1. middelgebergte = Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.
2. oud gebergte = Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar.
3. hooggebergte = Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
4. jong gebergte = Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65 miljoen jaar oud.
5. eeuwige sneeuw = Gebied waar altijd sneeuw ligt.
6. reliëf = Hoogteverschillen in het landschap.
7. laagvlakte = Gebied zonder hoogteverschillen, dat lager ligt dan 500 m.
8. hoogvlakte = Vlak of zachtgolvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.
9. steppe = Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
10. irrigatie = Het kunstmatig nathouden van landbouwgronden.
11. extensieve veeteelt = Veeteelt met weinig vee per hectare.
12. regenschaduw = De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
13. jaaramplitude = Het verschil tussen de gemiddelde temperatuur in de warmste en de koudste maand van het jaar.
14. breedteligging = De afstand van een plaats tot de evenaar.
15. aanlandige wind = Wind vanaf zee. Heet ook zeewind.
16. loefzijde = De windkant van een gebergte met veel neerslag.
17. stuwingsregen = Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
18. lijzijde = De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.
19. temperatuur = Hoe koud of warm het is uitgedrukt in graden Celsius of Fahrenheit.
20. temperatuurfactor = Factor die invloed heeft op de temperatuur in een gebied.
21. evenaar = De lijn die de aardbol in twee helften verdeelt: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond.
22. wind = Bewegende luchtmassa.
23. zeestroom = Stroming van zeewater die ontstaat doordat de wind langdurig uit één richting waait.
24. landwind = Wind vanaf land. Heet ook aflandige wind.
25. zeewind = Wind vanaf zee. Heet ook aanlandige wind.
26. aflandige wind = Wind vanaf land. Heet ook landwind.
27. Golfstroom = Zeestroom die warm water van de Golf van Mexico naar de westkust van Europa brengt.
28. luchtsoort = Grote hoeveelheden lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid, bijvoorbeeld warme lucht uit de tropen of koude lucht uit de poolstreken.
29. hogedrukgebied = Gebied met een teveel aan lucht. Heet ook maximum.
30. lagedrukgebied = Gebied met een tekort aan lucht. Heet ook minimum of depressie.
31. zeeklimaat = Klimaat met een matigende invloed van de zee op de temperatuur (de zomers koeler, de winters zachter) en het hele jaar neerslag.
32. Middellandse Zeeklimaat = Klimaat met warme, droge zomers en milde winters met neerslag. Heet ook wel mediterraan klimaat.
33. landklimaat = Klimaat met in de winter een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan −3 °C, en in de zomer hoger dan 10 °C.
34. depressie = Gebied met een tekort aan lucht. Heet ook lagedrukgebied.
35. tornado = Zeer krachtige wervelwind. Heet ook twister, wervelwind of windhoos.
36. front = De scheiding tussen twee luchtsoorten, bijvoorbeeld koude droge poollucht en warme vochtige lucht uit de subtropen.
37. tropische storm = Storm in de tropen met een windkracht van 8 tot 11 op de schaal van Beaufort.
38. orkaan = Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort. Andere namen zijn tyfoon, cycloon en hurricane.
39. hurricane = Naam voor orkaan in Amerika.
40. Saffir-Simpsonschaal = Schaal waarmee de kracht van een orkaan wordt aangegeven.
41. oog van de orkaan = Wolkeloos en windvrij gebied in het midden van een orkaan.
42. modderstroom = Kolkende, modderige brij die met hoge snelheid van een helling af stroomt.
43. luchtdruk = De druk die het gewicht van de lucht uitoefent op het aardoppervlak.
44. dampkring = De lucht om ons heen. Heet ook atmosfeer.
45. maximum = Gebied met een teveel aan lucht. Heet ook hogedrukgebied.
46. minimum = Gebied met een tekort aan lucht. Heet ook lagedrukgebied of depressie.
47. corioliseffect = Door de draaiing van de aarde krijgt de wind een afwijking. Met de wind in de rug, krijgt de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. Het ... is sterker op lage breedte.
48. schaal van Beaufort = Schaal om de kracht van de wind aan te duiden.
49. tropen = Warme luchtstreek rond de evenaar tussen 23½° N.B. en 23½° Z.B.
50. keerkring = De breedtecirkel van 23 1/2 ° N.B. en 23 1/2 °Z.B.; grens van de tropen.
51. cycloon = Naam voor orkaan in Zuid-Azië en Australië.
52. tyfoon = Naam voor orkaan in Azië (ook wel geschreven als taifoen).
53. weer = De temperatuur, de neerslag en de wind op een bepaalde plaats, op een bepaald moment.
54. isobaar = Lijn met dezelfde luchtdruk.
55. klimaat = Het gemiddelde weer in een bepaald gebied over dertig of veertig jaar.
56. cornbelt = maisgordel; maiszone
57. wheatbelt = tarwegordel; tarwezone
58. northerns = blizzards; cold waves
59. southerns = hot waves
60. Temperatuurfactoren: Hoogteligging, Breedteligging, Ligging ten opzichte van de zee, Aanvoer van koude of warmte van elders door wind of zeestromen, Ligging van gebergten
61. minder warm, minder koud = Bij een aanlandige wind wordt het in de zomer ... en in de winter ...
62. warmer, kouder = Bij een aflandige wind wordt het in de zomer ... en in de winter ....
63. tropische regenwouden = Dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen.
64. savanne = Landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken.
65. moesson = Halfjaarlijks van richting wisselende wind.
66. zuidwestmoesson = Vochtige, tropische zeewind vanaf de Indische Oceaan.
67. moessonklimaat = Tropisch klimaat met een kort droog seizoen.
68. stroomgebied = Het gebied dat afwatert op de hoofdrivier van een stroomstelsel (bijvoorbeeld de Rijn of de Maas).
69. delta = Een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in vele rivierlopen.
70. natuurramp = Ramp veroorzaakt door de natuur met veel slachtoffers en grote schade.
71. ontbossing = Het kappen van bossen.
72. bodemerosie = Het verdwijnen van de bovenste vruchtbare bodemlaag. Dat gebeurt door wegspoelen door water of wegwaaien door wind van de bodem.
De begrippenlijst gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden