8.3 en 8.4

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas vwo | 472 woorden
  • 6 januari 2021
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

8.3 je bloed vervoert

Bloedplasma : lichtgelige vloeistof in je bloed, hierin zitten onder andere voedingsstoffen en afvalstoffen opgelost.

Bloedcellen : zitten in je bloed, er zijn rode en witte bloedcellen.

Witte bloedcellen : cellen in je bloed die ziekteverwekkers bestrijden.

Rode bloedcellen : cellen in je bloed die zuurstof vervoeren.

Hemoglobine : ijzer bevattende stof in rode bloedcellen, zuurstof hecht zich in je longen aan hemoglobine, in je andere organen laat het zuurstof weer los.

Boezems : twee bovenste ruimten in je hart.

Kamers : twee onderste ruimten in je hart.

Harttussenwand : verdeelt het hart in een linkerhelft en een rechterhelft.

Longader : ader die zuurstofrijk bloed van de longen naar de linkerboezem vervoert.

Holle aders : twee grote aders, die zuurstofarm bloed uit de andere aders naar de rechterboezem vervoeren.

Longslagader : slagader die zuurstofarm bloed vanuit de rechterkamer naar de longen voert.

Aorta : grootste slagader, voert zuurstofrijk bloed vanuit de linkerkamer in de richting van alle organen, behalve de longen.

Hartkleppen : kleppen tussen boezems en de kamers, voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de boezems.

Slagaderkleppen : kleppen aan het begin van de longslagader en de aorta, voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de kamers.

Hartslag : pompbewegingen van het hart: boezems trekken samen -> kamers trekken samen   -> hart pauze

Sinusknoop : groep cellen op de rechterboezem waarin de impulsen voor het samentrekken van het hart ontstaan.

AV-knoop  : groep cellen die de impulsen vanaf de boezems opvangt en vertraagd doorgeeft aan de harttussenwand.

Hartslagfrequentie : het aantal hartslagen per minuut.

Elektrocardiogram / ecg : hartfilmpje, een grafiek van de elektrische spanning van het hart, gemeten tijdens verschillende fasen van de hartslag.

8.4 je bloedsomloop

Slagaders : bloedvaten met dikke, gespierde wanden, die bloed van het hart naar de organen voeren.

Kransslagaders : slagaders die het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen voorzien.

Haarvaten : kleinste soort bloedvaten, hier gaan stoffen in of uit het bloed.

Aders : bloedvaten die het bloed van de organen terug voeren naar het hart.

Longaders : aders die zuurstofrijk bloed van de longen naar de linkerboezem vervoert

Kleppen : voorkomen dat het bloed terugstroomt, ze zitten veel in aders en in en bij het hart.

Holle aders : twee grote aders, die zuurstofarm bloed uit de andere aders naar de rechterboezem vervoeren.

Kransaders : aders die het zuurstofarm bloed van het hart zelf naar een holle ader vervoeren.

Kleine bloedsomloop : bloed stroom vanuit de rechterkamer, via de longen, naar je linkerboezem. De functie is het opnemen van zuurstof uit de lucht en het afgeven van koolstofdioxide.

Grote bloedsomloop : bloed stroomt vanuit de linkerkamer, via een orgaan, naar je rechterboezem. De functie is onder andere het afgeven van zuurstof aan de cellen en het opnemen van koolstofdioxide.

Bloeddruk : kracht waarmee bloed tegen de wanden van de bloedvaten drukt.

Bovendruk : de bloeddruk die ontstaat bij her samentrekken van de kamers, dit is de grootste druk.

Onderdruk : de bloeddruk tijdens de hartpauze, dit is de kleinste druk.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.