Moeilijke woorden met betekenis

7.6

Begrippenlijst door een scholier
2e klas havo/vwo | 322 woorden
16 mei 2018
129 keer beoordeeld

7.6

129 keer beoordeeld

ADVERTENTIE

Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.

Meer informatie

Accuraat: nauwkeurig.
Mogendheid: soevereine staat: de grote mogendheden.
Apocrief: ongeloofwaardig.
Concubinaat: buitenechtelijke samenleving.
Peigeren: doodgaan, sterven.
Burgerlijk: eenvoudig als een burger; (ook negatief) kleingeestig, bekrompen. / De burger betreffend: de burgerlijke stand register van geboorten, sterfgevallen, huwelijken in elke gemeente; burgerlijk recht.
Faillissement: toestand van een schuldenaar die niet in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen, terwijl gerechtelijk beslag gelegd is op het hele vermogen.
Vacature: openstaande functie.
Flagrant: overduidelijk, onloochenbaar: een flagrante schending van de mensenrechten.
Accommodatie: aangebrachte voorzieningen.
Netelig: lastig, moeilijk, hachelijk.
Vitaal: voor het leven van groot belang.
Utopie: onbereikbaar ideaal.
Fraude: bedrog, gepleegd door vervalsing van administratie.
Louche: onguur; = onbetrouwbaar.
Rato: naar rato naar evenredigheid.
Optornen: tegen iets optornen er met moeite tegen ingaan.
Intern: inwendig, van binnen.
Fatale: noodlottig; de dood tot gevolg hebbend.
Ratio: verhouding.
Distantiëren: afstand nemen van een mening.
Euthanasie: letterlijk betekenis: zachte dood. Iemand op zijn of haar verzoek pijnloos doden wegens een ongeneeslijke ziekte die ondraaglijk lijden met zich meebrengt.
Karekiet: bruine zangvogel.
Weifelen: onzeker zijn over de beslissing die gekozen moet worden.
Accelereren: het sneller laten gaan.
Appreciëren: beschouwen als waardevol.
Eega: een eega kan zowel een man als een vrouw zijn: het woord betekent dus 'echtgenoot' én 'echtgenote'. Het is dus niet juist om eega alleen voor een vrouw te gebruiken en ega voor een man. De spelling ega is niet juist.
Gynaecoloog: de gynaecoloog houdt zich onder meer bezig met afwijkingen en ziekten van de vrouwelijke geslachtsorganen: infecties en ontstekingen, kanker, verzakkingsproblemen, incontinentie, hormonale problemen met of zonder menstruatiecyclus afwijkingen, seksuele problemen.
Onbedaarlijk: niet in staat om tot bedaren te komen.
Onmiskenbaar: onloochenbaar; niet te ontkennen
Prevelde: zacht binnensmonds zeggen.
Tumult: het lawaai zoals veroorzaakt door een menigte.
Gezworene: ander woord voor jurylid.
Slaken: uiten.
Hachelijk: gevaarlijk, gewaagd.
Tomeloos: onbedwongen, teugelloos.
Uitstaand: nog te betalen.
Geëscaleerd: uit de hand gelopen
Placentazoogdier: zoogdier dat in de baarmoeder gevoed wordt via de placenta