Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Indonesie actueel

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 3015 woorden
  • 1 april 2013
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 6
22 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De Indonesische archipel, Hoofdstuk 1

- Indonesië - Grootste land van Zuidoost Azië
- Enorm veel inwoners
- Geografische aspecten: bevolking, klimaat
- Geologische kenmerken: plantengroei

§ 1.1 Eenheid en verscheidenheid

Eenheid/verscheidenheid

- 13000 eilanden
- Grootste eilanden groep/archipel
- Absolute ligging à (zie ook Atlas) 6NB – 11 ZB/ 95 en 141 OL
- Relatieve ligging à ten opzichte van andere gebieden 

Archipel (eilandengroep):

- Verbindingen door zeevaart
-  Na onafhankelijkheid moeilijk komend tot een eenheid  staat
-  Isolement eilanden

Eenheid nog lang niet bereikt: Jaren lang wilde Aceh zich afscheiden.

Java: twee derde deel van de bevolking à het economische en politieke centrum

Bevolking Indonesië:

-          225 miljoen
-          360 verschillende etnische groepen
-          Veel verschillende talen/godsdiensten (religies)
-          4 miljoen Chinezen: economische sterke groep/sociale    spanning (jaloezie)
-          87% is moslim, op Bali hindoeïsme
-          Indonesië seculiere staat (wereldlijke en religiere macht gescheiden)

Bahasa Indonesia à officiële taal van Indonesië
Lingua franca à De taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met verschillende moeder talen

Acah Merdeka à militaire afscheidingsbeweging die vecht voor de onafhankelijkheid van de provincie in Noord-Sumatra en verlangt een referendum 

§ 1.2 Natuurlijke en landschappelijke kenmerken

-          3 klimaten
-          Veel natuurlijke hulpbronnen
-          Ontginning (gereed maken van grond voor landbouw) van natuurlijke hulpbronnen heeft voor en nadelen + deviezen (valuta, economisch) – landschap vernieling

Klimaten (atlas)
Tropisch regenwoudklimaat:
-          Geen droge tijd + temp 30 graden
-          In groot deel Indonesië
-          AF-klimaat à neerslag in alle jaar getijden

(Nederlands heeft CF-klimaat à gematigd klimaat met neerslag in alle jaargetijden, in berggebieden)

Moessonklimaat:
-          Zuidsoosten van eilandenrijk
-          Moesson wind van Australië (w) naar Azië (lage druk)
-          Januari wind uit Azië (w) naar Australië (z) (lage druk)
-          ITCZ (intertropische convergentie zone) verschuift naar het zuiden
-          AW-klimaat

Moesson à Land- of zeewind die ieder half jaar van richting veranderd in (sub)tropische gebieden.

Natuurlijke hulpbronnen
Delftstoffenrijkdom in Indonesië is groot à blijft toenemen. Veel nutige gesteenten en mineralen, economisch voordelig

 Exploitatie is bijna altijd in handen van buitenlandse maatschappijen, soms in samenwerking met Indonesische bedrijven (joint ventures) Ondanks grote groei van industrialisatie, werken er nog veel mensen in de landbouw

§ 1.3 Vulkanisme op Indonesië

-          164 actieve vulkanen à regelmatig uitbarstingen
-          Java 35 actieve vulkanen
-          Dubbel: vruchtbare verwerking laag + soms erge gevaren

Plantentektoniek: ontstaan, bewegen en verdwijnen delen (platen) van de aardkorst. Vulkanisme aan de randen van Indisch-Australische-, Euraziatische-, Filpijnse-, en Pacifische plaat (Atlas)

Zuidelijke deel Indonesië à vindt subductie plaats, Australische plaat duikt onder Sunda- en Birma plaat

Beweging platen, schoksgewijs à elke schok is een aardbeving

Australische plaat verdwijnt de diepte in (600 KM diep)

In de diepte smelt de aardplaat, gesmolten gesteenten drukken nar boven à vulkaan

Molukken (stad) à dubbele subductie zones: twee eilandenbogen  

Door subductie ook zeebeving mogelijk à wanneer epicentrum (=de plaats aan het aardoppervlak, recht boven de aardbevingshaard) vlak onder de oceaanbodem ligt, het plotseling op-en-neerbewegen van de zeebodem kan een tsunami veroorzaken

Vulkaanuitbarstingen
-          Soms regionaal of mondiale gevolgen
-          Toba-uitebarsting: wereld tempartuur daalde 3 tot 10 C
-          Krakatau-uitbarsting: stof in atmosfeer mondiale temp. daling
-          Vulkaan met katermeer: lahar (grote modder- en puinstroom)
-          Merapi: zeer taaie magma wat bestaat uit gesmolten korst, water en klei, dus zeer explosief/heftig

Ertsen

-          Ontstaan in afgekoelde magmahaard
-          Bij verschillende stolpunten: ontstaan verschillende ertsen (koper, lood, etc.)
-          Magmatische differentiatie: de concentratie van de laatste gestolde stoffen (mineralen) steeds hoger.
-          Ertsaders ontstaan in zwakke plekken van de aardkorst waarin de restrestsmelt zich ophoopt.

Land in opkomst, Hoofdstuk 2
-       Groei van bevolking neemt af
-       Verstelijking
-       Proberen om Indonesië een eenheid te maken
-       Te veel culturele verschillen
-       Economische groei gaat niet gelijk met bevolkingsgroei

 § 2.1 Demografische en culturele kenmerken

 Grote Bevolkingsdichtheid
-       Grote omvang maar ongelijke spreiding
-       Snelle groei van de bevolking
-       Vooral op Java dichtbevolkt
-       Volksverhuizing van Java naar dunbevolkte gebieden hielp niet
-       Natuurlijke bevolkingsgroei is hoog (geboorte sterfte cijfer)
-       Sociale bevolkingsgroei neemt toe (verschil tussen immigranten en emigranten, weinig invloed)

Oorzaken hoog geboortecijfer:

-       Ze willen veel kinderen, als je oud en arm bent heb je geen geld en geen werk, je hebt je kinderen nodig om je te verzorgen
-       Kinderen werken mee op land
-       Veel moslims, huwelijk en kinderen krijgen is vanzelfsprekend
-       Hoge zuigelingensterfte, ze willen een gezond kindje en zullen dit blijven proberen

Oorzaken van tijdelijke daling geboortecijfer:
-       Regering heeft sinds jaren 60 een programma voor gezinsplanning (aantal kinderen beperken)
-       Gestegen deelname van vrouwen aan het onderwijs, hierdoor daling van vruchtbaarheid
-       Stijging van huwelijksleeftijd, kinderen worden geboren na het huwelijk

Bevolkingsdiagram à grafische weergave van de opbouw van de bevolking naar leeftijd en geslacht op een bepaald moment

De leeftijdsopbouw verandert snel in Indonesië, waarschijnlijk zijn er over een aantal jaren meet ouderren dan jongeren.

Demografische veranderingen

Demografische transitie à overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers via een overgangsperiode met een groot geboorteoverschot, naar lage geboorte- en sterftecijfers

Vergelijking geboorte- en sterftecijfer Indonesië

-       Tot 1800 had Indonesië ook een hoog geboorte- en sterfte cijfer, de bevolking nam haast niet toe, sterfte kwam door binnenlandse oorlogen, hongersnood door misoogsten, natuurrampen en epidemieën

-       Sterfte cijfer daalde vroeg, in tegenstelling tot andere landen, bevolkingsgroei kwam dus sneller dan andere landen. De daling van sterfte kwam door: 

 - Nederland maakte eind aan onderlinge oorlogen
- Verbeterde tansportmogelijkheden à sneller voedsel
- Nederland nam gebieden in gebruik voor landbouw, irrigatie werken werden beter, meer voedsel
- Nederland introduceerde modernere medische zorg
- Onafhankelijkheid zorgde voor minder export en meer voedsel voor het land zelf, meer voedsel en betere zorg zorgde voor daling van sterfte

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Migratie
Binnenlandse migratie à vooral naar plekken waar werk is (stedelijke gebieden en gebieden die uitgebreide irrigatie netwerken hebben, commerciële landbouw) het bevindt zich vooral in de gebieden van West-Java, Noord-Sumatra en Oost-Kalimantan. Zowel vrouwen als mannen gaan hier werken in de informele sector, of als arbeider in de bouw en olie industrie. Er is ook sprake van transmigratie (volksverhuizing naar een ander eiland)

Buitenlandse migratie à lage sociale bevolkingsgroei, emigratie groeit sinds de 2e helft vanaf de jaren 70. De bestemmingen zijn vooral rond de Arabische golf, (later) Zuidoost-Aziatische landen, Oost-Azië (arbeidsmigratie)

Vooral laaggeschoolde mensen migreren naar het buitenland om te werken als arbeidskracht, vrouwen gingen naar Saoedi-Arabië migreren voor arbeid(huishoudelijk personeel) à selectieve migratie

In Maleisië en Singapore à in de bouw en plantages werken, Illegale migratie à Indonesiërs zoeken geluk in andere landen:

-       Moslims keren niet terug na bedevaart Mekka-       Georganiseerde netwerken voor mensensmokkelaars 

Door de ontwikkeling van de economie, zal ook de arbeid zich ontwikkelen (hoger geschoolden)

Een culturele mix
Etnische verschillen à Veel etnische verschillen in Indonesië, meer dan 300 etnische groepen à veel variatie in kunst, wetenschap literatuur en architectuur

Taalkundige verschillen verdwijnen à Bahasa Indonesia

Eenheidstaat à proberen de communicatie problemen te verminderen

Religieuze verschillen à leveren problemen op (door verplichte migratie)

Culturele verschillen à deze zijn kleiner geworden, globaliseren heeft zijn weg gevonden in Indonesië

 § 2.2 In de vaart der volkeren

In Indonesië is vooral veel landbouw te vinden, de industrie- en dienstensector stijgt ook steeds meer.
BNP/Hoofd à ongeveer €1.000, Indonesië behoort tot armere landen, toch economische groei, laag en gemiddeld opgeleid
Beroepsbevolking à Grootste deel is werkzaam in de landbouw, akkerbouw is belangrijker dan veeteelt
Drie vierde van de cultuurgrond wordt gebruikt voor voetdingsgewassen en de rest voor handels gewassen

Rijstbouw is belangrijk (op sawa’s)
Ladangbouw à tijdelijk berken van akkers in het tropisch bos, bomen worden gekapt en de rest in brand gestoken. In het as zaait, plant of pot men.

Sinds een aantal jaar is Indonesië zelfvoorzienend, ze hebben veel handelsgewassen, ze vormen na olie de belangrijkste exportproducten. Tuinbouw komt veel voor.

Groene revolutie à invoeren van nieuwe gewassen, in Indonesië waren dit nieuwe rijstsoorten, die sneller groeien en een grotere opbrengt hebben per hectare. Dit was voor rijke boeren want de zaden, de kunstmest en de insecticiden was duurder.

Armere boeren leenden geld bij de bank en hoopte de lening na de oogst terug te kunnen betalen. De opbrengsten waren hoger maar niet genoeg om de schulden te kunnen betalen.

Waardoor velen hun land kwijt raakten. De rijke boeren kochten dit land en hun land werd steeds groter. De boeren zonder land probeerden hier te werken, anderen gingen naar de stad.

Vijfjarenplannen (Repelita’s) à economische ontwikkeling proberen te bevorderen, deze plannen werden gefinancierd door de olieopbrengsten, de plannen richtten zich op de ontwikkeling van landbouw.

De economische crisis in de oliesector zorgde voor financieringsproblemen. Daarom richtten ze zich op de industriële ontwikkeling à meer werkgelegenheid en buitenlandse deviezen

Importpakketten à ruw grondstoffen, kapitaalgoederen en consumptiegoederen

Export groeide à economische groei

In de jaren 90 groeide de dienstensector (handel, het transport als de financiële dienstverlening en het toerisme), landbouw neemt af

Economische crisis door:

-       Aanslag Bali

-        Jakarta

-       Tsunami

Het land herstelde en de betalingsbalans werd weer positief dit kwam door het goederen verkeer met het buitenland. Inkomsten uit export van goederen is groter ddan de betalking voor invoer van producten.

 § 2.3 Verstelijking en bevolkingsspreiding
Onevenwichtige bevolkingsspreiding is een groot probleem. De demografische groei ging sneller dan de economische, vooral huisvesting, scholen wen werkgelegenheid zijn problemen.

Urbanisatiegraat (percentage mensen in steden)à deze is hoog en neemt snel toe (urbanisatie tempo) à steden onbestuurbaar

 Oorzaken verstelijking:

  1. Trek van platteland naar steden, veel mensen hopen in de stad een baan te vinden (informele sector)
  2. Sterke natuurlijke bevolkingsgroei, de betere medische voorzieningen zorgen voor meer mensen. Hoog geboorte cijfer, laag sterfte cijfer.

 Door de grote omvang van de bevolking à leerbaarheid in het geding à gebied niet in staat voor voldoende werkgelegenheid etc. à Werkeloosheid

Transmigratie à Oplossing voor werkeloosheid, gezinnen moesten verhuizen nar andere eilanden (buitengewesten) Doel: minder bevolkingsdruk, kennis verspreiden en de overige eilanden economisch ontwikkelen

Tot 1942 à veel Javanen verhuizen naar een ander archipel, na onafhankelijkheid nog steeds zo, dmv de olie inkomsten mogelijk gemaakt.

Arme boeren kregen financiële steun van de overheid à landbouw een nieuw bestaan

Neveneffecten:

-       Invloes regering op buitengewesten

-       Inwoners van buiten gewesten kregen geen geld van de overheid

-       Afgunst tegen de Javanen, zij waren tegen de Javanisering

-       Problemen, cultuur/godsdienst

Transmigratie is geen succes geworden:

 -       Bevolking op Java nam niet af

-       Kennis werd niet verspreid, ze boeren wisten het wel

-       Transmigranten trokken terug

-       Transmigranten werden gezien als oorzaak van etnisch geweld

-       In 1999 ministerie van transmigratie afgeschaft

 

Jakarta is primate city:

1. Stad is vele malen groter dan andere steden
2. Herbergt alle economische en politieke functies

-       De centralistische bestuursstructuur versterkt positie van Jakarta

-       Stad staat in de stedelijke hiërarchie bovenaan

-     Centrum van bestuur, handel en

werkgelegenheid

-     Grote magneet

-     Overbevolking (files,

luchtvervuiling)

-     Kampongs (zelfbouwwijken)

-     Rond kampongs ruimte voor erf

-     70% bevolking gebruikt grondwater,

grondwater daalt sterk.

-     Per dag 2000 ton afval geproduceerd. 15% belandt in rivier

Problemen oplossen dmv à JABOTABEK à Jakarta, Bogor, Tangerang, Bekasi vormen stedelijk netwerk

Doel:
-       Stadsontwikkeling en economische investeringen in goede banen leiden

-       De stedelijke groei in het heuvelland ten zuiden van Jakarta afremmen

-       Tegengaan, illegale zelfbouw (kampongs op gewenste plaats)

Bogor, Tangerang en Bekasi moesten groeisteden worden, eigen voorzieningen à tegenhangers van Jakarta à verstedelijking ging niet door (plan ook niet)

Er kwamen Satellietsteden, een mogelijke oplossing (steden rond grote steden)

Er kwamen Satellietsteden, een mogelijke oplossing (steden rond grote steden)

Probleem à Ze blijven naar Jakarta gaan in
stampvol vervoer om hier te werken

 Werk en welvaart in Indonesië, Hoofdstuk 3

Indonesië
-       Door mondialisering economische groei

-       Veel relaties met Japen en veel Aziatische landen

-       Vruchtbare bodems + veel delfstoffen

-       Probleem: enorme vervoersafstanden

-       Zwaklandsbestuur

 § 3.1 Kappen, graven en planten rond de evenaar

Na 1980 onderdeel van de wereld economie
Primaire sector à landbouw, bosbouw, visserij, mijnbouw

 Bosbouw

Export - Hardhout
Hout eerst bewerking geven: Exportvalorisatie
Bijv. triplex, houtenpalen
Voordeel à hogere prijs + meer werk en inkomen

Mijn bouw
-       Steenkool, aardolie, aardgas, tin, nikkel

-       Winning à dagbouw: uit de grond halen in open lucht/ veel schade

       Schatbouw à diep onder de grond (niet in Indonesië)

-       Indonesië lid van de OPEC à importeert meer olie dan het uitvoert

Landbouw

-       Belangrijke bestaansbron op platteland

-       Bevolkingslandbouw ( kleine akkers)

-       Ondernemingslandbouw/plantages

-       Handelsgewassen (rubber, thee, koffie)

-       Plantages à nieuwste techniek, hoge opbrengst

Rijstbouw

-       Natte rijstbouw à Savah (irrigatie landbouw)

-       Savah boer à vaak zeer weinig Ha.

-       Droge rijstbouw à vindt plaats op tegalans à zonder irrigatie

Landbouw in verandering

-       Agrarische transitie à meer menselijke arbeid + traditionele kennis wordt ingewisseld voor moderne technieken + landbouwkennis

-       Eigenlijk een enorme veranderen bijv. Groene revolutie

-       Rurale differentiatie neemt toe (verschillen arm en rijk)

§ 3.2 schroeven en schrobben
 Secundaire sector à industrie
Beleid regering 30 jaar geleden

-       Importsubstitutie: minder invoer buitenlandse goederen

-       ": eigen industrie beschermen, wat zelf kan, niet uit buitenland

-       Eigenlijk deels zelfvoorzienend worden (autarkie)

Beleid regering vanaf 1990 meer export gericht
MNO’s (multinationale ondernemingen) naar Indonesië voor goedkope arbeid
In MNO’s- industrie veel assemblage

Buitenlandse MNO’s vaak in Export processingzone (EPZ)

-       Ligging vaak in de buurt zee- en luchthavens (bereikbaarheid/export)

Dienstsector/Tertiaire sector

Formele sector (arbeidscontract, CAO) mondiale oriëntatie (aanschaf en levering van goederen en diensten binnen het wereldwijde netwerk van economisch-politieke contacten)  
Grote informele sector/vluchtsector, geen belasting/boekhouding

Dus fragmentarische modernisering: gedeeltelijk modern 
Indonesië: groot centrum à periferietegenstelling (de tegenstrijdige belangen die het gevolg zijn van de verschillen tussen een machtscentrum en een randgebied)

Java: regerings- en economisch centrum

Buiten gewesten (andere eilanden) zijn periferie

Er is sprake van regionale ongelijkheid (grote verschillen tussen gebieden )

 § 3.3 Indonesië in de wereld 

Na 1980 veel externe (buitenland) economische relaties
Indonesië wordt een gemengde economie: economisch systeem waarin consumenten, produceren en de overheid een belangrijke rol spelen
Internationale economische samenwerking/ lid van de ASEAN (association of Southeast Asian Nations)
Economische samenwerking met Singapore, Maleisië en Indonesië in vrijhandelszone op Batam, vestegingsplaats voordelen

-       Zeer goede ligging, aan zee, vliegveld nabij Singapore

-       Veel andere bedrijven in de buurt (agglomeratie voor deel)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.