Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Werkwoord 'venir'

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 126 woorden
  • 12 december 2014
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Venir = Komen

Présent (tegenwoordige tijd)

Je viens

Tu viens

Il vient

Elle vient

On vient

Nous venons

Vous venez

Ils viennent

Elles viennent

Passé composé (voltooid verleden tijd)

(Persoonlijk voornaamwoord + être + venu(e)(s))  

(Er komt een 'e' achter als de persoon vrouwelijk is. En er komt een 's' achter als het meervoud is. Als het dus meervoud en vrouwelijk is, komt er 'e+s' achter.)

Je suis venu(e)   

Tu es venu(e)

Il est venu

Elle est venu(e)

On est venu(e)(s)

Nous sommes venu(e)s

Vous êtes venu(e)(s)

Ils sont venus

Elles sont venues

De werkwoorden devenir (worden) en revenir (terugkomen) vervoeg je op dezelfde manier als venir.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.