Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Mens en milieu

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas vmbo | 4226 woorden
  • 14 mei 2003
  • 401 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
401 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Basisstof 1; de mens en het milieu

Opdr 1.

1. 6 manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu zijn;
- zuurstof
- grondstoffen
- voedsel
- energie
- water
- recreatieb
2. 3 manieren waarop de mens het milieu beïnvloedt zijn;
- milieu veranderen
- stoffen ontrekken
- stoffen toevoegen
3. milieuproblemen ontstaan als; het milieu zodanig verandert dat er spraken is van aantasting.
4. 3 soorten milieuproblemen zijn;
- vervuiling

- aantasting
- uitputting
5. De voornaamste oorzaken van de milieuproblemen zijn; de enorme bevolkingstoename en de wijze van leven van de huidige mens.
6. Per jaar komen er nu ongeveer 80 miljoen mensen bij op de wereld. Dat zijn er 219178 per dag.
7. 9132 Per uur
8. 152 Per minuut.
9. De wijze waarop de huidige mensen leven is vaak tot uitputting van de voorraden energie in de wereld. Zoals; de mens gebruikt veel machines > hierdoor wordt veel elektriciteit gebruikt > voor het opwekken van deze elektriciteit zijn veel brandstoffen nodig > afvalstoffen komen hierbij vrij.
10. Giftige afvalstoffen leidt de wijze van leven van de huidige mens tot vervuiling van het milieu.
11. Er moeten veel meer mensen van eten worden verzien.
12. 3 bedreigde diersoorten in Nederland zijn;
- otter
- marter
- das
13. Hoogspanningsmasten en –leidingen worden wel gezien als een bepaalde vorm van milieuvervuiling, dit noemt men horizonvervuiling.

Opdr 2
1. De onderzoek vraag bij het krantenartikel is ;’ welke invloed verkeerslawaai heeft op die bij de snelweg broedden en leven vogels?’
2. Om de invloed van verkeerslawaai op broedvogels te onderzoeken kan o.a. de grootte van de legsels van een bepaalde vogelsoort op de verschillende plaatsten worden vergeleken. Wat nog meer vergeleken kan worden is; hoe ze uitkomen en de nazorg van de vogels.

3. Regel 9 t/m 12; ‘vrijwel alle….tien procent.’ Geeft het resultaat aan.
4. Conclusie van het onderzoek is; Dat door verkeerslawaai het broedsucces bij vogels met 10 % is afgenomen

Basisstof 2; voedselproductie

Opdr 3
1. Doordat voedingsgewassen worden geoogst moeten landbouwgronden worden bemest. Dit moet men doen omdat hierdoor de grond vruchtbaar wordt.
2. Uitspoeling is; mineralen met het regenwater wegzakken naar diepere lagen.
3. Voordeel van kunstmest in plaats van stalmest is; je kunt precies de mineralen aan de bodem toevoegen die de plant nodig heeft.
4. Het voordeel van stalmest gemengd met stro is; dat de bodem er kruimeliger van wordt.
5. 2 voordelen van bodembewerking voor plantenwortels
- bodemgesteldheid wordt verbeterd
- meer zuurstof beschikbaar
6. biocide zijn; chemische bestrijdingsmiddelen.
7. Het voordeel van chemische bestrijdingsmiddelen zijn;
- hebben snel effect
- ziekten en plagen worden goed bestreden
8. 3 nadelen van chemische bestrijdingsmiddelen zijn;
- ze doden veel soorten organismen ook onschadelijk

- veel nuttige organismen worden ook gedood
- veel resistente individuen (niet vatbaar) overleven en planten zich verder voort
9. Een selectief bestrijdingsmiddel is goedkopere dan niet-selectieve bestrijdingsmiddelen omdat ze alles bestrijden deze hoeft dus niet worden aangepast op een bepaald iets.
10. De resistente populatie is ontstaan doordat de bestrijdingsmiddelen te zwak waren voor deze populatie.
11. Accumulatie is via een voedselketen hopen de bestrijdingsmiddelen zich op in dieren die aan het eind van een voedselketen staan.
12. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen heeft in het verleden geleid tot een sterke afname van het aantal roofvogels in Nederland. Dit komt doordat de roofvogels de laatste schakel is in het voedselketen.
13. Tussen voedingsgewassen groeit vaak onkruid. Dit is een nadeel omdat deze het licht en het water uit de grond halen.
14. Onkruid kan door schoffelen worden gedaan omdat dit het milieu vriendelijkste is.
15. Vruchtwisseling is; men nooit 2 jaar achtereen het zelfde gewas op een bepaald stuk grond verbouwt.
16. Men past bij teelt van aardappelen vruchtwisseling toe omdat zo de ziekteverwekkers uit de bodem te krijgen.

Opdr 4
1. artikel in het boek wordt een methode gebruikt die spinmijten bestrijden.
2. Deze methode is vooral bruikbaar in kassen en niet op akkers omdat, in de kassen de roofmijten veel moeilijker weg kunnen.
3. Met rood is het aantal spintmijten aangegeven.

4. De roofmijten zijn ook uit de kas verdwenen omdat, er geen eten meer voor ze is.

Opdr 5
1. veredeling is het verbeteren van de eigenschappen van gewassen of landbouwhuisdieren door kunstmatige selectie en kruisingen.
2. Veredeling kan bijdragen aan een grotere voedselproductie;……………………
3. Bij recombinat-DNA-techniek worden gewenste erfelijke eigenschappen bij organisme aangebracht.
4. Ziekteresistente gewassen zijn bepaalde voedingsgewassen.
5. Bij kunstmatige inseminatie wordt het sperma van een stier met gunstige eigenschappen opgevangen en ingebracht in de baarmoeder van de koe.
6. In Nederland worden bijna alle koeien geïnsemineerd met sperma dat afkomstig is van slechts enkele stieren. Omdat juist die stieren de gunstige eigenschappen hebben.
7. In Amerika lopen runderen rond die ontstaan zijn met behulp van het sperma van Nederlandse fokstieren. Amerika heeft dus gewoon het sperma gekocht van een Nederlandse boer met een goede fokstier met gunstige genen.
8. Bij een reageerbuisbevruchting worden de klompjes cellen die zich uit de bevruchte eicellen ontwikkelen ingebracht in de baarmoeder van de draagkoe. Voordeel van deze methode is dat men zeker weet dat de bevruchting plaats heeft gevonden.
9. De kalfjes die via reageerbuisbevruchting van een koe en een stier ontstaan hebben verschillende geno / feno types.

10. De voedselproductie in de veeteelt is toegenomen door het gebruik van mengvoer. Energierijke voeding levert meer vlees op.
11. Het gevaar van hormonen toevoegen aan het voedsel van de dieren is dat de mens het ook binnen kan krijgen.

Opdr 6
1. De techniek waardoor de stier Herman een gen heeft gekregen dat bescherming biedt tegen uierontsteking is recombinant-DNA-techniek.
2. Het biedt bescherming tegen uierontsteking omdat men resistente is (niet vatbaar) voor deze ziekte.
3. Een ander doel dat het voorkomen van uierontsteking heeft het onderzoek ook onderzocht of het mogelijk was via de melk van koeien medicijnen voor mensen te maken.
4. Mijn mening van genetische manipulatie is dat dit belachelijk is. Je loopt grote risico dat er wat mis gaan en er blijven geen ‘normale’ dieren over.

Basisstof 3; Landbouwmethoden in Nederland

Opdr 7

1. Een gemengd bedrijf is een bedrijf dat veeteelt en akkerbouw heeft.
2. Het gevolg van ruilverkaveling is dat het landschap bestaat grote akkers die nog maar een soort gewas verbouwen.
3. Monocultuur is; de akkerbouwers verbouwen vaak een soort gewas op een groot stuk grond.
4. Het voordeel van een monocultuur is;
- je hoeft maar een soort machine te kopen
- brengt veel geld op

5. Het nadeel van een monocultuur is;
- ziekten bereiden zich sneller uit
- vergrote kans op insectenplagen
6. Het grondwater dat uit de bodem gepompt wordt waarop de bodem de planten chemische bestrijdingsmiddelen hebben gebruikt is het water vaak vervuild. Hierdoor gaat er veel drinkwater verloren.
7. In gebieden met monocultuur blijkt het aantal soorten kleine zoogdieren en vogels af te nemen. Hiervan een oorzaak is; omdat de boeren maar en gewas verbouwen en daarvan kunne niet alle dieren van leven.
8. Het gevolg hiervan is dat als er een insectenplaag zou komen, deze niet kan verholpen op biologische manier. Bijvoorbeeld de vogels kunnen niet de insecten op eten.

Opdr 8
1. Bij intensieve veehouderij wordt het veevoer meestal niet zelf verbouwd, dit komt omdat hier geen grond voor is. De grond die er is voor de dieren.
2. 7 grondstoffen voor veevoer in Nederlands worden ingevoerd zijn;
- vismeel
- oliezaden
- soja
- granen
- tapioca
- suikerrietproducten
3. Tapioca wordt gemaakt van de wortel van een cassaveplant.
4. De invoer van grondstoffen voor veevoer verstoort zowel in Nederland als in het land van herkomst de kringloop van stoffen. Dat komt doordat de kringloop niet doorloopt men mist de mest in deze cirkel.
5. In 1955 had een varkensfokker gemiddeld 7 varken in 1995 was dat 580 varkens.

6. Mestvarkens leven meestal op metalen roosters. Het voordeel hiervan is dat de mest daar door valt en de boer dus geen mest hoeft te ruimen. Het nadeel is dat de varkens erge pijn in hun poten krijgen.
7. Kistkalf is een kalfje die in een klein hokje leeft.
8. Een legbatterij bestaat uit rijen gestapelde kooien, deze kooien zijn ongeveer 40 bij 50 cm. Daar zitten 4 tot 5 kippen in.
9. Ik vind; ik vind het zeer ondierlijke wijze waarop deze dieren worden gehouden omdat dit gewoon ondierlijk is!!
10. We spreken van een mest overschot als men meer mest produceert dan men in werkelijkheid op het erf nodig heeft.
11. In 1955 waren de meeste landbouwbedrijven in Nederland gemengde bedrijven. Toen waren er geen mestoverschotten omdat men toen genoeg land had.

Opdr 9
1. Tuinbouw in open grond is, de tuinbouwgewassen buiten werden verbouwd.
2. Glastuinbouw is tuinbouwgewassen in kassen worden verbouwd.
3. 2 voordelen van het verbouwen van gewassen in kassen is;
- je hebt het hele jaar lang een oogst
- de plant groeit het hele jaar door
4. 3 nadelen van het verbouwen van gewassen in kassen zijn;
- extra belichten (kost geld)
- extra verwarmen (kost geld)
- In de winter is de warmte niet voldoende voor de groei van de plant.
5. het verbouwen van gewassen in kassen kost zoveel energie omdat je extra moet stokken in de winter en in de zomer extra belichten.

6. Milieu organisaties pleiten ervoor om groenten van het seizoen te eten in plaats van kast groeten. Ik ben het hier niet mee eens omdat men toch niet meer terug kan.

Opdr 10
1. In biologische akkerbouw past men vruchtwisseling toe om voedingsgewassen worden beschermd tegen ziekten en plagen.
2. Met onbespoten wordt bedoeld ze bevatten geen chemische bestrijdingsmiddelen.
3. Ik vind het houden van kippen op biologische manier beter ze kunnen zo vrij lopen.
4. Een scharrelvarken is een varken dat los mag lopen.
5. Steeds meer mensen kiezen voor biologische producten ook al zijn ze duurder omdat, het beter voor het milieu is en de dieren worden niet mishandeld.
6. Er worden heggen tussen akkers gemaakt zodat de etende insecten minder schade brengen aan de gewassen.
7. Het probleem voor de mest kwijt te raken en er voedsel is voor eigen dieren wordt zo voorkomen voor het probleem van het biomassa.

Opdr 11

Gangbare landbouw Biologische landbouw
1. wordt er kunstmest gebruikt? Ja Nee
2. zijn er monocultuur? Ja Nee
3. worden er chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt? Ja Nee
4. kunnen de dieren er los rondlopen? Nee Ja

Is er een mestoverschot? Ja Nee


Opdr 12

1. Steenkool, aardolie en benzine worden fossiele brandstoffen genoemd omdat, ze zijn ontstaan uit levende organismen.
2. Zure regen ontstaat uit de verbrandingsgassen van fossiele brandstoffen, er ontstaan giftige gassen zwaveldioxide en stikstofoxide.
3. In een zure bodem kunnen planten minder goed mineralen opnemen omdat, door het verzuurde bodem gaan de mineralen naar nog diepere bodemlagen, waardoor wortelharen beschadigen.
4. Zure regen tast gebouwen en beelden aan de kalk lost op.
5. De voortplanting bij vogels gaat minder als de bodem zuur is omdat, de eieren geen kalk meer bevatten waardoor ze eerder beschadigen.
6. De zure regen komt van buur landen aangewaaid dus de hele wereld moet zich aanpassen om het probleem op te lossen.
7. Vier veroorzakers van zure regen zijn: industrie, elektriciteitscentrales, verkeer en bio- industrie.
8. Verzuring van de bodem door bio-industrie ontstaat doordat er ammoniakgas vrij komt.
9. Mensen in steden krijgen steeds vaker last van hooikoorts omdat, er in de grote stad meer uitlaatgassen van auto’s zijn.
10. Het wegverkeer draagt bij, bij de vorming van ozon doordat de uitlaatgassen van auto’s koolwaterstof en koolstofmono-oxide bevatten en dat samen met zonlicht is ozon.

11. Smog is vettige mist die onder andere ozon, zwaveldioxide en roet bevat.
12. Door de maatregelen ontstaat er minder smog omdat, er zo minder schadelijke stoffen worden uitgestoot.
13. Geluidshinder is een vorm van luchtvervuiling omdat, geluid een trilling is van de lucht.

Opdr 16
1. Met zelfreinigend vermogen van water wordt bedoeld dat als het water van nature in staat is zichzelf te reinigen doormiddel van schimmels en bacteriën die het omzetten in mineralen.
2. De mens draagt bij aan vervuiling: afvallozing van voedingsmiddelen industrieën en landbouwgrond teveel bemesten.
3. We spreken van vermesting als de hoeveelheid mineralen in het water sterk toeneemt.
4. Teveel bemesten mets talmest kan leiden tot vervuiling van het water doordat : veel mest in water à reducenten zetten mest om in mineralen à vermesting.
5. Kunstmest bevat stikstofhoudende mineralen die kunnen in het oppervlaktewater terecht komen.
6. Met voedselrijk water wordt bedoeld dat het water veel opgeloste mineralen bevat.
7. Door vermesting kan de samenstelling van plantensoorten in een ecosysteem veranderen omdat, sommige planten kunnen alleen leven in een voedselarme grond.
8. Waterbloei is als het algengroei sterk stijgt en het water een blauwgroene kleur krijgt.

9. Voor ondergedoken planten is dit niet goed ze sterven want er is minder zuurstof doordat het licht wordt weggenomen.
10. de voedselketen is: algen > watervlooien > brasems > snoek
11. Waterbloei kan leiden tot zuurstofgebrek in het water doordat, algen kort leven, de sterfte leidt tot grote hoeveelheden organische afvalstoffen daardoor zullen reducenten zich snel vermeerderen zo kan er zuurstof gebrek ontstaan.
12. Vissen gaan vooral dood aan het eind van de nacht, omdat ’s nachts gebruiken vissen en planten de aanwezige zuurstof in het water.
13. Ze wilde vooral van de mineralen fosfaat en nitraat verminderen omdat, daardoor waterbloei ontstaan.
14. Brasems zal men juist wegvangen omdat, brasems eten watervlo dus nu komen er meer watervlooien die de algen eten.
15. Snoeken zal men juist uitzetten omdat, snoeken juist brasems eten zo kunnen de watervlooien de algen opeten.

Opdr 14

1. De dampkring is de luchtlaag rondom de aarde.
2. De broeikasgassen in de dampkring hebben als functie bij het regelen van de temperatuur op aarde dat ze zorgen dat de aarde de warmte niet kwijt kan.
3. De twee belangrijkste broeikasgassen zijn: waterdamp en koolstofdioxide.
4. Door toename van koolstofdioxide wordt het broeikaseffect veroorzaakt.
5. De toename van dit broeikasgas wordt vooral veroorzaakt doordat we steeds meer energie verbruiken.
6. Het platbranden van tropische regenwouden draagt bij aan het versterkte broeikaseffect omdat, de planten koolstofdioxide nodig hebben voor de fotosynthese.

7. De intensieve veehouderij draagt bij aan het versterkte broeikaseffect doordat er een gas vrijkomt uit de mest dat in de dampkring werkt als broeikasgas.
8. Door het versterkte broeikaseffect kunnen laaggelegen plaatsen onder lopen omdat, ze zeespiegel stijgt doordat er ijs smelt.
9. Bij suikerbieten bijvoorbeeld neemt het bladoppervlak toe, wat leidt tot een verhoging van de productiviteit met bijna twintig procent.
10. Dit is een feit het is onderzocht.
11. Andere voedingsgewassen daarentegen reageren slecht op het toenemen van het broeikaseffect. Sommige soorten planten blijken te weinig eiwitten te maken.

Opdr 17
1. Zware metalen als cadmium ,kwik lood en zink zijn zo schadelijk omdat deze stoffen voor veel organismen al in kleine hoeveelheden schadelijk zijn.
2. Op 2 manieren kan het zelfreinigend vermogen van het water worden verminderd door lozing van industrieel afval water
- kunnen niet door organismen worden afgebroken
- wordt het water zuurstof arm van
3. Watervervuiling kan gevolgen hebben dat ons drinkwater slechter wordt.
4. De watervervuiling is ook slecht voor de recreatiegebieden.
5. Een fabriek loosde een tijd lang afval met kwik in een meer. Het gehalte aan kwik in het water werd steeds hoger. In enkele gevallen gingen mensen die vis uit het meer hadden gegeten dood door vergiftiging. Mensen lopen meer gevaar door het eten van een kilogram met kwik verontreinigde vis uit dit meer dan door het drinken van het zelfde water uit het meer. Dit komt doordat het kwik in de vis wordt opgeslagen. En het water niet.
6. Biologische zuivering in zuiveringsinstallaties is; het zuiveren van het water met behulp van reducenten.

7. In zuiveringsinstallaties wordt het water tijdens de biologische zuivering ‘belucht’. Er komt dan meer zuurstof in het water dit doet men omdat als er meer zuurstof in het water zit de reducenten beter kunnen werken.

Opdr 18
1. krantenartikel. De voornaamste oorzaak van waterbloei is de hoeveelheid fosfaat in het water.
2. Volgens onderzoeker Scholten is de voornaamste oorzaak van het ontstaan van waterbloei; de giftige stoffen, zware metalen, en bestrijdingsmiddelen.
3. Scholten toont dit aan door onderzoeken.
4. Volgens scholten hebben de fosfaatvrije wasmiddelen de waterbloei eerder versterkt dan verzwakt. Dit komt door;
- zitten ook andere giftige stoffen in het wasmiddel
- om de was goed schoon te krijgen heb je meer fosfaatvrije wasmiddel nodig dan je normaal gesproken nodig had met wasmiddel met fosfaat erin.
5. Het is niet gelukt de Veluwerandmeren weer helder te krijgen door de hoeveelheden fosfaat en nitraat in het water te verkleinen. Ook het uitzetten van snoeken, gecombineerd met het wegvangen van de brasems heeft geen succes gehad. Dit was allemaal theorie.

Opdr 19
1. We spreken van thermische verontreiniging van het water als de temperatuur van het water door lozing van warm water.

2. Thermische verontreiniging wordt meestal veroorzaakt door fabrieken die de warmte van het water dat wordt gebruikt als koelwater.
3. Dieren kunnen sterven door de lozing van koelwater doordat, het water te heet wordt in de rivieren en meren.
4. Koeltorens zorgen voor vervuiling deze vervuiling heet horizonvervuiling.
5. Koeltorens worden alleen gebruikt als er te weinig koelwater uit de rivieren beschikbaar is omdat, het duurder is met de koeltoren.
6. De beste methode is die van de koeltorens.

Basisstof 6: De bodem

Opdr 20
1. Ontbossing kan leiden tot erosie van de bodem omdat, de bodem zo bloot komt te liggen en de humuslaag kan door wind en regen weggaan.
2. Door woestijnvorming kan het broeikaseffect versterkt worden omdat, de CO die aanwezig is niet door de planten kan worden gebruikt voor de fotosynthese.
3. Het slopen van tropisch hardhout draagt bij bij de ontbossing omdat, hiervoor bossen gekapt moeten worden.
4. Dit is een oorzaak voor de ontbossing in Thailand omdat er meer moet worden verbouwd.

5. De oorzaak van de verdroging van bossen in Nederland is de dalende grondwater stand.
6. Het voordeel van kanalisering voor het beheersen van de waterhuishouding in landbouwgebieden is dat het water sneller weg loopt.
7. Nog een oorzaak van de oorzaak van de daling van het grondwaterpeil is het toenemend water gebruik, meer grond verbouwd.
8. Het gevolg van de daling van het grondwaterpeil voor de samenstelling in natte bossen is verdroogde bossen en het soorten planten en dieren neemt af.
9. De bomen krijgen hierdoor minder wateren zijn dus minder gezond.

Opdracht 21
1. Bodemsanering is dat de grond moet worden afgegraven of moet worden gereinigd.
2. De bodemverontreiniging in de wijk ’t Zandgat is waarschijnlijk veroorzaakt door de uitspoeling van giftige stoffen.
3. Het grondwater wordt onder de gesloopte huizen net zolang gereinigd tot er geen uitspoeling meer plaats vindt omdat het eerst een stortplaats was.
4. De opgeslagen stoffen in Buggenhout kunnen een bedreiging zijn voor het water in de Schelde omdat, de water lekken en komen in het grondwater en scheldewater terecht.
5. De bodem langs de autowegen bevat nog vrij veel lood omdat, het in het grondwater is terecht gekomen en weten niet waarheen het is vervoerd.

6. In verhouding zal in de buik van de buizerd meer lood bevatten (accumulatie).

Opdracht 23
1. Een Nederland geeft ongeveer 6 000 000 : 15 000 000 =
2. Met scheiden inzamelen van afval wordt bedoeld dat het afval dan gescheiden van elkaar wordt ingeleverd.
3. De soorten: groente-,fruit en tuinafval, papier en karton, overig afval, glas, plastic en andere kunststoffen, textiel en metalen worden apart ingeleverd.
4. Het logo van dat het niet in de vuilnisbak mag ziet er uit als een vuilnisbak en een groot kruis er door heen.
5. Het voordeel van gescheiden inzamelen is dat het afval op een milieuvriendelijke manier kan worden verwerkt.

Opdracht 24

Klein chemisch afval Geen Klein chemisch afval
Batterij Chloor
Correctievloeistof Spuitbus
Halogeenlamp Viltstift
Nagellak Nagellakremover

Opdracht 25
1. Recycling is dat afvalproducten die gebruikt zijn als grondstoffen voor een nieuw product.
2. Recycling is een milieuvriendelijke manier van afvalverwerking omdat, hergebruikt wordt en niet wordt weggegooid.
3. Kringlooppapier is papier gemaakt van afvalpapier.
4. In de afvalhopen van VAM lucht wordt met GFT-afval geblazen dit is voor de reducenten dat ze beter kunnen werken.

5. Compost is afval dat volledig is afgebroken door de reducenten.
6. Storten en verbranden zijn twee methoden van afvalverwerking die als gevolg hebben dat grondstoffen worden verspilt.

Opdr 26


Methode van afvalverwerking voordelen nadelen
1. recycling Minder grondstoffen nodig Gescheiden inzamelen
2. composteren Mineralen komen in de dampkring terecht Gedeelte verkopen
3. storten Gemakkelijk en goedkoop Horizonvervuiling en bodem +grondwater vervuiling en verspilling van grondstoffen
4. verbranden Weinig ruimte en er komt veel energie vrij vrij Veel energie gaat verloren, lucht vervuiling

Basisstof 7: Maatregelen om het milieu te beschermen

Opdracht 27

1. We spreken van duurzame ontwikkeling bij alles wat je doet rekening houden met het gevolg van het milieu.
2. Men wil hiermee tegen gaan het versterkte broeikaseffect.
3. Met duurzame energiebronnen wordt bedoeld dat ze nooit op raken.
4. Door vermindering van de uitstoot van zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak willen ze vooral zure regen tegen gaan.

5. Olieraffinaderijen en elektriciteitscentrales kunnen de uitstoot van zwaveldioxide verminderen door installaties waarmee de rookgassen worden gezuiverd.
6. De overheid wil de uitstoot van stikstofoxiden verminderen door minder autoverbruik en het bevorderen van openbaarvervoer.
7. Door de maatregel bestaande bedrijven mogen uitbreiden is de Nederlandse veestapel de laatste tien jaar vrijwel gelijk gebleven.
8. Deze boeren zijn in overtreding van de wet illegaal uitrijden van mest.
9. Een mestbank doet de mest die in overschot is bij de boeren tegen betaling verkopen.
10. Twee nieuwe technieken om mest te verwerken zijn er bio-gas van maken en er mest korrels van maken.
11. Als er een mineralenboekhouding wordt bijgehouden dan wordt bijgehouden wat voor en hoeveel mineralen er worden aangevoerd en afgevoerd.
12. We spreken van een mineralenoverschot als het mineralen toevoer groter is dan de afvoer.
13. Het overschot is 486-90.2 = 395.8 kg per hectare.
14. De veehouder kan dit verminderen door meer stikstof af te voeren.
15. Het voordeel van het bijhouden van een mineralenboekhouding voor het milieu is het in de gaten houden hoe en wat gezonder en beter maken van het milieu.

Opdr 28
1. Door de maatregelen minder afval storten en meer gerecycled en gecomposteerd wil de overheid het afval zo milieuvriendelijk mogelijk maken.
2. Hergebruik is dingen die weggegooid zijn maar toch nog bruikbaar zijn.

3. In de zakken die door het leger des heils worden opgehaald zitten kleren in.
4. De verwijderingsbijdrage die bij een nieuwe auto moeten worden betaald dienen voor om de milieuvriendelijke manier van slopen mogelijk te maken.
5. Met herinrichting van het landschap als natuurgebied wordt bedoeld dat landbouwgrond wordt omgezet in natuurgebieden.
6. Versnipperde natuurgebieden kunnen door herinrichting een aaneengesloten gebied worden.
7. hun overlevingskansen zijn groter omdat, er minder gevaar is, meer voedsel en minder bestrijdingsmiddelen.
8. Met Natuur en Milieu Educatie wordt bedoeld dat de overheid wil ons Als het ware opvoeden tot milieubewuste personen.
9. Met de uitdrukking een ‘beter milieu begint bij jezelf’ wordt bedoeld dat je eerst zelf milieu bewuster moet worden.

Opdr 30 Knipsels krantenartikels met een verwijderingsbijdragen.

Verrijkingsstof 1; het gat in de ozonlaag

Opdr 1
1. De ozonlaag is een gaslaag, hoog in de dampkring.
2. Het nut van de ozonlaag is; het houdt een groot deel van de ultraviolette straling van het zonlicht tegen.
3. CKF is; chloorfluorkoolwaterstof.
4. 3 groepen producten waar CKF in gebruikt werd zijn;
- als koelmiddel in koelkast
- vrieskasten
- koelinstallaties

5. 3 manieren hoe CKF in de lucht komt zijn; doordat ze op de vuilnisbelt werden gegooid >> en deze gaan lekken >> bij de fabricage van blaasproducten.
6. De functie van CKF in spuitbussen is; daarvoor wordt de inhoud naar buiten geperst.
7. Het gevolg van aantasting van de ozonlaag is nadelig voor de gezondheid, men kan hier huidkanker van krijgen.
8. Een gevolg van toename van het broeikaseffect is stijging van de zeespiegel. Dit wordt versterkt door het gat in de ozonlaag dringen er meer warmtestraling dor naar de aarde hierdoor smelt het ijs.
9. CKY zorgt voor het broeikaseffect, ze werken als broeikasgassen.
10. De CKF stoffen moeten gehalveerd worden, dit is een maatregel die in Europa genomen is tegen het broeikaseffect.
11. De ozonlaag zou toch dunner worden door;………….
12. Voordeel van recyclen van oude koel- en vrieskasten voor de ozonlaag is; hierdoor komen minder CKF gassen vrij.

Verrijkingsstof 2; Korstmossen als waarschuwers

Opdr 1
1. Korstmossen zijn; samenlevingen van algen en schimmels.
2. Men komt aan de naam korstmossen; de gebieden waar bijna geen korstmossen meer voorkomen.
3. In korstmossenwoestijnen komen bijna geen korstmossen voor omdat daar de uitstoot van SO2 er groot is.

Verrijkingsstof 4; red de Noordzee

Opdr 1
1. 3 soorten ooraken waardoor de Noordzee wordt verzuild is;

- gevoerd
- door olie
- storting en lozing afval in de zee
2. Rurh gebied in Duitsland liggend industriegebied is mede verantwoordelijk voor de vervuiling in de rijn.
3. De gevolgen van de vervuiling door olie voor het oppervlaktewater, dit sluit het water af van zuurstof.
4. De gevolgen voor de vogels is dat deze de olie tussen en op de veren krijgen en zo hun beschermlaag verliezen waarmee ze eigenlijk warm mee bleven.
5. Ook door recreatie wordt de zee vervuild. Voorbeeld hiervan is als iemand met zonnebrandcrème op zijn lichaam de zee in gaat.

Verrijkingsstof 5; rioolwaterzuivering

Opdr 1
1. Huishoudelijk afvalwater bestaat het grootste deel uit; bad- douchewater en spoelwater van de wc.
2. 2 voorbeelden van klein chemische afval die door het riool worden gespoeld zijn;
- terpentine
- verf
- wasbenzine
3. De functie van het rooster bij de zuiveringsinstallatie is dat het grote stukken vuil tegenhoudt.
4. Maandverband moet je niet dor de wc spoelen omdat anders zo je wc verstopt raakt.
5. In de voorbezinktank zakt al het vuil naar de bodem omdat het water heel langzaam stroomt.

6. Het rioolwater wordt in de beluchtingstank belucht zodat de reducenten ook goed kunnen werken.
7. In de beluchtingstank wordt het water voortdurend rondgepompt en gesproeid. Men doet dit omdat zo de reducenten beter te werk kunnen gaan.
8. Gezuiverd rioolwater kan zeker schadelijke stoffen bevatten, zoals klein chemische afval bijvoorbeeld.
9. Rioolslib is het afval dat men in de bezinktank overhoudt.
10. Het rioolslib wordt verbrand of gestort.

Verrijkingsstof 7; lood om oud ijzer?

Opdr 1
1. 1200 x 0,4 gr = 480
2. Een katalysator is beter omdat dit beter voor het milieu is.
3. Lood komt in het milieu terecht doormiddel van jacht, omdat de jagers met kleine loden balletjes schieten.

Verrijkingsstof 8; het enige dat je weggooit…

Opdr 1.
1. Een glazen fles is beter voor het milieu omdat deze kunnen worden hergebruikt.
2. Bij blikjes kost het maken per liter inhoud de meeste energie.
3. Deze verpakking is wel nadelig omdat bij het maken van deze blikjes het water vervuild.
4. Het meeste afval per liter inhoud is polystyreen.

5. Men geeft een grootte voorkeur aan kartonnen pakken in plaats van glazen flessen, minder afval en minder energie nodig bij het maken van deze flessen.
6. 2 redenen waarom het verpakken in karton beter is dan in polystyreen.
- minder afval
- minder energie nodig bij het maken
7. Men is niet blij met blik omdat het veel geld kost om deze te verwijderen, en al het zwerfvuil is bijna altijd blik.
8. Automaatbekers zijn gemaakt van polystyreen dit is milieuonvriendelijk omdat dit veel afval geeft. En veel geld kost bij het maken.

REACTIES

T.

T.

ik heb het idee dat de nummering niet helemaal klopt maar ik ben er wel uit gekomen toch alvast bedankt

Thuur Slangen

20 jaar geleden

M.

M.

Heeeeeeeeel erg bedankt voor deze antwoorden, onze meester d8 dat we niks hadden te doen... dus kregen we het haast niet af naast al dat andere hw, maar met jouw hulp zijn we toch nog klaargekome THNX, groetjes van het wellantcollege klas 4c

20 jaar geleden

M.

M.

Dank je voor je antwoorden van mens en mileu. Erg handig. Iedereen in de klas gebruikt het nu voor een werkstuk. Mirte

19 jaar geleden

R.

R.

dit is echt cool van joudat je dat ook nog opstuurd is helemaal te gek! bedankt he!!!

17 jaar geleden

A.

A.

Hey,
Fijn dat je die antwoorden op internet hebt gezet, heb je nog meer antwoorden van andere hoofdstukken, en/of van diagnostische toetsen?

Gr. Alexander

17 jaar geleden

M.

M.

Dit is zeker het oude boek want, er klopt geen ene moer van.

13 jaar geleden

O.

O.

helemaal wel alles klopt wel hoor?

12 jaar geleden

M.

M.

Dankjewel voor de antwoorden, jou ben ik vooruit gegaan, als ik iets niet snapte wat niet in het boek stond, kon ik hier terecht! X x Mariam

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.