Hindoeisme

1. Het ontstaan van het Hindoeïsme
2. Hindoes in Nederland
3. Thuis bij Hindoes
4. Reïncarnatie
5. Verbranden
6. Het Doergafeest
7. Het Phaguafeest
8. Het Ganesjefeest 9. Goden
10. Kasten Het ontstaan van het hindoeïsme Het hindoeïsme is in India ontstaan. India is een heel groot land met veel verschillende culturen en
Godsdiensten bijv.Christenen en moslims. Het hindoeïsme is de belangrijkste godsdienst van India. Het woord Hindoe is een Perzisch woord en de betekend Indiër. Hindoeïsme is niet alleen een godsdienst maar ook een cultuur, een manier van leven. Ook in Indonesië wonen veel Hindoes, vooral op het eiland Bali. Hindoes in nederland Veel Hindoes in nederland komen uit Suriname. Op de plantages werkten ze als goedkope arbeidskrachten. Tot 1916 kwamen er steeds arbeiders uit Brits-Indië naar Suriname om te werken. Bij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 zijn veel mensen uit Suriname naar nederland gekomen.
Thuis bij Hindoes Bij Hindoes thuis is altijd een plekje waar ze goden aanbidden. Dat plekje heet het huisaltaar. Als ze dan gaan aanbidden branden ze allemaal kaarsen en leggen overal bloemblaadjes neer. Ze offeren hun god dan ook of ze spreken spreuken uit heilige boeken. In India zijn ook allemaal Hindoes. Daar zijn koeien heilige beesten. Soms gaan Hindoes ook mediteren dat beteken dat ze tijd nemen om na te denken over het leven. Dan gaan ze op de grond zitten met hun handen tot ongeveer hun neus omhoog. Hindoes eten haast geen vlees uit eerbied van alles dat leeft. Reïncarnatie Hindoes geloven dat iedereen na de dood opnieuw wordt geboren. Maar dan in een ander lichaam. Dat heet Reïncarnatie. Als je goed had geleefd, dat zul je het in een volgend leven nog beter krijgen. Je wordt dan bijv. koopman of priester. Maar als je slecht hebt geleefd, word je na je dood misschien wel als bijv. een dier geboren. Een slecht iemand zal als aap worden geboren. Hindoes geloven ook dat goden in mensen of dieren kunnen wonen. Aleen de oppergod Brahman blijft in zijn hemel boven het Himalaya-gebertgte wonen. Verbranden Hindoes verbranden mensen naar hun dood. Want de ziel mag niet in het dode lichaam blijven. Het is voor Hindoes ook niet zo erg als iemand dood gaat als hij goed geleefd heeft. Want dan zal de ziel van die persoon alleen nog maar beter worden. De crematie(lijkverbranding) is voor Hindoes een feest. Tijdens de verbranding dansen de mensen en ze zwaaien met fakkels. De dode krijgt een grote offer mee. Als de dode dan helemaal verbrandt is, wordt het as in de rivier gestrooid, het liefst in de Ganges. Het doerga-feest Iedere dag vereert een Hindoe-gezin zijn geliefde god. Daarnaast zijn er ook nog godsdienstige feesten. Dan vereren heel veel mensen dezelfde god. Zo’n feest heet een Doerga-feest. Het is een heel groot feest wat één keer per jaar gehouden wordt. Doerga is een goede godin, die tegen die tegen de kwade geest Asoera vecht. Daar denken veel Hindoes aan tijdens het feest. Het Doerga-feest is een héél gezellig feest de mensen lopen dan met allemaal maskers op in een hele grote optocht. Dan gaan ze dansen en zingen en ze gaan dan iets opofferen. Dat wil zeggen dat ze dan iets lekkers verbranden dan geschenk aan de godin. Aan het eind van de dag wordt een levensgroot beeld van Doerga ondergedompeld in een rivier. Het phaguafeest Bij dit feest wordt er een vreugdevuur aangestoken. Daarmee wordt de slechte duivelse Holika in het vuur verbrandt. Iedereen vermaakt zich met het gooien van gekleurd water naar alle voorbijgangers.
Het pelgrimfeest De god jagannath wordt in een optocht voortgetrokken op een grote praalwagen. Het Ganesjafeest Tijdens dit feest, dat 10 dagen duurt, worden de afbeeldingen van de olifantengod Ganesja aanbeden. De afbeeldingen worden daarna in optocht naar het dichtstbijzijnde water gebracht en men gooit de afbeeldingen in het water, want dat brengt geluk. Het Krisnafeest Feest ter ere van krisna verhalen uit zijn leven worden uitgebeeld en uitgespeeld. Het Dusschrafeest Dit is het feest van de overwinning van de godin Doerga. Het Divalifeest Dit is het feest van het licht het is een welkom aan de godin Laksmi de godin van het geluk. In alle huizen worden lampen aangestoken, stoepen en drempels worden versierd. Goden Hindoes geloven in veel goden. Maar er is één god die de belangrijkste god is. Dat is de Brahman. Hij is een beetje de oppergod. Hij leeft met veel andere goden in de hemel boven het Himalaya-gebergte. Nog twee belangrijke goden zijn Vishnoe en Shiva. Vishnoe is de bewaarder van de wereld. Hij ‘past’ als het ware op de hele wereld. Wanneer ergens op de aarde gevaar is, verschijnt hij om een mens of dier te redden. Vaak kiest hij de gestalte van een vis, schildpad of een leeuw. Dus hij wordt dan gewoon als een dier gezien. Kasten In de heilige boeken kun je terugvinden dat de mensen in groepen zijn ingedeeld. In ’kasten, zegt een Hindoe. Een groep mensen met hetzelfde beroep en dezelfde leefregel vormen samen een kaste. Als je vader een landbouwer is, Hoor je meteen al tot de kaste van de landbouw. De hele maatschappij is bij de Hindoes ingedeeld in de volgende 4 hoofdkasten: 1.Brahmanen: priesters

2.Kshatriya’s: soldaten en koningen
3.Vaysha’s: boeren en kooplui
4.Soehdra’s: arbeiders en slaven