La négation / De ontkenning

La gégation / De ontkenning

Ontkenningen:
ne ... pas = niet, geen

ne ... plus = niet meer

ne ... jamais = nooit

ne ... rien = niets

ne ... pas encore = nog niet, nog geen

ne ... pas non plus = ook niet, ook geen

ne ... personne  = niemand

Ne verandert in n' voor een werkwoord dat vegint met een klinker of een stomme h.

Ne  of n'  staat altijd voor de persoonsvorm en de rest van de ontkenning staat erachter.

Je ne suis jamais malade. ; Ik ben nooit  ziek.

Je n'ai jamais été malade. ; Ik ben nooit ziek geweest.

Je ne veux jamais être malade. ; Ik wil nooit ziek worden.

Let op: Il y a (er is, er zijn) maak je ontkennend door er il n'y a pas (er is/zijn geen) van te maken. C'est (het is) wordt ce n'est pas (het is niet).

de na ontkenning

Na een ontkenning veranderen un, une, des, du, de la en de l' in de of d. Dit gebeurt alleen voor een klinker of stomme h. Maar als het werkwoord être (zijn) in de zin staat, gebeurt dat niet.

Elle n'a pas de fièvre. ; Zij heeft geen koorts.

Ce n'est pas non plus une maladie dengereuse. ; Het is ook geen gevaarlijke ziekte.

Bron: Grandes lignes Livre de textes 2 vwo