Antwoorden oriëntatie.
1. Marcel Duchamp kan gerekend worden tot de dadaïstische stroming.
2. Er waren mensen die er wel de humor van inzagen, maar er waren ook mensen die het ‘kunstschennis’ vonden.
3. Om de discussie weer opnieuw op te doen laaien.
4. Afb 1. Humor; provocatie.
Afb 2. Engagement; provocatie.
Afb 3. Engagement; provocatie.
5. De reactie van m’n broertje als m’n vader hem op nieuwjaarsochtend verplicht naar het nieuwjaarsconcert te luisteren. Nou, dan lopen de gemoederen hoog op!
Antwoorden §1, geëngageerd protest.
6. Geëngageerd wil zeggen betrokken. Goya wil duidelijk maken wat de Fransen allemaal aangericht hebben. Zo is hij betrokken bij de slachtoffers.
7. Zo valt hij open wit is immers de kleur van de onschuld.
1. Op deze manier laat hij de rauwheid van de oorlog naar voren komen. Bij een schilderij over de oorlog past het niet om heel fijn te gaan schilderen. Bovendien komt de werkelijkheid van de oorlog harder aan.
2. Door engagement, hij verzet zich tegen het lot van de slachtoffers.
3. De angstige uitdrukking op het gezicht van de mens. Het expressionisme geeft het gezicht meer uitdrukking dan het realisme.
4. Picasso heeft het gezicht meer gedraaid, hij heeft er kleur aangegeven en de ogen duidelijker gemaakt. Verder heeft hij de lijnen scherper gemaakt.
15. Omdat hij journalist was, had hij aanzien en hij kon de slechte situatie makkelijk onder de aandacht van de rijke burgerij brengen. Deze konden op hun beurt er wat aan gaan doen.
16. Ook hij had als domineeaanzien. Verder kon hij de kerkgangers beïnvloeden en de arbeiders onder hun een hart onder de riem steken.
17. Versie van Henriette Roland Holst: Nette taal, maar onbegrijpelijk voor de doelgroep. Versie van Jaap van der Merwe: Duidelijker, gewone spreektaal.
18. Versie van Henriette Roland Holst: Vooral door het ‘makkers’ hiermee maakt hij duidelijk dat ze gelijkwaardig zijn. Versie van Jaap van der Merwe: Door het gebruik van ‘wij,’ zo maakt hij duidelijk dat hij er ook bij hoort.
19. Qua tekst de versie van Jaap van der Merwe, omdat dat me toch meer aanspreekt en het meest van deze tijd is, maar qua muziek de andere versie, daarbij kan je meer uit volle borst meezingen.
20. Bij de coupletten 9 en 10.
21. b. Vooral bij het laatste woord; ‘crop,’ maar ook bij ‘drop.’
c. Om het nog meer uitdrukking te geven en het nog duidelijker als climax aan te geven. Bovendien maakt het het geheel nog dramatischer.
Vragen en antwoorden §2, humoristisch protest.
23. Noem zelf bij afbeelding 15 t/m 19 de belangrijkste stijlfiguren.
Afb. 15 Dit is een duidelijk voorbeeld van een hyperbool, omdat de neuzen zo gigantisch groot zijn afgebeeld.
Het onderste ingezette plaatje is een duidelijk voorbeeld van een symbool, de tekenaar symboliseert dat hij de personen op de toiletrol niet mag, door ze op een toiletrol te zetten.
Afb. 16 Dit is natuurlijk een symbool, de aarde wordt als theepot aangegeven.
Afb. 17 Een aparte soort hyperbool, ook wel stileer genoemd. De tekening is extreem vereenvoudigd.
Afb. 18a Dit vind ik een hyperbool, de computer gaat steeds meer de controle overnemen en dat heeft de tekenaar sterk overdreven.
Afb. 18b Uiteraard een hyperbool, maar dat is wel heel duidelijk voor de buitenwereld, pakken vanille vlafokken is toch weleen beetje overdreven.
Afb. 18c Pars pro toto, het gezicht van de man lijktop een aap en dat hebben ze zo veranderd dat hij uiteindelijk ook een aap is geworden.
Afb. 19 Er zijn voorbeelden van hyperbolen te vinden, maar ze zijn niet erg duidelijk. Dit wordt ook wel geaccentueerde overdrijving genoemd.
24. Zoek in advertenties twee afbeeldingen waarin duidelijk een stijlfiguur word gebruikt en
benoem ze.
(Voor de afbeeldingen: blader een stukje verder.)
De bovenste afbeelding, van de Opel Agila, zou onder personificatie kunnen passen, omdat er net gedaan word alsof de auto een baby is. Ook pars pro toto is een mogelijkheid, omdat het feit dat de auto klein is sterk word overdreven door het te vergelijken met een baby.
De andere afbeelding, over de Chevrolet, is duidelijk een hyperbool, speelgoed weegt immers geen 3500 kilogram.
27. Bekijk de ‘eetscene’. Wat gaat er mis? De eetmachine werkt verkeerd, waardoor het eten alle kanten op vliegt. Hij gaat te snel en doet niet de juiste dingen op de juiste momenten.
28. Wat is er aan deze scene zo komisch? Het is absurd en overdreven. Alhoewel het heel voorspelbaar is, komen er toch nog genoeg dingen heel onverwacht. Doordat het overdreven is, is het heel grappig. Hoe kom je er nou toch bij om in een machine terecht te komen en daar rustig tussen de tandwielen te liggen en mee te draaien?
29. Leg uit waarom timing in humor en in slapstick zeer belangrijk zijn. Als het niet precies goed is, is het niet leuk. Als het te laat is, word het traag en boeit het niet meer voor het publiek en bovendien is dan de spanning weg. Als het te snel gaat, kan het publiek het niet meer volgen en schiet het zijn doel voorbij. Bij cabaret, moet de cabaretier heel goed naar zijn publiek ‘luisteren.’ De ene zaal begrijpt nou eenmaal iets sneller als de andere.
30. Hoe toont Charly zijn meesterschap boven de machine? Hij behoud zijn waardigheid, zijn lichaamstaal maakt duidelijk dat het allemaal overdreven is. Hij zet aan het denken door de enige dwarsligger te zijn.
31. Hoe behoud Charly zijn waardigheid? Hij blijft de situatie de baas en vertrekt geen spier. Hij laat zichzelf niet vernederen.
32. Leg uit waarom hier sprake is van humoristisch verzet als wapen. De absurditeit van de automatisering word belachelijk gemaakt. Door dwarsligger te zijn, met simpele dingen, verzet hij zich.
Antwoorden §3, provocerend protest.
34. Op de mode; er zijn veel dingen overgebleven uit die tijd, zoals de piercing. Ook de haardracht is veel vrijer geworden, je doet nu lekker wat jezelf leuk vind. Met geweld; er kwamen groepen die gewelddadig werden, zoals de skinheads. Huisdieren; ze werden steeds veelzijdiger, zoals ratten, slangen en leguanen.
35. Niet echt nee. Maar dat is ook niet echt punk, die kleding. Er zijn alleen maar elementen overgenomen uit de punk.
36. De haardracht, en de nonchalante kleding. Het is a-symmetrisch en het lijkt kapot.
37. Overeenkomsten: Verzet tegen de maatschappij. (provocerend); herkenbaar aan kleding. Verschillen: Rap is voornamelijk muzikaal provocerend, punk was ook wel gewelddadig. Bovendien is de rap vrij snel commercieel geworden, terwijl dat bij de punk vrij lang duurde.
40. Osdorp Posse vind en zegt dat de maatschappij corrupt is en daar verzet hij zich tegen.
42. In het gedich word er gedaan alsof oorlog end oden eenz egen is, natuurlijk met een cynisch karakter. Het ’vaderland’ bestaat niet meer.
43. Tsja uh… Ik vind dit sowieso geen gedicht, volgens mij hebben ze een poosje naar een baby liggen luisteren die erg veel te vertellen had, maar niets zei. Eventueel zou je dat als provocerend kunnen opvatten, maar hooguit tegen andere dichters en hun gedichten.
44. Zie verderop.
48. Ik heb geen flauw idee…
49. Kleuters en kinderen zijn spontaan en hebben geen vertekend beeld van de wereld. De schilders van Cobra wilden een neutrale kijk op de wereld laten zien en dat is op deze manier mogelijk. Maar ik blijf het raar vinden dat een kind er niets voor krijgt en die schilders die het in principe alleen maar gejat hebben er vele miljoenen voor krijgen!
Verdieping bij §2, humoristisch protest.
Loesje is een beweging die in 1983 is onststaan uit allerlei actie-groepen. In het begin schoot het niet op en gebeurde er eigenlijk niets, omdat de leden overal tegen waren. Na een avond bij elkaar te hebben gezeten ontstond er echt iets en in 1986 kreeg zij na meegedaan te hebben aan de verkiezingen landelijke bekendheid. Ook internationaal is Loesje ontstaan. Voorjaar 1989, na het vallen van de muur in Berlijn zijn er een aantal mensen van Loesje in een busje gestapt en op zoek gegaan naar mensen in het voormalige Oostblok om te kijken of ze aansluiting zouden vinden bij leuke clubs daar. Daar is Loesje Internationaal uit voort gekomen. Kerst 1989 zijn er 50 Loesje leden uit Nederland naar Berlijn afgereisd om daar te gaan plakken en anderen te ontmoeten. Een jaar later is eenzelfde groep naar Praag gegaan. Ook weer om te plakken en een ontmoeting te hebben met de burgerbeweging destijds. Later zijn daar meer landen bijgekomen, ook in West-Europa, waar mensen zich actief bezig houden met Loesje. Alhoewel ze haar naam in sommige landen niet eens uit kunnen spreken geniet zij toch behoorlijke bekendheid. Het doel is simpel, Loesje wil de wereld veroveren. En dan niet zoals Alexander de Grote, maar op zo\'n manier dat de iedereen dezelfde kansen heeft op lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Genoeg eten en denken voor allen dus. Dat klinkt misschien wat groots, maar Loesje behapt de wereld op haar eigen manier. Gewoon bij de lekkerste stukjes beginnen. Loesje staat voor de wereld een beetje vrolijker en mooier maken. En dat niet voor jezelf houden, maar aan heel de wereld vertellen. Loesje doet dat door teksten te verzinnen (en dat samen met heel veel mensen) deze te verspreiden en overal op te hangen. Loesje heeft drie bronnen van inkomsten. Contributie van leden, daar worden allerlei verenigingsactiviteiten van betaald. Inkomsten van de boekjes, scheurkalender, schoolagenda en andere produkten. Projecten en subsidies; soms heeft iemand een goed idee voor een project en zoekt daar dan een manier bij om aan geld te komen. Inmiddels is Loesje uitgegroeid tot een grote organisatie, die boekjes, kalenders en agenda’s uitgeeft.
REACTIES
1 seconde geleden
I.
I.
goed joh!!ga zo door...
22 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
je hebt het heel goed gedaan!!! ik wil je danken, je hebt me " gered"
groetjes
21 jaar geleden
Antwoorden