PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE
begrip - begrippenlijstnummer begrip uitleg uitleg van begrip / voorbeelden
Algemeen belang - 16
- Politiek betekent: keuzes maken die gaan om het algemene belang van de bevolking. Het gaat daarmee om onderwerpen waarbij de keuze in zekere zin de hele samenleving aangaat.
Representatieve democratie - 17
- Het volk kiest een volksvertegenwoordiging (een aantal leden van het volk). De volksvertegenwoordiging neemt namens het volk politieke beslissingen. De volksvertegenwoordiging representeert hiermee het volk.
- - In een representatieve democratie kiest het volk uit een aantal leden van het volk. Die leden maken dan de beslissingen. Overigens wordt er soms toch rechtstreeks door alle leden van het volk over een onderwerp gestemd. Dit heet een ‘referendum’.
Representatie - 18
- Representatie betekent letterlijk ‘vertegenwoordiging’.
- - In een representatieve democratie is er dus sprake van vertegenwoordiging. Er zijn door het volk gekozen volksvertegenwoordigers die het volk vertegenwoordigen.
Representativiteit - 19
- Representativiteit gaat om ‘herkenbaarheid’. Herkent het volk zich wel in haar vertegenwoordiging?
- - De volksvertegenwoordiging neemt beslissingen namens het volk. Het is dan wel belangrijk dat het volk zich daadwerkelijk herkent in de vertegenwoordigers. Als er dan geen vertrouwen meer is in de vertegenwoordiging, is dat slecht voor het functioneren van een democratie.
Parlement: de Eerste- en Tweede Kamer - 20
- Het parlement is de volksvertegenwoordiging. In Nederland bestaat het parlement uit 150 Tweede Kamerleden en 75 Eerste Kamerleden. De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen, komt vaker bij elkaar en is het belangrijkst. De Tweede Kamer heeft wetgevende en controlerende macht.
- - Minstens eens per 4 jaar worden via rechtstreekse verkiezingen 150 Tweede Kamerleden gekozen. Zij hebben 4 jaar lang de taak het volk te vertegenwoordigen. Een Kamerlid kan uit zijn/haar partij stappen, zo’n Kamerlid kan dan wel gewoon als volksvertegenwoordiger actief blijven in de Kamer.
- - De 1ste taak van een Kamerlid is: het maken en aanpassen van wetten. Zowel een kabinetslid als een Kamerlid kan een (aanpassing aan een) wet voorstellen. De Kamer stemt hier dan over. Als de meerderheid van de Tweede Kamer voor een wet stemt, gaat de wet ter controle naar de Eerste Kamer. Als daar voor de wet wordt gestemd, wordt de wet aangenomen en moet de wet voor het kabinet worden uitgevoerd.
- - De 2de taak van een Kamerlid is: het controleren van het kabinet. Ministers en staatssecretarissen (de leden van het kabinet) moeten regelmatig in de Kamer verschijnen.
Coalitie - 21
- Een coalitie is een ‘samenwerking’. De coalitie in het parlement is de samenwerking tussen de politieke partijen die regeren.
- - Na de Tweede Kamerverkiezingen wordt een kabinet gevormd. Over het algemeen wordt voor een kabinet gezocht naar een samenstelling van politieke partijen die samen minstens 75 zetels in de Tweede Kamer bezitten. Zo heeft het kabinet namelijk altijd een meerderheid in de Tweede Kamer waarmee de belangrijkste punten uit het regeerakkoord altijd kunnen worden aangenomen.
- - Tweede Kamerleden van de coalitie regeren niet zelf, maar stemmen logischerwijs wel vaker mee met de voorstellen van het kabinet.
- - Illustratie/ voorbeeld:
- • Momenteel bestaat de coalitie in de Tweede Kamer uit de VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Samen hebben deze partijen momenteel precies 75 zetels.
Oppositie - 22
- Oppositie betekent ‘tegenwerking’. De oppositie in het parlement bestaat uit alle politieke partijen die niet regeren.
- - Oppositiepartijen besturen niet rechtstreeks zelf, maar ze kunnen via politieke druk of via ‘gelegenheidscoalities’ het kabinet wel bijsturen.
- - Illustratie/ voorbeeld:
- • Momenteel bestaat de oppositie in de Tweede Kamer uit 9 politieke partijen: SP, GroenLinks, PvdA, DENK, 50plus, PVV, SGP, Forum voor Democratie en PvdD
Regering/ kabinet - 23
- De regering/ het kabinet zorgt voor het dagelijks bestuur van Nederland. De begrippen komen in de praktijk ong. op hetzelfde neer: regering = koning + ministers, kabinet= ministers + staatssecretarissen.
- - Ook als ‘regering’ wordt gezegd, het ‘kabinet’ wordt meestal bedoeld. De koning heeft amper politieke macht, terwijl staatssecretarissen vrijwel hetzelfde werk doen als ministers.
- - Een kabinet telt vaak ong. 10-15 ministers en ong. 10-15 staatssecretarissen. De politieke leider van de grootste partij wordt doorgaans minister-president: de leider van het kabinet.
- - Ministers en staatssecretarissen geven leiding aan (delen van) ministeries, zoals het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Justitie. Zij zijn verantwoordelijk voor deze beleidsterreinen. Ze moeten ervoor zorgen dat het kabinetsbeleid binnen hun beleidsterrein goed wordt uitgevoerd. De Tweede Kamer, maar ook de media en de bevolking, controleren of ministers hun leidinggevende taak wel goed uitvoeren.
Politiek spectrum - 24
- *zie foto van politiek spectrum
- - Mensen kunnen verschillende ideeën hebben over hoe de ideale samenleving eruitziet. Mensen nemen dan middels stadpunten hun positie. Een plek in het politiek spectrum staat nooit vast. Omdat mensen en partijen van mening kunnen veranderen.
Sociaal economisch - 25
- Bij een sociaaleconomisch beleid gaat het om de verdeling van de welvaart over de bevolking.
- - Bij sociaaleconomische vraagstukken gaat het erom in hoeverre de overheid, middels belastingen, subsidies, uitkeringen etc. moet zorgen voor een (her)verdeling van die middelen over de bevolking.
De begrippenlijst gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden