van anderen proberen hogerop te komen.
  8. Failliet gaan.
  9. Mislukken.
  10. Ergens voordeel van hebben.

 

Belangrijken.

 

 

  1. Aantasting
  2. Agrarische samenleving          -
  3. Agrarisch-stedelijke samenleving                                 -
  4. Amusementsindustrie
  5. Arbeidsdeling                                 -
  6. Antidemocratische stromingen
  7. Arbeidsongeschiktheid
  8. Arbeidsverhoudingen
  9. Armenwet                                         -                                                             -                                                             
  10. Armenzorg
  11. Automatisering
  12. Beroepssectoren                                -                                                            -                                                               -                                            
  13. Bevoegdheden
  14. Blokkade
  15. Burgerlijke rechtspraak                      -
  16. Bijzondere scholen
  17. Communisme                                       -
  18. Communisten
  19. Concurrentie                               -
  20. Confessionele partijen

 

 

 

  1. Beschadiging
  2. Hierin leven mensen in dorpen van landbouw (akkerbouw en veeteelt)
  3. Hierin leven de meeste mensen op het platteland van landbouw, maar steden zijn belangrijk vanwege ambachten en handel
  4. Productie van spullen om mensen te vermaken
  5. Het maken van een product wordt gesplitst in deelbewerkingen voor aparte arbeiders
  6. Meningen van mensen, die tegen democratie zijn                                -
  7. Door ziekte of iets dergelijks niet kunnen werken
  8. Relatie tussen werkgevers en werknemers
  9. Wet uit 1854 waarin werd geregeld dat gemeenten met een armbestuur armen gingen helpen
  10. Moeite die wordt gedaan voor arme mensen
  11. Gebruik van computers in een bedrijf
  12. Delen van de samenleving die bij bepaald soort beroepen horen: landbouw en visserij (eerste sector), industrie en handnijverheid (tweede sector) en diensten en overheid (derde sector)
  13. Taken die iemand mag uitvoeren
  14. Afsluiting
  15. Hierbij bepaalt een rechter de oplossing van een conflict tussen twee partijen
  16. Scholen die door burgers zijn opgericht
  17. Politiek en economisch systeem waarbij bedrijven niet van particulieren zijn, maar van de staat
  18. Mensen die een klasseloze maatschappij willen
  19. Als mensen proberen iets beter te doen dan een ander (bijvoorbeeld handeldrijven)
  20. Deze partijen gaat uit van de Bijbel

 

  1. Kernachtige spreuk
  2. Het verbitterde gevoel
  3. Op persoonlijke titel (namens zichzelf)
  4. Onthoudt zich van genotsmiddelen e.d.
  5. Schitterende slotscène
  6. Iemand die mensen ophitst en misleidt
  7. Iemand die veel macht heeft en die ook onverbiddelijk gebruikt
  8. Pennenstrijd
  9. Geldigheid
  10. Gedrags- en omgangsregels

Woorden – zinnen

 

  1. Aanzienlijk
  2. Capituleren
  3. Efficiënt
  4. Graadmeter
  5. Ideologie
  6. Kansarm
  7. Miskennen
  8. Onderling
  9. Rampspoed
  10. Scenario                         -        
  11. Termijn
  12. Uitheems
  13. Uitholling                          -
  14. Voortijdig
  15. Wederhoor

 

  1. Categorisch
  2. Prematuur
  3. Chronisch
  4. Prominent
  5. Triviaal
  6. Resistent
  7. Inherent
  8. Erudiet
  9. Informeel
  10. Devoot

De begrippenlijst gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

  1. Zwijnen
  2. Delegeren
  3. Verdisconteren
  4. Recidiveren
  5. Persisteren
  6. Raffineren
  7. Seconderen
  8. Zwichten
  9. Sonderen
  10. Recupereren

 

 

 

 

 

  1. Groot
  2. Opgeven; niet langer weerstand bieden
  3. Doelmatig; nuttig effect hebbend
  4. Middel om de mate van iets te bepalen; maatstaf
  5. De ideeën achter een politiek systeem
  6. Weinig kansen krijgend
  7. Onderwaarderen niet op de juiste waarde schatten
  8. Ten opzichte van elkaar; wederzijds
  9. Onheil; ellende; tegenspoed
  10. Draaiboek; vermoedelijke loop van de gebeurtenissen
  11. Bepaalde tijd
  12. Buitenlands; vreemd
  13. Verschraling; het beroven van essentiële bestanddelen
  14. Te vroeg; voor het verwachte tijdstip
  15. Het aanhoren van de andere partij (in een geschil)

 

  1. Onvoorwaardelijk
  2. Voorbarig
  3. Voortdurend
  4. Vooraanstaand
  5. Platvloers
  6. Bestand
  7. Nauw verbonden
  8. Ontwikkeld
  9. Niet officieel
  10. Vroom

 

  1. Met geluk winnen
  2. Bevoegdheden overdragen
  3. We zullen dat op de nota verrekenen
  4. Opnieuw een misdrijf begaan
  5. In een standpunt volharden
  6. Het zuiveren van bv. ruwe suiker
  7. Iemand bijstaan bij bv. een spel
  8. Door de druk moeten opgeven
  9. Iets goed uitzoeken of onderzoeken
  10. Herstellen na een zware inspanning

 

 

 

Belangrijken.

 

  1. Dekolonisatie
  2. Democratisering                          -
  3. Dictatuur                                        -
  4. Discriminatie                                           -                                                         -
  5. Dolle mina                                      -
  6. Duitse eenwording                              -
  7. Economische crisis                           -                                                         -
  8. EEG                                                      -                                                           -
  9. EGKS                                                      -
  10. Emancipatie                                        -
  11. Politiek koloniaal beleid              -
  12. Etniciteit                                            -
  13. EU
  14. Europees Parlement
  15. Europese Commissie

 

  1. Acceptabel
  2. Bejegenen
  3. Column
  4. Doorzagen
  5. Essentieel
  6. Feminisering
  7. Hiërarchisch
  8. Impliciet
  9. Lobbyen
  10. Nomadisch
  11. Prenataal
  12. Relatief
  13. Tekortschieten
  14. Verguizen
  15. Zuil
  1. Als er een einde komt aan een koloniale verhouding
  2. Als mensen meer invloed krijgen op het bestuur, bijvoorbeeld van een land
  3. Strenge en wrede regering door en persoon (dictator) of groep mensen
  4. Als iemand op oneerlijke manier wordt achtergesteld omdat hij een bepaalde eigenschap heeft
  5. Feministische actiegroep (1969), genoemd naar Mina Kruseman (1839-1922)
  6. In 1990 werden Oost- en West-Duitsland weer één staat.
  7. Erge situatie met weinig productie en veel werkloosheid economische groei als meer wordt geproduceerd en meer werkgelegenheid ontstaat
  8. Europese Economische Gemeenschap eenheidsstaat land met één centrale regering (voorloper EU)
  9. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (voorloper EU)
  10. Als mensen dezelfde rechten en mogelijkheden krijgen als anderen
  11. Ter verbetering van het leven van de inheemse bevolking
  12. Heeft te maken met het oorspronkelijk volk (of volksgroep) van mensen
  13. Europese Unie
  14. Volksvertegenwoordiging van Europese Unie
  15. Bestuur van EU dat genomen besluiten uitvoert

 

  1. Aanvaardbaar
  2. Behandelen; tegemoet treden
  3. Enigszins kritisch artikel in een krant of tijdschrift
  4. Langdurig ondervragen
  5. Wezenlijk; heel belangrijk
  6. Toename van het aantal vrouwen in een sector
  7. Volgens een rangorde
  8. Erin opgesloten liggend; niet expliciet
  9. Invloed uitoefenen op de (politieke) besluitvorming
  10. Rondtrekkend; zonder vast verblijf
  11. Aan de geboorte voorafgaand
  12. Naar verhouding; niet absoluut
  13. In gebreke blijven; niet voldoen aan de eisen
  14. Met verachting bespreken
  15. Maatschappelijke groepering met een bepaalde levensbeschouwing

 

 

  1. Dat is een heet hangijzer.
  2. Handjeklap met iemand spelen.
  3. Dat is en zware jongen.
  4. Het gouden kalf aanbidden.
  5. En schot voor de boeg geven.
  6. De minister laat een proefballon op.                 -
  7. Hij is een profeet die brood eet.                         -
  8. Het is een publiek geheim.                                 -
  9. Noblesse oblige.                                                           -
  10. De scheidsrechter is wederom de kop van Jut.

 

  1. Het schip ingaan.
  2. Hij is voor geen kleintje vervaard.
  3. Wil jij de honneurs waarnemen?
  4. Hij leest de krant altijd te hooi en te gras.
  5. Ieder huis heeft zijn kruis.
  6. Die vrouw heeft haar op de tanden.
  7. Dat is voor ons een zwart gat.
  8. De toenemende vergrijzing werpt zijn schaduw vooruit.
  9. Dat is een spel van kat en muis.                           -
  10. Daar heersen de wetten van jungle.

 

  1. Iets met lede ogen aanzien
  2. Iemand de ogen openen                          -
  3. Iets op zijn lever hebben
  4. Leven en laten leven
  5. Iemand lik op stuk geven
  6. Boven het maaiveld uitsteken
  7. Uit iemands hand eten                         -
  8. De kont tegen de krib gooien
  9. Wil jij het spits afbijten
  10. Tussen twee vuren zitten

 

 

 

 

  1. Een lastig, veelbesproken onderwerp
  2. Stiekem onderling afspraken maken
  3. Een crimineel
  4. Geld het allerbelangrijkste vinden
  5. Een waarschuwing laten horen
  6. Laat een idee horen om de reacties te peilen
  7. Hij is iemand waar je niet naar moet luisteren
  8. Officieel weet niemand het, maar het is algemeen bekend
  9. Als je talent hebt, moet je dat ook gebruiken
  10. De persoon die overal de schuld van krijgt

 

  1. Een financiële stop hebben
  2. Hij kan of durft heel wat
  3. Als vervanger de plichten vervullen
  4. Willekeurig; dan dit, dan dat                                              -
  5. Bij iedereen gaat wel eens iets mis
  6. Kan de strijd aan
  7. Iets wat onbekend is
  8. Is nu al te merken                                                                      -
  9. De machtigste wint een ogenschijnlijk gelijke strijd
  10. Het recht van de sterkste geldt

 

  1. Iets met tegenzin laten gebeuren
  2. Iemand doen inzien hoe iets precies in elkaar zit
  3. Ergens mee zitten
  4. Je moet een ander ook iets gunnen
  5. Direct en fel reageren
  6. Je onderscheiden en daardoor veel kritiek kunnen krijgen
  7. Alles doen wat een ander zegt
  8. Tegendraads zijn
  9. Als eerste beginnen
  10. Er dreigt van twee kanten gevaar

 

 

 

 

  1. Gods water over Gods akker laten lopen
  2. Een gebaar maken
  3. Tegen de stroom oproeien                                     -
  4. Nog heel wat voor de boeg hebben
  5. Voor stoelen en banken preken                            -
  6. Een dam tegen iets opwerpen                            -
  7. Het daglicht zien
  8. Een huis op iemand kunnen bouwen
  9. Dat zal spoedig ingang vinden
  10. In een ivoren toren zitten                                       -

 

  1. Allergie                             -
  2. Beducht
  3. Chronisch
  4. Destijds
  5. Falen
  6. Heilstaat                        -
  7. Impuls
  8. Lineair
  9. Mits
  10. Naarstig
  11. Pessimistisch
  12. Reductie
  13. Saboteren
  14. Thans
  15. Uitwijzen

 

 

  1. Na ampele overwegingen
  2. De onderhandelingen zijn in een impasse geraakt
  3. Die gebeurtenis baarde opzien
  4. Over iets in het duister tasten
  5. Een raming van de kosten
  6. In weerwil van uw goede bedoelingen
  7. Een compromis sluiten
  8. U bent niet voor rede vatbaar
  9. Met haar is geen goed garen te spinnen
  10. Iets te berde brengen

 

  1. Alles laten gaan zoals het gaat, een afwachtende houding aannemen
  2. Je goede wil tonen
  3. Ondanks tegenstand iets proberen te bereiken
  4. Nog veel te doen hebben
  5. Niemand wil horen wat je te zeggen hebt
  6. Een bepaalde ontwikkeling / bepaald proces proberen te stoppen
  7. Geboren worden (ook figuurlijk)
  8. Altijd op iemand kunnen vertrouwen
  9. Algemeen geaccepteerd worden
  10. Weinig of geen contact met de samenleving hebben

 

  1. Overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
  2. Bang; bevreesd
  3. Voortdurend; aanhoudend
  4. In die tijd
  5. Tekortschieten; mislukken
  6. Maatschappij waarin iedereen gelukkig is
  7. Prikkel; aansporing
  8. Lijnvormig; volgens een rechte lijn
  9. Als; indien
  10. IJverig
  11. Somber; zwaarmoedig
  12. Vermindering; verlaging
  13. Ondermijnen; in de war sturen
  14. Tegenwoordig; nu; op dit moment
  15. Aantonen

 

  1. Na uitvoering nadenken
  2. De onderhandelingen zitten muurvast
  3. Die gebeurtenis trok de aandacht
  4. Niet weten hoe het precies zit
  5. Schatting van de kosten
  6. Ondanks uw goede bedoelingen
  7. Tot een akkoord komen
  8. U bent onredelijk
  9. Zij is lastig of onhandelbaar                                                     -
  10. Iets ter bespreking aanvoeren

 

Belangrijken.

  1. Feministen
  2. Geboortegolf                                -
  3. Geleide loonpolitiek                     -
  4. Geografische mobiliteit
  5. Glasnost                                              -
  6. Grondwet                                     -
  7. Guerrilla oorlog
  8. Ideologie                                     -
  9. Imperialisme                                -
  10. Identiteit
  11. IJzeren Gordijn                               -
  12. Individualisme                             -
  13. Industrialisatie                               -
  14. Industriële                       samenleving                                
  15. Inlanders                                       -
  16. Jagers-verzamelaars                        -
  17. Japanse bezetting
  18. Kapitalisme                                        -
  19. Kiesrecht
  20. Klassieke grondrechten
  21. KNIL
  22. Kolonialisme                                  -
  23. Koude Oorlog                                -

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Mensen die strijden voor emancipatie van vrouwen
  2. Sterke toename van aantal geboorten in een korte periode
  3. Beleid waarbij de regering bepaalt of en hoeveel lonen stijgen
  4. De verplaatsing van mensen ruimtelijke beweeglijkheid                                         -
  5. Openheid (Russisch) grondrechten wat mensen volgens de grondwet mogen
  6. De belangrijkste regels van een land bij elkaar opgeschreven
  7. Kleine oorlog (Spaans) met kleine strijdgroepen
  8. Een verzameling bij elkaar horende ideeën, een manier van denken, meestal over politiek en samenleving
  9. Het veroveren van gebieden en het overheersen van volken
  10. Speciale kenmerken van een persoon of groep
  11. Grens van hekken en prikkeldraad van Noord- naar Zuid-Europa, tijdens de Koude Oorlog
  12. Als mensen hun zelfstandigheid als mens, los van andere mensen, belangrijk vinden
  13. Als meer met machines in fabrieken wordt geproduceerd
  14. Hierin woont meer dan de helft van de mensen in steden
  15. Koloniale naam voor oorspronkelijke bewoners van kolonie
  16. Samenleving waarin nomaden leven van gevonden planten, jagen en vissen
  17. Overheersing door Japan van Indonesië (1942-1945)
  18. Economische systeem waarbij mensen systeem geld investeren in de hoop winst te maken
  19. Als je mag stemmen bij verkiezingen
  20. Vrijheidsrechten, deze leggen nadruk op vrijheden van burgers ter bescherming tegen overheid en anderen
  21. Koninklijk Nederlands-Indische Leger
  22. Land dat door ander land wordt overheerst om er aan te verdienen
  23. Internationale spanning tussen twee machtsblokken die niet is uit gelopen op een echte oorlog (1945-1990)

 

 

 

 

 

 

 

  1. Theatraal
  2. Understatement
  3. Nepotisme
  4. Doodgeboren kindje
  5. Retorische vraag
  6. Contradictio in terminis
  7. Hypothese
  8. Fourneren
  9. Unicum
  10. Manuscript

 

  1. Lexicograaf
  2. Buddy
  3. Colporteur
  4. Anarchist
  5. Causeur
  6. Paragnost
  7. Bibliofiel
  8. Purist
  9. Linguïst
  10. Etnoloog

 

  1. Agrarisch
  2. Claimen
  3. Daadwerkelijk
  4. Evenmin
  5. Gangbaar
  6. Incidenteel
  7. Locatie
  8. Metafoor
  9. Nazaat
  10. Omvang
  11. Pleidooi
  12. Representatief                    -
  13. Spectrum
  14. Toonzetting
  15. Verrijking

 

 

 

 

 

 

  1. Onnatuurlijk; overdreven
  2. Verzachtende manier van zeggen
  3. Het verdelen van banen onder vrienden en familie
  4. Iets wat geen kans van slagen heeft
  5. Vraag die als mededeling bedoeld is
  6. Gebruik van tegenstrijdige woorden                                                              -
  7. Stelling die als waarheid wordt verondersteld
  8. Storten
  9. Iets wat maar één keer voorkomt
  10. Handgeschreven exemplaar van bv. een boek

 

  1. Een schrijver van woordenboeken
  2. Iemand die een aidspatiënt steunt
  3. Iemand die aan de deur verkoopt
  4. Iemand die iedere vorm van gezag/orde verwerpt
  5. Iemand die en geestige spreekbeurt houdt
  6. Iemand die helderziende is
  7. Een liefhebber. verzamelaar van boeken
  8. Iemand die de taal zuiver wil houden
  9. Een taalgeleerde
  10. Een volkenkundige

 

  1. Gebaseerd op landbouw
  2. Aanspraak maken op
  3. Echt; feitelijk
  4. Ook niet
  5. Gebruikelijk; gewoon
  6. Afstammeling; nakomeling
  7. Plaats
  8. Figuurlijke uitspraak die gebaseerd is op overeenkomst
  9. Nu en dan; af en toe
  10. Grootte, bereik; uitgestrektheid
  11. Betoog; verdedigingsrede
  12. Alle verschillende (religieuze of politieke) opvattingen oorspronkelijk alle verschillende kleuren
  13. Geschikt om te vertegenwoordigen
  14. Woordkeus; taalgebruik
  15. Toevoeging van iets waardevols

 

 

 

 

 

 

Belangrijken.

 

  1. Landarbeiders
  2. Liberalen                                        -                                                       
  3. Liefdadigheid
  4. Linggadjati-akkoord                   -
  5. Marshallplan                                  -                                              -
  6. Medische wetenschap
  7. Mensenrechten
  8. Monopolie                                       -
  9. Nationalisme                              -                                                      -
  10. NAVO                                     -                                                -
  11. Ontkerkelijking                              -
  12. Ontzuiling                                  -
  13. Openbare scholen
  14. Parlement                                -                                                          -
  15. Perestrojka hervorming
  16. Politionele actie                             -
  17. Primaire levensbehoeften
  18. Propaganda
  19. Provo                                             -

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Werknemers in de landbouw
  2. Mensen die vinden dat de overheid zich zo min mogelijk moet bemoeien met samenleving en economie
  3. Hulp voor mensen die het slecht hebben
  4. Afspraak tussen Nederland en de Republiek Indonesië (1946)
  5. Plan van Amerikaanse regering om Europese landen geld te geven voor de economische wederopbouw (1947)
  6. Wat mensen weten en door geleerden wordt onderzocht over geneeskunde
  7. Rechten die iedereen zou moeten hebben
  8. Alleenrecht als iemand of een organisatie als enige iets mag doen
  9. Trots zijn op je eigen volk, dat een eigen land moet hebben en onafhankelijk moet zijn van andere landen of volken
  10. Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (in het Engels: NATO), militair verbond van VS, Canada en Westen’ Zuid-Europese landen (vanaf 1949)
  11. Als mensen minder naar de kerk (als gebouw) gaan en minder naar de kerk (als organisatie) luisteren
  12. Als mensen zich minder aantrekken van kerkelijk-politieke belangengroepen in de samenleving
  13. Scholen die door de overheid zijn opgezet
  14. Volksvertegenwoordiging parlementaire democratie bestuursvorm waarbij het volk via vertegenwoordigers invloed heeft
  15. (Russisch), naam van politieke van Russische partijleider Gorbatsjov (1985-1991)
  16. Nederlandse naam van de militaire acties in Indonesië (1947 en 1948)
  17. Eerste benodigdheden om te leven                                                            -
  18. Manieren om mensen een mening op te dringen
  19. Uitdagende, tegen de bestaande samenleving gerichte politieke organisatie (omstreeks 1966)

 

 

 

 

 

 

 

  1. Pluviometer
  2. Manometer
  3. Radiometer
  4. Parameter
  5. Chronometer
  6. Barometer
  7. Hygrometer
  8. Oscillograaf
  9. Seismograaf
  10. Fluviometer

 

  1. Alternatief
  2. Beschikken over
  3. Competitief
  4. Effect sorteren
  5. Gedegen
  6. Huidig
  7. Indammen
  8. Kennelijk
  9. Mantra                                   -
  10. Nostalgie
  11. Ongebreideld
  12. Potentieel
  13. Rijmen met
  14. Selectief
  15. Voorbang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Een regenmeter
  2. Een drukmeter
  3. Een apparaat dat straling meet
  4. Kenmerkende grootheid in bv. de wiskunde
  5. Een apparaat dat de tijd meet
  6. Een apparaat dat de luchtdruk meet
  7. Apparaat dat de luchtvochtigheid meet
  8. En apparaat dat elektrische stromen meet
  9. Apparaat dat de kracht van aardbevingen meet
  10. Apparaat dat de stroomsnelheid van rivieren meet

 

  1. Andere mogelijkheid
  2. Hebben; gebruik kunnen maken van
  3. Concurrerend
  4. Resultaat opleveren
  5. Grondig; goed doordacht
  6. Van onze tijd; van heden
  7. Beperken
  8. Blijkbaar; klaarblijkelijk
  9. Veel herhaalde spreuk (oorspronkelijk van religieuze staat)
  10. Verlangen vol heimwee
  11. Tomeloos; onbeperkt
  12. Beschikbaar vermogen
  13. Overeenstemmen met
  14. Gebaseerd op een bewuste keuze; kieskeurig
  15. Vroeg; prematuur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belangrijken.

 

  1. Raad van de EU                              -
  2. Raad van Ministers                        -
  3. Rerum Novarum                            -
  4. Revolutie                                        -                                                         -
  5. Schaalvergroting                           -
  6. Sociale   grondrechten                           -
  7. Sociale gelaagdheid                     -
  8. Sociale mobiliteit                           -
  9. Sociale positie
  10. Sociale rechten                             -
  11. Sociale voorzieningen
  12. Sociale wetgeving                      -
  13. Sociale wetten                     -
  14. Sociale zekerheidsstelsel
  15. Socialisten                                        -
  16. Soevereiniteitsover-dracht
  17. Specerijen                                   -
  18. Staatshoofd
  19. Strafrechtszaak                             -                                                    -

 

 

 

 

 

 

 

  1. Vergadering van per lidstaat één lid van de regering (staatshoofd of minister)
  2. Rechtsstaat land waar iedereen (burgers, overheid, rechters) zich aan de wet houden
  3. Bekendmaking van de paus over de sociale kwestie (1891)
  4. Grote, ingrijpende verandering rollenpatroon manier waarop de bezigheden zijn verdeeld, bijvoorbeeld tussen man en vrouw
  5. Dingen worden gedaan in grotere aantallen, hoeveelheden, met meer mensen
  6. Rechten in de grondwet waardoor de overheid moet zorgen voor behoorlijke leefomstandigheden van burgers
  7. De verdeling van de samenleving in hogere en lagere groepen (lagen)
  8. Beweeglijkheid van mensen tussen hogere en lagere groepen, hogerop komen of afzakken
  9. Plaats in de samenleving
  10. Rechten van burgers in verband met hun plaats in de samenleving en hun leefomstandigheden
  11. Maatregelen waarmee mensen in hun leefomstandigheden worden geholpen
  12. Het vaststellen van wellen ter verbetering van leefomstandigheden van mensen
  13. Regels ter verbetering van leefomstandigheden van mensen
  14. Systeem waarmee gezorgd wordt voor behoorlijke leefomstandigheden van burgers
  15. Mensen die zich met een actieve overheid willen inzetten voor minder rijke bevolkingsgroepen
  16. Weggeven van de hoogste macht over een staat                                -
  17. Gedroogde en vaak gemalen delen van planten met sterke geur en smaak
  18. Hoogste persoon van een land
  19. Hierbij bepaalt een rechter of een verdachte een wet heeft overtreden en welke straf hij volgens de wet moet krijgen

 

  1. Vergadering van per lidstaat één lid van de regering (staatshoofd of minister)
  2. Rechtsstaat land waar iedereen (burgers, overheid, rechters) zich aan de wet houden
  3. Bekendmaking van de paus over de sociale kwestie (1891)
  4. Grote, ingrijpende verandering rollenpatroon manier waarop de bezigheden zijn verdeeld, bijvoorbeeld tussen man en vrouw
  5. Dingen worden gedaan in grotere aantallen, hoeveelheden, met meer mensen
  6. Rechten in de grondwet waardoor de overheid moet zorgen voor behoorlijke leefomstandigheden van burgers
  7. De verdeling van de samenleving in hogere en lagere groepen (lagen)
  8. Beweeglijkheid van mensen tussen hogere en lagere groepen, hogerop komen of afzakken
  9. Plaats in de samenleving
  10. Rechten van burgers in verband met hun plaats in de samenleving en hun leefomstandigheden
  11. Maatregelen waarmee mensen in hun leefomstandigheden worden geholpen
  12. Het vaststellen van wellen ter verbetering van leefomstandigheden van mensen
  13. Regels ter verbetering van leefomstandigheden van mensen
  14. Systeem waarmee gezorgd wordt voor behoorlijke leefomstandigheden van burgers
  15. Mensen die zich met een actieve overheid willen inzetten voor minder rijke bevolkingsgroepen
  16. Weggeven van de hoogste macht over een staat                                -
  17. Gedroogde en vaak gemalen delen van planten met sterke geur en smaak
  18. Hoogste persoon van een land
  19. Hierbij bepaalt een rechter of een verdachte een wet heeft overtreden en welke straf hij volgens de wet moet krijgen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.