Woorden rond het thema Blok 1 t/m 6

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas vwo | 718 woorden
  • 13 januari 2010
  • 49 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
49 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
1 Woorden rond thema NL
1. Acclimatiseren wennen aan een ander klimaat of omgeving
2. Afficheren rondbazuinen, te koop lopen
3. Burn-out lichamelijke en geestelijke klachten als gevolg van een langdurige stress
4. Correlatie verband onderlinge relatie
5. Maatschappelijke differentiatie verscheidenheid (het uiteenlopen) wat betreft de activiteiten van mensen
6. Domein ruimte gebied
7. Dubbelmodaal met twee keer het inkomen van de gemiddelde werknemer
8. Etaleren kenbaar maken
9. Goeroe leermeester
10. Grafisch werk schrijf- en tekenkunst (zoals prentkunst en kopergraveerkunst)
11. Hausse sterke toename
12. Hedonisme genotzucht
13. Gemobiliseerde samenleving samenleving waarin iedereen steeds meer eisen
wordt gesteld
14. ni Dieu, ni maître god nog meester (ik regel mijn zaken zelf wel)
15. Ontzuiling het zich losmaken van kerkelijke-politieke belangengroepen
16. Opiaat opium bevattend (slaap)middel
17. Patriottisch vaderlandsliefde
18. Persvers persvers, slecht
19. Pseudo- schijn
20. Reflectie beschouwing, overdenking
21. Statussymbool zaak of bezit wat iemand maatschappelijk aanzien geeft
22. Territorium gebied waarin anderen niet mogen komen
23. Tranquillizer kalmeringsmiddel
Woorden blok 2

1. associëren in de geest verbinden, aan iets doen denken
2. authentiek echt, origineel
3. choqueren aanstoot geven, schokken
4. culturele elite kleine groep van bevoorrechte
5. dimensie element, bestanddeel
6. discours conversatie
7. fenomeen verschijnsel
8. figuren een rol vervullen
9. folklorisme het benadrukken van eigenaardigheden van een cultuur
10. format formule, opzet
11. globalisering het wereldwijd worden
12. identiteit eigen karakter, kenmerk(en) van een persoon of groep
13. ideologisch het geheel van denkbeelden en samenleving betreffend
14. impliceren dwang, druk
15. incorporeren opnemen in een groter geheel
16. juk te grote nadruk leggen op wat wel en niet mag
17. make-overprogramma programma waarin mensen een nieuw uiterlijk krijgen
18. moralistisch bovendien inhouden
19. opportunist iemand die handelt zonder bepaalt beginsel en daarbij zijn eigen voordeel zoekt
20. parodiëren bespottelijk maken door nabootsing
21. provoceren uitlokken, uitdagen
22. rituele functie taak om eigenschappen te herhalen en te benadrukken

Blok 3 - Woorden rond het thema

1. arbeidsethos – de opvatting dat werken goed en noodzakelijk is voor de mens
2. bohemien - iemand die een ongebonden leven leidt
3. brevet van onvermogen - onmacht
4. causaal verband - verband van oorzaak en gevolg
5. cohesie - (innerlijke) samenhang
6. dynamiek - snelle voortgaande) beweging
7. evangelie - de leer die men belijdt
8. impasse - moeilijkheid waarvoor men geen oplossing ziet
9. in principe - in beginsel, zonder rekening te houden met bijkomende zaak
10. institutie - staats- of burgerlijke instelling
11. metafoor - beeldspraak (figuurlijk taalgebruik) gebaseerd op vergelijking
12. mondiaal - wereldwijd
13. navenant - overeenkomstig
14. orkestrator - iemand die iets regelt
15. paradox - uitspraak die een schijnbare tegenspraak bevat
16. parallel - overeenkomst, vergelijking
17. participatie - deelneming
18. per saldo - uiteindelijk
19. relatief – betrekkelijk
20. specifiek - in het bijzonder, voornamelijk
21. spenderen - besteden aan
22. stabiliteit - bestendigheid, duurzaamheid van het bestaande
23. synchroon - gelijktijdig
24. teloor gaan - verloren gaan

Woorden rond thema H4

1. constitutioneel: grondwettig
2. (des)integratie: ontbinding, verval
3. dogmatisch: star, leerstellig
4. domein: terrein
5. echec: mislukking
6. emplooi: werk
7. escaleren: stapsgewijs ernstiger worden
8. façade: bedrieglijk voorkomen, schijn
9. gedijen: voorspoedig groeien
10. hilarisch: gelach veroorzakend
11. ideologiseren: tot voorwerp maken van een ideologie
12. kadaster: officieel grondregister
13. mediterraan: van gebied om de Middellandse Zee
14. melange: mengsel
15. paraderen: pronken
16. relativisme: het ontkennen van het bestaan van algemeen geldende normen
17. segregatie: apartheid
18. sereniteit: ongestoord rustige sfeer
19. spiritueel: geestelijk

Blok 5

allusie - toespeling
consultant - adviseur op een bepaald gebied
erudiet - geleerd, belezen
fetisj - voorwerp dat verafgood wordt
frase - mooie maar nietszeggende woorden
humanistisch - vrijzinnig, de menselijke vrijheid centraal stellend
klassiek - traditioneel, gebruikelijk
literaire canon - lijst van literaire boeken die in een samenleving als goed (klassiek) worden beschouwd
niche - deel van de markt voor een speciale groep afnemers
nominatie - voordracht van personen om er een keuze uit te doen
oratio pro domo - verdediging van eigenbelang
ornament - versiersel
parasiet - profiteur
potiëntele klant - mogelijke klant
probaat - beproefd
quote - aanhaling, citaat
raffinement - sluwheid
stupiditeit - stompzinnigheid
triviaalliteratuur - populaire ontspanningslectuur
ultiem - (aller)laatst
wishful thinking - wensdenken, (het) denken dat iets werrkelijkheid is omdat je graag wilt dat het zo is

Blok 6

adolescent - iemand van ongeveer 16-20 jaar
allegorisch - zinnebeeldig, symbolisch
allitereren - met dezelfde klank(en) beginnend
ashram - leefgemeenschap van aanhangers van religies uit India
backpacker - rugzaktoerist
banaal - alledaags, plat
bon sauvage - de (nog) 'onbedorven' mens
clochard - dakloze, zwerver
cynisme - niet gelovend in het goede en dat sarcastisch laten blijken
decadent - in verval (zijnd), verworden
desolaat - troosteloos
futiliteit - onbetekenende kleinigheid
hausse - opleving
impuls - stoot, aanzet
inherent aan - onafscheidelijk verbonden met
katern - aantal bedrukte bladzijden als deel van een boek of katern
labyrinth - doolhof
sabbatical - sabbatsjaar, een jaar betaald verlof voor bijvoorbeeld studie
smog - door rook en uitlaatgassen vervuilde mist (gevormd uit: smog en fog)
trotseren - het hoofd bieden, aandurven
unheimlich - beklemmend, naargeestig

REACTIES

S.

S.

Blok 1 tmt 3 uitgeprint. Er staan wel wat fouten bij blok 2. Juk = dwang, druk. Moralistisch = te grote nadruk leggen op wat wel en niet mag en impliceren = bovendien inhouden...

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.