Economie Hoofdstuk 4
4.1 Transactiekosten: Kosten die gemaakt moeten worden om een koop tot stand te brengen en om te zorgen dat de koper de overeenkomst naleeft.
Makelaars: Kunnen waarde van een woning schatten en proberen kopers te interesseren in de woning door adverteren.
Taxeren: Waarde van de woning schatten
Courtage: Beloning voor makelaar
V.o.n. = Vrij op naam (kosten bij verkoop betaalt door verkoper)
K.k. = Kosten koper (kosten bij verkoop betaalt door de koper)
Erfdienstbaarheid: Recht van een ander om gebruik te maken van jouw grond.
Recht van overpad: Pad op jouw grond te lopen.
Onroerende zaak/Registergoed: Het hele huis inclusief tuinhuisje, keukenblok etc.
Kadaster: Openbaar register van gegevens van registergoed.
Voorlopige koopcontract: Getekend koper en verkoper. Overeengekomen prijs en ontbindende factoren.
Ontbindende factoren: Onder welke voorwaarden koop niet doorgaat.
Transportakte: Officiële koopakte.
Overdrachtsbelasting: 6%
Nieuwbouwwoning = hoge btw - tarief
4.2 Hypothecaire lening: Lening met registergoed als onderpand
Hypotheekrecht: Bank het onderpand kan verkopen als geldlener rente niet aflost.
Overlijdensrisicoverzekering: Risico beperken. Bij overlijden huiseigenaar keert verzekering bedrag uit waarmee hypotheekschuld (deels) afgelost kan worden.
Eigenaar huis = hypotheekgever
Financiële instelling lening = Hypotheeknemer
Hypotheekovereenkomst: Afspraak (vorige 2) over lening, rente en leningsvoorwaarden
Hypotheekakte: Door notaris opgesteld
Hypothekenregister: Inschrijving hypotheekgegevens door notaris. In kadaster.
Hypotheekrente over de eigenwoningschuld = jaarlijks aftrekbaar inkomen
Eigenwoningforfait: Bij eigen inkomen. Meestal 0,55% over WOZ waarde huis.
Rentevaste periode: Meestal hoger rentepercentage. Risico afdekken banken.
Nationale Hypotheek Garantie (NHG): Laagste hypotheek betalen
Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW): Garant voor terugbetaling hypotheekbedrag bank
Effectieve rentpercentage: Werkelijke percentage wat aan bank wordt betaald.
Brutorente: (Bijv. 6%) Werkelijke lasten lager, aftrekbaar van inkomsten.
Nettorente: Brutorente – belastingvoordeel (Vaak 42%)
Reële hypotheekrente: Nominale rente gecorrigeerd door prijsstijging.
4.3. Huurovereenkomst: Afspraak met huurder met rechten en plichten erin
Woningcorporaties: Huurwoningen door hen aangeboden. Winst voor hen
Woningwaarderingsstelsel: Elke woning krijgt punten op bepaalde gebieden, zoals aantal kamers. Aantal punten is de prijs voor de woning per maand.
Economische binding = geld verdienen in eigen gemeente
Sociale binding = Jarenlang in gemeente wonen
Huurtoeslag: Overheidsbijdrage wanneer huur in verhouding inkomen hoog is.
Huurrecht: - Dwingende rechtsregels worden niet van afgeweken
- Aanvullende rechtsregels gelden alleen als huurder + verhuurder geen eigen aanvullende afspraken hebben gemaakt.
Leegstandswet: Bijhouden huizen leegstaan. Lang leegstaan – tijdelijk te huur aanbieden. Anders worden huizen gekraakt.
4.4 Opstalverzekering: Verzeker huis en alles erbij (bijv. schuur/schutting etc.)
Inboedelverzekering/Huisraadverzekering: Alles in het huis (bijv. meubels etc.)
Onderverzekering: Waarde huis stijgt – Verzekerde waarde niet
Indexclausule: Bij opstalverkering, zodat onderverzekering word voorkomen.
Oververzekering: Meer verzekeren dan nodig is. Verzekering keert niet meer uit.
Kapitaalverzekering bij leven/overlijden: Eenmalige uitkering op datum. Als gene nog leeft/dood is.
4.5 Huurliberalisatie: Overheid vrijlaten van maximumhuurprijzen en huurverhoging.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden