De Indonesische archipel, Hoofdstuk 1
- Indonesië - Grootste land van Zuidoost Azië
- Enorm veel inwoners
- Geografische aspecten: bevolking, klimaat
- Geologische kenmerken: plantengroei
§ 1.1 Eenheid en verscheidenheid
Eenheid/verscheidenheid
- 13000 eilanden
- Grootste eilanden groep/archipel
- Absolute ligging à (zie ook Atlas) 6NB – 11 ZB/ 95 en 141 OL
- Relatieve ligging à ten opzichte van andere gebieden
Archipel (eilandengroep):
- Verbindingen door zeevaart
- Na onafhankelijkheid moeilijk komend tot een eenheid staat
- Isolement eilanden
Eenheid nog lang niet bereikt: Jaren lang wilde Aceh zich afscheiden.
Java: twee derde deel van de bevolking à het economische en politieke centrum
Bevolking Indonesië:
- 225 miljoen
- 360 verschillende etnische groepen
- Veel verschillende talen/godsdiensten (religies)
- 4 miljoen Chinezen: economische sterke groep/sociale spanning (jaloezie)
- 87% is moslim, op Bali hindoeïsme
- Indonesië seculiere staat (wereldlijke en religiere macht gescheiden)
Bahasa Indonesia à officiële taal van Indonesië
Lingua franca à De taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met verschillende moeder talen
Acah Merdeka à militaire afscheidingsbeweging die vecht voor de onafhankelijkheid van de provincie in Noord-Sumatra en verlangt een referendum
§ 1.2 Natuurlijke en landschappelijke kenmerken
- 3 klimaten
- Veel natuurlijke hulpbronnen
- Ontginning (gereed maken van grond voor landbouw) van natuurlijke hulpbronnen heeft voor en nadelen + deviezen (valuta, economisch) – landschap vernieling
Klimaten (atlas)
Tropisch regenwoudklimaat:
- Geen droge tijd + temp 30 graden
- In groot deel Indonesië
- AF-klimaat à neerslag in alle jaar getijden
(Nederlands heeft CF-klimaat à gematigd klimaat met neerslag in alle jaargetijden, in berggebieden)
Moessonklimaat:
- Zuidsoosten van eilandenrijk
- Moesson wind van Australië (w) naar Azië (lage druk)
- Januari wind uit Azië (w) naar Australië (z) (lage druk)
- ITCZ (intertropische convergentie zone) verschuift naar het zuiden
- AW-klimaat
Moesson à Land- of zeewind die ieder half jaar van richting veranderd in (sub)tropische gebieden.
Natuurlijke hulpbronnen
Delftstoffenrijkdom in Indonesië is groot à blijft toenemen. Veel nutige gesteenten en mineralen, economisch voordelig
Exploitatie is bijna altijd in handen van buitenlandse maatschappijen, soms in samenwerking met Indonesische bedrijven (joint ventures) Ondanks grote groei van industrialisatie, werken er nog veel mensen in de landbouw
§ 1.3 Vulkanisme op Indonesië
- 164 actieve vulkanen à regelmatig uitbarstingen
- Java 35 actieve vulkanen
- Dubbel: vruchtbare verwerking laag + soms erge gevaren
Plantentektoniek: ontstaan, bewegen en verdwijnen delen (platen) van de aardkorst. Vulkanisme aan de randen van Indisch-Australische-, Euraziatische-, Filpijnse-, en Pacifische plaat (Atlas)
Zuidelijke deel Indonesië à vindt subductie plaats, Australische plaat duikt onder Sunda- en Birma plaat
Beweging platen, schoksgewijs à elke schok is een aardbeving
Australische plaat verdwijnt de diepte in (600 KM diep)
In de diepte smelt de aardplaat, gesmolten gesteenten drukken nar boven à vulkaan
Molukken (stad) à dubbele subductie zones: twee eilandenbogen
Door subductie ook zeebeving mogelijk à wanneer epicentrum (=de plaats aan het aardoppervlak, recht boven de aardbevingshaard) vlak onder de oceaanbodem ligt, het plotseling op-en-neerbewegen van de zeebodem kan een tsunami veroorzaken
Vulkaanuitbarstingen
- Soms regionaal of mondiale gevolgen
- Toba-uitebarsting: wereld tempartuur daalde 3 tot 10 C
- Krakatau-uitbarsting: stof in atmosfeer mondiale temp. daling
- Vulkaan met katermeer: lahar (grote modder- en puinstroom)
- Merapi: zeer taaie magma wat bestaat uit gesmolten korst, water en klei, dus zeer explosief/heftig
Ertsen
- Ontstaan in afgekoelde magmahaard
- Bij verschillende stolpunten: ontstaan verschillende ertsen (koper, lood, etc.)
- Magmatische differentiatie: de concentratie van de laatste gestolde stoffen (mineralen) steeds hoger.
- Ertsaders ontstaan in zwakke plekken van de aardkorst waarin de restrestsmelt zich ophoopt.
Land in opkomst, Hoofdstuk 2
- Groei van bevolking neemt af
- Verstelijking
- Proberen om Indonesië een eenheid te maken
- Te veel culturele verschillen
- Economische groei gaat niet gelijk met bevolkingsgroei
§ 2.1 Demografische en culturele kenmerken
Grote Bevolkingsdichtheid
- Grote omvang maar ongelijke spreiding
- Snelle groei van de bevolking
- Vooral op Java dichtbevolkt
- Volksverhuizing van Java naar dunbevolkte gebieden hielp niet
- Natuurlijke bevolkingsgroei is hoog (geboorte sterfte cijfer)
- Sociale bevolkingsgroei neemt toe (verschil tussen immigranten en emigranten, weinig invloed)
Oorzaken hoog geboortecijfer:
- Ze willen veel kinderen, als je oud en arm bent heb je geen geld en geen werk, je hebt je kinderen nodig om je te verzorgen
- Kinderen werken mee op land
- Veel moslims, huwelijk en kinderen krijgen is vanzelfsprekend
- Hoge zuigelingensterfte, ze willen een gezond kindje en zullen dit blijven proberen
Oorzaken van tijdelijke daling geboortecijfer:
- Regering heeft sinds jaren 60 een programma voor gezinsplanning (aantal kinderen beperken)
- Gestegen deelname van vrouwen aan het onderwijs, hierdoor daling van vruchtbaarheid
- Stijging van huwelijksleeftijd, kinderen worden geboren na het huwelijk
Bevolkingsdiagram à grafische weergave van de opbouw van de bevolking naar leeftijd en geslacht op een bepaald moment
De leeftijdsopbouw verandert snel in Indonesië, waarschijnlijk zijn er over een aantal jaren meet ouderren dan jongeren.
Demografische veranderingen
Demografische transitie à overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers via een overgangsperiode met een groot geboorteoverschot, naar lage geboorte- en sterftecijfers
Vergelijking geboorte- en sterftecijfer Indonesië
- Tot 1800 had Indonesië ook een hoog geboorte- en sterfte cijfer, de bevolking nam haast niet toe, sterfte kwam door binnenlandse oorlogen, hongersnood door misoogsten, natuurrampen en epidemieën
- Sterfte cijfer daalde vroeg, in tegenstelling tot andere landen, bevolkingsgroei kwam dus sneller dan andere landen. De daling van sterfte kwam door:
- Nederland maakte eind aan onderlinge oorlogen
- Verbeterde tansportmogelijkheden à sneller voedsel
- Nederland nam gebieden in gebruik voor landbouw, irrigatie werken werden beter, meer voedsel
- Nederland introduceerde modernere medische zorg
- Onafhankelijkheid zorgde voor minder export en meer voedsel voor het land zelf, meer voedsel en betere zorg zorgde voor daling van sterfte
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden