Pluriforme Samenleving

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas havo | 1048 woorden
  • 3 juni 2014
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
13 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
  1. Pluriformiteit in Nederland

Hoe wordt je tot wie je bent?; nature- nurture debat
nature aanhangers: wordt bepaald door aangeboren eigenschappen
nurture aanhangers; omgeving, cultuur

Cultuurgroep wordt gevormd door mensen met een gemeenschappelijke cultuur.
Nederland is multicultureel: meerdere culturen

In de Nederlandse pluriforme samenleving:

  • Grote culturele diversiteit ( veel verschillende cultuurgroepen)
  • Leven deze groepen deels naast en deels met elkaar
  • Vormen gemeenschappelijke cultuurkenmerken de dominante NL cultuur

Dominante cultuur: alle kenmerken die geaccepteerd worden door de meeste mensen binnen een samenleving.
Subcultuur: binnen een groep zijn bepaalde normen , waarden, andere cultuurkenmerken die afwijken van dominante cultuur.
Tegencultuur: groepen die zich duidelijk verzetten tegen (delen van ) de dominante cultuur / bedreiging voor vomren

  1. Cultuur en identiteit

Socialisatie: proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert.

Socialisatie gebeurt binnen de verschillende socialiserende instituties ; instellingen, organisaties, collectieve gedragspatronen waarmee cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt.

Formele sociale controle: gebaseerd op geschreven regels
Informele sociale controle: beleefdheidsvormen, ongeschreven regels
Sancties: mensen zorgen dat anderen zich gedragen naar geldende formele en informele normen ( beloningen en straffen)

4 vormen van sancties

  • Formele positieve sancties: diploma, promotie
  • Formele negatieve sancties: strafwerk, boete
  • Informele positieve sancties: compliment, fooi , applaus
  • Informele negatieve sancties: boos, uitfluiten popgroep

Internalisatie: mensen gaan zich automatisch gedragen zoals de groep van hen verwacht.
Loyaliteit: mate waarin je trouw bent aan je groep

  1. Cultuurverschillen

Culturele diversiteit:

  1. Regio: stad / platteland
  2. Generatie: jong/oud
  3. Beroep: bankdirecteur / timmerman
  4. Sekse: mannen/vrouwen
  5. Herkomst: allochtoon/autochtoon
  6. Godsdienst: christenen, joden , moslims

Punt 5: eerstegeneratieallochtonen houden zich  vast aan veel gewoontes eigen cultuur
tweede generatie ( hier geboren ) leeft meer tussen 2 culturen

  1. Nederland is veranderd

Veel veranderd sinds tweede wereldoorlog; grotere mondigheid ( politieke partijen eisten meer democratie, gezag was niet meer zo zelfsprekend als daarvoor) -> leidt tot meer aandacht voor het individu.

Door welvaartsgroei kregen jongeren meer geld -> ontstaan jongerenculturen ( eerste waren de nozems, daarna hippies, provo’s, punkers )

Ontkerkelijking vanaf 1960: mensen groeien naar elkaar toe, = secularisatie

Vrouwenemancipatie in de jaren 60 breidden meer emancipatiebewegingen zich uit, meer meisjes gingen bijvoorbeeld studeren ; economisch onafhankelijk.

  1. Immigratie naar Nederland

Waarom migreren mensen?

  • Politieke motieven: vluchten voor oorlog, bedreigd vanwege overtuiging
  • Economische motieven: vanwege armoede, willen beter werk
  • Sociale motieven: trouwen met een Nederlander, bij familie wonen

Religieuze vluchtelingen ( politiek) joden kwamen veel naar A’dam omdat ze in Nederland niet werden vervolgd

Economische redenen ; gastarbeiders, aanleg Noordzee kanaal

Na de Tweede Wereldoorlog nieuwkomers:

  • Mensen uit vroegere koloniën
  • Arbeidsmigranten
  • Vluchtelingen
  • Gezinsherenigers en gezinsvormers

1: Nu bijvoorbeeld veel Antillianen ( voor studie of werkmogelijkheden )
2: Vijftig jaar geleden gastarbeiders, bleven hier
Nu bijvoorbeeld Kennismigranten (bijvoorbeeld uit VS, Japan, China) voor grote bedrijven
ook illegalen: mensen zonder verblijfsvergunning
3: regels voor asielzoekers staan in de Vreemdelingenwet 2000. Vluchteling kan verblijfsvergunning vergunning krijgen als hij:
- geldige identiteitspapieren heeft
- aannemelijk kan maken dat hij bij uitzetting zijn leven gevaar loopt
- kan aantonen dat hij om humanitaire redenen niet kan worden teruggestuurd ( geloof, homoseksualiteit)

4: Gezinshereniging: gezin komt naar Nederland toe ( gastarbeiders lieten familie over komen)
Gezinsvorming: een inwoner van NL trouwt met een buitenlander, sticht hier een gezin

  1. Botsende culturen en grondrechten

Manier waarop verschillende (etnische ) cultuurgroepen met elkaar omgaan:

  1. Segregatie
  2. Assimilatie
  3. Integratie

Segregatie : opdelen van een samenleving in gescheiden delen. ( bijv apartheidsregime in Zuid- Afrika vroeger) ongelijkheid wordt hiermee vastgelegd
Assimilatie betekent: dat een bevolkingsgroep zich zo volledig aanpast aan een andere groep dat de eigen culturele identiteit vrijwel verdwijnt.
Integratie:  gedeeltelijke aanpassing aan de dominante cultuur van een land, met behoud van eigen cultuurkenmerken.

Vaak zie je wederzijdse aanpassingen: nieuwkomers nemen delen van de Nederlandse dominante cultuur over en de oorspronkelijke Nederlandse bevolking doet dat ook met delen van de ‘nieuwe’ culturen. ( bijvoorbeeld ‘buitenlands’ eten zoals couscous, roti enz)

Discriminatie : waarbij je mensen van een bepaalde groep anders behandelt op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn.  ( leeftijd, huidskleur, ras, seksualiteit)

Vrijheid van meningsuiting: ‘behoudens een ieders verantwoordelijkheid jegens de wet’ -> wel bij aan de wet houden ( geen haat zaaien  / oproepen tot geweld)

  1. Sociale cohesie

Sociale cohesie onderlinge verbondenheid tussen (groepen ) mensen -> worden bepaald door bindingen die we hebben.

4 soorten bindingen:

  • Affectieve bindingen
  • Economische bindingen
  • Cognitieve bindingen
  • Politieke bindingen

Affectieve bindingen: gezinnen, families, vriendengroepen, vaste relaties
gevoel om ergens bij te horen, zoals sportclub, inwoner van een dorp of stad. Religie en spiritualiteit

Economische bindingen: Voedsel, onderdak en kleding (afhankelijk van anderen) .
Onderlinge economische afhankelijkheid is door de globalisering of mondialisering verder toegenomen. Onder globalisering verstaan we communicatiemogelijkheden steeds nauwer met elkaar in verband staan.

Cognitieve bindingen:  voor het verwerven van kennis ben je afhankelijk van anderen en met hen heb je dus cognitieve bindingen ( veel informatie krijg je via ouders, opleiding, media)
overheid probeert door Canon van Nederland ( kennis die je  moet leren op school ) sociale cohesie te vergroten ( meer algemene kennis) van onder andere hunnebedden, multiculturele samenleving, de Gouden Eeuw enz

Politieke bindingen: je kan niet alles zelf regelen , afspraken moeten gemaakt worden -> afspraak dat politici wetten mogen maken  -> afspraken worden ook wel sociaal contract genoemd: stilzwijgende afspraak van de bevolking om zich te houden aan de regels ( rechten en plichten) die door politici worden vastgesteld.

  1. De toekomst van de pluriforme samenleving

Nederland kan niet zelfstandig bepalen wie wel en wie niet in Nl wordt toegelaten. Moeten ons houden aan internationale wetten en verdragen die samen met EU landen zijn ondertekend

  1. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: NL mag niet discrimineren, moeten de rechten en vrijheden van mensen worden nagekomen .
  2. EU – Verdrag ( Verdrag van Maastricht ): landen van EU spraken af hun binnengrenzen te openen voor goederen en personen
  3. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Fundamentele vrijheden : geven inwoners de gelegenheid tot gezinshereniging en gezinsvorming. Beide partners moeten 21 zijn . partner die in NL woont moet minstens minimumloon verdienen.
  4. VN – Vluchtelingenverdrag van Genève : iemand die gegronde redenen heeft te vrezen voor vervolging wegens godstdienstige reden /politieke overtuiging of nationaliteit

CDA stelt ritsmodel voor: de NL dominante cultuur bevindt zich op de hoofdweg, verschillende cultuurgroepen moeten invoegen end e samenleving moet daarvoor ruimte geven.

VVD: eigen verantwoordelijkheid, zelf verantwoordelijk voor aanleren van de taal, moeten zelf een plek verwerven in de Nederlandse samenleving.

PVV: ziet multiculturaliteit als bedreiging voor het voortbestaan van Nederland.  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.