Werkwoord 'venir'

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 126 woorden
  • 12 december 2014
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
14 keer beoordeeld

Taal
Frans
Vak
Methode

Venir = Komen

Présent (tegenwoordige tijd)

Je viens

Tu viens

Il vient

Elle vient

On vient

Nous venons

Vous venez

Ils viennent

Elles viennent

Passé composé (voltooid verleden tijd)

(Persoonlijk voornaamwoord + être + venu(e)(s))  

(Er komt een 'e' achter als de persoon vrouwelijk is. En er komt een 's' achter als het meervoud is. Als het dus meervoud en vrouwelijk is, komt er 'e+s' achter.)

Je suis venu(e)   

Tu es venu(e)

Il est venu

Elle est venu(e)

On est venu(e)(s)

Nous sommes venu(e)s

Vous êtes venu(e)(s)

Ils sont venus

Elles sont venues

De werkwoorden devenir (worden) en revenir (terugkomen) vervoeg je op dezelfde manier als venir.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.