Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 2 voortplanting

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 4e klas vwo | 1994 woorden
  • 9 juni 2003
  • 361 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
361 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Bijballen Opslaan van zaadcellen Eikel Is gevoelig voor seksuele prikkels Penis Brengt sperma in, in de vagina Prostaat Produceert vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen Teelballen Produceren zaadcellen en testosteron Urinebuis Vervoert urine en sperma Zaadblaasjes Produceren basisch vocht dat de zaadcellen activeert Zaadleiders Vervoeren zaadcellen Zwellichamen Zorgen dat de penis in erectie komt
2. 1. teelballen-bijballen-zaadleiders-zaadblaasjes-prostaat-urinebuis-penis. 2.die lopen met een bocht omhoog richting de nieren. 3. dat de man geen zaadcellen kan produceren. 4. dat de temperatuur voor het produceren van de zaadcellen goed blijft. 5. dan is de temperatuur voor het produceren van zaadcellen te hoog. 6. anders gaat hij tegen de urineblaas aandrukken. 7. dan zouden de zaadcellen sterven omdat de urine te zuur is. 3. Eierstokken Het produceren van eicellen, oestrogenen en progesteron

Eileiders Vervoeren van de eicellen
Baarmoeder Ontwikkeling van het embryo
Vagina Meerdere functies. Zie boek
Clitoris Is gevoelig voor seksuele prikkels
Kleine schaamlippen Produceren van slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt
4. 1. de bevruchte eicel vormt een soort muur om zich heen als hij bevrucht is. 2. 52*37:4=481 eicellen. 3. als de eicel in de baarmoeder zit. 4. bij de moeder worden er geen nieuwe cellen aangemaakt als er 1 beschadigt raakt terwijl bij de vader er steeds nieuwe cellen worden aangemaakt. 5. 1. – 2. secundaire geslachtskenmerken zijn geslachtskenmerken die niet vanaf de geboorte zichtbaar zijn. 3. jongen: penis meisje: vagina 4. jongen: okselhaar, borsthaar, baardgroei en hij krijgt een zwaardere stem. Meisje: borsten, de bekken worden wijder, okselhaar en er ontstaat een dikkere onderhuidse Vetlaag. 5. voor het kweken van spieren. 6. baardgroei en een zwaardere stem. 7. 12 februari. 8. het baarmoederslijmvlies word afgestoten. 9. rond 22 januari. 10. een zaadcel kan maar drie/vier dagen in leven blijven in de baarmoeder. 11. 12 februari. 12. dan kan het embryo zich niet in het baarmoederslijmvlies nestelen. 13. – 14. oktober. 6. -. 7. zie tekstboek. 8. ik kies uitspraak 4 omdat het er inderdaad vies uitziet als 2 mannen elkaar op straat gaan zoenen, ik heb er geen problemen mee maar doe het wel als je alleen bent. Ik ben het helemaal niet eens met uitspraak 3 want het is geen gezicht als 2 mannen elkaar op straat gaan staan zoenen. 9. ik ben het eens met uitspraak 1, omdat ik denk dat een vrouw meer betrokken zijn bij het opvoeden van hun kinderen dan een man omdat zij 9 maanden met het kind in de buik hebben gelopen en omdat de bijna alle mannen de hele dag weg zijn. Ik ben het helemaal niet eens met uitspraak 5, omdat er nu eenmaal veel minder vrouwen schaken als mannen. 10. ik ben het eens met uitspraak 5, omdat het helpt te zorgen dat de meisjes zichzelf beter kunnen beschermen. Ik ben het totaal niet eens met uitspraak 2, omdat je er zelf helemaal niks aan kan doen als je word aangerand, en als je erover praat helpt het je om erover heen te komen. 11. 1 omdat ze alleen kunnen worden overgedragen bij intiem lichamelijk contact. 2 omdat dan het virus/bacterie al in je lichaam zit. 3 er komt slijm/etter uit de penis of vagina, 4 er komen zweertjes rond de geslachtsorganen, mond tong of anus. 5 een waterige afscheiding uit de urinebuis of vagina, of bloedverlies uit de vagina. 6 omdat tot een paar jaar geleden de soa onder gonorroe werd verstaan. 7 omdat het je afweersysteem afbreekt en je vatbaar maakt voor andere ziektes. 8. dat je het aids-virus bij je draagt. 9. onveilig vrijen en het gebruik van drugsnaalden die iemand anders ook al gebruikt heeft. 10. een condoom gebruiken tijden het vrijen 11. als je vrijt met een condoom om 12. ja als die persoon voor dat jij met haar naar bed ging al met iemand anders onveilig heeft gevreeën. 13. dit is een feit omdat het zo is. 14. dit is een mening omdat je niet in de toekomst kan kijken. 15. bij vrouwen word de bacterie in de vagina gespoten bij mannen moet de bacterie in de penis komen. 12. 1 1. er kan geen eicel vrijkomen. 2. het baarmoederslijmvlies word ongeschikt gemaakt. 3. er ontstaat een slijmprop in de baarmoederhals zodat de zaadcellen er moeilijk doorheen kunnen. 2. gebleken is dat het roken van sigaretten de kans op hart en vaatziekten bij gelijktijdig gebruik van de pil kan vergroten. 3. voordat u met de pil begint moet zwangerschap zijn uitgesloten. 4. nee, er zijn geneesmiddelen die de doeltreffendheid van de pil ebinvloeden. 5. nee, dat mag niet. 6. de eerste dag van de menstruatiecyclus. 7. als u de pil regelmatig heeft ingenomen, bent u ook in de pauzeweek beschermt tegen zwangerschap. 8. niet meer als 36 uur. 9. gewoon doorgaan met de strip en de dag die ze vergeten in gewoon overslaan. 10. doorgaan met het gebruik en haar arts raadplegen en die bepaalt of een morning-after methode nodig is. 13. methode werking betrouwbaarheid voordelen Nadelen
Periodieke onthouding Geen seks in vruchtbare periode Erg onbetrouwbaar Geen hulpmiddelen Moment van ovulatie moeilijk te bepalen. Coïtus interruptus Voor klaarkomen penis terugtrekken Erg onbetrouwbaar Geen hulpmiddelen Komen al zaadcellen vrij voor de zaadlozing
Pil Voorkomt eisprong Zeer betrouwbaar Zeer betrouwbaar Beschermt niet tegen soa’s
condoom Vangt de zaadcellen op in een reservoir Betrouwbaar Beschermt tegen soa’s - Spiraaltje Ankertje word ingebracht en verhinder zwangerschap Zeer Betrouwbaar Zeer betrouwbaar Als je na twee jaar kinderen wil kan het niet. Pessarium Houd de zaadcellen tegen Betrouwbaar(i.c.m. zaaddodend pasta) Redelijk betrouwbaar Moet acht uur blijven zitten. sterilisatie Stuk van de ei/zaadleiders worden afgeknipt zodat er geen ei/zaadcellen vrij kunnen komen Zeer betrouwbaar Je kan nooit zwanger worden Als je na 10 jaar kinderen wil kan dat niet. 14. 1. voor de ovulatie is de lichaamstemperatuur 0,3º graden lager als na de ovulatie. 2. de lichaamstemperatuur kan door veel dingen worden beïnvloed bij koorts. 3. dan moet je precies het tegenovergestelde doen en als de lichaamstemperatuur 0,3º hoger is geslachtsgemeenschap hebben. 4. omdat voor de zaadlozing ook al zaadcellen vrijkomen met het voorvocht. 5. oestrogeen en progesteron. 6. de menstruatie is niet zo hevig als er een pil word gebruikt. 7. de verander de werking van de hormonen dus je bent bijv. eerder uitgegroeid. 8. coïtus interruptus. 9. dan zijn nog niet alle zaadcellen gedood. 10. met het pessarium , die zorgt er ook voor dat de zaadcellen geen toegang krijgen tot de baarmoeder. 11. het spiraaltje. 12. omdat ze de pil een keer vergeten zijn en toch geslachtgemeenschap hebben. 13. nee, er vinden geen eisprongen meer plaats dus ook geen menstruatie. 14. het condoom. 15. nee, anticonceptiemiddel houdt in dat je zwanger raken voorkomt en dan ben je in feite al zwanger geraakt alleen laat je het kindje wegzuigen. 16. – 15. 1. omdat het nog de helft van de cellen mist omdat de chromosomen van de man er nog bij moeten. 2. oestrogeen en progesteron. 3. hij zorgt voor de innesteling in het baarmoederslijmvlies. 4. door de chorionvlokken. 5. die verdwijnt als placenta groot genoeg is om het kind te voeden?? 6. beschermt de embryo tegen schokken en uitdroging. 7. het produceert oestrogeen en progesteron.. 8. er wordt hcg aangetoond in de urine, zo ja dan is ze zwanger. 9. – 10. – 11. – 12. dat het kind niet groter word dan het al is. 16. Kubus 1 Kubus 2 Kubus 3 Kubus 4
Oppervlak 1cm2 4cm2 9cm2 16 cm2

Volume 1cm3 8cm3 27cm3 64cm3
Verhouding opp.:vol. 1:1 1:2 1:3 1:4
17. 1. groei. 2. uit het weefsel van de moeder. 3. de placenta. 4. door diffusie worden er voedingstoffen en zuurstof uit het moederbloed opgenomen in het embryonale bloed. 5. calcium zorgt voor de ontwikkeling van de botten. 6. omdat er misschien stoffen inzitten die schadelijk zijn voor het kind. 7. als de moeder drugs gebruikt als ze zwanger is, gaan die stoffen door de placenta waar de stoffen worden opgenomen door het embryonale bloed. 8. die komen ook met het bloed van de moeder mee naar het embryonale bloed. 9. prolactine: stimuleert de productie van melk in de melkklieren. Oxytocine: veroorzaakt de weeën waarmee de geboorte word ingezet. 10. longen: nee, er wordt zuurstof opgenomen via het moederbloed. Dijspieren: ja, de baby schopt al in de buik. Nieren: - 18. bovenste bloedvat: moederbloedvat. Onderste bloedvat: moederbloedvat. Stroomrichting: (van boven naar beneden) ←, →, ←. 1 Zuurstofrijk, glucoserijk. 2 Zuurstofarm, glucoserijk. 3 Zuurstofarm, glucosearm. 19. 1. als de placenta niet genoeg progesteron produceert ligt de oorzaak bij de moeder. 2. er ontstaan vaak ernstige inwendige bloedingen. Soms zijn ze zelfs zo gevaarlijk dat er zoveel bloed word verloren dat de moeder doodbloed. 3. ja, zaadcellen zijn veel kleiner als eicellen en die passen er makkelijk doorheen. 4. 1 door medicijnen. 2. doordat de placenta niet genoeg progesteron produceert. 5. twee-eiige tweeling: ja, ze zijn niet uit dezelfde eicel geboren dus kunnen ze verschillende eigenschappen hebben. Eeneiige tweeling: nee, dat zijn twee eitjes die ontstaan zijn uit hetzelfde eitje, het eitje is na de bevruchting in tweeën gesplitst en dan krijgen ze dezelfde eigenschappen. 6. nee, een eeneiige tweeling heeft dezelfde eigenschappen. 7. drie bevruchtingen, cel word drie keer gesplitst. 8. voor de innesteling. 9. als er binnen de cel, de cel gesplitst word. 10. elk een apart vruchtvlies. 20. 1. 1. de hoeveelheid sperma bij mannen is de laatste 50 jaar afgenomen. 2. de kwaliteit van het sperma is ook afgenomen. 3. vrouwen willen later moeder worden . 4. stoffen in het milieu hebben een slechte invloed op de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen. 5. sommige medicijnen verminderen de vruchtbaarheid. 2. in-vitrofertilisatie. 3. zie 3. 4. zie 20.1. 1,2,4 en 5. 5. – 6. 32% 7. 13% 8. omdat er toch vaak een klompje afsterft of er vind geen bevruchting plaats. 9. dan kunnen ze onderzoeken of er een miskraam word geboren, zo ja word het klompje cellen niet geïmplanteerd, zo proberen de kans op succesvolle zwangerschappen te vergroten. 21. 1. voor: het zou goed zijn voor de ontwikkeling van de geneesmiddelen tegen tot nu toe onbehandelbare ziekten. 2. Tegen: de ouders zien dat klompje cellen nog steeds als een broertje/zusje voor hun andere kinderen. 3. ik vind het toelaatbaar dat je cosmetica test omdat je het anders op mensen moet testen. Maar het klonen vind ik te ver gaan, ze gaan dan identieke kopieën maken van kinderen en ik denk dat dat niet de bedoeling is. 4. ja, anders krijgt de vrouw een miskraam en dat is nog veel erger als een tweede keer een klompje cellen afstaan. 5. als allebei de partijen het ermee eens zijn vind ik dat ze dat zelf moeten weten. 22. 1. doordat de hypofyse het hormoon oxytocine gaat aanmaken. 2. de baarmoederwand en de baarmoederhals worden rond het hoofdje van de baby getrokken. 3. dan komt het hoofdje vast te zitten in de baarmoederhals. 4. vruchtwater-vruchtvliezen-foetus-placenta. 5. dat is als een kind in de dwarsligging ligt, dan word het kind via een operatie via de buikwand geboren. 6. doordat het koolstofdioxidegehalte in het bloed van de baby omhoog gaat. 7. door het uitdrogen van de navelstreng en die valt eraf, dan hou je een klein stompje over en dat is de navel. 8. prolactine: zorgt voor het aanmaken van moedermelk. Oxytocine: zorgt ervoor dat het moedermelk naar buiten geperst 9. borstvoeding bevat antistoffen tegen bepaalde ziektes. 23. 1. ja, het stroomt precies hetzelfde. 2. doordat er bij een foetus geen zuurstof uit de longen gehaald moet worden. 3. hoger. 4. die word groter. 5. ze krijgen te weinig zuurstof doordat het bloed dat er gelijk in word gepompt nog niet langs de longen is geweest om zich te vullen met zuurstof. 6. het bloed stroom naar beneden dus gaat het met de buis mee naar het bloed dat naar de longen stroomt. 24. 1. ductus arteriosis. Navelstrengader. 2. de onderste holle ader. 3. bovenste holle ader, daar word alle zuurstof heengevoerd. 4. na de geboorte, dan gaat de baby door de longen ademen. 5. na de geboorte, dan word er veel zuurstofrijk bloed door de aorta gepompt. 6. de linkerkamer. De rechterkamer. 7. 25% 8. 65% 25. 1. levensloop is per mens verschillend de levenscyclus is voor iedereen hetzelfde. 2. het hoofd. De armen en benen. 3. grove motorische ontwikkeling: traplopen, voetballen. Fijne motorische ontwikkeling: blokkentoren bouwen, met een lepel eten. 4. ze leren contact leggen met andere kinderen. 5. voortplantingsorganen beginnen te werken. Je krijgt een groeispurt. 6. groter. 7. een baby. 8. van 0 t/m 3 en van 12 t/m 16. 9. grafiek 2: voortplantingsstelsel, die begint pas in de puberteit te werken. Grafiek 3: zenuwstelsel. 26. 1. met 33 jaar. 2. als er minder mensen geboren worden en er worden meer mensen ouder, dan neemt het percentage 65plussers toe. 3. ze vinden het normaal dat mensen wel eens iets vergeten. 4. nee, alleen de levensverwachting van iemand die 65 is. 5. een 65 jarige omdat de eerste levensjaren het gevaarlijkst zijn. 28.1. ik vind dat mensen zelf mogen beslissen of ze verder willen leven of dat ze dood willen omdat het je eigen leven is. Als de pijn ondragelijk is, vind ik dat je er recht op hebt om te zeggen dat je dood wil. 2. het mag als er een wilsverklaring is afgelegd door de persoon die dood wil.

REACTIES

A.

A.

Deze antwoorden zijn niet correct. Dit zijn óf de antwoorden uit een oudere druk van BVJ, of uit de havo-versie. De vraag met de kubussen is bijvoorbeeld vraag 17 (en niet 16 zoals er staat), en zelfs bij een foute telling klopt het niet, want vraag 16 (hier vraag 15) heeft 6 vragen (en geen 12). Kijk dus goed of dit de antwoorden op jouw vragen kunnen zijn...

12 jaar geleden

I.

I.

De antwoorden kloppen niet met het boek. Jammer....

12 jaar geleden

J.

J.

wel chill man maar klopt niet he...
sommige antwoorden ook niet....
wat had je voor je toets? voldoende?

12 jaar geleden

A.

A.

hij klopt niet helemaal...

11 jaar geleden

I.

I.

Er staan redelijk veel fouten in.

11 jaar geleden

4.

4.

Ik heb het idee dat je hier niet een super goed punt voor gehaald hebt, de meeste antwoorden zijn wel goed maar sommige ook totaal niet. Maar ja, toch bedankt :)
Trouwens, er zitten wel wat spellingsfouten in, maar het is geen Nederlands he ;). Dus dat zien we dan maar door de vingers.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.