Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 3

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 5e klas vwo | 296 woorden
  • 27 mei 2011
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
16 keer beoordeeld

Geofactoren: factoren die de elementen vormen voor de verschillende ecosystemen op aarde.

Bodem: de bovenste 1 a 2 m van de grond waaruit de planten het grootste deel van hun voedingsstoffen halen.

Tropische zone: zone, gelegen tussen 10 graden NB en 10 graden ZB

Subtropische zone: zone tussen de tropen en de gematigde breedte (tussen 20 graden en 30 graden NB en ZB)

Gematigde zone: de gordels tussen de subtropische en boreale zone (tussen 30 graden en 55 graden NB en ZB)

Polaire zone: gordels tussen de poolcirkel en de polen


Boreale zone: het overgangsgebied tussen de gematigde en polaire zone op de continenten, dus op het noordelijk halfrond.

Aride zone: zone met droge klimaten

Natuurramp: ramp, veroorzaakt door de natuur, waarbij veel slachtoffers te betreuren zijn en grote schade is aangericht

Milieuramp: verstoring door de mens van de natuur, waardoor zich een ramp met slachtoffers en financiële schade voordoet

Aantasting van de ozonlaag: beschadigen van de ozonlaag door gebruik van schadelijke gassen

Versterkt broeikaseffect: versterkte toename van de temperatuur in de dampkring als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen door de mens

Klimaatveranderingen: wijzigingen in het klimaat door menselijke dan wel natuurlijke oorzaken

Landdegradatie: aantasting van het landschap, meestal door menselijke activiteiten

Bodemerosie: het snel verdwijnen van de voor plantengroei belangrijke verweringsgrond, meestal het gevolg van menselijke activiteiten

Bodemdegradatie: verlies van de kwaliteit van de toplaag van de bodem

Verwoestijning: uitbreiding van de woestijn, veroorzaakt door verkeerde toepassing van landbouw, soms gecombineerd met klimaatvariaties

Verzilting: toename van het zoutgehalte van de bodem of het grond- en oppervlaktewater


Duurzaam landgebruik: natuurlijke hulpbronnen zodanig gebruiken dat men tegemoet komt aan de behoeften van deze tijd, zonder dat de behoeften voor de komende generaties in het gedrang komt

Hazard management: het omgaan met de risico’s van een natuurramp

Risico: kans waaraan enig gevaar verbonden is

Herhalingsperiode: de tijd die tussen twee rampen (met dezelfde oorzaak) in een bepaald gebied zit

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.