Stijlfiguren
Stijlfiguren: Stijlfiguren zijn bepaalde, vaste taalformules die worden gebruikt om een zeker effect te bereiken.
- Herhaling: er wordt hetzelfde nog eens gezegd met dezelfde of bijna dezelfde woorden
Voorbeeld: ‘Dat heb je goed gedaan, werkelijk heel goed gedaan.’
- Tautologie: er wordt twee keer hetzelfde gezegd met anderen woorden.
Voorbeeld: ‘Enkel en alleen dit week kost deze monitor 200 euro.’
- Pleonasme: er wordt een woord gebruikt waarvan de betekenis al aanwezig is in een ander woord van de zin. Een deel van de betekenis wordt herhaald.
Voorbeeld: ‘In het stadion ligt een mooie groene grasmat.’
- Vooropplaatsing: er staat een woord of groep woorden die gewoonlijk verderop in de zin voorkomt, helemaal vooraan.
Voorbeeld: ‘Die jongen, die gaat het volgens mij nog ver schoppen als voetballer.’
- Opsomming: er worden minstens 3 drie zaken achter elkaar op genoemd.
Voorbeeld: ‘We kopen wijn, kaas en brood.’
- Climax: opsomming naar een hoogtepunt.
Voorbeeld: fluisteren, praten, schreeuwen.
- Anticlimax: opsomming die eindigt met een dieptepunt.
Voorbeeld: optimist, realist, pessimist.
- Gelijk zinsverloop: de zinnen beginnen en verlopen op dezelfde manier.
Voorbeeld:
elke nacht wordt ik wakker
op hetzelfde uur
elke nacht ontwaak ik
uit dezelfde droom
- Tegenstelling: er worden tegengestelde zaken naast elkaar gezet.
Voorbeeld: arm – rijk, dood – leven.
- Overdrijving: er wordt iets sterker of groter gemaakt dan het in werkelijkheid is.
Voorbeeld: ‘Ik erg me dood aan hem.’
- Retorische vraag: is geen vraag maar een mededeling in de vorm van een vraag.
Voorbeeld: ‘Mogen we die agressie op straat toestaan?’
- Understatement: er wordt iets opzettelijk op een afgezwakte manier gezegd. Tegengestelde van een overdrijving.
Voorbeeld: Als een voetballer in een wedstrijd 3 doelpunten heeft gemaakt en hij na afloop zegt ‘Dat kon er wel mee door, hé!’
- Eufemisme: iets op een verzachtende manier zeggen. Dat gebeurt als mensen een woord of uitdrukking te hard vinden voor de situatie.
Voorbeeld: ‘doodgaan’-> ‘heengaan’
- Ironie: een milde, zachtaardige vorm van spot. Er wordt vaak het omgekeerde bedoeld van wat er wordt gezegd.
Voorbeeld: iemand laat een glas vallen en de ander zegt: ‘Dat heb je goed gedaan!’
- Sarcasme: een harde, scherpe vorm van spot, waarbij het de bedoeling is iemand echte te kwetsen.
Voorbeeld: ‘Uit de opmerking van dat soapsterretje kun je wel opmaken dat ze niet veel meer dan de basisschool heeft doorlopen.’
REACTIES
1 seconde geleden