l’Après-Guerre
Introduction
De 20e eeuw zat vol optimisme maar de tweede wereldoorlog maakte daar een einde aan. Men denkt na over de zinloosheid van het geweld en van het leven in het algemeen. Het leven moet radicaal anders. De babyboomers komen in opstand en zijn het begin van de culturele en seksuele revolutie van de jaren 60.
La seconde guerre mondiale (1939)
Er is in heel Europa een conflict tussen links en rechts. De pogingen om het fascisme tot een halt te roepen zijn niet gelukt. Het zuiden van Frankrijk wordt bestuurd door het Vichy Regime (collaboreert met Duitsers.) Er is een verzetsbeweging actief onder leiding van Charles de Gaulle die later president werd van Frankrijk.
Les guerres de décolonisation
In de jaren 50 eisen de Franse koloniën onafhankelijkheid. Frankrijk komt in een bloedige dekolonisatie oorlogen in Frans Indochina en Algerije. Vooral met Algerije was lastig want er woonden veel Fransen, ze wilde het houden als een department. De jongeren en intellectuelen kiezen voor de kant van Algerije.
La philosophie existentialiste
Het westen is in morele crisis tijdens de crisis, de ‘beschaving’ heeft gruwelen meegemaakt. Vele verloren geloof in God en de mensheid. Het existentialisme kwam op → in vrijheid je eigen weg kiezen en verantwoordelijk voor je daden moet nemen, alternatief voor de traditionele normen en waarden.
La révolte des jeunes
De jongeren vinden de existentialistische ideeën goed. Hun idealen zijn gesneuveld tijdens de oorlog. Ze verwerpen de autoriteit, hun ouders, leraren en politici, ze willen inspraak. De studentenopstand, linkse arbeidersbeweging en feministische protestgroepen raken verwerft. Ze strijden voor democratisering en individuele vrijheid. In de jaren 1960 enorme stakingen en het resulteert in ingrijpende maatschappelijke hervormingen.
De tijd voor de tweede wereldoorlog = la belle epoque , er was een bloeiende industrie, techniek en cultuur. Optimisme!
L’existentialisme
Na de Tweede Wereldoorlog was er een gevoel van verslagenheid en morele crisis. Morale van voor de oorlog moeten vervangen worden. Jongeren willen geëngageerd leven.
-Jean paul sartre (1905-1980)
→ Mensen moeten voor zichzelf denken.
→ Je identiteit of lot staat niet vast
→ Mens veroordeeld tot vrijheid
→ Mens heeft geen kern of essentie die hij in zich draagt waaraan hij moet beantwoorden
→ Geen schepsel van God
→ Geen uitkomst van traditie
→ Mens volledig verantwoordelijk voor zijn keuzes en kan het nergens anders op afschuiven.
→ De hel dat is de andere.
- het belangrijk is dat mensen over zichzelf nadenken (reflecteren)
- het lot van de mens staat niet vast, maar dat bepaal je zelf (eigen keuzes).
- je bent zelfs verplicht verantwoordelijkheid te nemen voor je daden.
- Geluk vind je in het nu. Je hebt geen invloed op het verleden of toekomst
- L’homme est libre dans ses choix.
Gevolgen van oorlogen op gedachtengoed en maatschappij
- Reflectie zinloosheid van geweld
- Reflectie zinloosheid van het leven in het algemeen
- Opstand van de babyboomers tegen de heersende orde
- Culturele en seksuele revolutie jaren 60.
- Kritiek op heersende ideeën over het leven en literatuur: alle moet radicaal anders
- Literatuur: nieuwe ideeën en experimenteren met vormen
-Jacques Prévert (1900-1977)
- Zijn werk (poésie) vertegenwoordigt het gedachtengoed van de naoorlogse tijd.
- Belangrijkste thema: vrijheid.
- Schrijft over alledaagse leven in Parijs in eenvoudige woorden.
- Bundels Paroles et Histoire (beide 1946) gewaardeerd door het grote publiek.
- Gedichten bekend als chansons.
- Kenmerken taalgebruik: eenvoudig maar niet voorspelbaar, invloed surrealisten (jr 1920), speelt in op verbeeldingskracht lezer.
Pour faire le portrait d’un oiseau
De cage staat voor een persoon, de vogel is hun liefde, als de vogel niet zingt = niet terug liefde geeft. Het schrijven van de naam in de hoek is een metaphor voor trouwen. En je moet afwachtend zijn met liefde, hoe lang je voor iemand wacht beslist niet de uitkomst.
L’absurdisme
In de jaren 1950 ontstaat het absurdisme
→ Het leven geen hoger doel en mens moet eigen weg vinden in het bestaan.
→ Maar nu moet je juist niet op zoek gaan naar antwoorden op grote levensvragen.
Albert Camus (1913-1960).
→ Filosoof en schrijver die net als Sartre dacht : het leven heeft geen hoger doel. Je moet zelf je weg vinden in het bestaan.
→ Sartre en Camus kregen snel ruzie:
→ Sartre: eigen verantwoordelijkheid voor daden en bijdrage maatschappij.
→ Camus: ga niet op zoek naar antwoorden op grote levensvragen
→ camus: gedoemd te sterven → Leven is absurd → Juist het besef van sterfelijkheid moet er voor zorgen dat we het ontarmen.
Quel est le sens de la vie?
Sartre
Camus
De mens is vrij om eigen keuzes te maken
Het leven heeft geen doel en het heeft geen zin om er een doel aan te geven.
De mens is veroordeeld tot vrijheid.
Je moet accepteren dat het leven geen doel heeft. Niet negatief, het is gewoon zo.
De aantekening gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden