Duits uitleg 1e en 4e naamval akkusativ nominativ + oefeningen

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Aantekening door een scholier
  • vwo | 356 woorden
  • 11 april 2018
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
9 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Fix onze energie!

Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past! 

Check Power Up The Planet!

1e = onderwerp + naamwoordelijk deel v/h gezegde
(Staat er een vorm van de ww: bleiben werden sein in de zin?)

4e = lijdend voorwerp + voorzetsels: durch für ohne um gegen bis wieder entlang

I Der-Gruppe (bepaald lidwoord)

Naamval: mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, meervoud

1e: der, die, das, die
4e: den, die das, die

De volgende woorden krijgen dezelfde uitgangen als het bepaald lidwoord:

  • all- = alle;
  • dies- = deze, dit
  • jed- = ieder, elk
  • jen- = die, dat
  • manch- = menig;
  • solch- = zulk;
  • welch- = welk.

Oefening 5a: omcirkel het zinsdeel in de eerste naamval (= het onderwerp)

  1. Euer Haus ist schön.
  2. Seine Bücher stehen im Regal.
  3. Kommt dein Vater bald?
  4. Die Ratte sitzt im Käfig.
  5. Der Hund ist weggelaufen.

Oefening 5b: onderstreep het zinsdeel in de vierde naamval (= het lijdend voorwerp)

  1. Ich habe euer Haus gesehen.
  2. Er hat seine Bücher gelesen.
  3. Tess findet deinen Vater ganz nett.
  4. Ich suche die Ratte.
  5. Ich sehe den Hund nicht mehr.

Übungen (pas de bovenstaande theorie toe):

  1. D... Wetter (onz.) ist heute schön.
  2. Ich kenne d... Mann nicht.
  3. D... Bäume (mv) haben d... Blätter (mv) verloren.
  4. Hast du schon mal ein... Schnaps (m) getrunken? (Schnaps= borrel)
  5. D... Schüler (mv) haben d... Bücher (mv) vergessen.
  6. Ein... Freund hat d… Blumen (mv) mitgebracht.
  7. Im Urlaub habe ich ein... spannenden Roman (m) gelesen.
  8. Komm jetzt, sonst verpassen wir d... Zug! (m)
  9. D... König eröffnet d... neue Brücke (vrl) für den Verkehr.
  10. Bitte bewahren Sie d... Eintrittskarte (vrl) auf.
  11. D... Mann ist d... Vater von Hilde.
  12. Du bleibst mein... bester Freund.

Oefening 6: vul de juiste uitgang in.

  1. Ich treffe mein... Freund (mnl) in der Schule.
  2. Ich habe mein... neue CD (vrl) verloren.
  3. Tess hat d... Brief (mnl) sofort gelesen.
  4. Er hat sein... Freundin (vrl) besucht.
  5. Ich habe mir d... Show (vrl) angesehen.
  6. Frau Meyer, ich habe Ihr... Mann (mnl) gesehen.
  7. Er hat kein... Zeit (vrl) mehr.
  8. Die Mutter hat ihr... Sohn (mnl) angerufen.
  9. Kennst du sein... Mutter (vrl)?
  10. Hast du d... Hund gesehen (mnl)?

REACTIES

D.

D.

mooi man

2 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.