Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 3

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • Klas onbekend | 323 woorden
  • 28 februari 2016
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Absolutisme = regering waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt.

Minister = hoogste dienaar van een koning; lid van de regering.

Oligarchie = regering door een kleine groep bevoorrechte personen.

Regent = overheidsbestuurder

Stadhouderloos tijdperk = tijd zonder stadhouder (van 1651 tot 1672 en van 1702 tot 1747)

Tijd van regenten en vorsten = zesde tijdvak (1600-1700)

Beurs = gebouw waar kooplieden samenkomen om handel te drijven.

Engelse zeeoorlogen = oorlogen tussen Engeland en de Republiek in de 17e eeuw, die op zee werden uitgevochten.

Gouden eeuw = langdurige bloeiperiode

Grachtengordel = deel van het Amsterdamse stadscentrum langs de hoofdgrachten uit de Gouden Eeuw

Handelskapitalisme = economisch systeem waarin ondernemers zich bezighouden met handel en nijverheid, waarbij ze een deel van de winst in hun onderneming investeren.

Huursoldaat = soldaat die zich verhuurt aan een leger, vaak van een ander land

Kapitalisme = economisch systeem waarin ondernemers gericht zijn op het maken van winst

Rampjaar = het jaar 1672 waarin de republiek werd aangevallen door Frankrijk, Engeland, Keulen en Münster

Stapelmarkt = plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen en vandaar verder worden verhandeld

Vrede van Münster = verdrag uit 1648 tussen Nederland en Spanje dat een eind maakte aan de tachtigjarige oorlog

Batavia= stad op Java waar de VOC zijn hoofdkwartier had (tegenwoordig Jakarta)

Compagnie = handelsbedrijf

Concurrentie = wedijver, als iemand ergens beter in wil zijn dan een ander

Factorij = handelspost in het buitenland met kantoren en pakhuizen

Gouverneur-generaal = hoogste bestuurder

Monopolie = alleenrecht

VOC = Verenigde Oost-Indische Compagnie

Wereldeconomie = economisch systeem van handel tussen werelddelen, waarbij vraag en aanbod op de hele wereld invloed op elkaar hebben WIC: West-Indische Compagnie

Gedogen = toelaten

Gereformeerden = calvinistische protestanten

Gewetensvrijheid = recht om eigen opvattingen en een eigen geloof te hebben

Schutterij = gewapende burgerwacht die in de steden als een soort politie de orde bewaakte

Statenbijbel = Nederlandse Bijbelvertaling in opdracht van de Staten-Generaal

Academie = genootschap (vereniging) om samen wetenschap of kunst te beoefenen

Natuurwet = beschrijving van een regelmatig natuurverschijnsel

Wetenschappelijke revolutie = ingrijpende verandering van het denken en het doen van onderzoek in de wetenschap

REACTIES

R.

R.

Graag voordat je een cijfer geeft aan dit werkstuk, hier melden waarom je die cijfer geeft. Anders word je cijfer verwijderd.

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.