Samen met onze partner #UseTheNews doen we onderzoek naar de Europese en Amerikaanse verkiezingen. Geef jouw mening en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed!

Tijdvakken 1 + 2

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2027 woorden
  • 20 juni 2016
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
15 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Tijdvakkendossier

Hoofdstuk 1: Jagers en boeren

De grootste verandering in dit tijdvak

De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouwrevolutie.

Kenmerkend aspect: de levenswijze van jager-verzamelaars

In de tijd van Jagers-Verzamelaars waren de mannen jagers en de vrouwen verzamelaars. Op de afbeelding in de bijlage zie je dat de mannen linksboven aan het jagen zijn. Dat kun je zien aan de pijl en boog. De vrouwen zijn hier bessen en verschillende kruiden aan het verzamelen en doen dat in een mand om het makkelijk mee terug te nemen naar het kamp. Ook in de tijd van Jagers-Verzamelaars moesten ze makkelijk hutjes kunnen bouwen en afbreken. Op deze tekening is dat te zien aan de hutjes van stro, rechts.

Citaat
‘Jagers en verzamelaars gebruikten werktuigen van steen, been en hout’
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jager-verzamelaar)

Op de afbeelding in de bijlage is ongeveer hetzelfde te zien als in de uitleg hierboven. De mannen links op de voorgrond hebben ganzen gevangen met de pijlen en boog die ze hebben gebruikt. De vrouwen zitten voor hun zelfgebouwde hutjes eten klaar te maken van wat ze daar hebben gevonden. (verzamelaars) Daarnaast is ook een kind waar ze op moeten letten. De vrouwen moesten in die tijd op de kinderen letten, omdat de mannen meestal de hele dag weg waren om te jagen. Verder is er rechts in het bootje een man die heeft gevist. (jagen)

Citaat
‘Als er eten nodig was, gingen de mannen op jacht, maar de vrouwen en kinderen zorgden voor het meeste eten. Zij gingen iedere dag op zoek om in de bossen voedsel te verzamelen. De jager-verzamelaars hadden vaak geen vaste verblijfsplaats’
(Bron: http://threeships.timerime.com/en/event/240656/KA1+De+levenswijze+van+jagers-verzamelaars/)

Kenmerkend aspect: het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

De landbouw en de landbouwsamenlevingen zijn ontstaan door een erg koude periode. Door deze koude periode zouden er vele graansoorten uitsterven en dus gingen de mensen granen bewaren en deze verbouwen. Ze bouwden stevige huizen, omdat ze op zo’n samenleving voor de rest van hun leven zouden wonen. Op de afbeelding in de bijlage zie je dat het om landbouw en landbouwsamenlevingen gaat, omdat er vele stukken land zijn met verschillende gewassen. Ook kan je dat zien aan de oude huizen van riet, hout en klei. In die samenleving kon je ook dieren houden en gebruiken voor eten of werkjes op het land, zoals de man op het voorgrond doet.

Citaat
‘Boeren vestigden zich op vaste woonplaatsen, waar ze gewassen verbouwden en vee hielden.’
(Bron: http://threeships.timerime.com/en/event/239801/Het+ontstaan+van+landbouw+en+landbouwsamenlevingen/)

In de tijd van landbouw en landbouwsamenlevingen bouwden de mensen hun samenleving langs een rivier. Dit is zodat het land water heeft om de gewassen te laten groeien. Op de afbeelding in de bijlage zie je dat de landbouwsamenleving langs een rivier is gebouwd. Ook zie je weer een aantal stukjes land waar gewassen op worden verbouwd. De huizen zijn van riet, klei en hout.

Citaat
‘Met de kennis die ze opdeden over deze planten gingen ze de zaden zelf planten.’
(Bron: http://www.scholieren.com/samenvatting/75288)

Kenmerkend aspect: het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

De eerste stedelijke gemeenschappen zijn ontstaan door handel. In zo’n stadstaat woonden ongeveer 10.000 mensen. Op de afbeelding in de bijlage kan je zien dat het een stedelijke gemeenschap is, omdat op de voorgrond potten worden gemaakt die later werden verhandelt. Ook zie je dat op de achtergrond aan het witte grote gebouw, het ging om status. De koning regeerde en liet zo zien dat zijn handel goed ging. Voor dat gebouw staan simpele huizen waar de burgers in woonden.

Citaat
‘Dankzij de handel ontstonden rond 3500 voor Christus de eerste stedelijke gemeenschappen. Dit noemen we stadstaten.’
(Bron: https://www.tijdvakken.nl/stedelijke-samenlevingen/)

Op de afbeelding in de bijlage is de verhouding tussen burger en koning/koningin goed te zien, wat in zo’n stedelijke gemeenschap aan de orde was. De koning en koningin staan op een kar die wordt getrokken door een paard. Een slaafje van de koning bedient de kar. Links op de voorgrond zie je een burger hard werken en hij kijkt tegen de koning en koningin op. De burger is het minst belangrijk en de koning en koning het meest. Ook zie je hier weer een gebouw rechtsachter die de koning had laten bouwen.

Citaat
‘Meestal werd zo’n stadstaat geregeerd door een koning.’
(Bron: https://www.tijdvakken.nl/stedelijke-samenlevingen/)

Hoofdstuk 2: Grieken en Romeinen

Grootste verschil met voorgaand tijdvak

De mensen gaan in dit tijdvak nadenken, dieper op onderwerpen in en ze leren de wereld kennen: gebieden veroveren. In het vorige tijdvak hadden ze daar niet of nauwelijks de tijd voor.

Belangrijkste ontwikkelingen

Het wetenschappelijk denken, gebieden veroveren en geloof.

Kenmerkend aspect: de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

In het oude Griekenland mochten alleen burgers stemmen, maar niet iedere stadsbewoner was ook burger. Alleen als een stadsbewoner mee kon vechten om de stadstaat te beschermen en genoeg geld had om een wapenuitrusting te kopen, kon hij zichzelf een burger noemen. Eigenlijk konden dus alleen mannen burger worden. In deze tijd ontstonden er ook vele bestuursvormen: aristocratie, democratie en monarchie. Op de afbeelding in de bijlage zie je dat een burger zijn mening uit tegen andere burgers over de politiek of het burgerschap van de Griekse stadstaat.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Citaat
‘De oude Grieken waren het eerste volk in de westerse geschiedenis met een democratie. De democratie werd hier ingevoerd in 507 voor Christus. Dit is ongeveer 300 jaar voordat het Griekse rijk werd overgenomen door de Romeinen.’
(Bron: https://www.tijdvakken.nl/griekse-stadstaat/)

De Grieken hebben ook de basis gelegd voor onze wetenschap. Alle wetenschap begon door middel van filosofie. Filosofie betekent ‘het liefhebben van wijsheid’. Filosofen dachten kritisch na over verschillende dingen en wilden hierdoor wijzer worden. De eerste filosofen noemen we sofisten. Op de afbeelding in de bijlage zie je de eerste en de beste sofist: Protagoras.

Citaat
‘Hij onderwees zijn leerlingen ‘zowel het beheer van hun eigen zaken, als het spreken en handelen in politieke aangelegenheden’, zoals hij het onder woorden brengt. Belangrijkste onderdeel was de retorica: hij leerde dat elke zaak twee kanten heeft en dat het de kunst is om het zwakke argument te laten zegevieren over het sterke.’
(Bron: http://debatinstituut.nl/bibliotheek/analyses/item/manipulatie-in-de-oudheid-de-sofisten)

Kenmerkend aspect: de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

De Romeinen bouwden een imperium op. Later hebben zij ook nog Griekenland veroverd. De Romeinen hadden een erg sterk leger en dus konden ze vele gebieden veroveren. De cultuur van de Grieken en Romeinen verspreidden zich door heel Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Op deze afbeelding zie je het Romeinse imperium die erg groot was.

Citaat
‘De Grieks-Romeinse cultuur verspreidde zich door het hele rijk. Waar de Romeinen kwamen bouwden ze aquaducten, amfitheaters, marktpleinen en tempels. Zo begon de romanisering: de beïnvloeding van volkeren door de Grieks-Romeinse cultuur.’
(Bron: http://www.scholieren.com/samenvatting/36780)

Op de afbeelding in de bijlage zie je de invasies van het Romeinse imperium. Je ziet dat vele soorten groepen mensen naar het imperium verhuisden, omdat zij de Romeinen bewonderden.

Citaat
‘De onstuitbare opmars van de Hunnen had gevolgen voor het Romeinse Rijk. De Visigoten, stamverwanten van de verslagen Ostrogoten, zochten uit vrees voor de Hunnen een veilig onderkomen in het Rijk.’
(Bron: http://www.geschiedenisbeleven.nl/hadrianopolis-het-romeinse-rijk-op-zijn-knieen/)

Kenmerkend aspect: de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

De klassieke vormentaal vinden we vooral in de Griekse architectuur en beeldhouwkunst. Deze vormen werden door de Romeinen aangevuld met bijvoorbeeld boog- en koepelvormen. Deze vormentaal werd ook ik de latere tijden veelvuldig toegepast. Vandaar ‘klassieke vormentaal’. Deze afbeelding is de klassieke vormentaal van de Griekse cultuur. De Grieken bouwden tempels voor hun goden. Kenmerkend voor de Grieken zijn de zuilen en de driehoekige vorm boven de gevel.

Citaat
‘Na de Romeinse verovering van Griekenland verdwenen scheepsladingen vol Griekse beelden naar Rome waar ze gretig gekocht werden. Iedere, zichzelf respecterende, rijke Romein wilde zijn villa ermee decoreren.’
(Bron: http://www.scholieren.com/samenvatting/36780)

De afbeelding in de bijlage is de klassieke vormentaal van de Romeinse cultuur, het is een viaduct. De Romeinen waren erg goed in het bouwen van koepels en bogen, daarom wordt dit nu nog toegepast. Dit is dus klassieke vormentaal.

Citaat
‘De Romeinen hadden bewondering voor de Griekse cultuur. Ze namen de Griekse beelden en Griekse wetenschappers mee naar Rome.’
(Bron: https://www.tijdvakken.nl/grieks-romeinse-en-germaanse-cultuur/)

Het Romeinse keizerrijk viel in het jaar 12 voor Christus Nederland binnen. In Nederland woonde toen een volk dat zich Germaans noemde. De Germanen waren meestal landarbeiders, maar ze verkochten ook huiden aan de Romeinen. De Germanen wilden hun land niet zo maar opgeven. Ze streden hard tegen de Romeinen. Het noordelijke deel van Nederland bleef nog 400 jaar van de Germanen. Ondanks deze gevechten bewonderden de Germanen de Romeinen, en wilden hun cultuur niet vernietigen, maar overnemen. Ze namen dus de Romaanse talen en gewoonten over. Op de afbeelding in de bijlage zie je dat de Germanen en de Romeinen met elkaar praten en zo is de confrontatie tussen die twee culturen.

Citaat
‘De Germanen leefden in stamverband in een landbouwsamenleving. In het grensgebied dreven ze handel met de Romeinen, aan wie ze onder meer huiden leverden. De Romeinen noemden hen barbaren, zoals ze alle volken noemden waarvan ze de taal niet verstonden of de cultuur niet begrepen. Dat neemt niet weg dat de Romeinen ontzag hadden voor de onverschrokkenheid van de Germaanse krijgers. De Germanen bewonderden de Romeinen, en waren er niet op uit hun cultuur te vernietigen, maar die over te nemen.’
(Bron: http://www.scholieren.com/samenvatting/36780)

Evenals op de afbeelding in de bijlage zie je dat de twee culturen goed met elkaar mengen. Er zijn geen gevechten, omdat de Germanen de Romeinen alleen bewonderden. De Romeinen staan hier in harnas en de Germanen in normale draagkleding.

Citaat
‘Doordat de Grieks-Romeinse cultuur veel verschilde met de Germaanse cultuur (van Noordwest-Europa), ontstond er een confrontatie. De verschillen botsten met elkaar.’
(Bron: http://threeships.timerime.com/en/event/239807/De+confrontatie+tussen+de+Grieks-Romeinse+cultuur+en+de+Germaanse+cultuur+in+Noordwest-Europa/)

Kenmerkend aspect: de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

Rond 30 v.Chr. ontstond uit het Jodendom het Christendom, beide geloven zijn monotheïstisch. Joden geloofden in maar één God en Mozes had de joodse wetten vastgelegd. Het christendom ontstond als stroming binnen het jodendom en groeide uit tot de grootste religie in het Romeinse rijk. Eerst werden ze vervolgd, later werd het geloof een staatsgodsdienst. Op de afbeelding in de bijlage zie je de god voor beide geloven. Dit is Jahweh voor de joden en Jezus voor de christenen.

Rond 30 v.Chr. ontstond uit het Jodendom het Christendom, beide geloven zijn monotheïstisch. Joden geloofden in maar één God en Mozes had de joodse wetten vastgelegd. Het christendom ontstond als stroming binnen het jodendom en groeide uit tot de grootste religie in het Romeinse rijk. Eerst werden ze vervolgd, later werd het geloof een staatsgodsdienst. Op de afbeelding in de bijlage zie je de god voor beide geloven. Dit is Jahweh voor de joden en Jezus voor de christenen.

Citaat
‘Het christendom is aan het begin van onze jaartelling ontstaan als een joodse sekte, die de rabbi Jezus van Nazareth aanvaardde als de Messias, zoals die door de joodse profeten was aangekondigd. De volgelingen van Jezus achtten zijn betekenis ook van toepassing op de niet-joodse wereld en dit leidde tot ernstige conflicten in de eerste generatie christenen ­ en tot een breuk met de joden, die in Jezus niet de Messias zagen. Reeds in de 2de eeuw was de vervreemding tussen jodendom en christendom vrijwel volledig en vanaf die tijd heeft het christelijk geloof zijn gestalte gekregen in de confrontatie met de niet-joodse antieke wereld.’
(Bron: http://threeships.timerime.com/en/event/225468/De+ontwikkeling+van+het+christendom+en+jodendom+als+eerste+monotheistische+godsdiensten/)

Het jodendom gelooft in een god en het christendom gelooft in de drie-eenheid: God, Jezus en Maria. De christenen lezen de bijbel (links te zien) en de joden lezen de tora (te zien in de bijlage).

Citaat
‘Joden hebben plicht de Tora intensief te bestuderen.  Christenen lezen vooral de Bijbel (minder intensieve studie dan Joden).’
(Bron: http://mijn-kijk-op.infonu.nl/mens-en-samenleving/49666-jodendom-christendom-een-wereld-van-verschil.html)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.