politieke cultuur: manier waarop de regering en het parlement met elkaar omgaan (bijv. poldermodel: bereidheid tot overleg en het sluiten tot compromissen)
Tweede Kamer(Staten-Generaal): direct gekozen, 150 leden, wetsvoorstellen indienen en goed en afkeuren. Meer macht daarom vaker op tv.
Eerste kamer(Senaat): indirect gekozen door de leden Provinciale Staten (: ‘getrapte’ verkiezingen), 75 leden, alleen wetvoorstellen goed en afkeuren, extra controle Tweede Kamer.
fractie: groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan. (gemeenteraad, Provinciale Staten)
regeringsfractie: partijen die ook ministers in de regering hebben zitten.
oppositiepartijen: alle partijen die niet in de regering zitten (vaak niet eens met de regering)
trias politica: scheiding wetgevende en uitvoerende macht.
-> ministers hebben wetgevende en uitvoerende macht.
wetgevende macht = parlement: wetvoorstellen vaak onderworpen door ministers, maar parlement stemt erover.
uitvoerende macht ministers bepalen hoe wetten worden uitgevoerd en nemen er dagelijkse besluiten over.
wet tot stand?
1. maatschappelijk probleem
2. minister of Tweede Kamer lid maakt een wetsvoorstel
3. Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel
4. Tweede Kamer dienen amadenenten in
5. Tweede Kamer stemt over amadenenten in het definitieve wetsvoorstel
6. Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel
7. Koningin en verantwoordelijke minister ondertekenen het wetsvoorstel
8. Wet wordt gepubliceerd in Staatsblad, wet automatisch van kracht
Om de taak als (mede)wetgever goed te kunnen uitvoeren hebben Eerste en Tweede Kamer twee rechten:
- Stemrecht bij wetsonderwerp
- Budgetrecht: rijksbegroting wel of niet goedkeuren
alleen Tweede Kamer:
- recht van initiatief: wetsonderwerpen indienen
- recht van amendement: wijzigingen wetsvoorstellen indienen
ministers hebben de taak wetten uit te voeren en contoleren of ministers hun werk goed doen hebben de Eerste en Tweede Kamer:
1. recht om schriftelijke vragen te stellen aan ministers en staatssecretarissen.
2. recht van interpellatie: minister tot verantwoording oproepen
3. recht parlementaire enquête: mogelijkheid gedetailleerd onderzoek naar een onderdeel van het regeringsbeleid.
4. recht motie: verzoek aan de minister om iets te doen of juist niet te doen.
motie van afkeuring: beleid minister wordt afgekeurd
motie van wantrouwen: meerderheid Tweede Kamer geen vertrouwen minister, ontslag onvermijdelijk.
niveaus politieke besluitvorming: het Rijk, de provincie, gemeente
gedecentraliseerde eenheidsstaat: rijksoverheid stelt de grote lijnen van het beleid vast, maar gedetailleerde invulling wordt aan lagere overheden overgelaten (besluitvorming bij voorkeur op een zo laag mogelijk niveau zo dicht mogelijk bij de betrokkenen plaatsvinden)
- beter op de hoogte zijn van de situatie en dus ook beter kunnen beoordelen wat er nodig is
- dichter bij de burgers staan en de burgers het bestuur dus ook makkelijker kunnen aanspreken
ruimtelijke ordening: dichtbevolkt land als Nederland staan de behoeft aan woningen, noodzaak van natuurgebieden, industriële bedrijvigheid.
Streekplannen: plannen van de provincie waarin precies staat aangegeven welke activiteiten in een gebied passen.
Provinciale Staten: gekozen vertegenwoordigers bestuur provincie, gekozen 4 jaar, aantal leden hangt af van het aantal inwoner per provincie -> neemt belangrijke besluiten en controleert GS
Gedeputeerde staten of gedeputeerden: gekozen door de provinciale staten zijn soort ministers op provincieniveau -> vormt het dagelijks bestuur: bereidt plannen voor en voert het beleid uit.
Commissaris van de Koningin: Wordt officieel benoemd worden koningin maar praktijk door minister van Binnenlandse Zaken. -> is de voorzitter van zowel Provinciale als Gedeputeerde Staten.
vertrouwenscommissie: als ministers aan de minister laten weten wat voor soort persoon zij graag als commissaris willen hebben stellen zij een vertrouwenscommissie in die een profielschets maakt: beschrijving van eisen waaraan de commissaris moet voldoen.
Gemeenteraad: bestuur van de gemeente, raadsleden worden 4 jaar rechtstreeks gekozen. à neemt belangrijke besluiten en controleert College van B&W (: College van Burgemeester en Wethouders; wethouders voorgedragen door de partijen die het bestuur vormen en gekozen door de gemeenteraad) -> vormt het dagelijkse bestuur; bereid plannen voor en voert beleid uit
Burgemeester: wordt voor 6 jaar benoemd, vergelijkbaar met Commissaris van Koningin à voorzitter van zowel College van B&W als de gemeenteraad
•Waarom Internationale samenwerking?: Dit is nodig omdat je sommige dingen niet alleen kunt oplossen. Zoals wereldproblemen; Klimaatverandering, Kinderarbeid, Hongersnood. Nederland neemt deel aan verschillende internationale samenwerkingsverbanden zoals: Europese Unie, de Verenigde Naties, de NAVO, de WTO
( Wereldhandelsorganisatie). Omdat:
- Landen zijn voor de oplossing van een probleem van elkaar afhankelijk.
- het is efficiënter om een probleem gezamenlijk aan te pakken.
•De Europese Unie: Samenwerking betekend dat het recht om zelf te bepalen, van welke regels worden vastgesteld wordt ingeperkt. ( soevereiniteit).Enkele Europese landen begonnen vrij snel na de 2e wereldoorlog serieus na te denken over samenwerking vanwege 3 redenen:
- Ze wilden voorkomen dat een Europees land ooit nog een oorlog zou beginnen.
- Ze wilden op economisch gebied beter concurreren met de VS.
- Ze wilden zich beschermen tegen het opkomende communisme van Rusland.
•Bestuur van de EU:De Europese unie kent net als de deelnemende lidstaten, een scheiding van machten.
- Europese Commissie:Dit is het dagelijks bestuur, en is een soort regering. De Commissie doet voorstellen voor de Europese wetgeving en voert deze na goedkeuring uit. Wetsvoorstellen worden besproken en eventueel gewijzigd in het Europees parlement. De Raad van Ministers moet de voorstellen uiteindelijk goedkeuren.
- Raad van de Europese Unie / Raad van Ministers: deze bestaat uit ministers van de deelnemende landen. Welke minister dan daadwerkelijk aan de raad deelneemt is afhankelijk van het onderwerp dat besproken word. De Raad van Ministers heeft wetgevende macht. Besluiten kunnen worden genomen bij 23e meerderheid van de stemmen.
- Europees Parlement: wordt door Europese burgers gekozen. Het Europese parlement kent 785 afgevaardigden / gedelegeerden / gedeputeerden. Nederland heeft 27 zetels. Het parlement heeft bijna geen wetgevende macht. Verkiezingen vinden om de 5 jaar plaats.
- Europese Hof van Justitie: Het Hof doet op basis van EU-wetten uitspraak in kwesties tussen lidstaten. Het hof telt 27 rechters, een in elke lidstaat. Uitspraken van het Hof gaan boven de uitspraken van de Nederlandse rechter.
•Knelpunten in de EU: Er is veel kritiek op het functioneren van de EU.
- Weinig- democratisch: Het enig gekozen bestuursorgaan is het Europees parlement, en dit heeft nauwelijks macht / zeggenschap. ( ze mogen geen wetten tot stand brengen)
- Verlies van nationale soevereiniteit: Mensen willen liever niet dat het Europees parlement de wetgevende macht overneemt van de raad van ministers. In de raad van ministers kan ieder land namelijk een wetsvoorstel blokkeren, en in het europees parlement niet.
- Verlies van werkgelegenheid: Door de economische samenwerking is het voor veel bedrijven aantrekkelijk om zich te vestigen in Oost- Europa.
•De Verenigde Naties: Deze organisatie is in 1945 opgericht met als doel een volgende wereldoorlog te voorkomen. Samen met bijna alle andere staten in Nederland lid van de VN.
- Secretaris – Generaal: Hij is de hoogste ambtenaar van de VN heeft de leiding en is de voorzitter van de algemene vergadering. ( vergadering met alle VN leden). De Algemene vergadering: bij deze vergadering worden resoluties aangenomen. Dit zijn een soort uitspraken waarin bepaald gedrag van een land wordt veroordeeld.
- Veiligheidsraad: Hierin zitten 15 landen, waarvan 5 permanent ( VS, Rusland, China, Frankrijk, Engeland). Zij hebben het Vetorecht, en dus het recht om de uitvoering van een resolutie te verbieden. ( resolutie: Een belangrijk besluit)
•Staat: we spreken van een staat als er een eigen grondgebied, een bevolking, en een overheid is doe het land bestuurd.
•VN –Vredesmissie: is een leger en/of een diplomatieke missie, die speciaal is ontworpen om de vrede te herstellen en te behouden in bepaalde gebieden waar zich een gewapend conflict afspeelt. Deze worden meestal door de Verenigde Naties georganiseerd.
•Systeemtheorie Bron 34: Hoe komen maatschappelijke kwesties bij politici terecht?, en wat gebeurt er dan mee? Volgens deze theorie verlopen bestuurlijke processen altijd via 4 fasen.
- Invoer: In deze fase brengen groepen uit de samenleving allerlei eisen en wensen naar voren. Ook media zal hier natuurlijk aandacht aan besteden. Politie kunnen het niet negeren, en zo komt het op de politieke agenda.
- Omzetting: De politieke partij moet de belangen van alle groepen afwegen. Vaak zal een wethouder of een minister zijn ambtenaren vragen de zaak te onderzoeken en om advies uit te brengen. Dit word ook wel de beleidsvoorbereiding genoemd.
-Uitvoer:Als een (wets) voorstel is aangenomen, zorgen ambtenaren voor de uitvoering ervan. Uiteindelijk werken de ambtenaren onder eindverantwoordelijkheid van een minister.
- Terugkoppeling: Besluiten roepen altijd reacties op in de samenleving. De Politiek merkt door deze terugkoppeling of maatregelen effect hebben. Zo niet, dan moet soms het hele besluitvormingsproces herhaald worden.
•Politieke actoren: Alle burgers, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces.
- Burgers:wij kunnen stemmen, actievoeren, contact zoeken met politici.
- Ambtenaren: Onze ministers zijn verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur, maar het eigenlijke werk wordt gedaan door ambtenaren die zich bezig houden met beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. Topambtenaren werken soms langer op een van de ministeries en hebben daardoor soms meer kennis en ervaring dan de minister. Daarom worden ambtenaren soms ook wel devierde machtgenoemd.
•Massamedia:Deze speelt vooral een belangrijke rol in de verkiezingstijd, maar ze doen nog meer:
- Informatieve functie: Kranten en tv berichten over politieke discussie en de tv zendt belangrijke debatten live uit.
- Onderzoekende of agendafunctie: Media signaleren problemen in de samenleving die vervolgens op de politieke agenda komen.
- Commentaarfunctie: Kranten geven dagelijks commentaar op politieke kwesties zoals bijvoorbeeld cartoons.
- Spreekbuisfunctie:Kranten, internet en tv geven politici, actiegroepen en burgers de ruimte om hun zegje te doen.
- Controlerende functie: De media volgen ministers kritisch en kijken of ze ook doen wat ze beloven.
•Persvrijheid: Voorwaarde voor een goed functioneren media is persvrijheid. Door de wet WOB ( wet openbaarheid van bestuur), word de media daardoor geholpen. Deze wet verplicht de overheid om alle informatie openbaar te maken, natuurlijk maken journalisten hier gebruik van. Pluriformiteit ( variatie) is bij de media erg belangrijk, elke krant schrijft weer anders, dit draagt bij aan de meningsvorming bij de bevolking.
•Pressiegroepen: Dit zijn groepen die proberen invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming, door bijvoorbeeld te gaan lobbyen. Dan zoeken ze persoonlijk contact met de politici om hun te overtuigen van hun standpunten. Pressiegroepen behoren tot actiegroepen, maar ook grote belangenorganisaties zoals vakbonden en amnestie international. Alle pressiegroepen bij elkaar worden devijfde machtgenoemd.
•Politieke betrokkenheid: Een democratie kan niet goed functioneren zonder de betrokkenheid van de burgers. Er is een kloof tussen burger en politiek. Burgers vinden dat politici geen oog hebben voor hun problemen. Om de afstand tussen burgers en politiek te verkleinen:
- Direct kiezen: Het direct kiezen van de minister- president en burgermeesters.
- Referendum: Hier kunnen kiezers over belangrijke kwesties direct hun mening geven. Bij een raadplegend referendum is de uitslag slechts advies, en bij een bindend referendum is de uitslag bepalend voor het besluit.
- Andere politieke cultuur: Politieke besluiten moeten veel meer genomen worden in openbare debatten, ipv achterkamertjes.
politieke cultuur: manier waarop de regering en het parlement met elkaar omgaan (bijv. poldermodel: bereidheid tot overleg en het sluiten tot compromissen)
Tweede Kamer(Staten-Generaal): direct gekozen, 150 leden, wetsvoorstellen indienen en goed en afkeuren. Meer macht daarom vaker op tv.
Eerste kamer(Senaat): indirect gekozen door de leden Provinciale Staten (: ‘getrapte’ verkiezingen), 75 leden, alleen wetvoorstellen goed en afkeuren, extra controle Tweede Kamer.
fractie: groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan. (gemeenteraad, Provinciale Staten)
regeringsfractie: partijen die ook ministers in de regering hebben zitten.
oppositiepartijen: alle partijen die niet in de regering zitten (vaak niet eens met de regering)
trias politica: scheiding wetgevende en uitvoerende macht.
-> ministers hebben wetgevende en uitvoerende macht.
wetgevende macht = parlement: wetvoorstellen vaak onderworpen door ministers, maar parlement stemt erover.
uitvoerende macht ministers bepalen hoe wetten worden uitgevoerd en nemen er dagelijkse besluiten over.
wet tot stand?
1. maatschappelijk probleem
2. minister of Tweede Kamer lid maakt een wetsvoorstel
3. Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel
4. Tweede Kamer dienen amadenenten in
5. Tweede Kamer stemt over amadenenten in het definitieve wetsvoorstel
6. Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel
7. Koningin en verantwoordelijke minister ondertekenen het wetsvoorstel
8. Wet wordt gepubliceerd in Staatsblad, wet automatisch van kracht
Om de taak als (mede)wetgever goed te kunnen uitvoeren hebben Eerste en Tweede Kamer twee rechten:
- Stemrecht bij wetsonderwerp
- Budgetrecht: rijksbegroting wel of niet goedkeuren
alleen Tweede Kamer:
- recht van initiatief: wetsonderwerpen indienen
- recht van amendement: wijzigingen wetsvoorstellen indienen
ministers hebben de taak wetten uit te voeren en contoleren of ministers hun werk goed doen hebben de Eerste en Tweede Kamer:
1. recht om schriftelijke vragen te stellen aan ministers en staatssecretarissen.
2. recht van interpellatie: minister tot verantwoording oproepen
3. recht parlementaire enquête: mogelijkheid gedetailleerd onderzoek naar een onderdeel van het regeringsbeleid.
4. recht motie: verzoek aan de minister om iets te doen of juist niet te doen.
motie van afkeuring: beleid minister wordt afgekeurd
motie van wantrouwen: meerderheid Tweede Kamer geen vertrouwen minister, ontslag onvermijdelijk.
niveaus politieke besluitvorming: het Rijk, de provincie, gemeente
gedecentraliseerde eenheidsstaat: rijksoverheid stelt de grote lijnen van het beleid vast, maar gedetailleerde invulling wordt aan lagere overheden overgelaten (besluitvorming bij voorkeur op een zo laag mogelijk niveau zo dicht mogelijk bij de betrokkenen plaatsvinden)
- beter op de hoogte zijn van de situatie en dus ook beter kunnen beoordelen wat er nodig is
- dichter bij de burgers staan en de burgers het bestuur dus ook makkelijker kunnen aanspreken
ruimtelijke ordening: dichtbevolkt land als Nederland staan de behoeft aan woningen, noodzaak van natuurgebieden, industriële bedrijvigheid.
Streekplannen: plannen van de provincie waarin precies staat aangegeven welke activiteiten in een gebied passen.
Provinciale Staten: gekozen vertegenwoordigers bestuur provincie, gekozen 4 jaar, aantal leden hangt af van het aantal inwoner per provincie -> neemt belangrijke besluiten en controleert GS
Gedeputeerde staten of gedeputeerden: gekozen door de provinciale staten zijn soort ministers op provincieniveau -> vormt het dagelijks bestuur: bereidt plannen voor en voert het beleid uit.
Commissaris van de Koningin: Wordt officieel benoemd worden koningin maar praktijk door minister van Binnenlandse Zaken. -> is de voorzitter van zowel Provinciale als Gedeputeerde Staten.
vertrouwenscommissie: als ministers aan de minister laten weten wat voor soort persoon zij graag als commissaris willen hebben stellen zij een vertrouwenscommissie in die een profielschets maakt: beschrijving van eisen waaraan de commissaris moet voldoen.
Gemeenteraad: bestuur van de gemeente, raadsleden worden 4 jaar rechtstreeks gekozen. à neemt belangrijke besluiten en controleert College van B&W (: College van Burgemeester en Wethouders; wethouders voorgedragen door de partijen die het bestuur vormen en gekozen door de gemeenteraad) -> vormt het dagelijkse bestuur; bereid plannen voor en voert beleid uit
Burgemeester: wordt voor 6 jaar benoemd, vergelijkbaar met Commissaris van Koningin à voorzitter van zowel College van B&W als de gemeenteraad
•Waarom Internationale samenwerking?: Dit is nodig omdat je sommige dingen niet alleen kunt oplossen. Zoals wereldproblemen; Klimaatverandering, Kinderarbeid, Hongersnood. Nederland neemt deel aan verschillende internationale samenwerkingsverbanden zoals: Europese Unie, de Verenigde Naties, de NAVO, de WTO
( Wereldhandelsorganisatie). Omdat:
- Landen zijn voor de oplossing van een probleem van elkaar afhankelijk.
- het is efficiënter om een probleem gezamenlijk aan te pakken.
•De Europese Unie: Samenwerking betekend dat het recht om zelf te bepalen, van welke regels worden vastgesteld wordt ingeperkt. ( soevereiniteit).Enkele Europese landen begonnen vrij snel na de 2e wereldoorlog serieus na te denken over samenwerking vanwege 3 redenen:
- Ze wilden voorkomen dat een Europees land ooit nog een oorlog zou beginnen.
- Ze wilden op economisch gebied beter concurreren met de VS.
- Ze wilden zich beschermen tegen het opkomende communisme van Rusland.
•Bestuur van de EU:De Europese unie kent net als de deelnemende lidstaten, een scheiding van machten.
- Europese Commissie:Dit is het dagelijks bestuur, en is een soort regering. De Commissie doet voorstellen voor de Europese wetgeving en voert deze na goedkeuring uit. Wetsvoorstellen worden besproken en eventueel gewijzigd in het Europees parlement. De Raad van Ministers moet de voorstellen uiteindelijk goedkeuren.
- Raad van de Europese Unie / Raad van Ministers: deze bestaat uit ministers van de deelnemende landen. Welke minister dan daadwerkelijk aan de raad deelneemt is afhankelijk van het onderwerp dat besproken word. De Raad van Ministers heeft wetgevende macht. Besluiten kunnen worden genomen bij 23e meerderheid van de stemmen.
- Europees Parlement: wordt door Europese burgers gekozen. Het Europese parlement kent 785 afgevaardigden / gedelegeerden / gedeputeerden. Nederland heeft 27 zetels. Het parlement heeft bijna geen wetgevende macht. Verkiezingen vinden om de 5 jaar plaats.
- Europese Hof van Justitie: Het Hof doet op basis van EU-wetten uitspraak in kwesties tussen lidstaten. Het hof telt 27 rechters, een in elke lidstaat. Uitspraken van het Hof gaan boven de uitspraken van de Nederlandse rechter.
•Knelpunten in de EU: Er is veel kritiek op het functioneren van de EU.
- Weinig- democratisch: Het enig gekozen bestuursorgaan is het Europees parlement, en dit heeft nauwelijks macht / zeggenschap. ( ze mogen geen wetten tot stand brengen)
- Verlies van nationale soevereiniteit: Mensen willen liever niet dat het Europees parlement de wetgevende macht overneemt van de raad van ministers. In de raad van ministers kan ieder land namelijk een wetsvoorstel blokkeren, en in het europees parlement niet.
- Verlies van werkgelegenheid: Door de economische samenwerking is het voor veel bedrijven aantrekkelijk om zich te vestigen in Oost- Europa.
•De Verenigde Naties: Deze organisatie is in 1945 opgericht met als doel een volgende wereldoorlog te voorkomen. Samen met bijna alle andere staten in Nederland lid van de VN.
- Secretaris – Generaal: Hij is de hoogste ambtenaar van de VN heeft de leiding en is de voorzitter van de algemene vergadering. ( vergadering met alle VN leden). De Algemene vergadering: bij deze vergadering worden resoluties aangenomen. Dit zijn een soort uitspraken waarin bepaald gedrag van een land wordt veroordeeld.
- Veiligheidsraad: Hierin zitten 15 landen, waarvan 5 permanent ( VS, Rusland, China, Frankrijk, Engeland). Zij hebben het Vetorecht, en dus het recht om de uitvoering van een resolutie te verbieden. ( resolutie: Een belangrijk besluit)
•Staat: we spreken van een staat als er een eigen grondgebied, een bevolking, en een overheid is doe het land bestuurd.
•VN –Vredesmissie: is een leger en/of een diplomatieke missie, die speciaal is ontworpen om de vrede te herstellen en te behouden in bepaalde gebieden waar zich een gewapend conflict afspeelt. Deze worden meestal door de Verenigde Naties georganiseerd.
•Systeemtheorie Bron 34: Hoe komen maatschappelijke kwesties bij politici terecht?, en wat gebeurt er dan mee? Volgens deze theorie verlopen bestuurlijke processen altijd via 4 fasen.
- Invoer: In deze fase brengen groepen uit de samenleving allerlei eisen en wensen naar voren. Ook media zal hier natuurlijk aandacht aan besteden. Politie kunnen het niet negeren, en zo komt het op de politieke agenda.
- Omzetting: De politieke partij moet de belangen van alle groepen afwegen. Vaak zal een wethouder of een minister zijn ambtenaren vragen de zaak te onderzoeken en om advies uit te brengen. Dit word ook wel de beleidsvoorbereiding genoemd.
-Uitvoer:Als een (wets) voorstel is aangenomen, zorgen ambtenaren voor de uitvoering ervan. Uiteindelijk werken de ambtenaren onder eindverantwoordelijkheid van een minister.
- Terugkoppeling: Besluiten roepen altijd reacties op in de samenleving. De Politiek merkt door deze terugkoppeling of maatregelen effect hebben. Zo niet, dan moet soms het hele besluitvormingsproces herhaald worden.
•Politieke actoren: Alle burgers, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces.
- Burgers:wij kunnen stemmen, actievoeren, contact zoeken met politici.
- Ambtenaren: Onze ministers zijn verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur, maar het eigenlijke werk wordt gedaan door ambtenaren die zich bezig houden met beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. Topambtenaren werken soms langer op een van de ministeries en hebben daardoor soms meer kennis en ervaring dan de minister. Daarom worden ambtenaren soms ook wel devierde machtgenoemd.
•Massamedia:Deze speelt vooral een belangrijke rol in de verkiezingstijd, maar ze doen nog meer:
- Informatieve functie: Kranten en tv berichten over politieke discussie en de tv zendt belangrijke debatten live uit.
- Onderzoekende of agendafunctie: Media signaleren problemen in de samenleving die vervolgens op de politieke agenda komen.
- Commentaarfunctie: Kranten geven dagelijks commentaar op politieke kwesties zoals bijvoorbeeld cartoons.
- Spreekbuisfunctie:Kranten, internet en tv geven politici, actiegroepen en burgers de ruimte om hun zegje te doen.
- Controlerende functie: De media volgen ministers kritisch en kijken of ze ook doen wat ze beloven.
•Persvrijheid: Voorwaarde voor een goed functioneren media is persvrijheid. Door de wet WOB ( wet openbaarheid van bestuur), word de media daardoor geholpen. Deze wet verplicht de overheid om alle informatie openbaar te maken, natuurlijk maken journalisten hier gebruik van. Pluriformiteit ( variatie) is bij de media erg belangrijk, elke krant schrijft weer anders, dit draagt bij aan de meningsvorming bij de bevolking.
•Pressiegroepen: Dit zijn groepen die proberen invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming, door bijvoorbeeld te gaan lobbyen. Dan zoeken ze persoonlijk contact met de politici om hun te overtuigen van hun standpunten. Pressiegroepen behoren tot actiegroepen, maar ook grote belangenorganisaties zoals vakbonden en amnestie international. Alle pressiegroepen bij elkaar worden devijfde machtgenoemd.
•Politieke betrokkenheid: Een democratie kan niet goed functioneren zonder de betrokkenheid van de burgers. Er is een kloof tussen burger en politiek. Burgers vinden dat politici geen oog hebben voor hun problemen. Om de afstand tussen burgers en politiek te verkleinen:
- Direct kiezen: Het direct kiezen van de minister- president en burgermeesters.
- Referendum: Hier kunnen kiezers over belangrijke kwesties direct hun mening geven. Bij een raadplegend referendum is de uitslag slechts advies, en bij een bindend referendum is de uitslag bepalend voor het besluit.
- Andere politieke cultuur: Politieke besluiten moeten veel meer genomen worden in openbare debatten, ipv achterkamertjes.
REACTIES
1 seconde geleden