Thema opdracht

Thema Nederlands 4 Heimwee en verlangen Opdracht 2 A Het advies dat ik aan Frederieke zou geven is dat het beter is. Het verliezen van een liefde is nooit leuk zeker als jij nog wel verliefd bent maar hij niet meer op jou. Frederieke ga verder met je leven. Het was een foute jongen en wees blij dat je nu weer op het ‘rechte’ pad zit. B Ik zou de pen (of draad) weer oppakken. In het begin zou ik er wel weer kapot van zijn, maar je weet dat je verder moet met je leven en dat er ergens op de wereld een partner voor jou rondloopt. Opdracht 3 A Ik vind dat je niet kunt spreken van liefde op het eerste gezicht. Adriënne is fotografeert boeiende onderwerpen, en ze vind de jongen met de krant (Ingmar Booy) boeiend. Hoe hij erover denkt wordt in dit stuk (en waarschijnlijk in het hele boek) niet beschreven. Het feit dat Adriënne zo met Ingmar bezig is zegt wel dat ze hem leuk vind. B Ze denkt na over wat hij zegt en ze vind zijn handen heel erg mooi en schaamt zich daarom voor die van haar. C Hij zegt wel waar het op staat, en zorgt dat er in de gesprekken geen stiltes vallen. Maar of hij nou verliefd is, volgens mij interesseert hij zich voor haar omdat ze er waarschijnlijk leuk uitziet en Nederlands is.
Opdracht 4 A Omdat ze nog nooit een stierengevecht heeft gezien, maar de voornaamste reden is dat ze hem mooi/leuk vind. B Of hij een soort gigolo (voor mannen of vrouwen) is. Het is belangrijk voor haar om dat te weten, zodat ze weet of hij haar ook leuk vind, of dat hij gewoon van haar wil profiteren. C Kort vervolg op het verhaal: Arturo neemt de vrouw mee naar de wedstrijd, en verteld haar de details van alle stieren en de torro’s. De vrouw twijfelt er steeds meer aan of hij haar niet heeft gebruikt om aan kaartjes voor het gevecht te komen omdat hij daar zelf geen geld voor heeft. Het einde van de wedstrijd nadert. En ineens wordt de torro door de stier gepakt, op dat zelfde moment legt Arturo zijn hand op het been van de vrouw neer. De vrouw denkt hier weer over na (liefde?). Als de wedstrijd is afgelopen staat Arturo een hand om de vrouw heen, geeft haar een kus en bedankt haar voor de wedstrijd. Hij brengt haar in de taxi terug naar huis en neemt afscheid. De vrouw heeft Arturo hierna nooit meer gezien. Opdracht 5 A Halverwege de 30, lang en breed gebouw, tamelijk aantrekkelijk
Van een lucifer in droog stro
Eerst uit, daarna weer aan (nog steeds verliefd) B Nee, ik vind de verhouding geen cliché. Elke relatie is verschillend en iedereen gaat er anders mee om. C Mensen lezen graag bouquetreeksen omdat ze zouden willen dat hun leven zo zou zijn, of omdat ze er niet bij hoeven na te denken, en omdat het dicht bij de werkelijkheid ligt. Opdracht 6 A Hij bereikt daarmee dat zijn verhaal boeiend wordt, en eindelijk, eindelijk, buig ik me naar Silke toe en ik kus haar, teder en zacht. B Ik zou het boek niet willen lezen, ik ben het met Tom van Deel eens: ‘een drakerig verhaal’, ‘een oppervlakkig boek’. Het onderwerp spreekt me ook niet aan, en als het hele boek op dezelfde manier is geschreven als dit fragment dan val ik toch al in slaap na de eerste 4 bladzijden. Opdracht 7 A Ik ga verder, naar familie….. zo kwam de mens iets te weten  regel 21 tot 24. Hierin gebruikt Gerard Reve een kletstoon. B Zodra ze tegen hem durft te praten, gaat hij alweer weg. C Ik vind dat de schrijfstijl van Reve wel goed te lezen valt. Het is niet zo langdradig en moeilijk geschreven.
Opdracht 8 A Uitwendige aantrekkelijkheden
B Liefde op het eerste gezicht, sprakeloosheid
C Geen enkel woord kon mijn bevende lippen uitbrengen
Bevende ogen
Een kleene siddering
D In mijn parodie zouden de hoofdpersonen eerst helemaal verliefd op elkaar zijn, maar na een maand gaat het meisje vreemd en laat ze de jongen vallen voor een ander. Opdracht 9 A John is verliefd op Elise, maar Elise niet op hem -> onbeantwoorde liefde. Julia en Eduart zijn beiden verliefd, het is meteen liefde op het eerste gezicht -> beantwoorde liefde. B Ik vind het slecht wat John doet, hij speelt met zijn gave. Hij weet dat Elise niet verliefd op hem is en ook niets stiekem (zonder dat Victor het weet) met hem wil. Ik vind dat hij zich daarbij moet neerleggen en niet een dergelijk laffe streek moet leveren waar Elise zich niet tegen kan verzetten. C Die dinsdag kwam Elise naar de flat van John en probeerde hem te beminnen. Toch was het anders dan dat hij met zijn ex-vriendinnetjes had gehad. Hij had er een raar gevoel bij. Hij voelde zich een slecht persoon. En had spijt dat hij haar gehypnotiseerd had. Zelfmoord was de enige poging om vergeven te worden dacht hij. Hij sprong voor een rijdende tram. Opdracht 10 A Ruddy vindt Menno een ongevoelige jongen omdat hij in het donker achter meisjes aanzit. B Hij spot in deze zin met zijn eigen gevoelens: ‘Ik had een gevoel van trots ook; wie wist zo iets zo vast op zijn twaalfde jaar?’ C Nee, hij zegt dat het beter zo is, dat hij er niets mee opschiet en dat ze (vrouwen) je alleen maar afleiden. D Titaantje betekent kleine reuzen. Uit de zin: ‘Wij waren boven de wereld en de wereld was boven ons en drukte zwaar op ons’ kun je opmaken dat ze zich groot voelen maar eigenlijk nog maar klein zijn. E De hoofdpersonen uit dit verhaal voelen zich ook zo.
Opdracht 12 A Nee, pedofilie is tegen de principes van nu in (dat kan gewoon niet). B Asociaal, hij loopt hard door, eet weinig, enzovoort. C Nee, ze zijn het er eigenlijk niet helemaal mee eens, daarom willen ze dat Reinhard niet te ver gaat maar nodigen ze hem toch uit. D Ik denk dat het verhaal ongeveer zo verloopt: de ouders verbieden Reinhard met hun zoon om te gaan, omdat ze het eigenlijk niet normaal vinden. Opdracht 13 A Het paard van Troje, vind hem aardig gekozen aangezien in het gedicht (net zoals in de mythe) iets moois een val bleek te zijn. B De eerste 2 coupletjes en de laatste 2. Opdracht 14 A Ironie is een milde vorm van spot. Een bekende vorm is het omgekeerd zeggen van wat wordt bedoeld. Voorbeelden: - De kennismaking kon niet korter zijn - Met u verplet te worden door één trein
B Door (aan haar) vragen te stellen waarom zij er zo ‘betoverend’ uitziet. C Maakt geen serieuze indruk door de ironische ondertoon in het gehele gedicht
D No second troy, omdat dit een veel tragischer en serieuzer geschreven gedicht is.