Begrip |
Uitleg |
aquifer |
Waterhoudende laag in de ondergrond (niet vernieuwbare waterbron) |
Binnendijkse land |
Gebied langs de rivier of zee dat beschermd wordt door dijken. |
Bodemwater |
Water in de toplaag van de bodem. De grens tussen het bodem- en grondwater wordt gevormd door de grondwaterspiegel. |
Buitendijkse land |
Gebied langs de rivier of zee dat niet beschermd wordt door dijken |
drietrapsstrategie |
3 manieren (vasthouden, bergen, afvoeren) waarmee de overheid een piefafvoer wil bestrijden en overstromingen wil voorkomen. |
Droogmakerij |
Polder ontstaan door het droogmalen van een plas of een stuk van de zee. |
Duurzaam waterbeheer |
Waterbeheer in een breed duingebied waar men de natuur meer haar gang laat gaan |
Dynamisch kustbeheer |
Kustbeheer in een breed duingebied waar men de natuur meer haar gang laat gaan. |
Gemengde rivier |
Rivier door smelt- en regenwater. |
Getijdenlandschap |
Landschap onder invloed van eb en vloed zoals de Waddenzee. |
Grondwater |
Water in de diepe ondergrond, onder de grondwaterspiegel. Alle poriën zijn hier gevuld met water. |
Grondwaterspiegel |
De grens tussen de laag met bodemwater (onverzadigd) en de laag met grondwater (verzadigd) |
Inklinking |
Daling van het maaiveld omdat de slappe ondergrond (veen en klei) inzakt, vooral als gevolg van daling van de grondwaterspiegel. |
Kustafslag |
Wegslaan van stukken strand of duin tijdens een storm. |
Niet-vernieuwbare voorraad |
Voorraad water die niet of maar heel langzaam wordt aangevuld, zoals in een auifer. |
Nuttige neerslag |
Het verschil tussen neerslag en verdamping. |
Piekafvoer |
Verhoogt afvoer van de rivier |
Polder |
Een gebied waarbinnen de waterstand kunstmatig geregeld wordt. |
Regiem |
De schommelingen in de waterafvoer van een rivier in een jaar. |
Retentiegebied |
Gebied waarbij hoogwater tijdelijk water wordt opgeslagen om de rivier waterstand stroomafwaarts te verlagen. |
Springtij |
Extra hoge vloed wanneer zon, maan en aarde op één lijn staan. |
Springvloed |
Het samenvallen van springtij en een op de kust gerichte stormvloed zoals op 1 februari 1953 in Zeeland. |
Veenpolder |
Polder in laagveengebied die door inklinking beneden zeeniveau is komen te liggen |
Vernieuwbare voorraad |
Watervoorraad die steeds wordt aangevuld, zoals rivierwater. |
Verzilting |
Toename van het zoutgehalte in de bodem en het water. |
Waterbalans |
De hoeveelheid water die een gebied inkomt en uitgaat. |
Wateroorlog |
Een gewapend conflict tussen staten onder water. |
Waterstress |
Alle problemen die zich voordoen als gevolg van een tekort aan schoon water. |
Zandsuppletie |
Het opspuiten van zeezand vóór of op het strand om de kust te versterken. |
Zeepolder |
Polder ontstaan door het bedijken va de kwelder. |
Zeereep |
De eerste hoge, min of meer gesloten duinenrij vanuit zee gezien. |
Aardrijkskunde 3 Havo
Water
De blauwe planeet
De aarde is uniek omdat het de enige planeet is die over water beschikt. Via de waterkringloop komt een klein deel van dit water als zoet water op het land. Veel verdampt maar een deel van de nuttige
neerslag word opgeslagen in de ondergrond. Dat kan zijn als:
- bodemwater
- grondwater
- fossiel water in een aquifer.
Hoeveel water een gebied in- en uitgaat, kun je zin in de waterbalans. De mensen gebruiken water voor het huishouden, de irrigatie landbouw en voor de industrie. Zolang daarbij alleen de vernieuwbare voorraad water wordt gebruikt, noem je dat duurzaam waterbeheer, maar in toenemende mate zien we dat ook niet-vernieuwbare bronnen worden aangesproken. Dat komt omdat de vraag naar water stijgt, bijvoorbeeld door de groende wereldbevolking,
de stijgende welvaart en de vervuiling van water door onder andere verzilting.
Het gevolg is dat droge maar relatief dichtbevolkte gebieden te maken krijgen
met waterstress.
Sommige landen zijn voor de aanvoer van water erg afhankelijk van andere
landen. In zo’n situatie kan gebrek aan water tot strijd (wateroorlog) leiden.
Het driegende watertekort kan technisch worden aangepakt door:
- ontzilting van zeewater.
- verplaatsing van water van een natter naar een droger gebied.
- oppompen van fossielwater.
- vasthouden van water door de aanleg van dammen.
Uit het oogpunt van duurzaamheid is het beter om zuiniger met water om te springen.
Soms te veel
Twee soorten gebieden hebben juist regelmatig te maken met wateroverlast:
- laaggelegen kustgebieden, vooral wanneer een tropische wervelstorm samenvalt met springtij (springvloed).
- riviervlaktes die overstromen.
Dat komt door:
- natuurlijke oorzaken, een rivier met een sterk schommelend regiem krijgt regelmatig te maken met een piekafvoer.
- menselijke oorzaken, het stroomgebied van de rivier wordt steeds meer ‘versteend’ en door bedijking is er steeds minder ruimte voor de rivier.
REACTIES
1 seconde geleden