Het wederkerend werkwoord

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 238 woorden
  • 1 april 2014
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
5 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Wederkerend werkwoord

Present

je

me

lave

ik was me

Tu

te

laves

Jij wast je

Ils, Elle, On

se

lave

Hij, zij, men, kleed zich aan

Nous

nous

lavons

Wij kleden ons aan

Vous

vous

lavez

Jullie kleden je aan,

U kleed zich aan

Ils, elles

se

lavent

Zij kleden zich aan


me, te en se veranderen in m´, t´ en s´ voor een klinker of een stomme h

Ontkennend

onderwerp + ne + wederkerend vnw. + persoonsvorm + pas

Je

ne

me

lave

pas

Ik was me niet

Tu

ne

te

laves

pas

Jij wast je niet

Il, elle, on

ne

se

Lave

pas

Hij, zij, men wast zich niet

Nous

ne

nous

lavons

pas

Wij wassen ons niet

Vous

ne

vous

lavez

pas

Jullie hebben je gewassen, u heeft zich gewassen

Ils, elles

ne

se

lavent

pas

Zij hebben zich gewassen

Passé Composé

In de P.C. worden de wederkerende werkwoorden vervoegd met het hulpwerkwoord être

Je

me

suis

lavé(e)

Ik heb me gewassen

Tu

es

lavé(e)

Jij hebt je gewassen

Il, elle, on

est

lavé(e)

Hij, zij, men heeft zich gewassen

Nous

nous

sommes

lavé(e)s

Wij hebben ons gewassen

Vous

vous

êtes

lavé(e)(s)

Jullie hebben je gewassen, u heeft zich gewassen

Ils, elles

se

sont

lavé(e)s

Zij hebben zich gewassen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.