Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Paragraaf 2.1 + 1.5.1

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • 4e klas vwo | 270 woorden
  • 30 juni 2017
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

2.1 Wat is ethiek?
Ethiek gaat over wanneer ben je nou een goed mens?

Moraal is dé verzameling van gewoontes, regels en tradities van een volk; de normen en waarden van mensen. Een moraal is prescriptief, voorschrijvend of wel normatief, het schrijft voor hoe het hoor. Morele regels hebben voorrang op andere regels. Morele regels zijn universaliseerbaar, het geldt niet voor de een wel en de ander niet, het geldt voor beide.

Moraal heeft met waarden en normen te maken. De nadruk ligt op waarden. Waarden gaan over wat je belangrijk vindt. Normen zijn dingen waarmee je deze waarden (wilt) bereiken. Een moraal is plaats- en tijdsgebonden.  Morele waarden liggen nooit vast. Ethiek onderzoekt het moraal.

Dé vraag van ethiek/De centrale vraag van ethiek: Wanneer doe je het goed? Hoe maak ik een keuze?

Maar waarom zou je je moreel gedragen?
1. Sociaal perspectief.

- Thomas Hobbes ‘Oorlog van allen tegen allen’, zie aantekening 7.2.3 en 7.3.1.

- Sociaal contract: veiligheid.

2. Het prisonersdilemma

- Belasting betalen.

- Milieu

- Voorwaarden: Als iedereen meedoet is dat gunstig en het is nog gunstiger als iedereen meedoet behalve jij.

Het individueel perspectief is het prisonersdilemma. Een dilemma is een keuze waarbij alle opties een nadeel hebben. Bij ethiek kun je op 2 verschillende dingen letten, wat is het morele uitgangspunt?
1. Gevolgen

2. Altijd (altijd fout)

 

1.5.1 Veroordeeld tot vrijheid.

Sartre: Mensen hebben vrijheid, de mens is vrijheid. Wij kunnen dingen kiezen. Je bent vrij in je keuzes, maar het is je eigen verantwoordelijkheid. Zie aantekening 1.5.

Methodische twijfel is twijfel om zekere kennis te vinden.

Bedriegerargument: misschien klopt mijn denken niet, slecht wezen.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.