- xcv klankkast
- resonantie gedwongen resonantie, ongedwongen resonantie?
- oscillogram
- u,tdiagram
- periode
- evenwichtstand
- harmonische trilling
- zuivere toon
- toongenerator
- trillingstijd
- amplitude
- samengestelde trilling
- grondtoon
- spankracht
- eigenfrequentie
- massaveersysteem
- De toonhoogte is de frequentie, het aantal trillingen per seconde, van de geluidsbron
- Een klankkast versterkt het geluid, doordat de lucht in de klankkast mee gaat trillen
- Een stemvork of snaar kan een andere stemvork of snaar laten resoneren, als die dezelfde eigenfrequentie heeft.
- Een oscillogram laat de geluidstrillingen zien. Het is een u,t diagram
- Een trilling is een periodieke beweging om een evenwichtsstand.
- De benen van een stemvork trillen harmonisch, het u,t-diagram is een sinuslijn
- Een zuivere toon heeft slechts één frequentie en een sinusvormig oscillogram
- Een samengestelde toon bestaat uit verschillende frequentie door elkaar heen. De laagste frequentie, van de grondtoon, is de toonhoogte
- Een massa-veersysteem voert een harmonische trilling uit
- De frequentie van een trilling wordt bepaald door de trillende massa en de veerconstante die de massa laat trillen
- Bij een snaarinstrument hangt de toonhoogte van een snaar af van de spankracht en massa van de trillende snaar.
- fase
- gereduceerde fase
- faseverschil
- in fase
- in tegenfase
- eigentrilling van het systeem
- geluidsgolf
- golfsnelheid
- geluidssnelheid
- golflengte
- longitudinale golf
- transversale golf
- Bij een geluidsgolf worden de trillingen doorgegeven doordat de deeltjes in de lucht elkaar vooruit en achteruit duwen
- De snelheid waarmee de trillingen worden doorgegeven is de golfsnelheid v.
- De golflengte (:labda) is de afstand tussen twee opeenvolgende identieke punten in de golf, bijvoorbeeld tussen twee verdichtingen
- Bij een longitudinale golf trillen de deeltjes in dezelfde richting als de bewegingsrichting van de golf
- Bij een transversale golf trillen de deeltjes loodrecht op de bewegingsrichting van de golf
- In lucht en in een vloeistof zijn alleen longitudinale golven mogelijk
- In vaste stoffen zijn zowel transversale als longitudinale golven mogelijk
- grondtoon
- boventoon
- luchtkolom
- open buis
- buik
- knoop
- staande golf
- lopende golf
- Een open buis heeft een reeks bepaalde eigenfrequenties: de grondtoon en de boventonen
- Bij resonantie in een tweezijdig open buis trilt de lucht bij de uiteinden maximaal heen en weer, de buiken
- Bij de grondtoon bevindt zich in een open buis midden tussen de twee buiken een knoop, waar de lucht niet beweegt.
- Bij de 1e boventoon zijn er 3 buiken en 2 knopen, bij de 2e boventoon 4 buiken en 3 knopen
- Een staande golf bestaat uit heen-en-weer lopende golven met de juiste golflengte
- Bij een staande golf zijn er afwisselend knopen en buiken
- Een aangeslagen snaar kan op meerdere manieren tegelijk trillen
- Bij resonantie in een snaar zijn de uiteinden knopen en zijn er één of meer buiken
- gesloten buis
- klankkleur
- frequentieanalyse → frequentiespectrum
- radiogolven
- lichtsnelheid
- draaggolven
- Zenden met een geluidsfrequentie kan niet, de antennes zouden onmogelijk lang zijn en het signaal veel te zwak
- Iedere zender heeft zijn eigen zendfrequentie van de draaggolf, zodat ontvangstapparatuur daarop kan afstemmen
- moduleren
- demoduleren
- amplitudemodulatie
- frequentiemodulatie
- bandbreedte
- analoog signaal
- bit
- digitaal signaal
- Radiogolven zijn elektromagnetische golven en planten zich voort met de lichtsnelheid.
- Radiogolven die gebruikt worden voor communicatie hebben een golflengte tussen ongeveer 1cm en 1km
- In een zendantenne zorgt een hoogfrequentie wisselstroom voor een elektromagnetische golf vanuit de antenne.
- De elektronen in de ontvangstantenne gaan meetrillen met de frequentie van de radiogolven
- Bij communicatie via radiogolven wordt gebruikgemaakt van een draaggolf. Iedere zender heeft zijn eigen zendfrequentie van de draaggolf, zodat ontvangstapparatuur daarop kan afstemmen
- De lengte van de ontvangstantenne is ongeveer gelijk aan een ¼(:Labda) tot een ½ (:Labda)
- Bij amplitudemodulatie wordt de amplitude van de draaggolf gemoduleerd met het eigenlijke signaal
- Bij frequentiemodulatie wordt de frequentie van de draaggolf gemoduleerd met het eigenlijke signaal
- Een analoog signaal is continu in de tijd en in de signaalwaarden.
- Een digitaal signaal bestaat uit bits en is discreet in de tijd.
- kanaal
- kanaalscheiding
- bemonsteren
- bemonsteringsfrequentie
- digitale codering
- resolutie
- conversietijd
- pulsmodulatie
- data transfer rate
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden