`Werkwoordsspelling:
- De persoonsvorm tegenwoordige tijden enkelvoud (pv – tt – ev)
2 vormen:
- ik vorm
- Hij vorm
Ik vorm /je-jij/gebiedende wijs = stam
Hij vorm = stam +t
Als de hij vorm al op een d eindigt moet er nog een t achter (dt dus)
- de persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud.
= de wij vorm:
Pv – tt – mv = hele werkwoord.
- Persoonsvorm verleden tijd zwak
Persoonsvorm vt= enkelvoud: ikvorm + te / de
Meervoud: ikkvorm + ten / den
Eindigt de ik-vorm al op –t of –d?
Dan krijg je tten(n) / dde(n)
Bij persoonsvorm verledentijd zit geen verschil tussen de ik vorm en de hij vorm.
- Persoonsvorm verleden tijd sterk
Bij de persoonsvorm verleden tijd sterk schrijf je gewoon op wat je hoort.
Twijfel over d of t aan het eind? Maak het woord langer, dan hoor je het.
- Voltooid deelwoord (VD)
Het vd kan nooit het enige werkwoord zijn in de zin.
Er staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.
Sterk:
Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt op: -(e)n.
Zwak:
Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op
–t of –d.
Als je niet weet hoe je dat moet schrijven maak het woord dan langer.
Dan hoor je het.
Als je het dan nog niet zeker weet gebruik dan het
‘T eX KoFSCHiP.
Als het hierop eindigt eindigt het woord ook op een –t.
- Tegenwoordig deelwoord (TD)
Een TD is het hele werkwoord + een –d.
Een TD geeft aan dat een handeling nog niet is voltooid.
Een TD hoort niet bij het gezegde.
- Voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord als bijvoegelijk naamwoord.
Van een voltooid deelwoord kun je een bijvoegelijknaamwoord maken.
(bijv. het huis is afgebrand=het afgebrande huis.)
Je schrijft een VD als BN altijd zo kort mogelijk.
Je schrijft alleen –tt of –dd als dat voor de uitspraak nodig is.
Eindigt het voltooid deelwoord op –en, dan doet het BN dat ook.
(bijv. de schat is verdwenen=de verdwenen schat.)
Ook van een tegenwoordig deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.
Je schrijft het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.
(bijv. een grommend beest)
- Engelse werkwoorden
Werkwoorden van engelse afkomst vervoeg je zoals Nederlandse zwakke werkwoorden.
De stam schrijf je op dezelfde manier als in het engels, en daar leid je de Nederlandse vervoeging uit af.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
Ik zoek nog uitleg voor werkwoorden die eindigen op -d of -dt vanwege toets.
6 jaar geleden
Antwoorden