Taalschat Blok 2

5.1      Woorden rond de teksten

Opdracht 18

1    estafetteloop – snelheidswedstrijd tussen ploegen waarbij ieder lid van een ploeg een stukje aflegt

2    esthetische – die met schoonheid te maken heeft

3    ethische – waarbij het erom gaat of iets goed of slecht is

4    feminisering – het toenemen van de invloed van vrouwen

5    glamourwereld – wereld van de schone schijn

6    incubatietijd – tijd tussen de besmetting en het uitbreken van een ziekte

7    ideologie – het geheel van de beginselen (denkbeelden) van een stelsel

      Arische – (in de nationaalsocialistische opvatting) blanke en niet-Joodse 

8    psychotherapie – geneesmethode die werkt met psychische middelen (onder andere suggestie, hypnose)

      mentale – geestelijke

9    significant – veelbetekenend, opvallend

10   trawanten – handlangers (ongunstig bedoeld)

5.3      Woorden met veel betekenissen –

Het werkwoord trekken

Opdracht 20

1    Het werkwoord trekken kan voorkomen met twee hulpwerkwoorden. Bijvoorbeeld:

      Ze heeft aan het touwtje getrokken.

      Hij is naar Spanje getrokken.

2    a    naar zich toehalen

      b    een zwerftocht maken

      c    tijdelijk verhuizen

      d    lokken

      e    (er)uithalen

      f     tochten

      g    binnendringen

      h    interessant of plezierig zijn

      i     een aftreksel maken

      j     uit de schede trekken

3    a    de gekken trekken de kaart

      b    aan het kortste eind trekken

      c    aan zijn stutten (of: latten) trekken

      d    baantjes trekken