Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 2e klas vwo | 11170 woorden
  • 23 september 2016
  • 234 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
234 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
 Intro
De universiteit van Leiden was de eerste universiteit van de noordelijke Nederlanden. De jongeren van toen hoefden niet meer voor een universitaire studie naar het buitenland. 1  Bekijk HB bron 1 en lees de oriëntatie. Voor veel jongeren die gaan studeren, is de hogeschool of universiteit tegenwoordig nog steeds een ‘plaats van vrijheid’. Bedenk een reden waarom dat zo is.
Ze gaan studeren in een andere stad en leiden daar een leven waar hun ouders steeds minder invloed op hebben.
2 a Welke twee vrijheden waren er in de 16e eeuw aan de universiteit van Leiden?

 De universiteit had een eigen rechtspraak. Studenten en hoogleraren waren vrijgesteld van bieraccijns.
b In de 16e eeuw waren kerkleer, rechten en medicijnen de grootste studierichtingen aan de universiteit van Leiden. Wat zegt dit over de rol van het geloof in die tijd?
 Geloof was erg belangrijk.
c Welke twee geloven kwamen in de 16e eeuw met elkaar in confl ict? Leg je antwoord uit.
De katholieken en de protestanten. Met het geroofde geld van katholieke kloosters en kerken werd een universiteit opgericht om protestantse geestelijken op te leiden.
3 Bekijk HB bron 2. Op de kaart zie je het rijk van Karel V in Europa. Het rijk van Karel V was niet aaneengesloten.  a Wat was een nadeel van deze versnippering voor het bestuur van zijn rijk?
De versnippering maakte het voor Karel V lastig om zijn rijk te besturen.
b Welke oplossingen zou Karel V bedacht kunnen hebben voor dit probleem?
□ De tussenliggende gebieden veroveren. □ Een familielid naar deze gebieden sturen, dat het bestuur voor hem regelt.
□ De verbrokkelde gebieden zelfstandig maken.
4 Bekijk HB bron 3.
 1 De tijd van ontdekkers en hervormers
  Een eeuw van grote veranderingen
a Om in de verbrokkelde gebieden invloed te hebben, had Karel V in de Nederlanden ‘benden van ordonnantie’.
Bedenk een reden waarom hij liever dit leger had dan een huurleger.

Dit leger was ook beschikbaar in vredestijd. Hij kon de edelen en hun gevolg meer vertrouwen dan huurlingen.
b Een bende van ordonnantie bestond alleen uit cavalerie (ruiterij). Wat is een voordeel van een leger te paard?
 Soldaten te paard zijn snel.
 Historisch denken
Standplaatsgebondenheid
 Stel je voor: je wilt uitgaan met vrienden en thuiskomen wanneer je daar zin in hebt. Je ouders vinden dat niet goed. Daar heb je regelmatig ruzie over. Jij vindt dat je na een week hard werken op school weleens iets leuks mag doen. Je ouders willen dat je op tijd thuis bent, zodat je de volgende dag niet te moe bent en huiswerk kunt maken. Jullie hebben ieder een eigen standpunt over hoe laat jij thuis moet komen. Bij bijna alle ruzies en over bijna alle gebeurtenissen bestaan er verschillende meningen. Dat is nu zo en dat was vroeger ook zo.
 Bij het vak geschiedenis onderzoek je bronnen om iets over het verleden te weten te komen. Maar kloppen die bronnen wel? Een bron zou bijvoorbeeld alleen de mening van je ouders kunnen vertellen. Als je een bron onderzoekt, is het daarom belangrijk dat je rekening houdt met de standplaatsgebondenheid van de maker van de bron. Daarmee bedoelen we dat de inhoud van een bron altijd beïnvloed is door de omstandigheden waarin iemand leeft. Denk daarbij aan leeftijd, geslacht, plaats, tijd, religie, opleiding, beroep, politieke overtuiging en plaats in de maatschappij. Met dat laatste bedoelen we: is iemand rijk of arm, heeft hij veel of weinig macht, heeft hij veel of weinig aanzien? Al deze zaken bepalen je standplaats: de manier waarop je naar gebeurtenissen kijkt. Bij een bron moet je daarom altijd de volgende vragen stellen.
• Wie heeft de bron gemaakt?
• Over welke tijd en plaats gaat het?
• In welke omstandigheden leefde de maker? Denk aan: leeftijd, geslacht, plaats, tijd, religie, opleiding, beroep, politieke overtuiging en plaats in de maatschappij.
• Heeft de maker een doel met deze bron?
 Standplaatsgebondenheid is onvermijdelijk en helemaal niet verkeerd, als je je ervan bewust bent. Zo kun je het verleden beter begrijpen.
5 Bij de opening van de universiteit van Leiden in 1575 waren allerlei mensen aanwezig: soldaten, muzikanten, wetenschappers, hoogwaardigheidsbekleders en professoren.  a Van welke groep gasten zouden wij de aanwezigheid nu vreemd vinden?  Soldaten.  b Streep door wat niet juist is.

 Je antwoord bij vraag a zegt iets over  je eigen standplaatsgebondenheid  • de standplaatsgebondenheid in de 16e eeuw .  c Wat was de reden dat er soldaten aanwezig waren, denk je?
De katholieke vorst vond het niet fi jn dat er een protestantse universiteit werd opgericht. Misschien zou hij met soldaten de opening willen tegenhouden.
6 Lees WB bron 1.
 a Wie is de maker van deze bron? Karel V.  b Uit welke tijd komt deze bron?  1526.   c  Welke twee omstandigheden hadden de meeste invloed op de uitspraken van Karel V? Leg je antwoord uit. □ Zijn leeftijd: 
 □ Zijn religie: als katholiek was hij het niet  eens met de kritiek.
 
□ Zijn plaats in de maatschappij:  als keizer had hij  de verantwoordelijkheid om voor zijn rijk  en het christendom te zorgen. 
 d Welke bedoeling heeft de maker met deze bron? Leg je antwoord uit. Hij wil duidelijk maken dat hij het oneens is met Luther en kondigt zware straff en aan voor degenen die naar Luther luisteren.
 Bron 1   Karel V liet een plakkaat maken waarin staat hoe hij over Maarten Luther dacht, die kritiek op de kerk had.
 Karel V over Luther
‘Hij is een duivel in de gedaante van een mens, die de argelozen eeuwige dood ende verdoemenisse brengt. Luthers medeplegers, aanhangers en begunstigers zullen de zwaarste straff en ondergaan en velen zouden straks om den gheloove in banden en pijnen gaan.’
 Vrij naar: Karel V, het eerste plakkaat tegen de Hervorming (1526).

7  Lees WB bron 2.  a Wie is de maker van deze bron?
Maurice Blessing.
b Uit welke tijd komt deze bron?
Uit 2010.
c Historici verschillen van mening over hoe belangrijk het geloof voor Karel was. Uit WB bron 1 kun je concluderen dat geloof heel belangrijk voor Karel was. Licht dit toe.
In WB bron 1 noemt Karel Luther de duivel en zegt hij niet-katholieken streng te zullen straff en.
d De schrijver van WB bron 2 is het daar niet mee eens. Welke verklaring geeft hij voor de mening van Karel V in WB bron 1?
Karel V kon als vorst weinig anders dan opkomen voor de kerk om zijn baan als vorst te kunnen houden. Zijn verklaring zegt niet veel over zijn persoonlijke geloof.
 Bron 2   Journalist Maurice Blessing schreef in het Historisch Nieuwsblad over Karel V.
 Geen persoonlijke gedachten ...
Karel V heeft tijdens zijn leven nauwelijks iets losgelaten over zijn persoonlijke motieven – dat zou in die tijd ook hoogst ongewoon zijn geweest voor een vorst. Een christelijk keizer werd niet geacht persoonlijke wensen en verlangens te koesteren. De christenheid moest hij dienen en opkomen voor zijn eigen belangen. Het is daarom onzinnig om uit zijn verklaringen te concluderen dat Karel V zo’n diep gelovig man was. Had de keizer zich namelijk op een andere wijze uitgelaten, dan was hij voor zijn baan volkomen ongeschikt geweest.
 Vrij naar: Maurice Blessing, ‘Karel V (1500-1558) Maffi  abaas van christelijk Europa’. In: Historisch Nieuwsblad, nr. 4/2010

2 Een nieuw wereldbeeld 
 
Rond 1350 begint de renaissance. In deze nieuwe tijd bestuderen wetenschappers en schrijvers geschriften uit de oudheid en worden veel nieuwe boeken gedrukt. 1  Boeken uit de middeleeuwen noemen we ook wel handschriften.
a Hoe komen middeleeuwse boeken aan de naam ‘handschriften’?
 Boeken werden toen overgeschreven.
b Bekijk HB bron 1. Wie maakten in de middeleeuwen boeken? Geef daarvoor een verklaring.
Geestelijken: zij waren degenen die konden lezen en schrijven.
c Wie maakten in de 16e eeuw boeken?
 Niet-geestelijken, gewone mensen.
d Wat was een gevolg van de boekdrukkunst?
In de 16e eeuw konden meer mensen lezen en schrijven. Of: boeken verspreidden zich makkelijker.
 Verwerking
2  a Wat past bij de renaissance in het algemeen en wat bij de renaissance in Noord-Europa? Zet kruisjes op de juiste plaatsen in het schema .               
 

 Renaissance   Renaissance in algemeen  Noord-Europa
 Humanisten lazen vooral christelijke bronnen uit de oudheid.   X
 
b Leg uit waarom humanisten scholing en geletterdheid belangrijk vonden.
Door oude geschriften te lezen kon men een beter mens worden.
c Lees WB bron 1. Waarin verschilde de Moderne Devotie van de katholieke kerk?
Volgens de Moderne Devotie had je geen priesters, bijzondere plekken of rituelen nodig om goed te kunnen geloven.
 Bron 1   Thomas a Kempis schreef een boek over hoe je een goed christelijk leven leidt.
 Toewijding aan God
De mens die zijn hart volgt naar God en zich niet laat afl eiden door dingen buiten hemzelf, heeft geen behoefte aan speciale plaatsen of vaste tijden om zijn oefeningen in devotie [godsdienst] uit te voeren.
 Vrij naar: Thomas a Kempis, Over de navolging van Christus (1441).
3  a Op welke manier gingen mensen tijdens de renaissance anders denken over de rol van de geestelijkheid?
 Priesters werden minder belangrijk, want gelovigen gingen zelf de Bijbel lezen en kregen een persoonlijke band met God.

 b De kerk reageerde op twee verschillende manieren op alle kritiek. Geef van beide manieren een voorbeeld.
Nieuwe kloosterorden werden toegelaten tot de kerk, zoals de bedelorden. Kett ers werden vervolgd door de inquisitie en moesten zich bekeren.
 Toepassingsopdracht
Erasmus en Machiavelli
B eiden waren humanist en leefden in de 16e eeuw. Ze schreven allebei een politieke handleiding voor vorsten. Het doel van deze boeken is gelijk: het adviseren van vorsten. Toch dachten ze heel verschillend over de rol van de vorst. Hoe verschillend …?
Dat weet je na het maken van deze opdracht.
4 Lees en bekijk HB bron 3.  a Waarom had Machiavelli veel kennis van bestuur?
 Hij was een belangrijke ambtenaar.
b Hoe was het leven in Florence in de tijd van Machiavelli?
In Florence waren machtswisselingen, oorlogen en oorlogsdreiging. Buitenlandse heersers speelden de baas in Italië.
c In het boek Il Principe schrijft Machiavelli hoe een vorst zou moeten besturen. Welke adviezen geeft hij een heerser, denk je?
□ Dat een vorst moet zorgen voor een sterk leger.
□ Dat een vorst woord moet houden.
□ Dat het belang van de staat groter is dan het belang van één burger.

□ Dat een vorst voor de armen moet zorgen.
□ Dat een vorst naar de mening van het volk moet luisteren.
 
5 Lees WB bron 2.  a Welk advies gaf Machiavelli aan een nieuwe heerser?
Dat het volk beter luistert naar een wrede vorst dan naar een vorst die geliefd is.
b Wij vinden dit gedrag van een vorst tegenwoordig onaanvaardbaar. Dat zegt iets over  je eigen standplaatsgebondenheid  • de standplaatsgebondenheid in de 16e eeuw .  c  Welke twee zaken beïnvloedden Machiavelli het meest tijdens het schrijven van  Il Principe ? Leg je antwoord uit.
□ Leeftijd: 
□ Geslacht:  
 □ Plaats: de nieuwe heersers in Florence.    
□ Religie:   □ Plaats in de maatschappij:  hij was zijn baan kwijt. 
 Bron 2   Machiavelli over wreedheid of genadigheid.
 Geliefd of gevreesd?
Voor een nieuwe heerser is het onmogelijk om niet wreed te zijn want overal dreigt er gevaar. […] Wanneer een heerser vriendelijk is, zijn mensen niet bang om u dwars te zitten. Iemand die wordt gevreesd, wordt met rust gelaten en kan zijn gang gaan. Angst houdt u in stand door de angst van bestraffi  ng, die nooit faalt.
 Vrij naar: Machiavelli, Il Principe, hoofdstuk XVII (circa 1514).

6  Lees WB bron 3.  a Welk advies geeft Machiavelli over ‘woord houden’?
Wanneer een vorst zijn macht wil houden, is het verstandiger om niet altijd woord te houden.
 b Het is onbekend wat Machiavelli wilde bereiken met dit boek. Wat zou een reden kunnen zijn dat hij het geschreven heeft? Bijvoorbeeld: hij wil laten weten dat
hij de nieuwe vorst begrijpt of hij wil de nieuwe vorst een verkeerd advies geven, zodat hij zijn macht verliest.
 Bron 3  Machiavelli over de manier waarop heersers woord moeten houden.
 Woord houden
Iedereen weet dat het prijzenswaardig is voor een heerser om woord te houden. Niettemin is onze ervaring dat heersers die veel tot stand hebben gebracht, goede trouw van weinig belang achtten, het menselijk verstand met sluwheid wisten te misleiden en hen die op hun woord vertrouwden uiteindelijk overwonnen.
 Vrij naar: Machiavelli, Il Principe, hoofdstuk XVIII (circa 1514).
7 Lees en bekijk HB bron 4.  a Welke taak kreeg Erasmus in 1515?
 Hij werd raadsheer van Karel V.
b Uit welke tijd en plaats komt deze bron?
Uit 1515, uit de Nederlanden (Brugge).
c Hoe werden de Nederlanden bestuurd in de tijd van Erasmus? Door een vorst.   
8 Lees WB bron 4.  a Welk advies geeft Erasmus de vorst?
Een vorst moet zijn als een vader en moet altijd proberen goed te doen.
b Is dit advies van Erasmus realistisch, denk je? Leg je antwoord uit.

Nee, een vorst kan niet zijn als een god of een vader. Een vorst heeft eigen belangen, die niet altijd overeenkomen met die van zijn volk.
c Welke twee zaken beïnvloedden Erasmus vooral tijdens het schrijven van zijn boek? Leg je antwoord uit.
□ Leeftijd: 
□ Geslacht:  
□ Plaats:  In de Nederlanden was het rustig.
□ Religie:   □ Plaats in de maatschappij: hij was raadsheer van de vorst.   
 Bron 4  Erasmus gaf advies aan Karel V.
 God of sterveling?
De vorst zou een soort hemels schepsel moeten zijn dat meer lijkt op een goddelijk wezen dan op een sterveling. Een wezen dat door God is gezonden om hulp en bijstand te bieden aan stervelingen door voor alles en iedereen te waken en te zorgen. Iemand die als een vader is voor iedereen, die dag en nacht slechts één doel nastreeft: dat hij voor iedereen zo goed zal zijn, als hij maar kan.
 Vrij naar: Erasmus, Onderwijzing van de christelijke vorst (1516).

9  Hoe verschillend zijn de adviezen van Machiavelli en Erasmus? Gebruik de woorden ‘idealist’ en ‘realist’ om de ideeën van Machiavelli en Erasmus te omschrijven. Gebruik per persoon één woord.
Machiavelli had ervaring met de willekeur van een heerser en was realistisch; een vorst doet wat voor hem belangrijk is. Erasmus had vertrouwen in het goede en was een idealist; hij streefde naar de meest gewenste situatie.
3 Problemen in de kerk
 
In Europa leefden veel mensen al honderden jaren volgens de regels van de kerk. In de late middeleeuwen vervolgde de kerk mensen die een andere mening hadden over het geloof. Na 1500 kwam er steeds meer kritiek op het gedrag van geestelijken. Er ontstond ruzie over de regels van de kerk.
1  Bekijk HB bron 1.
a De juiste manier van geloven volgens de tekenaar is aan de linkerkant van de prent afgebeeld. Waaraan zie je dat?
Daar zie je engelen in de hemel, kinderen die worden gedoopt, een geestelijke die de waarheid spreekt tot God zelf en mensen die aandachtig luisteren.
b Welke kritiek op de kerk zie je in deze bron?
De paus verdient veel geld, geestelijken luisteren naar de duivel, monniken geven zich over aan gokken.
c Was de tekenaar katholiek of protestant?  Hij was  katholiek • p rotestant , want  volgens hem   gingen de katholieken naar de hel en   hadden protestanten het juiste geloof.
 Verwerking

2  a Lees WB bron 1. Leg uit dat dit een voorbeeld is van een misstand in de kerk.
 Belangrijke banen in de kerk werden beloofd aan vrienden in ruil voor hun stem.
  b Wie worden met deze bron bevestigd in hun gelijk?
 De aanhangers van de  Reformatie  •  Contrareformatie , want
 die hadden kritiek op het verdelen   van baantjes in de kerk. De Contra-  reformatie moest juist dit soort zaken   tegengaan en voorkomen.  
 Bron 1   Geschreven door een geestelijke uit Siena, die aanwezig was bij de pausverkiezingen in Rome in 1458.
 Pausverkiezingen
Na de eerste stemming en de lunch waren er heel veel onderonsjes. De rijke en machtige geestelijken spraken de anderen toe. Ze beloofden mooie baantjes en andere voordelen in ruil voor een stem. Ze deden werkelijk alles om te zorgen dat zijzelf of hun vriend de nieuwe paus zou worden.
 Vrij naar: Geert Mak, Ooggetuigen van de wereldgeschiedenis (2002).
3 In de 16e eeuw ontstonden twee christelijke stromingen. Wat hoort bij katholieken en wat bij protestanten? Zet kruisjes op de juiste plaatsen in het schema. R egel   Katholieken
 Zelf de Bijbel lezen    

 Alleen priesters lezen de Bijbel  X
 Eenvoudige kerken zonder beelden  
 Contact met God kan alleen via een priester  X
 
4 a Welk voordeel hadden vorsten, als ze luthers werden?
Zo kregen ze meer macht, want Luther gaf de vorsten een belangrijke positie in de kerk.
b Hoe dachten calvinisten over de macht in de kerk?
Niet de vorst bepaalt wat in de kerk gebeurt, de gelovigen zelf bepalen dat.
c Welke godsdiensten waren aantrekkelijk voor vorsten?
□ Het calvinisme.
□  Het katholieke geloof.
□  Het lutheranisme.  d Leg je antwoord bij vraag c uit.
Met deze godsdiensten behielden    vorsten hun macht.
 Toepassingsopdracht
Spotprenten
 Protestanten waren het niet eens met de katholieke kerk. Zij vonden dat er zaken moesten veranderen. In deze opdracht ga je aan de hand van de bronnen in je handboek onderzoeken wat volgens hen anders moest.
5 a Bekijk HB bron 5. Dit is een schilderij van de paus.

Streep door wat niet juist is.
Als je je boek ondersteboven draait, zie je  de paus •  de duivel .  b Leg uit waarom dit een protestantse schilder is.
Hij toont de paus op een negatieve manier.
  c Streep door wat niet juist is en leg je antwoord uit.
 De schilder geeft een f eit  •  mening , want hij vindt dat  de paus een duivel is. Daar kun je over   discussiëren. 
6 a Bekijk en lees HB bron 3. Wat weegt volgens de schilder zwaarder? Streep door wat niet juist is.
De  Bijbel •  gouden voorwerpen uit de kerk .
b Wat was volgens deze schilder het juiste geloof?
Het geloof van Luther of andere hervormers.
c Wat wilde de schilder duidelijk maken met dit schilderij?
A Dat goud belangrijker is dan boeken.
B Dat God alles in evenwicht houdt.
C Dat de katholieken een betere Bijbel moeten kopen.
D Dat het niet om goud gaat, maar om Gods woord.  d Welke verschillen tussen katholieken en protestanten zijn er nog meer te zien in dit schilderij? Vul het schema in.
 Verschil    Katholieken   Protestanten

 Kleur kleding  Gekleurd Zwart
 Kleding  Verschillende soorten kleding Hetzelfde soort kleding, eenvoudig
 Voorwerpen bij zich  Gouden voorwerpen Geen
7 Hieronder staat wat er volgens Luther in de kerk moest veranderen. Welke bronnen uit het handboek horen hierbij? Vul het schema in.
 Veranderen   HB bron
 Geestelijken mochten geen geld meer verdienen met het geloof.  1 en 4
 Geestelijken moesten zich gedragen: niet gokken, niet feesten, geen relatie hebben.  1 en 2
 Mensen moesten zelf de Bijbel kunnen lezen en leven volgens de Bijbel.  1 en 3
Wederdopers
Naast het lutheranisme en calvinisme ontstonden tijdens de Reformatie nog andere protestantse stromingen. De wederdopers waren er één van. In deze opdracht onderzoek je de wederdopers.
8   a Lees WB bron 2. Wat zal voor de katholieken de reden zijn geweest om kleine kinderen te laten dopen?
 Wanneer gedoopte kinderen overleden, gingen ze naar de hemel.
 b Om welke twee redenen lieten wederdopers kleine kinderen niet dopen?

Ze moesten eerst geschoold worden in de leer en vrijwillig voor God kiezen.
 Bron 2   De leer van de wederdopers.
 Wederdopers
Met de doop, een onderdompeling in water, word je toegelaten tot de christelijke kerk. Wederdopers vonden dat de doop vrijwillig moest gebeuren en dat les in de christelijke leer aan de doop vooraf moest gaan. Kleine kinderen konden dus niet gedoopt worden. Omdat in die tijd iedereen als kind al was gedoopt, betekende dit dat volwassenen opnieuw gedoopt moesten worden. Vandaar de naam ‘wederdopers’.
9  Lees WB bron 3.
a Wat was de reden dat vooral arme mensen zich aansloten bij de wederdopers?
Geld en bezitt ingen van mensen die vertrokken uit Münster, werden onder de wederdopers verdeeld.
b Lees WB bron 4. Welke bedoeling heeft de maker met deze bron? Leg je antwoord uit.
Hij waarschuwt voor de wederdopers: het zijn niet alleen kett ers, maar arme, ongeschoolde mensen.
c Welke twee omstandigheden hadden de meeste invloed op deze uitspraak van Jan Carondelet? Leg je antwoord uit. □ De plaats: 
 
□ De tijd: 
 
□ Zijn religie: als christen zag hij een     bedreiging in de kritiek op de kerk.
 □ Zijn plaats in de maatschappij: zijn positie    

werd bedreigd door de wederdopers.
d Waarom werden juist de wederdopers zo streng vervolgd door de machthebbers? Zij bedreigden vooral de 
machtigen en rijken.
 Bron 3   In 1534 werd Jan van Leiden leider van de wederdopers in de stad Münster.
 Maatregelen in Münster
• Jan van Leiden wordt de koning van de wederdopers.
• Bezittingen en geld van degenen die de stad hebben verlaten, worden onder de wederdopers verdeeld.
• Een man kan met meerdere vrouwen trouwen.
 Bron 4   Jan Carondelet, een hoge katholieke geestelijke, speelde een grote rol in de Nederlandse regering van Karel V.
 Ketters of rebellen?
Onlangs is er een sekte ontstaan, de wederdopers. Zij zijn veel erger en onmenselijker dan de lutheranen, want de meesten zijn ongeschoolde, arme lieden en leeglopers.
 Vrij naar Jan Carondelet tijdens een bijeenkomst van de StatenGeneraal in 1534.
4 Problemen in de lage landen 

 
In de 16e eeuw had Nederland een Spaanse koning. Hij probeerde de Nederlandse gebieden vanuit Spanje te besturen. Maar niet iedereen was blij met de Spaanse vorst.
Er brak een onrustige periode aan.
1   a Lees de intro. Door welke groep is dit beeld vernield?
Door p rotestanten •  katholieken , want zij wilden    eenvoud in de kerk.
  b Leg uit waarom veel mensen de Beeldenstorm heel erg
 Er werden allerlei heiligenbeelden   
 b  Historici discussiëren over de vraag of de opstand tegen de koning een godsdienstoorlog, een strijd om de macht of een burgeroorlog was. Wat vind jij? Leg je antwoord uit.
Bijvoorbeeld: van alles een beetje, want er was niet alleen strijd om religie, maar ook om de macht. Of: het was een burgeroorlog, want allerlei groepen mensen uit een land vochten met elkaar.
de protestanten vervolgd werden. 
vonden.

 vernield. Katholieken vonden dat een bele- 4  Lees WB bron 1 en gebruik paragraaf 2.
diging van God. Zij hadden hard gewerkt om   a Wat zijn verschillen tussen de inquisitie en de Raad van al die versieringen te maken of te betalen. Beroerten? Vul het schema in.
 c Wat is de reden dat de non de beeldenstormers vergelijkt met Joden en Turken?
 A Protestanten, Joden en Turken aanbidden dezelfde god.  B Joden en Turken zijn volgens christenen geen ketters. C Joden en Turken hadden ook een ander geloof, maar zouden zich niet zo gedragen.
 D Tijdens de kruistochten hebben Joden en Turken ook veel kerken vernield.
 Verwerking
2 a  Wat wilden de edelen met het smeekschrift bereiken?
□ Dat hagenpreken werden toegestaan.
□ Dat protestanten hun eigen kerken kregen.
□ Dat de vervolging van de protestanten zou stoppen.
□ Dat ze hun macht konden behouden en samen met de koning regeren.
b De edelen wilden dat de koning zijn aanpak veranderde. Leg uit dat de nieuwe maatregelen die de edelen wilden nemen, in het belang van de koning en het land waren.
De vervolgingen zorgden voor veel onrust in het land. Dat was niet goed voor de economie en het volk. Ze zorgden er ook voor dat de koning minder geliefd werd.
3 a Waarom waren veel mensen in de Nederlanden ontevreden met Filips II? Noem een politieke, een economische en een religieuze reden.

Economische reden:  ze wilden niet meer  belasting aan de Spaanse koning   betalen, er was crisis. 
 Politieke reden: door het centrale bestuur   
kregen adel en gewesten minder macht. 
  Religieuze reden: veel mensen wilden niet dat  
 Vraag   Inquisitie   Raad van Beroerten
 Door wie Katholieke Hertog van Alva opgericht?
kerk/ Filips II
 Wie werden er veroordeeld?  Ketters Mensen die meededen aan de Beeldenstorm
b De Raad van Beroerten werd ook wel de Bloedraad genoemd. Welke groep mensen in de Nederlanden zou de naam ‘Bloedraad’ gebruiken voor deze rechtbank? Leg uit.
Protestanten, want zij waren het oneens met de vervolging van hun geloofsgenoten.
 Bron 1  Deze rechtbank werd ingesteld door de hertog van Alva namens Filips II.
 Raad van Beroerten

Veel rechters waren katholieke Nederlanders; er was ook een enkele Spanjaard bij. De Raad behandelde ruim 10.000 zaken, maar de meeste veroordeelden waren de Nederlanden allang ontvlucht. Zij werden alsnog offi  cieel verbannen, hun spullen werden afgenomen en verdwenen in de schatkist. In totaal zijn ongeveer 1.100 mensen door de Raad van Beroerten ter dood veroordeeld en vermoord.
Toepassingsopdracht
Dirck Volckertsz. Coornhert
 De katholiek Coornhert schreef veel over godsdienst, over hoe je zou moeten leven en over strafrecht. Dat deed hij in het Nederlands in plaats van het Latijn, de taal waarin bijna alle boeken werden geschreven. In deze opdracht ga je verschillende werken van hem onderzoeken.
5 Lees WB bron 2.  a Dit boek speelt zich af in de verzonnen plaats Vrijburgh.
Bedenk een reden waarom Coornhert deze stad juist zo noemt.
 Deze plaatsnaam verwijst naar vrijheid.
b Wat wil de schrijver met deze tekst duidelijk maken?
Hij wil duidelijk maken dat mensen niet tot een geloof gedwongen kunnen worden, maar dat ze hun geloof vrijwillig moeten kunnen kiezen.
c Was het voor Coornhert veilig om dit boek te schrijven? Leg je antwoord uit. Nee, want er was geen  godsdienstvrijheid. Mensen die anders dachten, werden vervolgd en vermoord. Hij kwam op voor de belangen van de protestanten, dat was gevaarlijk.
 Bron 2   De katholieke Coornhert schreef een boek waarin hij verslag doet van een verzonnen kerkvergadering (synode), die gehouden werd in de plaats Vrijburgh.

 Kerkvergadering in Vrijburgh
Ja, de godsdienst moet men beschermen, niet met doodslag, maar met terechtwijzingen. Niet met wreedheid, maar met geduld. Niet met boosheid, maar met geloof. […] Want als men de godsdienst wil beschermen met bloed, met de pijnbank en het kwade, dan zal zij niet beschermd, maar besmet worden. Want niets is zo’n vrijwillige aangelegenheid als de godsdienst.
 Vrij naar: D.V. Coornhert, Synode over de gewetensvrijheid te Vrijburgh (1582).
6  a Lees WB bron 3. Welke kritiek heeft Coornhert op het strafrecht?  Lijfstraff en helpen niet om de 
misdaad te bestrijden.
b Heeft de maker een doel met deze bron? Leg uit. Hij wil een ander strafrecht: lijfstraff en afschaff en en gezonde misdadigers nutt ig werk voor de maatschappij laten doen. Zware misdadigers opsluiten en een vak laten leren.
c Welke straff en uit de 16e eeuw vinden wij nu vreemd?
Lijfstraff en, in de gevangenis werken voor je eten.
 Bron 3   Coornhert schreef een boek over het straff en van misdadigers.
 Straff en
In de afgelopen jaren zijn tienmaal zoveel boeven verbannen, gegeseld, gebrandmerkt, van oren beroofd, aan de galg gewurgd en op de brandstapel verbrand als vóór de periode dat de plakkaten van de keizer in groten getale werden uitgevaardigd. Daaruit blijkt dat deze plakkaten een onjuist middel zijn geweest. Alle gezonde bedelaars, dieven, afpersers en andere misdadigers die niemand van het leven beroofd hebben, moeten zinvol werk doen, bijvoorbeeld als roeier of dijkenbouwer. Anderen kunnen naar een gevangenis met een fl ink aantal cellen en een ruime binnenplaats. Zij leren daar een vak en krijgen geen brood, als zij niet eerst een behoorlijke dagtaak volbrengen.
 Vrij naar: D.V. Coornhert, Boeventucht (1587).

7  a Lees WB bron 4. Was het volgens Coornhert de taak van de overheid om zich met godsdienst bezig te houden? Leg je antwoord uit. Nee, dat is volgens hem de 
taak van leraren en profeten.
b Wat zou koning Filips II van deze uitspraken vinden? Leg je antwoord uit.
Filips II was het oneens met Coornhert. Hij zag het als zijn plicht om kett ers te vervolgen en zo de kerk te beschermen.
c WB bron 2, 3 en 4 gaan niet direct over het bestuur van Filips II. Waaruit blijkt dat ze wel met zijn bestuur in gedachten zijn geschreven?
Coornhert wil dat de overheid anders omgaat met straff en en godsdienst.
d Coornhert had voor zijn tijd unieke gedachten over godsdienst, straff en en de taak van de overheid. Leg uit
waarom zijn ideeën bij het humanisme passen. Gebruik ook
paragraaf 2. Net als de humanisten vindt  Coornhert dat mensen in staat zijn om zelf alles te onderzoeken en tot een juiste conclusie te komen.
e Wat vindt Coornhert van de Bloedraad?
Hij vindt lijfelijke straff en en bemoeienis van de overheid verkeerd. Volgens hem is het onmogelijk om mensen te dwingen om te geloven: geloof moet vrijwillig zijn.
 Bron 4   Coornhert over kerk en staat.

 Kerk en staat
Probeer in de Bijbel te vinden waar staat dat God de overheid heeft bevolen ketters te doden, haar kerk te beschermen of gelovigen te leiden. Daartoe bent u niet in staat. God draagt dat op aan profeten en leraren. […] De overheid heeft geen macht om mensen te dwingen of ketters te doden.
 Vrij naar: D.V. Coornhert, Over beginnende gewetensdwang in Holland (1579).
 5 Een langdurige strijd
 
In 1568 was er in de Nederlanden een opstand tegen de Spaanse koning uitgebroken. Het leek erop dat de opstandelingen geen schijn van kans hadden tegen het machtige Spanje.
1  Bekijk HB bron 1.
a Wat waren de zwakke plekken in de verdediging van Alkmaar?
In het noorden waren de middeleeuwse stadsmuren verouderd, in het oosten was de stad onbeschermd.
b Op welke manier maakten de Alkmaarders het de Spanjaarden toch erg lastig?
Door de dijken door te steken.
c Leg uit dat in een strenge winter de strijd heel anders
had kunnen verlopen. Dan had het niet 
geholpen om de dijken door te steken: het water was dan bevroren.
 Verwerking

2 a Zorgden de maatregelen van de hertog van Alva op de korte termijn voor rust en eenheid van geloof ? Leg je antwoord uit.
Ja, want het verzet werd met veel geweld en strenge straff en gestopt.
b Zorgden de maatregelen van de hertog van Alva op de lange termijn voor rust en eenheid van geloof ? Leg je antwoord uit.
Nee, mensen bleven protestant, de onvrede werd alleen maar groter.
3 Lees WB bron 1.  a Met welk doel schreef Egmond deze brief?
Met deze brief vraagt hij vergiff enis en wil hij voorkomen dat hij wordt gedood.
b Filips II vergaf hem niet. Wat zal zijn reden zijn geweest?
Filips II wilde een voorbeeld stellen en laten zien dat hij de baas was.
 Bron 1   Graaf van Egmond was in 1565 naar Filips II gestuurd met het verzoek de inquisitie te stoppen.
Sire,
Het vonnis dat uwe majesteit over mij heeft geveld, heb ik vannacht vernomen. Ik heb nooit iets ondernomen of gedacht wat u, uw belang of het katholieke geloof kon schaden. Daarom smeek ik uwe majesteit om vergiff enis.
 Vrij naar een brief van Egmond aan Filips II (Brussel, 5 juni 1568).

4 a Wat is het verschil tussen gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid?
 Bij gewetensvrijheid mag jezelf je geloof kiezen, maar dat betekent niet dat alle geloven gelijk behandeld worden. Dat is bij godsdienstvrijheid wel het geval.
b Leg met een voorbeeld uit dat de protestanten onderling ook verdeeld waren.
Er waren verschillende protestantse stromingen, bijvoorbeeld calvinisten en lutheranen, en sommige mensen waren toleranter en verdraagzamer dan anderen.
5 Waarom waren de volgende jaartallen belangrijk in de Opstand? Vul het schema in.
 Jaartal   Gebeurtenis
 1568 Begin van de Opstand, de protestanten kwamen in verzet tegen de koning.
 1572 Verovering van Den Briel, de eerste overwinning op de Spanjaarden.
 1579 Unie van Utrecht, de noordelijke gewesten gingen samenwerken tegen de Spaanse koning.
 1584  Willem van Oranje vermoord, de opstandelingen zaten zonder leider.
 Toepassingsopdracht
Het leven in een belegerde stad
 Tijdens de Opstand werden verschillende steden belegerd. In alle Nederlandse steden waren er voor- en tegenstanders van de Opstand. Leiden werd zelfs twee keer belegerd. Jij onderzoekt het leven in een belegerde stad.
6  Lees WB bron 2.  a Welke problemen waren er in Leiden tijdens de belegering? Noem er drie.

Gebrek aan voedsel, kogels en geld om de soldaten te betalen die de stad beschermden.
  b Welk soort wapens hadden de Leidenaren?
Geweren, want er moest tin ingeleverd worden om kogels van te maken.
 Bron 2  Het stadsbestuur stelde de volgende regels in tijdens het tweede Leidens beleg, van juni 1574 tot oktober 1574.
R egels
Van huis tot huis wordt het koren opgehaald. Dat wordt elke dag eerlijk onder de bevolking verdeeld. Inwoners moeten op wacht staan om de vijand in de gaten te houden. Alle Leidenaren moeten hun metaal inleveren, van goud en zilver worden soldaten betaald, van tin worden kogels gemaakt.
7  Lees WB bron 3.
a Welke kant kozen de Leidenaren in 1572 en 1573? Zet kruisjes op de juiste plaatsen in het schema.
 
 Hoeveelheid  Voor de  Bang voor  Voor  Tegen mensen geuzen de geuzen Spanje Spanje
 Minderheid  X X X 
 Meerderheid     X
b Wat was een reden waarom mensen bang waren voor de
geuzen? Ze waren bang voor onrust of 
wilden katholiek blijven.
c Bekijk HB bron 2 en 4. Waar waren de Leidenaren bang
voor? Moord en plundering door  Spanjaarden en geuzen.

 Bron 3   Leiden had 18.000 inwoners in 1573.
 Voor- en tegenstanders
In 1572 was een klein deel van de bevolking voor de geuzen. Dat waren arme handarbeiders. De meerderheid van de stad was ontevreden met de hoge belastingen en de religieuze dwang van Filips II. Minstens 80 mensen verlieten de stad uit angst voor de geuzen. Toen in oktober 1573 de Spanjaarden in de buurt van Leiden kwamen, verlieten veel inwoners de stad uit angst. Een kleine groep ‘glippers’ gaf informatie over de stad door aan de Spanjaarden. Een kleine groep dapperen viel de Spanjaarden buiten de stadsmuren aan.
 Vrij naar: Jori Zijlmans, Leidens ontzet. Vrijheidsstrijd & Volksfeest (2011).
8  Lees WB bron 4.  a Was het eerste ontzet van Leiden geluk of wijsheid? Leg je antwoord uit.
Geluk, want de Spanjaarden gingen weg, omdat ze even ergens anders nodig waren.
  b En het tweede ontzet? Leg je antwoord uit.
Wijsheid, want de dijken werden doorgestoken en de Spanjaarden moesten vluchten.
 Bron 4   Leiden werd twee keer belegerd en twee keer ontzet.
 Ontzet
In maart 1574 waren de Spaanse soldaten nodig bij een grote veldslag. Ze vertrokken uit Leiden en de stad was vrij. In juni 1574 kwamen de soldaten terug en belegerden ze Leiden voor de tweede keer. In september besloot de Prins van Oranje de dijken door te steken. De Spanjaarden vluchtten voor het hoge water en de geuzen voeren op 3 oktober als bevrijders Leiden binnen.
9  Lees WB bron 5.  a Hoe kijkt de maker van deze bron naar de strijd?

 De Leidenaren hebben veel ellende meegemaakt.
b Welke bedoeling heeft de schrijver van dit gedicht?
Hij wil laten weten dat God aan de kant van de Leidenaren stond.
c Wat staat er als je de onderstreepte letters uit het gedicht achter elkaar zet? Drie oktober.    d Wat gebeurde er op die datum?
Op die dag werd het beleg beëindigd.
 Bron 5   Dit gedicht over het beleg van Leiden is waarschijnlijk geschreven door Jan van Hout.
 Men was in groot verdriet
Men was in groot ver drie t,
 Want eten was er niet,  En ’t vo lk van honger schreide.
 Ten slott e Go d neder ziet,
 En zond door deze Vliet B rood, spijs  e n dr ank in Leiden.
3 oktober in andere tijden
Sinds 1574 wordt elk jaar in Leiden op 3 oktober een dankdienst gehouden in de Pieterskerk.
10 a Tijdens de Franse overheersing (1795-1814) was de dankdienst verboden. Bedenk hiervoor een reden.
De Fransen waren toen de bezett er en wilden niet herinnerd worden aan de overwinning van de Leidenaren op hun bezett er.

 b Dominee Touw zei op 3 oktober 1941: ‘God schonk ons in 1574 de bevrijding uit de tirannie en een rechtvaardige overheid die zorgt dat kwaad, onrecht en leugen niet de samenleving gaan regeren, die zich in dienst stelt van gerechtigheid.’  Welke tirannie bedoelde hij op dat moment?
Die van de Duitse bezett er.
 
 6 Het einde van de Opstand 
De Opstand van de Nederlanden tegen Filips II was een lange strijd. Vanaf 1568 werden er talloze zeeslagen en veldslagen uitgevochten en werden veel steden veroverd of juist heroverd. Jarenlang was er geen duidelijke winnaar of verliezer.
1  Lees en bekijk HB bron 1.  a Wat was de reden dat musketiers kwetsbaar waren tijdens een veldslag?
Het laden van een musket duurde lang en was ingewikkeld. Tijdens het laden konden ze worden aangevallen.
 b Leg uit waarom het belangrijk was om soldaten van huurlegers goed te trainen.
De samenstelling van huurlegers wisselde nogal. Soldaten uit huurlegers hadden minder ervaring dan soldaten uit een beroepsleger.
 Verwerking
2 Wat maakte het bestuur van de Nederlanden in 1588 uniek vergeleken met die van andere Europese landen?
 De Nederlanden werden bestuurd door vertegenwoordigers uit de zeven verschillende gewesten die samen de Staten-Generaal vormden. Andere landen werden bestuurd door een vorst.
3 a Engeland en Frankrijk hielpen de Republiek in haar strijd tegen de Spanjaarden. Welke reden hadden zij hiervoor? Vul het schema in.

 Land   Belang
 Engeland Wilde van Spanje de macht op de wereldzeeën overnemen
 Frankrijk  Wilde voorkomen dat er ook een machtig Spaans gebied ten noorden van Frankrijk kwam
b Leg uit waarom het belangrijk was dat Engeland en Frankrijk de Republiek erkenden?
De Republiek werd als land serieus genomen. Dat vergroott e de druk op Spanje om dat ook te doen.
4 a Leg uit dat de opbloei van de Hollandse handel belangrijk was voor de oorlog tegen Spanje.
Met de opbrengst van de handel konden de soldaten worden betaald die tegen Spanje vochten.
b Wat vind jij: had Van Oldenbarnevelt de Republiek onnodig in gevaar gebracht? Leg je antwoord uit.
Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: nee, want oorlog voeren is duur en de soldaten moeten beloond worden, anders vechten ze niet meer. Of: ja, want als Maurits de slag verloren had, had de Republiek misschien wel een hele belangrijke militair verloren.
5 a Waarom waren de Nederlanden en Spanje oorlogsmoe? Noem twee redenen.
 Er werd weinig vooruitgang geboekt en de kosten voor de oorlog waren hoog.

b Leg uit dat Spanje met het Twaalfjarig Bestand in feite de Republiek als onafhankelijk land erkende.
Je kunt geen afspraken maken met een land dat niet bestaat, dus door de wapenstilstand af te sluiten erkende Spanje de Republiek.
c Wat is volgens jou de belangrijkste reden dat de Nederlanden wonnen: de vernieuwingen en tactiek van Maurits of de internationale omstandigheden? Leg je antwoord uit.
 De internationale omstandigheden, want daardoor kregen de Nederlanden hulp in de oorlog tegen Spanje. Ook voerde Spanje veel oorlogen tegelijk, waardoor het regelmatig geen geld had voor de strijd in de Nederlanden.
 Toepassingsopdracht
Politiek proces
N a de Slag bij Nieuwpoort in 1600 verslechterde de verhouding tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt. Hun verschil van mening over de wapenstilstand zou Van Oldenbarnevelt fataal worden. In deze opdracht onderzoek je het proces tegen Van Oldenbarnevelt.
6  Lees WB bron 1. Kreeg van Oldenbarnevelt een eerlijk proces? Leg je antwoord uit.
 Nee, in de rechtbank zaten vrienden van Maurits. Zij hielden rekening met de belangen van Maurits en niet met die van Van Oldenbarnevelt. Van Oldenbarnevelt had geen advocaat en mocht geen papieren meenemen naar de rechtszaal.
 Bron 1   Maurits was ervan overtuigd dat Van Oldenbarnevelt bezig was met een complot tegen hem.
 Het proces

Van Oldenbarnevelt vond dat steden zelf soldaten mochten aanstellen om rellen te voorkomen. Hij ondermijnde hiermee de macht van Maurits. Daarop liet Maurits op 29 augustus 1618 met toestemming van de Staten-Generaal Van Oldenbarnevelt arresteren.
 Een bijzondere rechtbank onderzocht of Van Oldenbarnevelt schuldig was aan een poging tot staatsgreep. Twaalf leden kwamen uit Holland, de overige provincies leverden elk twee leden. Onder hen waren enkelen van Maurits’ trouwste medestanders. Op 15 november begon de ondervraging. Lichamelijk verzwakt moest de oude man veertien dagen achtereen urenlang op een stoel zonder armleuning zitten en zonder advocaat, zonder stukken om zijn geheugen te versterken, antwoorden op de vele strikvragen van Anthonie Duyck, de eerste rechter.
 Vrij naar: Jan den Tex en Ali Ton, Johan van Oldenbarnevelt (1980).
7 Op 12 mei 1619 kwam de rechtbank met de uitspraak: de doodstraf. De volgende dag werd Van Oldenbarnevelt op het Binnenhof in aanwezigheid van veel publiek onthoofd.  a Lees WB bron 2. Over welk jaar en welke plaats gaat deze bron?
 1619, de Nederlanden, Den Haag.
b Welk doel heeft de schrijver met de bron? Leg je antwoord uit.
Hij wil laten zien dat Van Oldenbarnevelt veel goede zaken voor de Nederlanden heeft gedaan, onschuldig was en ten onrechte werd vermoord.
c Wat was de reden dat de maker de 24 namen van de rechters rond het portret van Van Oldenbarnevelt heeft gezet?
Zo kon iedereen lezen wie er volgens hem medeschuldig was aan de moord op Van Oldenbarnevelt.
d Wat was de reden dat de maker van deze prent zijn naam niet heeft vermeld?
Waarschijnlijk was hij bang om gestraft te worden.
 Bron 2   Deze tekst staat bij een prent van Van Oldenbarnevelt, met daaromheen de namen van de 24 rechters die hem hebben veroordeeld.
 De 24 rechters en Van Oldenbarnevelt

Dit is Oldenbarnevelt, die in den Krijg en Vrede  Zijn Goed, en Bloed ten dienst van ’t Vaderland besteedde
 Die  Hollands Eer bewaarde en voor haar Vrijheid sprak
 Die  Spanjes Dwing’landij en  Maurits Hoogmoed brak  Die Geld verschafte en Raad, die zonder Schuld moest sneven*
 En op het Hof-schavot verlaten Kop en Leven
 Verdoemd van Bastaard-Raad, als was hij een Verrader
 Die God de Wraak beval, en stierf als Staats’ Martelaar
* sterven
 Naar: Anoniem (1619). 
8 Waarom wordt het proces tegen Van Oldenbarnevelt een politiek proces genoemd? Leg je antwoord uit.
 Het gaat erom een politieke tegenstander uit de weg te ruimen. Maurits en
Van Oldenbarnevelt dachten verschillend.
Doelen bereikt?
In deze opdracht beoordeel je of met de Vrede van Münster de doelen van de opstandelingen zijn bereikt.
9 a Lees en bekijk HB bron 4. Het religieuze doel was: geen vervolgingen van andersgelovigen. Was dit doel in 1648 bereikt? Leg je antwoord uit.
 Gedeeltelijk, want het katholieke geloof werd offi  cieel verboden, maar de overheid liet wel toe dat katholieken in schuilkerken diensten hielden.

b De bestuurlijke doelen waren: geen centraal bestuur en geen vaste belastingen. Zijn deze doelen met de Vrede van Münster bereikt? Leg je antwoord uit.
Ja, want in de Republiek mochten de gewesten zichzelf besturen. Er was geen centraal bestuur. De gewesten konden zelf beslissen over belastingen.
c Het verzet tegen hogere belastingen bereikte zijn doel niet. In de Nederlanden werd de belasting op bier tijdens de Opstand regelmatig verhoogd. Ook de Spanjaarden verhoogden steeds de heffi  ngen op goud en zilver. Leg uit waarvoor die hogere belastingen nodig waren.
 Oorlog voeren is vreselijk duur.
 
Verdieping 7 Pamfl etten uit de Opstand
 
Pamfl etten en plakkaten zijn belangrijke bronnen. Ze laten zien welke regels de overheid invoerde, wat burgers belangrijk vonden en welke meningen er leefden in de samenleving.
1 Bekijk HB bron 1 en lees de intro.
a Noem twee redenen waarom aan het Paalhuis pamfl etten werden opgehangen.
□ Daar kwamen veel mensen.
□ Daar werd gehandeld.
□ Daar kwamen mensen die konden lezen en schrijven.
□ Daar werd gebeden.

b Wat zouden andere goede plekken in een stad zijn geweest om pamfl etten op te hangen?
Het stadhuis, de waag, het marktplein, de kerk.
c Wat zijn de verschillen tussen een plakkaat en een pamfl et? Vul het schema in.
  Plakkaat   Pamfl et
 Opgehangen De overheidBurgers en door
overheid
 Doel  Bekendmaken van wetten en regels Mensen
overtuigen of waarschuwen
d Welke bronnen in je handboek zijn een plakkaat en welke een pamfl et? Streep door wat niet juist is.
 HB bron 2 is een  plakkaat •  pamfl et .  HB bron 3 is een  plakkaat •  pamfl et .  HB bron 4 is een  plakkaat •  pamfl et .
 HB bron 5 is een  plakkaat •  pamfl et .
2 Bekijk en lees HB bron 2.  a Over welke tijd en plaats gaat deze bron?
 1615, de Republiek.
b Waren de Nederlanden toen in oorlog? Leg je antwoord uit.

Nee, dat was de tijd van de wapenstilstand.
c Hoort de maker van deze bron bij de oorlogspartij of bij de vredespartij? Leg je antwoord uit.
Bij de oorlogspartij: volgens hem zitt en de noordelijke Nederlanden te slapen, terwijl Spanje de Republiek (het paard) probeert te verleiden en achter zijn rug een zweep houdt om mee te slaan, als de Nederlanden niet toehappen.
d Welk doel heeft de maker met deze bron? Leg je antwoord uit.
Hij wil de bestuurders van de Nederlanden waarschuwen voor de Spanjaarden. Die zijn volgens hem niet te vertrouwen.
e Om welke reden staat op dit pamfl et een tekening en weinig tekst?
Zo kun je snel zien wat er op het pamfl et staat. Ook kunnen mensen die niet kunnen lezen, het pamfl et ook begrijpen.
3 Bekijk en lees HB bron 3.  a Over welke tijd en plaats gaat deze bron?
 1567, de Nederlanden.
b Wanneer is deze prent gemaakt?
Rond 1624-1626, na de wapenstilstand.
c Wat wil de maker van de bron duidelijk maken over de Spanjaarden?
 Ze martelen/pijnigen de Nederlanden.
d Om welke redenen maakte de tekenaar daar zoveel jaren later een tekening over?
□ Hij wil laten zien dat de Nederlanden terecht in opstand zijn gekomen tegen Spanje.
□ Hij maakte deze prent, zodat wij nu weten hoe het toen was.

□ Hij wil laten zien dat de Beeldenstorm terecht was. □ Hij wil de mensen, zo kort na de wapenstilstand, laten zien waarom het belangrijk is om te blijven vechten.
4 Bekijk en lees HB bron 4.  a Over welke tijd en plaats gaat deze bron?
 1636, de Nederlanden.
b Waren de Nederlanden toen in oorlog? Leg je antwoord uit.
Ja, de Nederlanden waren in oorlog met Spanje, want de wapenstilstand was in 1621 afgelopen.
c Welk doel heeft de maker met deze bron? Leg je antwoord uit.
De overheid laat weten wat de vergoeding is voor schippers, wanneer zij ruiters en soldaten vervoeren.
5 Bekijk en lees HB bron 5.  a Over welke tijd en plaats gaat deze bron?
 1580, de Nederlanden.
b In welke omstandigheden leefde de maker van deze bron? Vul in.
 Plaats:  Filips II woonde in Spanje.
 Religie:  hij was katholiek. 
 Plaats in de maatschappij: hij was koning van het Spaanse Rijk; daaronder vielen ook de   Nederlanden.  
c Wat was het belangrijkste doel van de maker van de bron? Leg je antwoord uit.
Filips II wilde zijn vijand Willem van Oranje laten vermoorden. Hij hoopte dat de Opstand zo zou stoppen.

d Filips legde in de bron ook uitgebreid uit waarom hij Willem vogelvrij verklaarde. Welk doel zou hij daarmee gehad hebben?
Hij wilde laten zien dat Willem een misdaad had begaan/slecht was, omdat hij tegen zijn koning in opstand was gekomen.
6 Lees WB bron 1.  a Over welke tijd en plaats gaat deze bron?
 1581, de Nederlanden.
b In welke omstandigheden leefde Willem van Oranje? Vul
in en streep door wat niet juist is.
 Plaats:  Nederlanden. 
 Religie: hij was protestant (sinds 1573). Hij was  voor • t egen gewetensvrijheid.
 Plaats in de maatschappij:  hij was leider van de  
Opstand en vocht tegen de Spanjaar-  den en koning Filips II. 
c Waarom schreef hij een verweerschrift? Leg uit.
Willem van Oranje wilde de beschuldigingen van Filips II weerleggen en mensen overtuigen van zijn gelijk.
d Wat was het gevolg van de ban?
In 1584 werd Willem van Oranje vermoord.

 Bron 1   Willem van Oranje liet zijn hofpredikant een antwoord schrijven op de ban.
 Verweerschrift
Er werd mij ook verweten dat ik een vreemdeling en een buitenlander zou zijn. De prins van Parma is niet hier geboren, heeft in onze gewesten geen enkele bezitting noch functie, maar voert niettemin het bevel over een aantal dwazen, die als arme slaven naar zijn pijpen dansen. Filips II is ook een vreemdeling. Hij is geboren in Spanje, een land dat met dit land een natuurlijke vijandschap heeft. Ik, daarentegen, ben geboren in Duitsland, met welk land wij een natuurlijke vriendschap onderhouden. Men zal hiertegen inbrengen dat hij koning is; ik zeg dan op mijn beurt dat een koningstitel ons hier onbekend is.
 Vrij naar: Apologie of Verantwoording van Willem van Oranje tegen de ban van Filips II (1581).
7  Lees WB bron 2.
a De ban op Willem van Oranje en het verweerschrift bevatten veel tekst en weinig beeld. Bedenk hiervoor twee redenen.
Het was lastig om de beschuldiging en het verweer in beelden uit te drukken. Met woorden konden ze nauwkeuriger uitleggen wat ze bedoelden. Relatief veel mensen konden dit lezen.
b Hoe kwam het dat er in de 16e eeuw in de Nederlanden zoveel mensen konden lezen en schrijven? Gebruik ook paragraaf 3.
□ Door de boekdrukkunst konden veel mensen lezen en schrijven.
□ Er lagen veel steden; handelaren en bestuurders moeten kunnen lezen en schrijven.
□ Het calvinisme moedigde mensen aan om zelf de Bijbel te gaan lezen.
□ Veel mensen waren tegen het verbranden van de boeken van Luther.
 Bron 2   In de Nederlanden konden veel mensen lezen en schrijven.

 Geletterdheid
Betrouwbare gegevens over het aantal mensen dat kon lezen en schrijven, zijn schaars. De beste gegevens komen uit de Amsterdamse ondertrouwakten. Die laten zien dat rond 1585 al 55% van de mannen en 32% van de vrouwen hun naam konden schrijven.
8  a Met welke pamfl etten of plakkaten probeerden de makers de mening van mensen te beïnvloeden?
 □ WB bron 1. □ HB bron 4.
 □ HB bron 2. □ HB bron 5.
□ HB bron 3.
 b Welke middelen gebruiken mensen tegenwoordig om de mening van anderen te beïnvloeden?
Zaken als internet, tv, radio, kranten, sociale media en soms ook wel posters en stickers.
 Cultuur 8 Schuttersstukken
Veel steden en dorpen in de Nederlanden hadden een schuttersgilde. In de 16e eeuw ontstond er een nieuw soort genre schilderijen: het schuttersstuk. Je gaat de schutterij en het schuttersstuk onderzoeken.
1 Lees de intro.  a Bedenk waar de naam ‘schutterij’ vandaan komt.
Van de wapens waarmee werd geschoten:

handboog, voetboog of geweer.
b Om welke reden was de schutterij geen echt gilde?
A De schutters hoefden geen meesterproef te doen.
B De middeleeuwen waren allang voorbij.
C De schutterij was een vereniging zonder verplichtingen. D  De schutters waren vrijwilligers, die ook nog een ander beroep uitoefenden.
c Wat was de reden dat alleen gezonde mannen tussen 18 en 60 jaar bij de schutterij mochten?
Zij waren fi t genoeg om mee te vechten of de orde te handhaven.
2 Bekijk en lees HB bron 1. In de 15e en begin 16e eeuw hingen groepsportretten vooral in kerken. Er stonden belangrijke geestelijken en edelen op, die deelnamen aan een religieuze voorstelling.
a Welke mensen staan op dit groepsportret?
 □ Burgers.  □ Edelen.  □ Geestelijken.
b Waar hing dit schilderij? In het verenigings-
gebouw van de schutt erij (het doelhuis).
3 a Elke stad had een schuttersgilde. Waarom kon een gewapende burgermacht voor het stadsbestuur een steun, maar ook een gevaar betekenen?
Steun:  de schutt erij hielp het stads-  bestuur als er onrust was in de stad.  Gevaar:  wanneer de schutt erij het oneens   was met het stadsbestuur, had ze   wapens om in opstand te komen tegen   het stadsbestuur.  

b Welke rollen hadden rijke burgers in de Republiek?
□ Ze vertegenwoordigden hun gewest.
□ Ze maakten deel uit van het schuttersgilde.
□ Ze adviseerden en steunden de koning.
□ Ze bestuurden de stad waarin ze woonden.
4 a Lees WB bron 1. Waaruit blijkt dat het een eer was om schutterskleding te dragen?
 Wanneer schutt ers zich niet netjes gedroegen, mochten ze hun kaproen/ schutt ershoofddeksel niet meer dragen.
b Welke functies had de schutterskleding? □ Ze vergrootte het aanzien van de schutterij. □ Gelijke kleding verkleinde de kans op vergissingen in het heetst van de strijd.
□ Ze onderstreepte de onderlinge verbondenheid. □ Als leden zich misdroegen, konden ze via hun kleding worden gestraft.
c Gebruik de intro. Bij welke bijzondere gelegenheden moesten schutters ook in hun schutterskledij verschijnen?
Wanneer belangrijk bezoek naar de stad kwam, bij parades en intochten.

d Lees WB bron 2. Waar zou de bijnaam ‘bonte kraaien’ voor schutters vandaan komen?
De uitbundige kleuren van de schutt erskleding werd regelmatig aangepast.
e Waaruit blijkt dat niet iedereen lid kon zijn van de
schutterij? Leden moesten geld hebben, 
want ze moesten zelf hun kleding betalen.
 Bron 1   Het was een eer om schutterskleding te dragen.
 Kaproen
Wanneer leden van de schutterij hun koopwaar verkochten vóór het tijdstip waarop dat was toegestaan, overspel pleegden of naar huizen van plezier gingen, mochten zij hun kaproen [schuttershoofddeksel] niet meer dragen.
 Vrij naar: Schuttersbepalingen van Den Bosch (jaar onbekend).
Bron 2  De kleuren van de kleding wisselden regelmatig. Meestal werd het ene jaar de kaproen vernieuwd en het andere jaar de rok. Beide moesten de schutters zelf betalen.
 Kleren maken de man

… zo zullen de hoofdlieden van de schutters hun nieuwe schutterskaproen [hoofddeksel] de laatste zondag voor Pasen op hun hoofd hebben en de eigenlijke schutter zal zijn schutterskaproen, die er hetzelfde uitziet als die van de hoofdlieden, zelf kopen en betalen en met Pasen op zijn hoofd hebben.
 Vrij naar: Schuttersbepalingen van Weesp (jaar onbekend).
5 Bekijk en lees HB bron 2.
a Waar in de stad lagen de doelen?
 In de buurt van de stadsmuren.
b Wat was de reden dat juist daar werd geoefend?
Daar konden de schutt ers weinig schade aanrichten.
c Vaak was de oefenbaan in bruikleen gegeven door de stad. Welk belang had de stad daarbij?
De schutt erij beschermde de stad. Het was dus belangrijk dat de schutt erij goed kon oefenen.
6 Bekijk en lees HB bron 3.
a In het schema hieronder zie je twee verschillen tussen HB bron 1 en 3. Noem minstens twee andere verschillen tussen deze bronnen.
 HB bron 1   HB bron 3
 Alleen bovenlijf geschilderd   Ten voeten uit geschilderd
 Symmetrisch   Asymmetrisch

Opstelling saai en benauwd Levendige opstelling, mensen hebben meer ruimte
Alle schutters Variatie in hebben dezelfde wapentuig en wapens en kledingkleding
Alleen schutters Ook een vlag en een hond
b De schuttersstukken hingen in het verenigingsgebouw of het stadhuis. Daar vergeleken en beoordeelden toeschouwers de schilderijen met elkaar. Bedenk een gevolg van deze competitie.
De schilders deden steeds meer hun best en schilderden steeds beter.
7 Lees WB bron 3.
a Tussen 1567 en 1580 werden geen schuttersstukken gemaakt in Amsterdam. Wat was de reden hiervoor?
De schutt erij was opgeheven, er kwamen dus geen opdrachten meer voor nieuwe schutt ersstukken.
b In 1578 koos Amsterdam de zijde van de Opstand.
Waarom zorgde die keuze voor meer schuttersstukken?
□ De voormalige schuttersgilden werden weer opgericht. □ De schuttersstukken waren een protest tegen de Spanjaarden.
□ Schilders kregen van de schutterij opdracht om groeps-
portretten te maken.
 Bron 3   De houding van de schutterij tijdens de Opstand verschilde per stad.

 Amsterdamse schutterij tijdens de Opstand
Het bevel van de Amsterdamse burgemeesters om de calvinistische hagenpreken te verhinderen en op
te treden tegen de beeldenstormers, werd door de schutters genegeerd. Ze wilden bemiddelen tussen de burgemeesters en de gereformeerden. De katholieke, Spaansgezinde burgemeesters duldden geen ongehoorzaamheid en ontbonden het schuttersgilde in 1567. Vanaf 1580 werden op initiatief van Willem van Oranje de oude schuttersgilden omgevormd tot georganiseerde burgerwachten.
 Vrij naar: Schutters in Holland: kracht en zenuwen van de stad (1988).
8 Bekijk HB bron 4.  a Waarom zijn er maar enkele wapens te zien op dit schilderij?
De oorlog is voorbij, er wordt niet meer gevochten.
b Amsterdam deed tijdens de vredesonderhandelingen erg zijn best om snel vrede te sluiten. Wat was daarvoor de reden?
 A Amsterdam dreef veel handel, de oorlog bemoeilijkte die.  B Amsterdam wilde als hoofdstad het juiste voorbeeld geven.
C De Amsterdamse schutterij had geen problemen met de katholieken.
D Er woonden veel protestanten in Amsterdam.  c Wat was de reden dat de schutterij na 1648 meer een gezelligheidsclub werd?
De Opstand was voorbij, er was vrede.
9 a Om welke redenen konden alleen rijke mensen lid worden van de schutterij?
 Ze moesten hun kleding en hoofddeksel zelf betalen. Ze betaalden ook zelf voor hun beeltenis op een schilderij.

b In de loop van de 17e eeuw waren veel leden van de schutterij koopmanslieden. Wat was de reden daarvoor?
Die hadden geld genoeg en lidmaatschap van de schutt erij gaf aanzien.
c Schuttersstukken werden alleen in de noordelijke Nederlanden gemaakt. Wat waren de voorwaarden voor de ontwikkeling van de schuttersstukken?
□ Burgers bestuurden en wilden hun portretten in openbare gebouwen tonen.
□ Er waren genoeg liefhebbers van kunst. □ Er waren openbare ruimtes om de schilderijen op te hangen.
□ Er werd minder gevochten dan in de zuidelijke Nederlanden.
□ Er woonden genoeg rijke mensen.
 9 Afsluiting  
 Vaardigheid
Standplaatsgebondenheid
 Tijdens het onderzoeken van de geschiedenis bekijk en lees je bronnen. De inhoud van een bron wordt altijd beïnvloed door de omstandigheden waarin iemand leeft: leeftijd, geslacht, plaats, tijd, religie, opleiding, beroep, politieke overtuiging en plaats in de maatschappij. Als je bronnen onderzoekt, moet je daar rekening mee houden.
1  Lees WB bron 1.  a Wat was de mening van Savonarola?
Hij vond dat de geestelijkheid te luxe leefde en dat ze zich moest houden aan de christelijke regels.

b In Florence organiseerde Savonarola in 1497 het vreugdevuur van de ijdelheden. Kostbaarheden, zoals schilderijen van mooie vrouwen, spiegels, pruiken, maskers en boeken, werden verbrand. Leg uit waarom hij dat deed.
Te veel aandacht aan het uiterlijk besteden was slecht, daar ging het leven volgens hem niet om. Je moest juist eenvoudig leven met God.
c Bedenk twee redenen waarom vooral mensen in steden kritiek hadden op de kerk. Leg je antwoord uit.
Bijvoorbeeld: daar was het leven anoniemer, de band met de geestelijken was minder direct. Door de handel kwamen mensen veel meer met elkaar in contact en konden ideeën zich snel verspreiden. In steden was duidelijk zichtbaar dat de geestelijken veel geld hadden; ze lieten bijvoorbeeld grote kathedralen bouwen.
d Past dit vuur van de ijdelheden wel of niet bij de renaissance? Leg je antwoord uit. Nee, want dat was 
juist de tijd waarin er veel aandacht was  voor kunst en wetenschap en het leven op aarde vóór de dood.
e Bekijk HB bron 1. Stel, je bent de paus in 1498 en je krijgt te maken met Savonarola. Wat doe je?
Bijvoorbeeld: je vraagt de inquisitie om op  te treden. Die moet ervoor zorgen dat kett ers terugkeren in de katholieke kerk. Als ze dat niet willen, worden ze gemarteld tot ze dat wel doen. Weigeraars komen op de brandstapel.
 Bron 1   Door zijn meeslepende preken werd de monnik Savonarola heel populair in Florence.
 Preek van Savonarola
Luister, geestelijken van de kerk. Blijf van geld af dat niet van u is. Vergeet die pracht en praal en smulpartijen waarmee u zich zit vol te vreten! Stuur uw vriendinnen weg. Houd uw aandacht bij de kerkdiensten. Vergeet die mooie kleren en zilveren spullen. Leg u toe op eenvoud en leef weer zoals monniken dat vroeger deden.
 Vrij naar: een preek van Savonarola in Florence (1494).

2 In 1517 schreef Luther 95 stellingen over zaken die de kerk volgens hem verkeerd deed. In veel geschiedenisboeken staat dat hij dat vel papier heeft vastgespijkerd aan een kerkdeur in Wittenberg.
a Kijk naar de feiten in het schema. Maken die het logisch of onlogisch dat Luther zijn stellingen aan een kerkdeur heeft gespijkerd? Streep door wat niet juist is.
 Feiten
 Begin 16e eeuw kon niet iedereen lezen en schrijven. 
 De stellingen waren geschreven in het Latijn.
 Logisch of onlogisch? L ogisch • O nlogisch
L ogisch • O nlogisch
b Phillipus Melanchthon schreef als eerste dat Luther de stellingen op de kerkdeur vastspijkerde. Hij woonde sinds 1518 in Wittenberg. Leg uit waarom deze vermelding onbetrouwbaar is.
Hij kan geen ooggetuige zijn geweest, want hij woonde in 1517 nog niet in Witt enberg.
c Luther schreef de 95 stellingen in een brief aan de paus. De paus reageerde niet. Bedenk daarvoor een reden.
Door Luther te negeren hoopte hij dat Luther zou ophouden met zijn kritiek.
d Streep door wat niet juist is en leg je antwoord uit.

 De uitspraak ‘wiens gebied, diens gebed’ past bij  Luther •  Calvijn , want volgens Luther was een vorst     de baas van de kerk en niet de paus. 
e Leg uit op welke manier het geloof tot bloedige oorlogen leidde.
Verschillende katholieke vorsten vervolgden de protestanten. Er waren ook vorsten die aan de kant van de hervormers stonden. Dit leidde tot oorlogen.
3 a Lees WB bron 2. Wie is de maker van deze bron?  De hertog van Alva.
b Over welke tijd en plaats gaat deze bron?
 1572, Naarden.
c Welke omstandigheden passen bij de maker van deze bron in dat jaar?
□ Huursoldaten werden vaak beloond met plundering van een stad.
□ Hij kreeg hulp van watergeuzen. □ Ook buiten Holland en Zeeland kwamen steden in opstand.
□ Hij voerde oorlog tegen de Turken. □ Hij wilde een voorbeeld stellen voor andere steden. d  W elke twee omstandigheden beïnvloedden vooral de houding van de schrijver van deze bron? L eg je antwoord uit.
□ Religie: als katholiek vocht hij tegen de  kett ers/protestanten. 
□ Plaats in de maatschappij: hij moest de orde     en rust in de Nederlanden  herstellen. 

 Bron 2   Dit schreef de hertog van Alva aan Filips II.
 Verovering van Naarden
Het Spaanse voetvolk bestormde de muren en sneed de strotten door van burgers en soldaten, zodat geen enkeling ontkwam. Toen stak het de stad op twee of drie plekken in brand. Ik ben heel tevreden dat er in zo’n slechte stad met zoveel ketters een voorbeeld is gesteld.
 Vrij naar een brief van de hertog van Alva aan koning Filips II, 19 december 1572.
4  Bekijk HB bron 2.  a Over welke tijd en plaats gaat deze bron?
1609-1621 (het Twaalfj arig Bestand), de Nederlanden.
b De zeventien Nederlanden zijn afgebeeld als één leeuw. Leg uit waarom dat beeld niet klopt.
De Nederlanden waren al opgedeeld. In 1588 was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen.
c Welk doel zou de maker met deze bron hebben gehad? Leg uit. Hij wilde waarschijnlijk dat de   zeventien Nederlanden één land werden. Hij was vóór vrede, want dat zorgde volgens hem voor veel voorspoed.
 Chronologie 5  Gebruik paragraaf 5 en 6.  a Wat is volgens jou een belangrijk keerpunt geweest in de Opstand? Leg je antwoord uit.
 Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: de overwinning van de opstandelingen bij Alkmaar, omdat het vanaf dat moment ook andere steden lukte om stand te houden tegen de Spanjaarden. Of: de nieuwe militaire strategie van Maurits, want zo konden de Nederlanden gebieden heroveren op de Spanjaarden.

 b Gebruik de tijdbalk. Welke drie jaartallen zou je kunnen aanwijzen als het begin van Nederland? Leg je antwoord uit.
1579, Unie van Utrecht: de noordelijke
Nederlanden spreken samen af om de Opstand tegen de Spaanse koning voort te zett en.
1581, Plakkaat van Verlatinghe: de noordelijke gewesten verklaren zich wonafhankelijk.
1588, de Republiek der Verenigde Nederlanden wordt uitgeroepen: de noordelijke Nederlanden hebben zich losgemaakt van de Spaanse koning.
Door de tijd heen 6  Bekijk HB bron 3.  a Welke bron hoort bij welke godsdienst? Maak de juiste combinaties.
1 HB bron 3, nummer 1
2 HB bron 3, nummer 2  3 HB bron 3, nummer 3
A Germaanse natuurgodsdienst
B Christendom  C Bataafs-Romeinse goden  Juiste combinaties: 1 C, 2A, 3B. 
b Leg uit waarom je deze verschillende godsdiensten niet in chronologische volgorde kunt zetten.
 Verschillende geloven bestonden tegelijkertijd, bijvoorbeeld Germaanse natuurgodsdienst en het christendom.
c Leg uit waarom HB bron 3 nummer 3 niet bij de Reformatie past.
 De lutheranen en calvinisten wilden eenvoudige kerken, zonder beelden en versieringen.

REACTIES

M.

M.

noice

5 jaar geleden

R.

R.

dat is weer een zorg minder over het huiswerk

4 jaar geleden

Bulldoozzzeeeerrr

Bulldoozzzeeeerrr

OwO

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.