Sint Vitus kathedraal Praag

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Architectuurverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 1024 woorden
  • 12 augustus 2008
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
19 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Sint Vitus Kathedraal

Met de bouw van de kathedraal is in op 21 november 1344 begonnen. De eerste steen houwmeester van de kathedraal was Matthew van Arras. Hij richtte een werkplaats op die de kathedraal zou bouwen volgens de instructies, eisen en plannen van Karel de 4de. Toen Matthew in 1352 om het leven kwam stonden er al 9 gewelven aan de binnenkant van de kathedraal overeind.

Tussen 1352-1356, werd de werkplaats geleidt door de in 1352 23-jarige Peter Parler, zoon van de architect van de Gmund Kathedraal (kathedraal in de buurt van Wenen), in die tijd ging de werkplaats door met het werk van de kathedraal volgens de ontwerpen en ideeën van Matthew.

Peter Parler maakte de twee verdieping aan de noordzijde af en ook de kapel van het Heilige Kruis aan de zuidzijde. Daarna bouwde hij verder volgens zijn eigen plannen en ideeën, natuurlijk volgens de gestelde eisen van de heiligen. De vloer van de kathedraal, helemaal tot de plaats waar het koor zou komen, inclusief de kapel van St. Wenceslas en de veranda daar aan vast, werd afgebouwd aan het eind van de jaren 60 van de 14de eeuw.
Tussen 1370-1371, volgens opgave van Karel de 4de, werd de façade van de veranda versierd met een mozaïek van het “Laatste Onderdeel” en, het volgende jaar, werden de binnenste muren van de kapel van St. Wenceslas versierd met kleine stenen en erg mooie muurschilderingen. In 1373, onder de leiding van P. Parler, werd de plaats voor het koor afgemaakt en tussen 1374-1375 het triforium.
In 1373 werden de lichamelijke resten van de prinsen en koningen verplaatst van de Romeinse basiliek van de Burcht naar de kapellen in de oosthoek van de kathedraal; van zes werden beelden gemaakt voor de graftombes (in de Saksen Kapel staan de graftombes van Premysl Otakar I en Premysl Otakar II; in de Keizerlijke Kapel Bretislav I en Spytihnev II; en in de Kapel van St. Jan de Baptist zijn Bretislav II en and Borivoj II begraven, vraag me niet hoe ik het moet uitspreken).
In 1392 legden de werkers van Koning Wenceslas IV samen met de werkers van Aartsbisschop Jan van Jenstejn de fundering voor de kathedraal. In 1396 werden de overblijfselen van St Adalbert geplaatst in de as tussen de eerste vier pilaren.

Van het werk van de Noord-Franse steenhouwmeester Matthew van Arras hebben acht gewelven van de 9 gewelven aan de binnenkant van de kathedraal het overleefd. Zijn werk is te onderscheiden van dat van Parler, door zijn scherpere werk, wat je ook bijna ruw kunt noemen, bijna verticale beweging, vluchtige vormen en elegante slanke evenredigheid. P. Parler zijn vormen lijken sculptureel te zijn gemaakt (waarschijnlijk omdat, Parler ook een beeldhouwer en houtsnijder was), ze zijn vol van dynamiek, innerlijke spanning, onverwachte draaiingen en conflicten. Sculptuur heeft een belangrijke plek gekregen toen Parler aan de leiding stond van de constructie. Een aantal erg vakkundige steenbewerkers en toekomstige steenhouwmeesters werden getraind in de werkplaats. Later vervulden ze Parler zijn ideeën, door te kiezen voor de Late Gotiek door het verloop van de volgende eeuw.

Peter Parler liet de leiding van de werkplaats over aan zijn zoon Wenzel Parler na zijn dood in 1397. Kort daarna, in 1398, verliet Wenzel Praag om in Wenen te werken aan de St. Stefankathedraal en de Praagse werkplaats werd overgenomen door een jongere zoon van Parler, Johann. Na Johann zijn dood in 1406 tot de Hussitische Oorlogen werd de werkplaats geleidt door de meester Petrlik. Hij wordt behandeld in de geschreven aantekeningen tot rond 1440. In de tijd dat deze die meesters aan de leiding stonden, werd doorgegaan met het werk aan de kathedraal en de Grote Toren aan het zuiden werd afgebouwd. Het werk werd menige keer onderbroken door de Hussitische Oorlogen en de werkplaats werd nooit weer helemaal de oude; meestal werd alleen wat dingen afgewerkt omdat alle nieuwe projecten meteen werden geroofd door de Hussieten . De inrichting van de kathedraal, bestaande uit tientallen sculpturen en afbeeldingen, hebben de beeldenstorm van de Hussieten niet overleefd. In Juni 1421 werd de burcht bezet door de Pragenaren en zij hebben een groot deel van wat er nog over was gesloopt. Tot Koning Vladislav Jagiellon, die de plannen van Karel de 4de voortzette, werden er geen pogingen gedaan om verder te bouwen aan de kathedraal, de plannen waren er wel. Tot deze plannen behoorde de decoratie van het interieur, de bouw van een koninklijke kapel, beginnend werk aan de noordelijke toren, het leggen van meer fundamenten voor meer pilaren van de kathedraal; en de decoratie van de kapel van St. Wenceslas met een rondgaande muurschildering die sloegen op het leven van de heilige en zijn gezanten.
Toen het bouwen begon, werd dat geleidt door Benedict Ried, schoot er plotseling tekort, wat valt te wijten aan een gebrek van voorraad en de bijna complete absentie van de koning, die in 1490 de kroon van Hongarije aannam.
Uit de beschrijvingen van de schade veroorzaakt door het grote vuur in 1541, kunnen we bedenken hoe de Gotische kathedraal er op dat moment uitzag. Niet al te mooi dus. De Grote Toren aan de zuidkant was gebouwd tot een hoogte van circa 55 meter, op dat punt zou zijn vierkante vorm later achthoekig worden. Het uit drie delen bestaande schip was provisorisch overdekt met balken en planken. In dit deel, wat ook wel “Grote Kerk over het Graf van St. Adalbert” genoemd werd, waren de altaren al ingewijd en vonden de diensten al plaats.
Het vuur van 1541 kwam de Kathedraal binnen via het houten dak en verwoestte het grootste deel van de inrichting en richtte grote schade aan de noordelijke toren en het midden van het driedelige schip. Na een aantal, meestal mislukt pogingen in een aantal opeenvolgende eeuwen, werd de kathedraal uiteindelijk afgebouwd in de jaren 1861-1929. Nu zijn ze bezig met een restauratie aan de oostzijde van de kathedraal deze is dan ook helemaal gehuld in steigers. De afmetingen van de kathedraal zijn. Andere bezienswaardigheden in Praag zijn: De Karlsbrug, de Tynkerk, het gouden straatje (met huizen met een diepte van 1.5 meter!), de astronomische klok en natuurlijk de joodse wijk met zijn grote begraafplaatsen waarvan er eentje een stapel hoogte van 9 kisten heeft.

oor Edwin V4C 27-11-06

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.